Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
De ziel van Tula in onze Literatuur
Spiegel van 160 jaar na de Afschaffing van de Slavernij
door Quito Nicolaas
Aan de vooravond van de eeuwwisseling naar de 21e eeuw gingen zelforganisaties in Nederland zoals Caribbean Lagoon (Utrecht) aandacht besteden aan de Arubaanse/Antilliaanse literatuur. De Zondagmiddag was gereserveerd voor de post-koloniale literatuur. Deze bijeenkomsten waren bedoeld om de eigen cultuur en literatuur onder de Arubaanse gemeenschap in Nederland bij te brengen. En er hopende dat men bewust werd van de eigen cultuur in het buitenland, waarvoor je echt niet hoefde te schamen. Een tendens die je steeds vaker tegenkomt onder migranten. Met de oprichting van de Werkgroep Caraïbische Letteren en zijn blog Caraïbisch Uitzicht en de stichting Simia Literario werd doelgericht gestreefd naar de opleving van de Caribische literatuur in Nederland.
read on…Een feestje voor oude blanken (3 en slot)
Roy ‘Kaikusi’ Groenberg, activist uit Amsterdam-Zuidoost, voormalig welzijnswerker en sinds tien jaar voorzitter van de stichting Eer en Herstel Betalingen Slachtoffers van Slavernij in Suriname, hoopt in het kader van het herdenkingsjaar 2013 op een ontmoeting met koningin Beatrix. ‘Ik wil met Hare Majesteit onder het genot van een kopje koffie terugblikken en vooruitkijken. Het wordt tijd om een dikke streep te zetten onder het slavernijverleden. Dat verleden heeft mijn generatie opgehouden omdat het nog niet verwerkt was. Ik vind dat mijn kleinkinderen niet meer over slavernij moeten praten. Ze behoren te weten wat de geschiedenis van hun voorouders is, maar ze moeten zich vooral bezighouden met cultuur, wetenschap, politiek, huizen kopen. Ze moeten voort in het leven.’De eerste grote triomf oogstte Groenberg in 2001, toen zijn stichting met succes ageerde tegen de omschrijving van het woord ‘neger’ in de Dikke Van Dale. Het lukte niet om het n-woord geschrapt te krijgen, maar met de toevoeging dat de aanduiding door sommigen als krenkend wordt ervaren, waren de activisten tevreden.
In 2006 richtte Groenberg zijn peilen op de chocoladespecialiteit de negerzoen. De firma Van der Breggen uit Tilburg, die de fabricage van de firma Buys had overgenomen, reageerde niet op brieven van de stichting. ‘We wilden een cultureel historisch centrum bouwen in Nederland. Als we voor elke doos negerzoenen die in al die jaren zijn verkocht één kwartje zouden krijgen, hadden we aan de vijfentwintig miljoen gezeten die we nodig hadden.’ Dat de opdruk van de gele dozen voortaan ‘Negen zoenen’ in plaats van ‘Negerzoenen’ vermeldde, zal de omzet geen kwaad hebben gedaan. ‘Achteraf blijkt dat we dat bedrijf met onze actie aan enorm veel free publicity hebben geholpen. Daar hebben we geen bloemetje voor gehad.’Vorig jaar kwamen Groenberg en zijn stichting in opstand tegen Het negerboek, de Nederlandse vertaling van The Book of Negroes van de Canadese romancier Lawrence Hill. De titel werd als beledigend ervaren, maar uitgeverij Nieuw Amsterdam voelde er niets voor om te capituleren voor de eis dat de publicatie uit de handel zou worden genomen. Groenberg: ‘We stonden op het punt om via een juridische procedure te bereiken dat we twee euro per verkocht exemplaar zouden krijgen als genoegdoening. Uiteindelijk hebben we dat niet gedaan omdat de indruk zou kunnen ontstaan dat we een stelletje geldwolven zijn. Omdat we ons gekrenkt voelden, hebben we in het openbaar de kaft van het boek verbrand. Dat was wereldnieuws, we hebben daar zelfs het achtuurjournaal van de Canadese televisie mee gehaald.’
