blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Hilst Eddy van der

Fri Vrijheid Freedom Gedichten rond 1 juli

door Jerry Dewnarain

Poëzie is kunst en kunst is kunstigheid en kunstigheid is vakmanschap, dat voorop. Maar poëzie biedt ook schoonheid en – waarom niet – troost. Voor het verleden is poëzie een onschatbare informatiedrager, omdat ze momenten en attitudes, in schuld en onschuld, vastlegt, zoals de periode van de slavernij of de strijd om freedom (vrijheid) op elk gebied. Voor het heden is ze een bezweerder van angsten, een aanjager van dromen, een opwekker van doden, een magazijnbeheerder voor de mensen van morgen en overmorgen.

read on…

Discussies en leermomenten bij presentatie Sranantongo grammatica

door Donovan Mijnals

Paramaribo – Rechtvaardigen van foutief Sranantongo spreken en schrijven wordt steeds moeilijker. Woensdagavond presenteerde linguïst Eddy van der Hilst zijn grammaticaboek Taki Sranantongo Bun in Tori Oso. Daardoor hebben diegenen die de Surinaamse taal willen bezigen een leidraad waar ze zich aan kunnen vastklampen. Volgens Van der Hilst zijn nu misschien wel de cruciale stappen gezet om het Sranan op school te kunnen onderwijzen. Hij maakt zich echter geen illusies en beseft dat daarvoor ook de leerkrachten intensief getraind zouden moeten worden. “De taal wordt nu krakkemikkig gesproken omdat het vooral vroeger verboden was om thuis Sranan te spreken,” verduidelijkt hij.
Hij blijkt aangenaam verrast met de opkomst voor zijn boekpresentatie. “Ik vind het wel belangrijk dat mensen kennelijk interesse hebben in de taal. Zo heb ik dus ook een heleboel dingen kunnen verduidelijken.” Bij de presentatie bestond namelijk ook de gelegenheid om in discussie te treden met de auteur en verschillende aanwezigen maakten daarvan gretig gebruik.
Een van de aanwezigen in Tori Oso, die van die discussies genoot was Fidelia Graand-Galon. Ze is Ambassadeur van Suriname in Trinidad and Tobago en steekt niet onder stoelen of banken dat ze de taal een warm hart toedraagt. “Voor mij zijn de discussie positief, omdat er ook aanvullingen zijn gekomen en leermomenten”, vindt ze. Onlangs zorgde ze ervoor dat Van der Hilst ook op het Caribisch eiland Sranantongo lessen kon verzorgen. Daar zijn ze er zo enthousiast over dat hij jaarlijks terug zal moeten.
“Voor toerisme is het ook goed dat ze de taal kunnen spreken wanneer ze het land aandoen. Ook al is het niet vloeiend”, legt de diplomaat uit. Maar ook collega diplomaten staan te trappelen om de taal te kunnen leren, onthult Graand-Galon. Door deze ‘regelgeving’ wordt die overdracht aan vooral buitenlanders ietwat vergemakkelijkt.
[uit de Ware Tijd, 17/08/2013]

Sranantongo regelgeving in boekvorm gebundeld

door Donovan Mijnals

Paramaribo – Eddy van der Hilst heeft zijn strijd tegen beweringen als zou Sranantongo slechts een warrige taal zijn, opgevoerd. Morgen presenteert hij officieel het ultieme bewijs dat Surinames meest gebruikte taal wel degelijk regels heeft. Dan presenteert hij in Tori Oso zijn boek Taki Sranantongo Bun: De Grammatica van het Sranan deel 1. “We moeten af van de fa a go, a go mentaliteit wanneer we onze eigen taal bezigen”, stelt de linguïst resoluut.
Grammatica van binnenuit
Hij stoort zich er mateloos aan dat er tot op heden mensen zijn die vinden dat Sranantongo geen grammatica heeft. “Iedere taal heeft een grammatica anders kun je elkaar niet verstaan en nu de regels, die in alle moedertaalsprekers hun hoofden zitten, op papier gezet zijn kan een ieder ze toepassen.” De basis voor dit boek begon al decennia geleden. De taalgeleerde startte zijn onderzoek al in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In die periode studeerde hij onder leiding van professor Jan Voorhoeve, die in Nederland de basis legde om de Surinaamse taal te bestuderen. Eerder resulteerden de studies van Van der Hilst al in een spellingboek voor het Sranan.
De taalkenner benadrukt dat het verkeerd zou zijn om bij de grammatica van een taal, een andere taal als uitgangspunt te nemen. “Wat ik in mijn boek heb geprobeerd te doen is de grammatica van binnenuit te beschrijven. Ik heb dus niet het Nederlands gebruikt om de regels van Sranantongo samen te stellen”, verklaart hij. Zijn mentor stelde immers dat het bestuderen van de grammatica van een taal noopt tot uitsluiting van elke andere taal. “Anders geraak je op een dwaalspoor.” Door zich aan die stelling te houden, ontdekte Van der Hilst onder meer dat anders dan bij andere talen het Sranan nagenoeg geen uitzondering op de regels bevat.

