blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Henriquez Rudy

Vertrouwen en duurzaamheid (5)

door Willem van Lit

1. Psychodynamische complexen

Hierna noem ik een vijftal complexen die vorm geven aan de sociale structuren en die mede bepalen hoe vertrouwen eruit ziet in een samenleving. read on…

Drie kunstenaars, drie technieken

Een expositie van brons, keramiek en schilderijen opent op zondag 15 september in de Amsterdamse galerie Stam: Rudy Henriquez vertoont bronzen beelden, Patrick Mezas keramiekwerk en Luurd van der Dussen schilderijen.

Een uiterst gevarieerde tentoonstelling van drie technieken uitgevoerd door drie zeer verschillende kunstenaars.
Patrick Mezas (Curaçao 1954) werkt zeer realistisch en wil zijn beelden  zo natuurgetrouw mogelijk weergeven. In de  werkplaats van zijn vader maakte hij als kleine jongen al beeldjes en speelgoed van hout en kon hij zijn fantasie tot leven brengen. Als kunstenaar heeft hij zich door de jaren heen steeds meer toegelegd op het maken van portretten maar Patrick maakt ook stand­beelden, diersculpturen en  reliëfs in opdracht. Zijn werk wordt zowel in brons als kunsthars gegoten of uitgevoerd in klei.
Het robuuste doch sierlijke werk van Rudy Henriquez (Curaçao 1958) heeft een volledig eigen beeldtaal. Op het eerste gezicht lijkt eenvoud het sleutelwoord maar bij nadere beschouwing heeft het vaak een  verrassende diepgang en gelaagdheid. Een duidelijk statement is Rudy niet vreemd….
Luurd van der Dussen  (Haarlem 1967) legt zich toe op het maken van realistische olieverfschilderijen. Zijn stijl houdt het midden tussen fotorealisme en het lossere impressionisme.
In zijn werk laat hij de lichtinval sterk de sfeer bepalen. De onderwerpen van zijn schilderijen variëren van desolate landschappen tot sfeervolle Amsterdamse stadsgezichten.
De tentoonstelling gaat zondag 15 september feestelijk van start.
Om 15.30 uur wordt er officieel geopend en zal er gesproken worden door Maria Elena Cuartas.
Vanaf 14.00 uur bent u echter al van harte welkom.
Galerie Stam  15 sep. 2013 tot 2 nov. 2013
Adresgegevens
Galerie Stam, Prinsengracht 356s, 1016 JA Amsterdam
Tel. 06-50975955
Openingstijden:
Wo 11.00 tot 17.00
Do 11.00 tot 17.00
Vr 11.00 tot 17.00

Za 11.00 tot 17.00

Rudy Henriquez – Herinneringen aan Boeli, een geniaal anarchist

door Rudy Henriquez
Goedenavond,
Jullie promotor heeft mij gevraagd iets te vertellen over de schrijver Boeli van Leeuwen, may he rest in peace, en wat de man voor mij heeft betekend.
Ik heb het privilege gehad Boeli persoonlijk te mogen kennen. Wij hebben verschillende keren samen over het eiland gereden om het een en ander te bekijken en tegelijkertijd wat boodschappen voor Boeli te doen. Zo liet hij me op een dag naar een kantoor rijden, waar hij me vroeg om namens een geheime minnaar een cadeautje af te geven voor een bepaalde dame. De handige receptioniste vroeg van wie het pakje afkomstig was, en voordat ik het doorhad zei ik: BvL. Daar was Boeli uiteraard niet blij mee en ik kreeg – terecht – de wind van voren.
Een ander tripje dat veel indruk op me maakte was naar de baai van Jan Thiel. Ik wilde hem laten zien wat er gebeurd was met de prachtige vergane glorie van de badplaats. Investeerders uit het kikkerland hadden het gesloopt en er iets neergezet dat op Ibiza niet zou misstaan. Veel mensen vonden het een grote verbetering, maar Boeli bleek het net zo erg te vinden als ik. “Ik vind het heel jammer dat ik dit nu op mijn netvlies heb en niet meer mijn mooie herinneringen”, zei hij later.
In Hotel San Marco, waar hij discussieerde met courantiers, schijnt hij zich vaak beklaagd te hebben over hoe verschrikkelijk de Curaçaoënaar met zijn cultureel erfgoed omging. San Marco was niet de enige plek waar Boeli, die eigenlijk een te groot brein had voor het eiland, een vaste verschijning was. Algemeen bekend is dat hij  vrijwel dagelijks koffie dronk in het chique hotel Avila, waar hij dan vrienden en kennissen ontving om met hem van gedachten te wisselen. Maar hij hielp ook aan lager wal geraakte oude mannen en alcoholisten aan een bad en een slaapplaats in Otrabanda. En na zijn pensioen werkte hij als pro deo advocaat in de probleemwijk Scharloo. Boeli bewoog zich als een spin door het web van Curaçao, hij had werkelijk overal zijn lijntjes lopen. Een tante vertelde me dat hij ook haar leesclubje van de kerkenraad bezocht, om Bijbelse verwijzingen in zijn boeken toe te lichten. De dames vroegen hem dan het hemd van het lijf.
Boeli was geen beroepsschrijver, hij werkte als secretaris van het Bestuurscollege van Curaçao. Zijn ambtelijke stukken waren niet de bekende ambtelijke prak, maar prachtig proza, gelardeerd met citaten van Abraham Lincoln en andere groten der aarde. Naast een aantal romans schreef hij ook gedichten en een jaar lang columns in de Curaçaose Courant, de Antilliaanse Staatscourant. Daar is vooraf stevig over onderhandeld, zodat hij zonder enige vorm van censuur zijn wekelijkse stukjes kon publiceren. Dat heeft Curaçao geweten!
In 1990 verscheen een bundeling van die columns onder de titel Geniale Anarchie – mijn favoriete boek van Boeli. Ik vond dat hij met zijn scherpe pen steevast de spijker op zijn kop sloeg, en dat vind ik nog steeds – de columns hebben aan actualiteit bijzonder weinig ingeboet. Het beeld dat hij in dit boek schetst van het eiland en haar mensen raakte me diep. Ik had Nederlandse vrienden vaak verteld over mijn nogal anarchistische jeugd – Boeli gaf daar de beelden bij.
Bijvoorbeeld in zijn beschrijving van Yati, de autowasser van het Bestuurscollege.