Zwarte holocaust
In de herstelbetalingen waar het bij de oprichting van de stichting om was begonnen, zit vooralsnog weinig schot. Advocaat Gerard Spong zag wel mogelijkheden om naar Amerikaans voorbeeld claims in te dienen bij bedrijven die zich eeuwenlang aan de slavernij verrijkten. Zo zou Hudig, inmiddels eigendom van het Amerikaanse Aon, vroeger slavenschepen hebben verzekerd. De Nederlandse handelsmaatschappij, een van de voorlopers van ABN Amro, kan ook een rol hebben gespeeld in de Surinaamse plantage-economie. ‘Dat we daar toen niet uitgekomen zijn, is een geldkwestie,’ zegt Roy Groenberg. ‘Voordat Spong namens onze stichting een zaak zou aanspannen, moest er een bedrag op zijn rekening worden gestort. We hadden hem gevraagd om het pro deo te doen, maar dat bleek niet mogelijk. Het idee dat Nederland een gebaar zou moeten maken tegenover de nazaten van de slaven is niet van de baan, maar dat betekent niet dat we met geopende portemonnee klaarzitten om de miljoenen op te vangen. De herstelbetaling zou bijvoorbeeld ook kunnen bestaan uit vijftig jaar adopteren door Nederland van het peuteronderwijs in Suriname. Dat zou bijdragen tot echte bevrijding. Iemand die elke maand een formulier moet invullen om zijn geld te krijgen, noem ik niet bevrijd.’
Het geharrewar over geschiedschrijving, herstelbetalingen en excuses voor de gruweldaden die Nederland in de koloniale tijd beging, heeft primair met perceptie te maken, legt Sandew Hira uit. Zelfs ruimdenkende, meegaande progressieve mensen onder zijn gehoor beginnen ongemakkelijk te zuchten zodra hij de Zwarte holocaust ter sprake brengt, die volgens hem in mening opzicht de grimmigheid overtrof van de Holocaust (‘de Holocaust heeft vijf jaar geduurd, de slavernij heeft vijfhonderd jaar geduurd. De Holocaust kostte het leven aan zes miljoen mensen, slavernij aan tweehonderd tot vierhonderd miljoen mensen’). ‘Als mensen mij op grond van die uitspraak in de gevangenis willen stoppen, moeten ze dat vooral doen,’ zegt hij. ‘Maar zo uitzonderlijk is het niet wat ik beweer. In literatuur van Amerikaanse wetenschappers kwam je dergelijke analyses al tientallen jaren geleden tegen, maar in Nederland is dit een betrekkelijk nieuw geluid. Daar schrikken die witte hoogleraren van, ze zijn niet gewend dat ze worden tegengesproken. Zwarte intellectuelen beginnen kritische vragen te stellen. In dat proces zitten we nu. De tijd dat zwarte mensen een stijve nek overhielden aan het gedwee ja en amen knikken en onderdanig luisteren naar wat de witte professor te zeggen heeft, is voorgoed voorbij.’
Boekverbrandingen onderschatten de intelligentie van lezers
Lawrence Hill: Het negerboek van een grote ‘Djeli’
door Christine F. Samsom
‘Ik ben Aminata Diallo, geboren in het dorp Bayo, als kind van Mamadu Diallo, de edelsmid, en Sira Kulibali, de vroedvrouw. En daar zou ik nog steeds zijn, maar ik werd gestolen.’ Aan het woord is Aminata, bijna aan het eind van Het Negerboek. En dat is ook precies de kracht van Aminata: dat ze haar afkomst nooit is vergeten en dat ze na al die jaren van pijn, verdriet, maar ook vreugde, als belangrijkste doel heeft terug te keren naar waar ze vandaan komt.
Aminata (geb. ± 1745) groeit op als enig kind van sterke, rechtschapen ouders van twee verschillende stammen in wat we nu kennen als Mali. Ze is trots op haar ‘Fa’, de enige in het dorp die de Koran kan lezen, en ze helpt haar ‘Ba’ die haar steeds meer inschakelt bij de geboorte van baby’s. Op haar elfde wordt ze, als ze met haar moeder terugkeert van een bevalling in een naburig dorp, ontvoerd door slavenhandelaren. Tijdens een verschrikkelijke tocht van drie ‘manen’ naar de kust in een steeds langer wordende stoet gevangenen, helpt ze een baby geboren worden, krijgt ze haar eerste menstruatie, ziet ze de eerste toubab (=blanke) en wordt ze gebrandmerkt.
Als Aminata op het dek van het toubab-schip wordt gesmeten, neemt ze zich voor een ‘Djeli’ te worden, een verhalenverteller ‘met de verplichting om alles te observeren en te onthouden’. Ze brengt de raad van haar vader in praktijk: ‘Vrees geen mens, maar leer hem kennen’ en van haar moeder: ‘Kijk om je heen en wees niet bang’. De moed die ze uit deze woorden put, blijft het hele boek door de rode draad die haar verbindt met haar afkomst.
Ze maakt de zeetocht ‘over onbegraven doden’, wordt meer dood dan levend op een slavenmarkt in Carolina gekocht door Appleby, eigenaar van een indigoplantage en leert van de oudere Georgia, hoe om te gaan met ‘buckra’s’ en hoe medicijnen te maken uit planten. Georgia troost en heelt haar als ze is verkracht door Appleby. Een andere bewoner van de plantage, Mamed, leert haar stiekem lezen. De geheime relatie met haar vriend Chekura die ze al kent uit Afrika, heeft zwangerschap tot gevolg. Ze springt met hem ‘over een bezem’: ze zijn man en vrouw. Haar man ziet ze sporadisch. Waar hoort haar zoon Mamadu thuis? In Afrika was onmogelijk, in Carolina onaanvaardbaar. ‘Mijn kind hoorde bij mij. Ik was zijn thuis.’ Maar haar zoon wordt verkocht en zij daarna ook, aan de Jood Lindo in een stadje in de buurt! Daar is ze geen slavin maar bediende: Joden, moslims en christenen hebben hetzelfde Exodusverhaal: bevrijding uit de slavernij.
Ze wordt verhuurd als vroedvrouw. Ze leest steeds meer en mevrouw Lindo leert haar schrijven en rekenen. Via het ’Visnet’, een netwerk van mofokoranti, hoort ze over de dood van haar zoontje aan de pokken. Ook mevrouw Lindo en haar baby zijn eraan gestorven. Meneer Lindo neemt haar mee naar New York, waar ze vlucht. Via de Britten die haar inhuren om de 3000 zwarte loyalisten die trouw waren gebleven aan de Britten tijdens de Amerikaanse revolutie in te schrijven in The Book of Negroes, komt ze terecht in het ijskoude Nova Skotia in Canada. Daar wordt haar dochter May geboren, maar ook die wordt haar ontnomen. Als ze verneemt dat haar man is verdronken, laat ze zich overhalen met een grote groep ex-slaven terug te keren naar Afrika. Echter, niet ver van haar geboortedorp besluit ze terug te keren naar de kust, nog één keer de zee over te steken en als ‘Djeli’ in Londen alle verhalen over de slavernij te vertellen.
Het Negerboek bestaat uit vier delen. De eerste drie beginnen elk met een hoofdstuk dat speelt aan het eind van haar leven in Londen. Ze is het boegbeeld van de abolitionisten geworden, mannen als Wilberforce en Hastings die pleiten voor afschaffing van de slavenhandel ….niet van de slavernij…. nog niet. Met milde spot beschrijft ze de heren met hun dikke buiken die in plaats van suiker honing gebruiken in hun koffie en thee, als protest tegen de slavenhandel, maar tegelijkertijd hun pijpen volstoppen met tabak, ook geen bezwaar hebben tegen de koffie en uit volle borst zingen: ‘Rule, Britannia! Britannia, rule the waves: Britons never never never shall be slaves…’ Wat een ironie! Haar levensbeschrijving is haar laatste werk en dat volbrengt ze na de wonderbaarlijke hereniging met haar dochter May, die een school draait voor arme kinderen in Londen. Ze toont de leerlingen op een wereldkaart een stip in Afrika: Bayo, haar geboortedorp, en een vlek in Engeland: Londen. ‘Ik werd daar geboren, en wij zijn nu hier, en ik ga jullie vertellen wat er daartussenin allemaal gebeurd is’….
Wat een Djeli! die Lawrence Hill. Af en toe krijg je het gevoel dat hij al de informatie die hij heeft verzameld (zie Aanbevolen Literatuur) in zijn boek heeft gepropt en daar word je soms draaierig van. Maar meestal sleept Aminata zelf je mee naar een nieuw hoofdstuk met nieuwe hartverscheurende en hartverwarmende belevenissen.
Prof. Natalie Davis: “Accepteer verbranding The Book of Negroes niet”
[Brief van prof. Natalie Davis, Princeton University & University of Toronto, verzonden op 22 juni 2011 aan wetenschappers in Nederland]
This morning I heard on CBC radio an interview with the distinguished Canadian novelist Lawrence Hill: a group of Surinamese-born residents of The Netherlands are planning to burn his recent book The Book of Negroes because of its use of the word “Negroes” in its title. I am emailing you in hopes that you will protest this outrageous action and even prevent its occurring.
Lawrence Hill is himself a man of color, and from a family that has done much to protest racism and defend human rights in Canada. His Book of Negroes is an excellent historical novel set in the late 18th and early 19th century, ranging in location from Africa, to the Americas (including Nova Scotia) and England. (I have been on a panel with Lawrence Hill and know about the research behind the book.) The title refers to an actual physical object, a record book called “The Book of Negroes,” into which the names of former slaves were inscribed after the American Revolution -former slaves who had won their freedom (a precarious freedom) because they had been loyal to the British. This record book plays an important role in the historical novel, and the title is also a literary play on the whole subject of the book.
As for the word “Negroes,” you as scholars are familiar with its use by slaves and ex-slaves in the Sranan form of “ningri” and its variants. AND the word has a history in the U.S., with which -as a long activist in anti-racist movements in North America – I am very familiar. “Negroes” was forgrounded as the preferred polite term to refer to people of color, to black people, -the “politically correct” term if you will – for many decades of the 20th century. It was introduced and used by anti-racists among black people and others, as preferable to “colored people” (the NAACP was initially founded as the National Association for the Advanced of Colored People).
Then during the late sixties and afterward, the word “blacks” and “Afro-Americans” came to be preferred, for various reasons connected with the precise political movements in the US at the time. But “Negroes” was not a derogatory term (in contrast with the word “nigger,” which is an insult when said by a white person). “Negro” is simply not a preferred term -but it has historically a significant role, both in contexts which are racist and in contexts which were resisting racism.
So the choice of this book to burn is absurd, both historically and politically. And the burning of a book as a form of protest is dangerous and unacceptable. I hope you will do what you can to oppose this action.
Natalie Zemon Davis, Professor of History emeritus, Princeton University; Adjunct Professor of History and Anthropology, University of Toronto
Nederlandse uitgever toch niet bij boekverbranding
De Nederlandse uitgever van Het Negerboek is vanmiddag toch niet aanwezig bij de “boekverbranding” bij het Slavernijmonument in het Oosterpark. In eerste instantie had uitgever Ailantus gezegd uiteraard ook aanwezig te zijn bij de titelverbranding zoals Roy ‘Kaikusi’ Groenberg de actie nu noemt. De aanwezigheid van vertegenwoordigers van de uitgever van het boek van de Canadese schrijver Lawrence Hill, zou door sommigen als provocatie gezien kunnen worden.
Groenberg heeft grote moeite met het woord “neger” in de titel van het boek van Hill. Hij zegt overigens, het wel eens te zijn met de inhoud van Het Negerboek maar Groenberg noemt de titelpagina besmet. Daarom wil Groenberg een kopie van de titelpagina vanmiddag om drie uur verbranden.
[RNW, 22 juni 2011]
Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…
[reactie op het voornemen van Roy Groenberg om Het Negerboek van Lawrence Hill te verbranden; zie hier]
door Iwan Brave
Ik heb een interview met de schrijver [Lawrence Hill] gelezen. Slaven gingen in Canada destijds in het Book of Negroes met allerlei beschrijvingen over hun (lichaams)kenmerken. Dus alsof het vee betrof. De titel Het Negerboek is wat dit confronterende en pijnlijke historische feit juist en integer gekozen door de schrijver. Ik vind het als “Afro-Surinamer” of als “zwarte” persoon belangrijk om te weten hoe onze voorouders werden bejegend en bestempeld. Daar kunnen we allen (de mensheid) lering uit trekken. We hebben niets aan politiek-correcte titels die pijnlijke historisch feiten verhullen. En boekverbranding riekt naar barbaarse onverdraagzaamheid, haatzaaiing maar vooral het tekort schieten beargumentering.
Dit gezegd hebbende, vond ik de woordvoerster van de uitgeverij overigens klinken als iemand die niet van deze tijd is, en zogenaamd niet kon bevroeden dat de titel zoveel commotie teweeg zou brengen. Nederlandse hypocrisie: deze titel is natuurlijk commercieel beter voor het gemiddelde blanke lezerspubliek bij wie het woord “neger” nog altijd tot de superieure verbeelding spreekt. “Neger” niet als gelijkwaardig mens maar nog altijd als een “exotisch ding”, zoals in de trant van: “Een neger in de sneeuw”, “Een neger in mijn tuin” of “De neger op de hoek”.
Hier volgt een passage uit het interview (door Mirjam Bosgraaf) met schrijver Hill:
Kreeg u het idee voor deze roman door Aminata?
‘Nee, door een boek uit de boekenkast van mijn ouders. Een zeer academisch werk over de geschiedenis van de Black Loyalists of Canada in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Daar stond in dat alle slaven die konden aantonen dat ze voor de Britten hadden gewerkt, een vermelding kregen in het Book of Negroes. Geregistreerde slaven mochten mee op een schip naar Nova Scotia, waar ze zich vrij konden vestigen. Ik denk dat niet meer dan tien Canadezen en een paar hoogleraren iets van deze geschiedenis afwisten voor ik erover schreef.’
Hoe heeft u het ervaren om dat historische Book of Negroes, waar 3.000 slaven in staan vermeld, voor het eerst in te zien?
‘Vooral de manier waarop de slaven zijn beschreven, greep me aan. Dat gebeurde aan de hand van hun fysieke of economische waarde. Dan staat er: fellow past his labor, of lusty wench: ‘lustige deerne’. ‘John Cartwright, uitgeput en één oog troebel’. ‘Sarah Johnson, 22, gedrongen deerne, voorheen slaaf van gedeputeerde Smith’. Al die mensen vormen een verhaal.’
Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…
[van RNW, 20 juni 2011]
Boekverbranding dreigt voor Het Negerboek
door Sam Jones
“Een mooi cadeau in een besmette verpakking.” Zo noemt Roy Groenberg Het Negerboek. Van de Canadese historische roman The book of negroes van schrijver Lawrence Hill verscheen onlangs de Nederlandse versie. Bij de presentatie drie weken geleden in het het slavernij instituut NiNsee in Amsterdam, was geen kritiek te horen van Groenberg.
Maar de voorman van de Stichting Eer en Herstel komt nu toch in het geweer en wil het boek volgende week woensdag verbranden bij het slavernijmonument in Amsterdam. Hij vindt de titel ‘kwestend en beledigend’.
Het verhaal gaat over een meisje dat als slavin uit Afrika naar Amerika wordt gebracht en uiteindelijk in New York wordt vrijgemaakt. Ze gaat op die manier via Nova Scotia terug naar Afrika. De Engelsen registreerden in het ‘book of negroes’ 3.000 namen van slaven die vrijgemaakt konden worden en New York mochten verlaten. De slavenhouders werden gecompenseerd.
Historisch document
Uitgever Lidewijde Paris zegt dat de titel verwijst naar een historisch document: “Daarom heeft het die titel.” Ze kent de gevoeligheden rond het woord neger, maar het verwijst naar een geschiedenis waaraan voorbij wordt gegaan. “We willen niet voor de zoveelste keer de kop in het zand steken. Het verwijst rechtstreeks naar een gruwelijk feit en dat willen we laten zien.”
Groenberg wijst erop dat de titel ook in andere landen is gewijzigd, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Daar heet het Someone knows my name. “Een neger is een voorwerp.” Paris zegt dat er in Nederland niemand bezwaar gemaakt heeft tegen de oorspronkelijke titel. “We wilden juist in Nederland, waar we zo’n grote rol in de slavernij hebben gespeeld, de Nederlanders confronteren.” Veel mensen realiseren zich daardoor voor het eerst hoe gruwelijk de slavernij was, zegt ze.
Verbranding
De boekverbranding gaat door, zegt Groenberg, hoe goed de bedoelingen ook zijn. “Een verhaal betekent niet dat je verkeerde benamingen moet hanteren.” Paris waarschuwt voor verbranding, want dan kom je op een verkeerde plaats in de geschiedenis. “Dat is een groot ‘nee’.”
Groenberg pleit voor een nieuwe omslag met een andere titel, dan heeft hij er geen problemen mee. Maar daarvoor is het te laat, zegt de uitgever. Overigens is het plan om alleen de titelpagina te verbranden.
[RNW, 15 juni 2011]
Wie is Roy Groenberg?
De eerste hit op Google levert tot Onze Grote Verontwaardiging dit profiel op, dat onder de titel ‘Roy Groenberg: Een neger van wie ik liever geen zoen krijg’ verscheen op de website van de Volkskrant. Het is geschreven door een columnist die zich anarchistica noemt.
Meet Roy Groenberg, voorzitter van de Stichting Eer en Herstel Betaling Slachtoffers van Slavernij in Suriname, columnist en ex-Lagerhuislid. Bovenal is meneer Groenberg een zeikneger (oh nee, ik zei neger!). Een korte opsomming:
In 2002 deed hij zijn beklag over de Dikke Van Dale. Er stond (en staat) namelijk het woord neger in, en dit is volgens Groenberg een belediging. Hij dreigde met het verbranden van deze woordenboeken als ze het woord niet zouden schrappen. Meneer van Dale besloot een zinnetje “door sommigen als scheldwoord ervaren” toe te voegen en daarmee was geloof ik de kous af.
In 2004 heeft Groenberg een klacht ingediend tegen de Vara bij de Commissie Gelijke Behandeling. Groenberg dacht eruit te zijn gezet vanwege zijn huidskleur: “Zwarte Nederlanders worden in het Lagerhuis sneller afgelost dan witte Nederlanders”. Om het artikel te quoten: “Groenberg kent het verwijt dat hij als debater de meest uiteenlopende onderwerpen wist terug te voeren naar het slavernijverleden. “Ik zit daar met een agenda, dat zal ik niet ontkennen. Andere mensen breken een lans voor Israël”.” Ik Googelde zijn naam en vond deze column. Groenberg wist inderdaad op de een of andere manier nog het koloniale verleden erin te stoppen, en eindigt met een narcistisch stukje over hoe belangrijk zijn bijdrage aan een standbeeld was. Begint er al een patroon duidelijk te worden?
In hetzelfde jaar werd er ook nog een klacht ingediend bij dezelfde commissie over ‘het racistisch element in het Sinterklaasfeest binnen de Nederlandse multiculturele samenleving’: “Heel veel Nederlandse burgers, m.n., zwarte Nederlanders voelen zich ieder jaar weer op 5 december tijdens de viering van voornoemd feest heel erg gekwetst, verdrietig en ongelukkig; het roept veel herinneringen op aan het tijdperk van de slavernij, waarbij de tot slaaf gemaakte Afrikaanse mens wereldwijd werd mishandeld, vernederd en uitgebuit. Niet voor niets is deze slavernij niet zo lang geleden door de Verenigde Naties uitgeroepen als een misdaad jegens de zwarte menselijkheid.” Volgens mij hadden de Ioniërs (Grieken in Turkije) geen Marokkanen als slaven, maar ja, Sinterklaas is ook eigenlijk Wodan en die Pieten zijn zwart omdat ze de hele tijd in schoorstenen zitten dan wel zwarte duiveltjes waren van origine – ik neem dit maar aan omdat ik niet zoveel niet-Mediterraan uitziende Marokkanen ken.
Meneer Groenberg’s feitenkennis blijkt hieruit al niet zo sterk te zijn, en volgens mij zag ik hem ook ergens beweren dat “neger” een woord is dat als belediging is bedacht door blanke slavenhouders. Klinkt inderdaad veel geloofwaardiger dan een etymologisch verband met “niger”, Latijn voor “zwart”, nietwaar?
Weer een jaar verder waren een paar Surinamers diep beledigd door het eerste Nederlands-Sranantongo woordenboek van Prisma. Driemaal raden wie er met z’n vrolijke hoedje op tv mocht! Jawel, ons intellectuele zwaargewicht. Ik mag overigens grapjes maken over dikke mensen omdat ik ook dik ben – zijn klacht over het woord neger richtte zich ook enkel op blanken die het gebruiken. Gelukkig zei hij: “Het is goed dat er woordenboeken zijn.” Ik viel van m’n stoel van het lachen toen ze opeens begonnen over Afro-Nederlanders. Ik zei in Jacobs Weblog al dit:
Ik heb wel eens voorgesteld om alles wat “neger” is Afrikaans te noemen e.d., net als de Amerikanen. Een Surinamer wordt dus een Afrikaanse-Nederlander en je loempia haal je bij de Aziatische-Nederlander. Dus: Afrikaanse kop, kaukasische vla en inwonende Spanjaarden (Basken). Gelukkig maar dat Afrikaanse Pieten uit Marokko komen en dus echt Afrikaans zijn, anders zou het vreemd staan.
“Have you got blacks here too?” -Bush tegen de President van Brazilië”
Fucking spot on, dus!
Enfin, nu komen we dus bij de negerzoen.
In 2005 werd hier over gezeken door mijnheer Vrolijk Hoedje (oei, nu ga ik echt te ver).
Toen deed de fabrikant ónderzoek. Uit dit onderzoek bleek dat ongeveer 4 personen bezwaar tegen de naam hadden. Toen reep er een waarlijk briljant plan in het hoofd van de directeur, waar hij vast de Adformatie Award 2006 krijgt. De negerzoen, in Nederland ingevoerd door Dhr Buys (net als de woordenboekmaakster een neger), zou voortaan “Buys zoen” gaan heten.
Uiteraard kwam hierop een boze reactie. Uit het onderzoek was immers gebleken dat niemand bezwaar had tegen de naam, en nu leek de fabrikant het slachtoffer van politieke correctheid. In plaats van in een vervelende situatie terecht te kunnen komen waar ze als racisten afgeschilderd konden worden is nu iedereen het woord “negerzoen” en daarmee dus koekfabrikant Van der Breggen aan het verdedigen. Gratis publiciteit én een slachtofferrol! Ik denk dat meneer Van Der Breggen bijna net zo hard klaarkwam als meneer Groenberg.
In plaats van een “negerzoen” krijg je nu een zoen van meneer Buys, een neger…
Vrijheidsspeech Lawrence Hill
In samenwerking met het John Adams Institute geeft Lawrence Hill op 22 mei in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een lezing over zijn boek The book of negroes. Zijn boek vertelt het indrukwekkende verhaal over Aminata Diallo. Zij werd op elfjarige leeftijd uit haar West-Afrikaanse dorp weggevoerd en als slaaf verkocht in het zuiden van de Verenigde Staten. De grootse roman van Lawrence Hill, gebaseerd op ware gebeurtenissen, omspant drie continenten en zes decennia en brengt een donker, beschamend hoofdstuk in de Amerikaanse geschiedenis tot leven, via het verhaal van één moedige en inventieve vrouw.
Voertaal Engels
Datum: zondag 22 mei, aanvang 16 uur, inloop 15.30 uur
Plaats: Nieuwe Kerk, Dam, Amsterdam
Voor inschrijven klik hier
Presentatie Het negerboek
Tijdens het onderzoek naar zijn eigen afkomst ontdekte Lawrence Hill The Book of Negroes: een register van vrije slaven die van Amerika naar Nova Scotia in Canada mochten vertrekken. Het was voor hem een schok te ontdekken hoe zij als goederen van een schip waren genoteerd. Hij volgde het spoor van de slaven terug naar Afrika en verwerkte zijn onderzoek in het verzonnen, maar zeer overtuigende levensverhaal van Aminata. Aminata is nog klein als ze uit de Afrikaanse binnenlanden wordt weggevoerd en in de hel van een slavenschip belandt. Na een lange reis komt ze op een indigo-plantage in Virginia. Doordat haar vader haar leerde lezen en ze haar moeder hielp bij bevallingen verwerft ze een bijzondere positie tussen de slaven. Ze maakt ‘carrière’ en belandt uiteindelijk in New York. Maar haar reis naar de vrijheid is dan nog niet volbracht.
Over de auteur
Lawrence Hill (Toronto, 1957) is de zoon van een zwarte vader en een blanke moeder. Net als zijn moeder is hij nauw betrokken bij mensenrechtenorganisaties. Hij werkte als verslaggever voor The Globe and Mail en was correspondent voor The Winnipeg Free Press. Hij heeft een bachelor in Economie en een master in Writing van de Johns Hopkins University in Baltimore. Hij won diverse prijzen met zijn essays en non-fiction boeken. Het negerboek won de Commonwealth Writers ‘Prize en werd genomineerd voor de Giller Prize en de IMPAC award. Het werd een internationale bestseller.
Datum: zaterdag 21 mei 2011
Tijd: 13.00-15.00
Afsluiting met een borrel!
Locatie; NiNsee, Linnaeusstraat 35f, 1093 EE Amsterdam
Het Negerboek (The book of Negroes) is te koop.
Lawrence Hill signeert.
Vert. Ine Willems. Ailantus, 448 blz.
ISBN 978 90 895 3039 4. € 19,95.
Die negerin heeft een naam
Meeslepende slavernijroman
door Amal Chatterjee
Een roman over slavernij: dat kan geen prettige lectuur zijn. Maar de heldin van Het negerboek, de terechte bestseller van Lawrence Hill, is zo’n waardig en warm personage, dat je haar zoektocht naar vrijheid in Amerika, Canada, Afrika en Londen met plezier blijft volgen.
In Amerika verschijnt The Book of Negroes van de Canadees Lawrence Hill onder de titel Someone knows my name. Kennelijk roept het woord negro in de Verenigde Staten te veel pijnlijke herinneringen op. Veel mensen weten nog wat het betekende een ‘neger’ te zijn: tot 1967 was het hen in Mississippi bijvoorbeeld verboden met een blanke te trouwen. Aan die donkere kant van de Amerikaanse geschiedenis herinnert The Book of Negroes, dat nu in Nederland is uitgekomen onder de titel Het negerboek. Internationaal is het uitgegroeid tot een bestseller.
Lees hier verder in Trouw, 7 april 2011