Samenleving
De Sranantongokenner beklemtoont dat hij met het boek niet zijn eigen mening opdringt. Hij heeft zich gedurende lange perioden laten omringen door moedertaalsprekers. “Geen mensen die Sranantongo vermengen met allerlei andere talen en Nederlandse grammaticale regels.” En ook bij het maken van nieuwe woorden in die taal laat hij zich leiden door suggesties uit de samenleving. “Per slot van rekening is het uiteindelijk de samenleving die de regels zal accepteren of verwerpen.”
Een tweede deel van het grammaticaboek is nu al in gevorderde staat, maar is nog niet helemaal af. “De tekst is al klaar maar er is daaraan nog een heleboel hoofdpijn aan lay-out en drukklaar maken verbonden”, lacht hij. Vooralsnog is het eerste deel bij verschillende boekhandels te verkrijgen.

[uit de Ware Tijd, 13/08/2013]

Nieuw grammaticaboek Sranantongo

Op woensdag 14 augustus a.s. wordt in Tori Oso een nieuw grammaticaboek van het Sranantongo gepresenteerd,. Het is van de hand van Eddy van der Hilst en de titel ervan luidt: Taki Sranantongo bun [Spreek correct Sranantongo] (De grammatica van het Sranan, deel 1).
Datum: 14 augustus 2013
Tijd: 20.00 uur, deur open 19.30 uur
De uitnodigingstekst in het Sranan luidt:
Mi teki en leki wan bigi grani fu kari yu kon na a pristeri fu a nyun buku fu mi nanga a nen:
Taki Sranantongo bun (De grammatica van het Sranan, deel 1)
Dey:  dridewroko 14 agusto 2013, Presi:  Tori-oso, Yuru:  8.00 yuru mofoneti, Doro e opo: 7.30 yuru mofoneti

Papa Koenders was zijn tijd ver vooruit

door Tascha Samuel
Paramaribo – Alles geheel in het Sranan, was de opzet van de Papa Koenders Neti die het erfgoed van deze taalpionier moest eren. Het bleek een zeer geslaagde opzet. De aanwezigen amuseren zich enorm, terwijl zij tal van oude ‘onbekende’ Srananwoorden oppikken. Het interactief programma en de vele tori’s werken goed op de lachspieren. De achtertuin van Tori Oso is dan ook goed gevuld wanneer Eddy van der Hilst de spits afbijt door het levensverhaal van Koenders te vertellen. Naargelang de avond vordert, wordt het duidelijk dat Julius Gustaaf Arnout Koenders zijn tijd ver vooruit was.

Gevoelige snaar

Het eerste deel van de avond wordt gevuld met gedichten en agersitori’s die Koenders publiceerde in het ala tu wiki koranti getiteld De schakel tussen school en thuis. Alvorens dat gebeurt, klinkt de krachtige stem van Marlene Tuinfort die tweestemmig sokopsalmliederen zingt met Hugo Gallant. Met veel gevoel declameert Tuinfort vele werken die een gevoelige snaar raken en zeker tot nadenken stemmen. Nyan mofo Adrian nanga en nekti Miriam is een kort tweespel gebracht door Rosanna Etnel-Lukson en Romeo ‘Oela’ Leeds. De essentie van het verhaal is, dat je vooral jezelf moet zijn en het eigenen moet waarderen.
Gedachte van vervloeking
Eén van de door Koenders geschreven stukken gebracht door Van der Hilst stelt, dat de zwarte man vervloekt is. “En inderdaad vervloekt is degene die meent vervloekt te zijn”, stelde Koenders. Deze gedachte leef(de) toen zwaar onder de bevolking. Dit verzwakte de geest, het verstand en capaciteit van de zwarte mens. Koenders verzocht hen die gedachte van vervloeking uit te rukken te verbranden en voor alle zekerheid ook nog in de rivier te gooien. En om daarna de man aan te nemen die respect heeft voor zichzelf, opdat anderen hem zullen respecteren. Dit is slechts de simpele weergave, maar het verhaal op zich getuigt van de diepe gedachten van papa Koenders. Zijn gedichten roepen vooral op tot het kennen van het eigene en om er respect voor te hebben.
Miskenning
De kleindochter van de broer van Koenders is de bekende liedjesschrijfster Ruth Koenders. Zij geeft in haar presentatie aan, dat zij vooral miskenning ervaart voor haar muziek dat in het Sranan is geschreven. Alhoewel enkele van haar nummers topprijzen hebben gewonnen, worden zij niet door de lokale radiostations afgedraaid. Hooguit haar Suripop winners zoals ‘Wi Srefi’ en ‘Yu na mi son’ worden nog afgedraaid. Na de pauze wordt er werk van anderen gepresenteerd. Tegen de tijd dat de avond eindigt lijkt het alsof de aanwezigen niet weg willen. De sfeer zat er goed in en er wordt nu al uitgekeken naar een volgende Sranan neti.
[naar de Ware Tijd, 02/03/2013]

Weinig middelen voor onderzoek en ontwikkeling Sranantongo

door Donovan Mijnals 
 
Paramaribo – Sranan Akademiya kampt met een chronisch tekort aan mankracht. Bestuurslid Eddy van der Hilst denkt dat er heel weinig interesse is om een rol te vervullen in het instituut, omdat de financiële vergoeding te wensen overlaat. Sranan Akademiya houdt zich onder meer bezig met onderzoek naar het Sranantongo. “En daarvoor is er geen subsidie, dus het is eigenlijk liefdadigheidswerk”, legt hij glimlachend uit.
In de toon dringt de ernst van de zaak echter wel door. De organisatie wil namelijk ook verjongingen. Maar het gebrek aan interesse maakt het een haast onbegonnen taak. Op dit moment levert Van der Hilst een bijdrage op taalgebied, terwijl Celestine Raalte met poëzie hetzelfde doet. Rudi Spa ondersteunt in zijn vakgebied: muziek. “Maar er zijn veel meer dingen die gedaan moeten worden.”
Er heerst eveneens een situatie waarbij een kleine groep alle activiteiten van de Akademiya coördineert. En juist dat moet volgens Van der Hilst veranderen. “We moeten naar een situatie toe van gespecialiseerde groepen. Het is volgens hem overigens onwaar dat de organisatie weinig doet. “Veel van onze activiteiten gebeuren binnenshuis. We zijn veel met onderzoek bezig en daar gaat veel tijd in zitten.”
Doordat er zo weinig middelen tot beschikking zijn, komt het voor dat bepaalde aspecten uit de taal verloren dreigen te gaan. Zo merkt het bestuurslid vaak op dat odo’s, de Sranan variant van spreekwoorden, verkeerd worden gebruikt. De odo heeft een speciale grammatica, anders dan de spreektaal. Daarnaast is het aan codes onderhevig in welke gevallen een odo gebruikt wordt. Veelal is het de oudere generatie Surinamers die zich nog precies kan herinneren hoe dat precies moet. “Den owru suma e dede gwe. We moeten snel wezen”, benadrukt Van der Hilst de haast achter de situatie.
[uit de Ware Tijd, 30/01/2013]