“Af en toe liep hij mijn kantoor binnen om de merites te bespreken van de verschillende soorten waspoeder, de kwaliteit van het zeemleer en de voordelen van harde borstels boven zachte voor het schrobben van de banden. Voor dergelijke staatsiebezoeken trok hij altijd een tot karton gesteven wit hemd aan, waarvan de mouwen te kort waren, zodat zijn benige polsen vierkant en sterk uit de manchetten kwamen.
Ik kon met groot plezier luisteren naar deze uiteenzettingen; ze vertederden mij. In Yati’s geordende wereld heerste er een onschuld die in andere regionen van het Bestuurskantoor ontbrak.”
De autowasser werd na zijn 70e afgeserveerd, maar op Boeli’s voorstel  benoemd tot beschermer van de grote mangoboom bij het bestuurskantoor. Zo had hij tenminste nog een grijpstuiver om van te leven. Na dit voorval gaat Boeli naar Aruba om te proberen dit eiland binnen het Antilliaanse staatsverband te houden wat niet lukte.
Hij schrijft:
“Toen ik na een jaar verslagen uit Aruba terugkeerde, werd ik opgewacht door een schare bezorgde chauffeurs. ‘Checko’ zeiden ze met gedempte stem, ‘Yati wil niet sterven. Hij zegt dat hij op je heeft gewacht.’ “Boeli gaat direct met lood in zijn schoenen naar Yati toe:

 “ ‘Ik heb op je gewacht, Checko,’ zei hij schor. ‘jij moet mijn begrafenis regelen.’  Ik ging naar binnen; op een mahoniehouten tafel lagen, netjes op een zielig hoopje, zijn goede zwarte pak, zijn schoenen en sokken en de papieren van de begrafenisondernemer.”
Toen belde Boeli een dokter  “ ‘Dirk, stuur een ambulance, maar laat al die klote-rot-apparatuur van je achterwege. Gun hem de genade van een snelle dood.’ Drie uur later stierf Yati, de beschermer van de grote mangoboom des Heren, met een glimlach.’ “
De column ‘Geniale Anarchie’, waar de bundel naar vernoemd is, gaat over de ongelooflijke technische kwaliteiten van de Curaçaoënaar.
“Ik ben onhandig”, schrijft Boeli. “Slechts de pen in mijn rechterhand gehoorzaamt soms aan mijn wil. Maar de meeste Curaçaoenaars  zijn manueel zeer intelligent, ze kunnen techniek ‘manipuleren’ (in de oorspronkelijke betekenis van het woord) zonder de principes te kennen waar hij op rust.”
Hij beschrijft hoe ene Wancho een prachtige auto heeft gemaakt van verschillende wrakken.
“Wancho heeft zich een stuk techniek eigen gemaakt zonder te weten  WAAROM het op een bepaalde manier functioneert.  Hij weet iets veel belangrijkers: hij weet HOE het werkt.  Niet de Europese ‘know- why’,  maar Amerikaanse ‘know-how’! Ik ben vreselijk jaloers op Wancho want ik kan nog geen spijker in de muur slaan en geen moer losdraaien.”
Met voorbeelden als de bouw van het Seaquarium maakt hij duidelijk dat op het eiland de zogenaamde amateurs het beter doen dan de professionals.
“Handen worden wel eens the second brain genoemd. Dit weten-van-de-handen wat het hoofd niet weet, maakt van de Curçaoënaar een all-round manipulator.”
De maatschappelijke keerzijde hiervan laat hij ook zien:
“…… Edoch, het talent van de Curaçaoënaar openbaart zich uitsluitend wanneer hij ZIN heeft om iets te doen.
Wij zijn een volk van ongedisciplineerde, inventieve, natuurlijk begaafde mensen, die op geen enkele manier gebundeld kunnen worden tot een regiment. All chiefs, no Indians. Een volk van generaals met carnavals epauletten! Ieder leger bestaat uit een menigte grauwe soldaten, die links-om-keer en recht-om-keer kunnen maken en op commando in de houding gaan staan. Dat verdommen we ten ene male. Wie niet kan wennen aan deze geniale anarchie, hij repatriëre ten spoedigste of verhuize naar Aruba!”
Het waren onder meer deze citaten die maakten dat ik het boek in de jaren 90 aan al mijn vrienden cadeau gaf, in de hoop dat ze me beter zouden leren kennen.
Of dat gelukt is, weet ik niet!
Op Boeli!
[Tafelrede, Promovendiweekend Leerstoel West-Indische Letteren, 7/9/13]

Rudy Henriquez – Tres poesia

E Indjan
 
E indjan a pasa atrobe
Te na tera di sapu
Ta kik’ e ta buska?
Ke wak konshenshi herebé?
Ke wak ta ken si ta keré?
Mi stima su spiritu
E tambe ta konta’mi di gritu
Gritunan di katibu
Bon mes e konosé nan spiritu
Gritando duru den nan mundu
Nan di ban dilanti: bo sa kon?
Basta kultur’i panikrak den barí
Tula no ke warda mas e di
Dilanti, ban dilanti mane primintí
“Liberté, egalité et fraternité”
Ban, ban dilanti pa logra esei!

De Indiaan

De indiaan is weer langs geweest

Tot in het kikkerland
Wat zoekt hij?
Wil hij gekookte gewetens zien?
Wil hij kijken wie hem wél gelooft?
Ik hou van zijn geest
Hij vertelt mij over geschreeuw
Geschreeuw  van slaven
Hij kent hun geesten héél  goed
Hard schreeuwen ze in hun wereld
Zij zeggen:  we moeten vooruit
Genoeg met de cultuur van krabben in een ton
Tula wil niet meer wachten
Naar voren, samen naar voren, zoals beloofd
“Vrijheid, gelijkheid en broederschap”
Kom op! Samen vooruit!

Ta Sinti ta Sinti Spiritu 

18 di ougùstùs 2013
rekordando 218 aña despues
Presentashon di tradukshon di ‘E Rais ku no ke muri’
Lugá yen di spiritu i hopi hende bibu
Yená ku hopi desendiente di katibu
Spiritunan di indjan, katib’i shon ku por buta’bo kuri

Presensia tambe di Guillermo i Tula

Kos serio, m’a sinti nan te lanta bulaNa hopi manera nos a rekòrdá

Bunita e buki a wordu batisá
Bailamentu i kantamentu tambe ta tini
Lástimamente p’esunan ku no por a bini
Finalmente Tula a laga rospondi
Ku tambe por lesa e buki den mondi

Mi Bandera

Mi ta ken mi ta
Ku mi malu, ku mi bon
Mi stima mi pais
Ku su historia di indjan, katib’i shon
Bandera tin, e ta stimá
Selebré i respeté!
Mi ta ken mi ta
Ku mi malu, ku mi bon
Sa (ku) si mi muri leu fo’i ka
Tap’e kadaver k’e bandera tan stimá

Roman van Guillermo Rosario vertaald

Op zondag 18 augustus organiseert uitgeverij Amrit een boekpresentatie in Amsterdam van de vertaalde roman van Guillermo E. Rosario E rais ku no ke muri (Onsterfelijk). De roman is vertaald door zijn dochter Libèrta.

Wie is Guillermo E. Rosario?
Guillermo E. Rosario (1917-2003) kan beschouwd worden als de nestor van de Papiamentstalige literatuur. Zijn eerste roman Een drama in een steeg in Punda verscheen in 1943. Voor zijn omvangrijke oeuvre ontving Guillermo Rosario talloze prijzen en onderscheidingen, onder andere in 1954 en 1958 de Literatuurprijs van het Cultureel Centrum Curaçao, in 1974 de Sticusaprijs, in 1979 Ridder in de Orde van Oranje Nassau, in 1992 Officier in de Orde van Oranje Nassau, in 1997 de ‘Tapushi di Oro’ (Gouden Aar) voor zijn verdiensten voor het Papiaments, in 1998 werd een bronzen borstbeeld van hem onthuld in de Openbare Bibliotheek van Curaçao en in 2000 de ‘Chapi di Plata’( Zilveren Schoffel) de Biënnale Prijs Pierre Lauffer.
Naast romans heeft Guillermo E. Rosario ook gedichten, essays, korte verhalen en toneelstukken gepubliceerd in het Papiaments. Enkele titels: De arbeider uit Klip (1958), Vier Azen (1964), En God heeft jouw kleur (1968), Onsterfelijk(1969), 30 Mei 1969 (1969), Mijn negerin Papiaments (1971), Liefde en Opoffering (1974), vertaald in het Engels Sacrifice and Love, De Zwarte Engel (1975), Macho (1983), Avonturen van Geinchi (1988), Ik houd van Curaçao (1989), De Engel van St. Kristof (1993), Dit is mijn moeder (1995). Guillermo E. Rosario was een sociaal bewogen schrijver, die het niet schuwde om vraagstukken met betrekking tot ras en etniciteit aan de kaak te stellen.
De roman
Zijn historische roman speelt zich af tegen de achtergrond van de opstand van 1795 op Curaçao.
Op 17 augustus 1795 liet een groep geketende slaven van plantage Kenepa hun baas weten dat ze niet meer voor hem wilden werken. Er ontstond een opstand onder leiding van Tula en Bastian Karpata, die bijna een maand duurde. Tula en Bastian Karpata hadden de moed om de eerste stappen naar vrijheid te zetten, hoewel ze dit met de dood moesten bekopen.
In de laatste brief die Tula aan zijn grote voorbeeld Toussaint Louverture in Haïti schreef, stond: ‘Ze zullen me vermoorden, zoals je lang geleden tegen me hebt gezegd, door verraad van onze eigen mensen. Maar ik weet dat je genialiteit ons zal blijven inspireren, zodat ons ras op een dag vrij zal zijn. De wortels zullen weer opkomen.’ De roman combineert fictie met de historische gegevens van de opstand van 1795.
Boekpresentatie
Datum: Zondag 18 augustus 2013
Tijd: 15.00-18.00 uur (inloop 14.30 uur)
Locatie: Vereniging Ons Suriname
Adres: Zeeburgerdijk 19a, 1093 SK Amsterdam
Toegang: 2,50 euro
Aanmelding via de website: www.IISR.nl

Programma

Het programma van de boekpresentatie bestaat uit voordrachten van o.a. – Libèrta Rosario
– Rafa Rosario en Rudy Henriquez
– brassband Eqbrass
– DJ Curteez
– Buzzbin showcase (Pharao, Rayne, Gidiona, Venom).

Presentatie: Joeri Oltheten.

Boekgegevens

Auteur: Guillermo E. Rosario
Titel: Onsterfelijk
Prijs: € 12,50
ISBN: 978-90-74897-75-4
Aantal pag.: 183
Verschijningsdatum: 18 augustus 2013

Katibu di Shon: Tania Kross excelleert!

door Rudy Henriquez

Gelukkig, want het was ‘against all odds’. Er was namelijk een uitputtend voorprogramma. Nadat een fotowedstrijd over slavernij voor middelbare scholieren was gepresenteerd en de drie winnaars het podium weer verlieten, kwam Joan Ferrier, voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013, tevoorschijn. De jongeren moesten terug, riep spreekstalmeester Noraly Beyer, want Joan moest met ze op de foto. Maar een fotograaf moest nog worden opgetrommeld.
Toen dat alsnog geregeld was, begon Ferrier aan een eindeloze speech waarin ze niet alleen een terugblik gaf op de herdenking van de afschaffing van de slavernij – die wij allemaal al hadden bijgewoond of op de televisie hadden kunnen volgen – maar ook alle (en dan bedoel ik ALLE) sponsors wilde bedanken. Vermoeide reacties uit de zaal hielpen niet. Wat doe je mensen aan?
Het publiek, dat een kaartje had gekocht om de EERSTE Papiamentstalige opera van Tania Kross, Carel de Haseth en Randal Corsen bij te wonen, had daarvoor al een ruim 20 minuten durend hoogdravend college van de Amerikaanse dichteres Elizabeth Alexander beluisterd.
Toch lukte het de cast het publiek uiteindelijk zodanig te boeien dat hen een ruim 10 minuten durende STAANDE OVATIE te beurt viel. Go Tania go!

[van Facebook]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter