Posts tagged with: Helstone Johannes Nicolaas
Muzieksalon Surinaamse klassieke componisten
Speciale muziekavond WCACN met bekende cultuurpublicisten en een eminente pianist
Op zaterdag 29 juni organiseert de Werkgroep Caribische en Aziatische Cultuur Nijmegen (WCACN) een speciale avond over Surinaamse klassieke muziek. Met uitvoering van werk van Lou Lichtveld, Majoie Hajary, Eddy Vervuurt, Johannes Nicodemus Helstone, Dario Saavedra en Cor Anijs. Hun werken worden gespeeld door Roderigo Robles de Medina.
read on…
De ‘vergeten’ Surinaamse opera Het Pand der Goden blijkt geen tijdloos werk, maar heeft wel degelijk nu een functie
door Rahul Gandolahage
Het Concertgebouworkest voerde een in Nederland vergeten opera van de Surinaamse componist Johannes Nicolaas Helstone uit. De muziek, geschreven voor amateurs, is eenvoudig en de uitvoering ervan volstrekt fantasieloos. En toch zou het goed zijn als het niet bij deze ene avond zou blijven.
read on…
Helstone’s opera Het pand der goden na een eeuw weer opgevoerd
door Michiel van Kempen
Vandaag, donderdag 15 februari 2024, voert het Concertgebouworkest de eerste Surinaamse opera op: Het pand der goden van Johannes Nicolaas Helstone, die in 1906 vier maal werd opgevoerd in Paramaribo.
read on…
Avond over Helstone’s Het Pand der Goden
Het boek Een opera voor Suriname. Over Het Pand der Goden van J.N. Helstone, van Diederik Burgersdijk is het unieke relaas over een muziekdramatisch werk uit Suriname, dat in Paramaribo in 1906 is opgevoerd en daarna in vergetelheid is geraakt. Tijdens de boekpresentatie op donderdag 1 februari in Spui25 wordt onderzocht wat deze opera kenmerkt, hoe de recente ontdekking van de opera in zijn werk is gegaan, en wat het stuk zo de moeite waard maakt.
read on…
Annetta Bos-Visser opent in 1902 bedehuis voor wezen en arme kinderen
Een vergeten Surinaamse geschiedenis
door Eric Kastelein
Op zaterdagavond 23 februari 1935 is het druk in en om Bedehuis Annetta, op de hoek van de Wanicastraat (nu Johan Adolf Pengelstraat) en Gemenelandsweg. Alle zitplaatsen in het houten kerkgebouw zijn bezet. Buiten drommen belangstellenden samen om naar de woorden van dominee M.W.J. van Linschooten te luisteren. Met luide stem roemt hij het leven van Annetta Bos-Visser, een leven dat in de kolonie altijd in het teken heeft gestaan van liefdadigheid, van het bieden van hulp aan wezen en arme kinderen. Daarna onthult gouverneur J.C. Kielstra de marmeren gedenkplaat met haar beeltenis.
read on…
Carlo Jadnanansing bundelt zijn kritieken opnieuw
Carlo Jadnanansing is een actief publicist op rechtsgebied. Maar de Surinaamse notaris schrijft ook met grote regelmaat over literatuur, films, theater en muziek – ook op deze blogspot treft u zijn stukken met regelmaat aan. Twee nieuwe bundels met zijn kritieken zijn nu uitgekomen.
read on…
NAKS Iconenkalender 2021
De Covid-19-pandemie en de economische crisis hebben de activiteiten van NAKS grotendeels stil gezet. Maar achter de schermen wordt hard gewerkt aan een van de meest succesvolle projecten van de afgelopen jaren: de NAKS Iconen-kalender.
read on…
Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed
Interview met Eric Kastelein over zijn nieuw boek
‘… door heel de wereld wordt mijn land bewoond. Uit alle streken kwam het leven hier ingestroomd.’ U opent uw boek met een citaat van Shrinivāsi. Waarom kiest u voor de versregels van juist deze geëngageerde dichter?
Het typeert de samenstelling van de bevolking van Suriname. Alleen de inheemsen zijn de oorspronkelijke bewoners, de andere etniciteiten komen van elders. De Hindostanen uit het tegenwoordige India, de Javanen uit het tegenwoordige Indonesië, de creolen uit Afrika, de Chinezen uit China en de boeroes uit Nederland. Deze bijzondere mix aan mensen, aan culturen maakt de veelzijdige geschiedenis van het land. Dat heb ik tijdens het ruim drie jaar durende onderzoek duidelijk gemerkt. Iedere groep heeft zijn eigen verhaal en samen vormen ze de kracht en pracht van het land.
read on…
Gedenktekens herdenking afschaffing slavernij
door Eric Kastelein
De belangrijkste data in de geschiedenis van Suriname zijn 30 juni en 1 juli. Op deze dagen worden respectievelijk herdacht de gruwelijkheden van de slavernij en keti koti, de afschaffing van de slavernij in 1863. In Paramaribo herinneren negen gedenktekens aan deze tijd.
read on…
Nederlands racisme reproduceert zichzelf
door Romeo Grot
De vraag of Nederland racistisch is, wordt door de Nederlander veelal negatief beantwoord. Hoewel jaren geleden er een juweeltje verscheen van de hand van Dr. Philomena Essed onder de titel Alledaagse racisme waarin zij alle vormen van racisme in de Nederlanden op een rijtje zette.
Taal als uiting van het collectief denken van mensen.
Opvallend in de Nederlandse taal is de betekenis die aan het woord zwart wordt gegeven. In geen enkele andere taal kom ik zulke negatieve uitdrukkingen tegen voor het woordje zwart. Denk maar aan uitdrukkingen als: zwart maken, zwarte markt, zwarte schaap, zwarte dag of iemand de zwarte piet toespelen. Vooral de afgelopen maanden, vanaf de val van het kabinet Rutte-I heb ik vaker moeten horen dat mensen, anderen al of niet de zwarte piet toespeelden. Hoe kan een taal op deze manier zichzelf in stand houden, terwijl mensen beweren niet racistisch te zijn.
Enkele maanden geleden toen de discussie over de rol van Johan Cruijff bij Ajax speelde werd ineens de racismekaart getrokken. Opvallend was hoe journalisten hiermee omgingen. Sommigen waren zo openlijk om te zeggen: over racisme wil ik mij niet uitlaten. Maar het vervelende was dat het hier ging om een nationaal icoon, die beschuldigd werd van racisme. De nationale pers wist duidelijk niet welke kant opgekeken moest worden. In een onderonsje met een goede vriend, maakte ik deze een compliment en vertelde dat ik voor hem mijn hand in het vuur durfde te steken, omdat ik bij hem wist dat hij voor en achter mij op dezelfde manier over Zwarten zou praten. Dit in tegenstelling tot menige Nederlander. Deze vriend die ik heel hoog acht, vertrouwde mij toe: ‘Jongen, ik zou een beetje dimmen als ik in jouw schoenen stond.’ En hij vertelde hoe hij als jonge medische student zichzelf voor zijn kop geslagen had omdat hij Martin Luther King jr. bij zijn bezoek aan Amsterdam in 1964 als student van de UvA een prijs moest uitreiken. Hij had op alle manieren zijn hand naderhand gewassen omdat hij een ‘Neger’ een hand moest schudden. Kon deze jongeman van toen nauwelijks 20 jaren oud, het kwalijk genomen worden dat hij zo dacht over iemand met een andere huidskleur? En natuurlijk de andere vraag: waar zou dit vandaan komen?
Ik heb me als kind van Surinaamse origine altijd vier dingen afgevraagd indien we kijken naar de Nederlandse slavernij-geschiedenis:
- Hoe komt het dat het boek van de Schot John Gabriel Stedman Narrative of a Five Years’ Expedition against the Revolted Negroes in Surinam in het Nederlands vertaald werd nadat verschillende andere Europese talen waren vooraf gegaan waren w.o. het Frans, Duits en Deens.
- Hoe komt het dat stukken van de klassieke Surinaamse componist J. Helstone in verschillende Europese steden w.o. Leipzig, Wenen, Parijs en Londen zijn opgevoerd, maar nooit in een stad in Nederland?
- Waar was de Nederlandse elite en vooral de schrijvende pers toen in Kongo zulke wreedheden door een bondgenoot (koning Leopold I) begaan werden, in de naam van beschaving bijbrengen? Waar was Nederland of waren exponenten van het Nederlands volk? Of kon het hun niets schelen omdat het hier om een rijk gepigmenteerd volk ging?
- Vanwaar komt het Surinaams spreekwoord dat een Nederlander is als een dubbelloops geweer? En hoe komt de Indiaan aan het gezegde dat witte man spreekt met een gespleten tong? Als kleine jongen dacht ik altijd dat de Europeaan net als een slang een gespleten tong had.
Dagelijkse praktijk
Enkele weken geleden stond er een artikel in Het Parool over de ervaringen van migrantenjongeren met de politie. Feit is dat dergelijke artikelen een herhaling zijn van praktijken die migranten dagelijks meemaken. Dan hebben we het nog niet gehad over de ervaringen van migranten die een leidinggevende functie bekleden in de Nederlandse samenleving. Het blijkt dat Nederlanders heel veel moeite hebben met het accepteren van leiding van een migrant, vooral Surinamers. Steeds zal men zoeken naar schriftelijke taalfouten van de leidinggevende. En o wee als deze leidinggevende ooit zo een fout in een schrijven maakt, het zal die nog lange tijd achtervolgen. Terwijl eenzelfde fout door een Hollander met de mantel der liefde bedekt wordt.
Twee zaken waar migranten ook mee moeten uitkijken in Nederland zijn seksualiteit en geld. Het lijkt erop dat men jou als leidinggevende altijd in de gaten houdt of je niet een paar centen achterover drukt. En owee als je het in jouw hoofd haalt een relatie met een collega aan te gaan.
Ik kijk uit naar de memoires van de gewezen korpschef Martin Sitalsing en zijn belevenissen als politieman en later als commandant van het korps in Groningen.
Media-ervaringen
Ik merk dat in tegenstelling tot de Britse BBC en het Franse TV5 er in Nederland weinig rijk gepigmenteerde mensen op de buis komen. Had J. Raymann de kans gehad om in Nederland door te breken indien hij zo rijk gepigmenteerd was als Clarence Seedorf? En zou de acteur die voor Bing speelt in GTST die rol ook gekregen hebben indien hij zo rijk gepigmenteerd was als Jandino?
Het valt op dat zwarte mensen op tv altijd in een rol gestopt worden die parallel loopt aan de rol van Piet tijdens het Sinterklaasfeest. Meestal zijn het de narren of Apuku’s die de boel aan het lachen moeten maken.
Oorsprong racisme
De vraag blijft staan, waar komt het Nederlands racisme vandaan? Waar vindt het zijn oorsprong? Vaak wordt betoogd dat slavernij in Nederlandse koloniën racisme heeft voortgebracht. Maar feit is dat het systeem van slavernij voor een belangrijk deel zich afspeelde in de koloniën, ver van het moederland. We zien ook dat de elite in het moederland er alles aan deed om het voetvolk in het moederland onwetend te houden van wat er allemaal in de kolonie gebeurde (Hoe moeten we anders de opmerking interpreteren die elke Surinamer in Nederland ooit hoorde: wat spreek jij goed Nederlands! Dit terwijl het koloniale onderwijssysteem er sinds het begin van de vorige eeuw op gericht was het kind in de tropen volledig wit te maken). De basis van het Nederlands racisme moet dus elders gezocht worden.
Sint en zijn pieten
Ik meen dat het Sinterklaasfeest een belangrijke bron is, voor het bestaan en de reproductie van racisme in de Nederlanden. In de eerste plaats valt op dat de figuur van Zwarte Piet in de viering opduikt op het moment dat in de Staten-Generaal de eerste discussies beginnen over de afschaffing van slavernij en de consequenties daarvan voor het moederland. Want ofschoon we in verschillende andere Europese culturen een op het Sinterklaas gelijkend feest tegenkomen w.o. Frankrijk, Noord-Duitsland en Denemarken, is het nergens zo dat men een Afrikaan erbij gehaald heeft om de goedheilig man te assisteren.
Opvoeding in contexten
We weten dat de opvoeding en daarmee de vorming van het kind gebeurt in verschillende contexten, w.o. het gezin als primaire context van opvoeding, de buurt en vrienden als secundaire context en tenslotte de grotere samenleving en de tijd waarin iemand opgroeit als de tertiaire (en zo u wilt quartaire) context. Een veelgehoorde tegenwerping van ouders indien gewezen wordt op het racistisch karakter van het Sinterklaasfeest, is dat Sinterklaas een Nederlandse traditie is die niets te maken heeft met racisme. Maar wat houden we het kind voor, indien het al op zeer jonge leeftijd een keer per jaar een zwart of bruin geschminkte persoon als een clown ziet rondhuppelen daarbij allerlei fratsen uithalend die moeten werken op jouw lachspieren? Wat gebeurt er met zo’n kind indien het later leiding zal moeten accepteren van iemand die in veel opzichten associaties oproept aan de clown van weleer?
Naar de toekomst kijkend
Indien wij werkelijk racisme in de Nederlanden willen bestrijden, dan vraagt het van ons volwassenen een andere benadering van het Sinterklaasfeest. We mogen het kind niet langer volstoppen met racistische stereotyperingen. Daarbij het kind allerlei leugens voorhouden die niets met de dagelijkse realiteit te maken hebben. Waar komen we nog anno 2012 schoorsteenpijpen tegen?
Tegen het argument dat het feest gebaseerd is op een Nederlandse traditie, zou ik willen tegenwerpen, waarom bemoeien we ons vanuit Europa met vrouwenbesnijdenis? Immers het systeem van besnijdenis van vrouwen is gebaseerd op een traditie bij verschillende culturen in Afrika waar de man regelmatig voor langere tijd buiten het gezin vertoeft.
De toekomst vraagt van ons dat we het kind iets anders voorhouden als volwassenen. Op de lange termijn komt het kind erachter dat al die tijd voor hem/haar gelogen is. M.a.w. volwassenen vertellen leugens om bestwil van deze of gene. Maar het mes snijdt aan twee kanten, aan de ene kant wordt het Europees kind opgezadeld met een superioriteitscomplex waar die nog lange tijd last van zal hebben. Anderzijds krijgt het kind met o.a. een Afrikaanse origine een minderwaardigheidscomplex die zijn/haar leven lang zich zal continueren.
Neen ouders, het moet anders.
[Tekst van de lezing die E. Romeo Grot hield op de Sinterklaasviering van de Werkgroep Caraïbische Letteren, 6 december 2012.]
Ode aan muzieklegende Helstone
Geoffri Bel brengt Helstone tot leven
door Carlo Jadnanansing
Op het Kerkplein te Paramaribo staat er een monument voor de musicus Helstone. De meeste voorbijgangers lopen achteloos verder zonder enig besef te hebben van de verdiensten die deze grote zoon van Suriname voor Mama Sranan gehad heeft op het gebied van de muziek. Ook buiten onze grenzen en met name in Duitsland, geniet Helstone bekendheid. De Nationale Volksmuziekschool heeft besloten de componist/musicus wederom voor het voetlicht te halen. Dit gebeurde door het organiseren van een concert op dinsdag 30 april 2013 in Thalia.
De Stichting Ilse Boon Fonds heeft dit gebeuren financieel mogelijk gemaakt. De officiële voornamen van Helstone zijn Nicodemus Johannes, maar hij noemde zichzelf “Johannes Nicolaas Helstone”. In de volksmond stond hij bekend als “Masra Klaas”. Hij werd geboren op 11 januari 1853 te plantage Berg en Dal. Helstone studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Leipzig, waar hij in 1894 cum laude afstudeerde. Ondanks vele aanbiedingen om in het buitenland te werken, verkoos Helstone in zijn geboorteland te blijven wonen en te arbeiden. Zijn favoriete instrument was het klavier (piano). Hierop werden zijn composities geboren.
Zij beroemdste creatie, waarmee hij tot buiten onze grenzen bekendheid verwierf, was Het Pand Der Goden (opera).
“Op 24 april 1927 sliep onze componist in knielende houding zachtkens in” (citaat Kerkbode in het programmaboekje van het concert).
De Nationale Volksmuziekschool slaagde erin een indrukwekkend orkest van bijkans vijftig musici op de been te brengen met Riëlle Mardjo en Bud Gaddum als dirigenten. De arrangementen, orkestraties en programmasamenstelling zijn van Waldemar Ong Alok. Het orkest werd ondersteund door het gemengd koor Troki onder leiding van dirigent Harold Telgt en koorschool Kokriki Plus onder leiding van Mavis Noordwijk, welke beide koren ook goed waren voor ongeveer vijftig personen.
Het podium van Thalia leek te klein voor het imposante aantal musici en zangers en dreigde uit zijn voegen te barsten onder het muzikale geweld (in positieve zin) dat zich op en boven haar planken afspeelde. Het orkest bestond uit studenten en docenten van de Nationale Volksmuziekschool aangevuld met enkele gastspelers. Vrijwel alle instrumenten die voor een symfonieorkest benodigd zijn, leken aanwezig te zijn. Opvallend was vooral de grote vioolsectie bestaande uit zowel zeer jeugdige als oudere violisten. De organisatoren hebben knap werk verricht. Zij zijn erin geslaagd van deze melange van spelers van verschillend niveau, toch een harmonisch geheel te maken. Het concert werd ademloos beluisterd door het goed opgekomen publiek dat de duur van bijkans een uur duidelijk te kort vond. Na het einde bleven velen zitten, blijkbaar wachtend op meer!
Het optreden van Geoffri Bel, steracteur van On Stage (Richard III), gaf het geheel een bijzonder karakter. In een door Karin Lachmising geschreven en door Helen Kamperveen geregisseerde monoloog beeldde Geoffri op schitterende wijze enkele hoogtepunten uit het leven van Helstone uit. Dit gebeurde simultaan met het spelen van het orkest, echter zonder dat de gesproken teksten de muziek hinderden. Prachtige theatrale vondst van On Stage! Het is wel jammer dat een dergelijke muzikale en dramatische krachttoer slechts als éénmalig bedoeld was. Ik doe een dringend beroep op de organisatie om meerdere uitvoeringen te verzorgen vooral voor de oudere schooljeugd. Sponsors voor een dergelijk cultureel hoogstandje kunnen zeker worden gevonden. Als het in Thalia gepresenteerde op onze Carifesta gebracht zou worden, ben ik ervan overtuigd dat ons land een goede indruk op het publiek zou maken.
In ieder geval is Helstone op waardige wijze herdacht en de organisatie heeft ervoor gezorgd dat ik mijn hart verpand heb aan Het Pand der Goden.
[uit Dagblad Suriname, 04-05-2013]
Componist Helstone met recht op voetstuk
door Donovan Mijnals
Paramaribo – Violist John Helstone kan zijn enthousiasme over de opvoering ter ere van zijn grootoom niet onderdrukken. “Ik vind het fantastisch, want hij is één van Surinames grote zonen en betekent vooral muzikaal veel voor het land.” De vermaarde componist Johannes Helstone is de centrale figuur in een show in Theater Thalia.
En hoewel de optredens rondom zijn muzikale nalatenschap vrijdag door onvoorziene omstandigheden niet doorgaan is het voor het neefje van de componist van grote betekenis dat hij die eer überhaupt krijgt. “Inhoudelijk kan ik er natuurlijk weinig over zeggen, want ik weet niet precies welke van zijn werken gepresenteerd zullen worden.”
Vorig jaar toen de violist in Suriname vertoefde was er ter ere van hem ook een activiteit georganiseerd in het Towergebouw. Helstone is zelf ook een zeer gerespecteerd musicus en heeft veel van de werken van zijn grootoom verzameld. “Mijn verzameling bestaat uit werken van mijn oudoom en muziek van andere Surinaamse componisten”, verduidelijkt hij. Hij begon vijftig jaar geleden met zijn collectie en heeft mede daardoor kunnen voorkomen dat sommige muziekstukken verloren raakten.
Helstone zal de show niet meemaken. Hij komt weliswaar dit jaar nog naar Suriname, maar niet in deze periode. “Het spijt me dat ik niet bij de opvoering in Thalia aanwezig kan zijn”, bekent hij. Dat spektakel volgt 160 jaar na de geboorte van de componist.
In 1959, toen er een nieuw volkslied gekozen moest worden, gaf Henny de Ziel aanvankelijk voorkeur aan de melodie van Helstones ‘Welkom’. Dat voorstel werd uiteindelijk afgewezen door de Staten van Suriname. Omdat Johannes Helstone slechts enkele jaren na afschaffing van de slavernij al een reputatie als musicus wist op te bouwen, worden zijn prestaties des te meer gewaardeerd.
[uit de Ware Tijd, 17/04/2013]