Studenten Journalistiek verwerven kennis Sranantongo

De eerstejaarsstudenten Journalistiek ingeschreven bij de Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs (AHKCO), volgen sinds kort colleges in het Sranantongo, die verzorgd worden door Eddy van der Hilst, bestuurslid bij Sranan Akademiya (een gezelschap van personen, die zich beijveren om het Sranantongo te bestuderen en te propageren). Het gaat hierbij om twee gastcolleges, die de volgende week worden afgerond. Dit initiatief komt van de docent Creatief Schrijven en Taalvaardigheid in de Nederlandse taal, Henna Fung Loy. Dit vak richt zich hoofdzakelijk op het vermogen om de taal vaardig te hanteren (taalvaardigheid), de spelling, formulering en verder het schrijven van eigen producten door de studenten (creativiteit). Volgens Fung Loy is het voorstel voor deze lessen afkomstig van de ex-docent Nederlands aan deze academie Joan Muller. “Als aankomend journalist moet je soms ook wel een artikel in het Sranan kunnen schrijven. Het spreken is niet zozeer moeilijk, maar het schrijven wel”, benadrukt zij. Zelf heeft zij ook veel geleerd tijdens de sessies. “Ik dacht, dat ik veel wist over de taal”, zegt zij lachend. Over de studenten zegt zij, dat dezen zichtbaar enthousiast waren. “Aan de vragen was te merken, dat ze veel behoefte hadden aan de wijze, waarop je de taal schrijft en goed spreekt”, merkt zij op. Jennifer van Ewijk, eerstejaarsstudente op de opleiding, heeft de les als leerrijk ervaren. “Ik ben dingen te weten gekomen, die ik niet wist”, zegt zij over de schrijfwijze. Over het taalgebruik bij de opvoeding zegt zij, dat het spreken van het Sranan niet mocht van haar moeder. “Ik mocht geen Sranantongo praten, want mijn moeder vond het spreken van Nederlands bevorderlijk voor de schoolprestaties”, vult zij aan. Wandana Oedit, tweedejaarsstudente, die het eerste college ook heeft gevolgd, sluit zich aan bij de vorige spreekster. “Ik heb het als leuk en leerrijk ervaren. Het is niet zo gemakkelijk, een beetje ingewikkeld, maar toch kon ik het volgen. Ik moet eerlijk toegeven, dat ik een heleboel heb bijgeleerd, omdat ik qua Sranantongo niet zo sterk sta”. Ze besluit met te zeggen, dat de taal als vak ingesteld kan worden, “want 1 of 2 lessen zijn niet voldoende om de taal te beheersen”.

Voor Van der Hilst is het idee voor deze lessen prima bedacht. Hij vermeldt hierbij, dat er ongeveer 18 jaar geleden, voordat het instituut officieel geïncorporeerd werd, reeds lessen in het Sranantongo werden verzorgd door ex-docente Rellum, tezamen met het Sarnami en het Javaans. “Dit werd afgeschaft toen AHKCO officieel tot stand kwam”, gaat hij verder. Hij beschrijft de studenten tijdens de lessen als “enthousiast en verbaasd” en constateert verder, evenals Fung Loy, “een zekere mate van behoefte aan de schrijfwijze van de taal”. Daartegenover merkt hij op, dat niet alle studenten de taal machtig zijn. “Een deel kon mij bij het spreken goed volgen, een ander deel minder goed en de rest helemaal niet goed”, stelt hij vast. Over de taal in het algemeen stelt het bestuurslid, dat deze meer gesproken zou moeten worden. “Men gebruikt teveel hoge, geweldige Nederlandse woorden. Het gaat uiteindelijk om de informatie naar het publiek toe, waarom dan zulke moeilijke woorden en geen Sranan, wat een groot deel van de bevolking verstaat?”, vraagt Van der Hilst retorisch. Hij ziet ook graag een Sranantongo-versie van de lokale dagbladen “om ook de binnenland- en districtsbewoners, die het Nederlands niet machtig zijn, te bereiken”, besluit hij. Na het college kreeg elke student twee korte Nederlandse berichten uit een dagblad met de opdracht deze in het Sranan om te zetten. De docent Nederlands is voornemens om bij het aanstaand tentamen Spelling, enkele in het Sranan opgestelde zinnetjes te geven aan de studenten om het aangeleerde te toetsen.

In een besluit van 15 juli 1986, resolutie 4501, is de erkende spelling van het Sranan vastgelegd. De Sranan Akademiya is bezig met een onderzoek teneinde het Sranan als tweede voertaal in ons land in te stellen.

[uit De West, 9-2-2012]

Prinses Ivana moet zelfbeeld Afro-Surinamers stimuleren

door Ruth Nortan

Paramaribo – Prinses Ivana, het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen, is een sprookjesfiguur uit het debuutboek van Hilly Arduin. Het boek is niet per se geschreven voor het Afro-Surinaamse kind, maar voor elk kind. De Afro-Surinamer zal zich echter herkennen en identificeren bij het lezen van het boek, waarin onder meer het kroeshaar van de Afro-Surinamers een belangrijk thema inneemt.

Woensdag debuteerde vertelkunstenaar Hilly Arduin met haar eerste boek: Prinses Ivana het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen. Het boek is een prachtige glossyuitvoering met illustraties van Gerold Slijngard. Arduin geeft de lezer een duidelijke boodschap mee: waardeer de schoonheid van de Afro-Surinaamse haardracht.

Het begint bij het zelfbeeld

Arduin vertelde aan de hand van een anekdote over haar kleinzoon het zelfbeeld dat bij kinderen leeft. Fundamenteel moeten wij onze kinderen een juist en positief zelfbeeld bijbrengen. Daar begint het mee. Elk kind zwart, geel, wit of bruin is een prinses. “Ik riep mijn kleinzoon en zei: “Kom, ik ga je een leuk verhaaltje vertellen over prinses Ivana. Mijn kleinzoon keek naar het plaatje en zei: ‘Prinses Ivana is geen prinses, want ze is niet wit en ze heeft geen blond haar.’”

Precies daar begint het; wat leren we onze kinderen over hoe zij zichzelf moeten zien? Met dit boek heeft Arduin de toon gezet om meer waarde te hebben voor de eigen cultuur met name de haarcultuur (kroeshaar). Elk kind kan een prinses zijn. Eddy van der Hilst was gekant tegen het idee ‘prinses’, laat dat maar voor de witmans’, zei hij. Echter werd dit tegengesproken door een opmerking uit het publiek, dat er in Afrika ook sprake van was de Ashantikoning en zijn koninkrijk met daarin prinsen en prinsessen.

Gekoppeld aan de boekpresentatie was er ook een haarshow van zus Bena, waarin verschillende zeer kunstige kapsels werden gepresenteerd aan het publiek. Adoo tetey of tompu ook wel bekend als de motjo kumba was een van de blikvangers. Ook het trouwkapsel voor kroeshaar was prachtig en kunstig gemaakt door kapster Lilian. Stanley Slijngard ‘Sombra’ wist met zijn poëzie en agers’ tori’s menigmaal het publiek aan het lachen te brengen.

“Het illustreren van dit boek heb ik als een echte uitdaging gezien. Op basis van onderzoek naar de Afrikaanse cultuur heb ik binnen korte tijd de composities gemaakt. Verschillende bezoekers lieten zich positief uit over de prachtige, kleurrijke en mooie tekeningen die herkenbaar zijn en tot de verbeelding spreken.”

[uit de Ware Tijd, 27/01/2012]

Rudi Spa leidt Sranan Akademiya

Paramaribo – Na een lange inactieve periode heeft de Sranan Akademiya eindelijk een voltallig bestuur. De nieuwe voorzitter, Rudi Spa, noemt het een ‘alen sribi’ (Surinaamse omschrijving voor winterslaap) die de stichting heeft meegemaakt. Jarenlang stond ex-voorzitter Eddy van der Hilst er alleen voor om de organisatie te leiden.

De Sranan Akademiya die in 1983 officieel werd opgericht, stond voor het bevorderen van het Sranantongo, maar richtte later ook haar aandacht op het gebied van cultuur en de ontwikkeling van de eigen taal bij andere bevolkingsgroepen. Grondgedachte van de stichting verdeelt ‘fositen edeman’ van Sranan Akademiya, Hein Eersel, in drie colleges: wetenschap, cultuur en verspreiding van kennis. De introductie van het nieuw bestuur vond afgelopen woensdag plaats in Tori Oso. ‘Puwema uma’ Celestine Raalte deed een serie voordrachten uit haar nieuwste bundel Sapatiya, ‘dron man’ Henk Sako gaf een hoogstaande apinti performance en Eddy van der Hilst las een ludiek verhaal voor, geschreven door Ané (André Doorson).

In het filmpje gemaakt door Tolin Alexander vertelde Hein Eersel over het begin van Sranan Akademiya, dat ook een tijdje werd geleid door wijlen Hugo Overman. Van der Hilst, die later erbij werd gehaald als linguïst, leidde de organisatie vanaf 1988 tot twee dagen geleden. In de jaren tachtig werd de televisiecursus Skrifi Sranantongo verzorgd, maar van een Surinaams woordenboek is het tot heden niet van gekomen. Wel was het bestuur onder Van der Hilst er al ver mee gevorderd toen zij werd geconfronteerd met de moeilijke periode van SAP. Meer dan één baan, vertrek naar Nederland en het pro Deo werk, waren de gevolgen dat alleen Van der Hilst en Robert Wijdenbosch in het bestuur overbleven.

Laatstgenoemde kwam later te overlijden. In het nieuw bestuur komt Van der Hilst terug, maar dan als commissaris. De overige ‘tiri man’ en ‘tiri uma’ zijn: Helmut Gezius, Celestine Raalte en Rinaldo Tanawara. Voorzitter Rudi Spa noemde de punten waarop het bestuur zich de komende tijd wil gaan richten: radioprogramma, krant, kinderopstel en -gedichten, komediespel en verandering aan de negatieve teksten in de Surinaamse muziek. Hein Eersel geeft aan dat niet alleen in ‘alen ten’, maar ook in ‘drei ten’ het slapen kan gebeuren. “Dit is het jaar van de Afrikaanse Diaspora, grijp dit aan om te beginnen, maar begin niet aan een aantal projecten tegelijk,” liet Eersel weten. Hij gaf er de voorkeur om het ‘wortu buku’ (woordenboek) te hervatten. Hoewel de bevolking dagelijks Surinaams spreekt, weet niet iedereen dit correct te doen. Linguïst Van der Hilst: “Mensen denken teveel in het Nederlands, vanwaaruit ze het Sranantongo woord voor woord vertalen. Een spelling van een taal gebruiken voor een andere, dat kan niet!” Hij gaf een voorbeeld van verkeerd Sranantongo: ‘Mi si yu tap tv’. Vertaald betekent dit: ‘Ik heb je de tv zien dichtmaken.’

[uit de Ware Tijd, 12/12/2011; alle taalfouten rechtgezet]

Johanna Schouten-Elsenhout, ontrafeld door Eddy van der Hilst

door Christine Samsom

Op 8 maart jongstleden, de 100ste viering van de Internationale Dag van de Vrouw, werd in het perkje vóór het CCS-gebouw aan de Henck Arron-/Gravenstraat in Paramaribo een zogenaamd kopbeeld onthuld van onze bijzondere dichteres Johanna Schouten-Elsenhout (11-07-1910 – 23-07-1992), gemaakt door schilder/beeldhouwer Erwin de Vries.

read on…

Borstbeeld Johanna Schouten-Elsenhout gereed

Het borstbeeld van Johanna Schouten-Elsenhout is helemaal af voor de locatie waar het moet komen te staan. Afgelopen vrijdag presenteerde kunstenaar Erwin de Vries thuis bij hem aan de Anton Dragtenweg in Paramaribo, het vers gegoten bronzen borstbeeld aan de pers en de Nationale Vrouwen Beweging (NVB).

read on…

Schrijvers gedecoreerd

Vier schrijvers zijn bij gelegenheid van het 35-jarig bestaan van de Republiek Suriname gedecoreerd op 25 november 2010. Zij werden verheven tot Officier in de Ere-orde van de Gele Ster: S. Sombra, Celestine Raalte, Rappa en Michael Slory. Of de laatste zijn lintje nu wel is gaan ophalen, is nog niet vernomen. Toen hem in 1989 het Ridderschap in de Ereorde van de Palm werd toegekend, was zijn wantrouwen tegen de autoriteiten zo groot, dat hij niet kwam opdagen bij de decoratieplechtigheid.

Ook Sranan-taalkundige en vertaler Eddy van der Hilst kreeg op 25 november j.l. een decoratie.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter