Decolonizing the Africa Museum in Tervuren. Turns of the decolonizing debate
*** cancelled *** cancelled *** cancelled
How to decolonize a colonial museum? The reopening of the Africamuseum in Tervuren (Brussels) – founded by Leopold II – became the object of fierce debate. Anthropologist Bambi Ceuppens, the commissioner of the Museum’s renovation, was at the center. (Ex-)colonials wanted more respect for Belgium’s colonial heritage, others found the decolonizing half-hearted. Ceuppens will discuss problems and possible solutions. read on…
Het koloniale en slavernijverleden van Rotterdam
In opdracht van de gemeente Rotterdam zal het KITLV een onderzoek uitvoeren naar het koloniale en slavernijverleden van de stad. Deze opdracht vloeit voort uit de door de gemeenteraad van Rotterdam op 14 november 2017 aangenomen motie-Wijntuin, waarin om zo’n onderzoek wordt gevraagd. Het KITLV werkt in dit project nauw samen met het Stadsarchief Rotterdam. read on…
Waarom de Commissie Diversiteit van de UvA zonder meer gelijk heeft
Diversiteit vraagt verinnerlijking, een nieuwe manier van kijken naar de maatschappij, onderwijs en wetenschap en onszelf
door Harry Prins
Fundamentalisten, dat zijn bekrompen en fanatieke mensen, die niet met een open blik naar de wereld kunnen kijken. Afgelopen maand zijn ze op de Universiteit van Amsterdam gesignaleerd. ‘Ze’, dat is de Commissie Diversiteit van de UvA onder leiding van Gloria Wekker, doet een aantal voorstellen. read on…
Antropoloog en socioloog Dr Francio Guadeloupe over verzoening
Ingemar Francisca interviewde in het kader van de Verzoendag Antropoloog en Socioloog Dr. Francio Guadeloupe
Wat betekent verzoening voor jou?
“Mijn eerste associatie met verzoening is wat zich jaren geleden in Zuid Afrika heeft afgespeeld. Ik denk in de eerste instantie aan “The truth and reconciliation commission”.
Er is echter in mijn optiek een verschil tussen verzoening en vergeving. Verzoening associeer ik met reconciliatie, waarbij een staat of maatschappij als derde partij bemiddelt tussen de conflicterende partijen. Vergeving is echter iets wat ook van persoon tot persoon kan gebeuren zonder tussenkomst van een staatspersoon, instantie, NGO of stichting.
Vergiffenis heeft niet perse een derde persoon nodig maar wat het wel nodig heeft is een derde taal. Het spreken van een derde taal is in een conflicterende relatie best lastig. Tijdens een conflict is er sprake van een in-balans in de relatie. Wanneer slechts één partij om vergeving vraagt, wordt er een ongezonde machtsrelatie gevoed die later voor problemen kan zorgen, er ontstaat een nieuwe in-balans. Daarom is een derde taal noodzakelijk, de taal van het “onbewust vergeten”. De derde taal is gebaseerd op een gezamenlijke interesse en doel. Je vergeet als het ware onbewust het leed wat je is aangedaan en schrijft als het ware samen een nieuw verhaal. De derde taal is altijd gebaseerd op iets buiten de relatie en bij verzoening heb je een orgaan of instantie die binnenkomt en het probleem adresseert.
Verzoening en vergeving zijn voor mij twee verschillende dingen die los van elkaar kunnen gebeuren, je hoeft bijvoorbeeld niet eerst te vergeven om te kunnen verzoenen.”
Er is in de maatschappij vandaag de dag erg veel aan de hand, is verzoening volgens jou als antropoloog mogelijk?
“Het klinkt misschien cliché, maar ik denk dat altijd alles mogelijk is onder de juiste omstandigheden. Vanuit een antropologisch perspectief, zie je dat verzoening in veel volken gebeurt met de tussenkomst van een derde. Neem bijvoorbeeld een medicijnman, beide partijen kunnen zich (spiritueel) vinden in de medicijnman als persoon en deze wordt vervolgens gevraagd om in wezen de derde taal te zijn. Er is kwaad geschied in de relatie en door het uitvoeren van bepaalde rituelen wordt het conflict als het ware in een kalebas gestopt en weggegooid. Niet alleen een ‘object’ kan de derde taal zijn maar ook een persoon. Neem bijvoorbeeld Desmond Tutu, hij nam het conflict als het ware in zich op, werd er ziek van en gaf het vervolgens af. Verzoening is altijd mogelijk mits je de juiste instrumenten hebt.
Er is sprake van conflictoplossing wanneer er bijvoorbeeld een conflict is in de buurt. Neem de zwartenpietendiscussie. De een ene groep ouders houdt de kinderen thuis en de andere groep vindt het feest met Sint en Piet geen probleem. Een conflict is altijd heel “helder” en je hebt heldere partijen. Er is iets gebeurd en er zijn directe en indirecte betrokkenen. Een conflictbemiddelaar luistert naar de verhalen van beide partijen en er wordt samengewerkt aan een goede oplossing/compromis. Wanneer we spreken van een ‘kwaad’, bijvoorbeeld de zwartepietendiscussie in een grotere en bredere context, m.a.w. hetracisme en achterstelling die donkergekleurde Nederlanders meemaken en aan dit feest koppelen, is er een ‘ritueel’ nodig dat er voor zorgt dat de verhalen, pijn en wederzijdse beschuldigingen van alle partijen worden verteld en opgenomen in een ‘object’ om vervolgens teniet te doen (dit is wat de the truth and reconciliation commission deed). Bij verzoening van een ‘kwaad’, structureel alledaags racisme, heb je te maken met een ‘Collective Fantasy’, een soort van historisch gegronde groepsneurose. Iedereen lijkt normaal te functioneren maar bij het miste geringste wordt er explosief naar elkaar gereageerd en kan niemand meer redelijk werken. In extreme gevallen worden er zelfs instituten bij betrokken—de beschuldiging van institutioneel racisme.”
Wie bepaalt wanneer er sprake is van een conflict of dat er kwaad wordt aangedaan?
“Het is een gezamenlijke beslissing. Een conflict zorgt ervoor dat een situatie direct onwerkbaar wordt. Een situatie op je werk kan bijvoorbeeld onhoudbaar worden en een persoon in een conflict ervaart pijn. Een kwaad kan daarentegen heel lang voortbestaan. Er worden namelijk instituties opgebouwd die ervoor zorgen dat de situatie houdbaar blijft.”
Is maatschappelijke verzoening mogelijk en wat moet daarvoor gebeuren?
“Maatschappelijke verzoening is mogelijk wanneer je instituties en organisaties hebt die allemaal erachter staan. Deze organisaties kunnen vervolgens mensen mobiliseren om gevoelens en acties in een nieuw “object” te plaatsen waar het niet meer van hen is en het vervolgens teniet doen. Op die manier denk ik dat het mogelijk is. Dat wil niet zeggen dat verzoening altijd gerechtigheid met zich meebrengt, dat is iets anders. Verzoening heeft invloed op het conflict en ook op vergiffenis. Het zijn drie verschillende dingen die niet perse samenwerken. In Nederland is er veel sprake van conflictbemiddeling, dit zorgt ervoor dat de samenleving werkbaar is. Hoe je het ook wendt of keert, de Nederlandse samenleving functioneert. Ze kan alleen blijven functioneren omdat er steeds, op verschillende niveaus conflicten worden beslecht.”
Tot slot, Kun je ook verzoenen met jezelf?
“In mijn optiek ben je dood wanneer je compleet met jezelf bent verzoend. Dan houdt de interne dialoog op. Wanneer je ontdekt dat je bijvoorbeeld bi-seksuele gevoelens hebt, kun je jezelf en je verlangens accepteren. Vervolgens kun je de moed opbrengen om de rest van je familie te confronteren. Dat is geen verzoening maar acceptatie en moed. Om te kunnen leven als mens moet je mijns inziens in constant conflict met jezelf zijn. Jezelf continu tegenspreken en inspelen op de situatie en bepaalde verlangens, zo blijf je mens.
Acceptatie hebben van een bepaald gevoel/verlangen die je hebt, is niet perse vrede hebben met jezelf. Het is het accepteren van het verlangen en daarop willen inspelen. Als je die constante tegenstrijd niet meer hebt, ben je dood.
De poging om te verzoenen met jezelf is voor mij niet zozeer boven jezelf uitstijgen maar meer een dialoog aangaan met diverse delen van jezelf, gecoördineerd door emotie-redelijkheid om zo in beweging te komen.”
Over Francio Guadeloupe
Francio Guadeloupe (Aruba, 1971) kwam op zijn achttiende van de Antillen naar Nederland. Hij werkte als opbouwwerker en studeerde culturele antropologie en ontwikkelingsstudies in Nijmegen en Amsterdam. Als antropoloog is hij momenteel verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de University of St Martin. In 2010 verzogrde hij de Rudolf van Lier-lezing van de Werkgroep Caraïbische Letteren.
Voor meer informatie over Francio Guadeloupe, klik
hier
[van de website Equilibri]
Film over Frank Martinus Arion ook in Den Haag te zien
Voor het eerst te zien in Den Haag: de documentaire Frank Martinus Arion:
Yu di Kòrsou. Extra film in het programma van Friday Night Unlimited, vrijdag 17 januari, Theater aan het Spui Den Haag.
Regisseur Cindy Kerseborn maakte een prachtige documentaire over Frank Martinus Arion (Curaçao, 1936), de grote dichter en schrijver van het Nederlands Caribisch gebied, o.a. bekend van de roman Dubbelspel. In de film ziet u behalve de schrijver onder anderen bekende Antillianen als Trudi Martinus-Guda, Omayra Leeflang, Igma van Putte-De Windt, Jos de Roo, Walter Palm en Francio Guadeloupe. De documentaire was de afsluiting van het project Hommage aan Frank Martinus Arion. Cindy Kerseborn maakte met Yu di Kòrsou het tweede deel van haar drieluik over Surinaams-Caribische Nederlandse schrijvers. Voor iedereen die Curaçao, het Papiaments en het werk van Arion kent of wil leren kennen, een absolute aanrader.
Aanvang totale programma 20.00 uur.
Nederlands-Caraïbische promovendi weer bijeen
Uit Curaçao, Aruba, Duitsland, Denemarken, Indonesië en Nederland waren ze opnieuw bijeengekomen: de promovendi die bezig zijn een proefschrift te schrijven bij de leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam. De leerstoel wordt sinds 2006 bezet door prof. Michiel van Kempen en leverde enige tijd geleden de eerste promovendus af met Cynthia Abrahams die een proefschrift schreef over de Surinaamse dichter-politicus R. Dobru. Dit jaar kwam het gezelschap op zaterdag 7 september bijeen in de Regentenkamer van de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Vier docenten – prof. Selma Leydesdorff, dr Paul Bijl, dr Francio Guadeloupe en prof. Thomas Vaessens – verzorgden bijzondere colleges. Carl Haarnack zorgde voor een rondleiding over de slavernijtentoonstelling bij de UB. ’s Avonds werd er doorgepraat in gedineerd in literair café De Engelbewaarder; beeldend kunstenaar Rudy Henriquez fungeerde als tafelspreker. Op zondag 8 september gaven drie promovendi (Benoît Verstraete, Joe Fortin en Ellen de Vries) een publieke presentatie bij de Vereniging Ons Suriname, waarna een boekenmarkt met een flink aantal schrijvers volgde (eerder verslag, zie hier).
Wat delen Wij? Het perspectief van Quito Nicolaas
[Uitgesproken door Cultureel Antropoloog dr. Francio Guadeloupe tijdens de boekpresentatie van de roman Sombra di recuerdo op 21 mei 2013 in het Arubahuis te Den Haag.]
Wat delen wij? Wat delen wij als rijksgenoten? Ik herhaal mijn vraag geïnspireerd door de herhalingstechniek van
dit deuntje. Wat bedoel ik daarmee? Wat onze muziek doet is steeds een vraag herhalen, maar dan elke keer op een net wat andere manier. Totale consistentie zoals totale anarchie is dus een taboe. Het gaat om herhaling met vernieuwing. A changing same.
Laten we nog een keer beginnen. Wat delen wij? Wat delen wij als rijksgenoten? Wat delen wij als burgers van het koninkrijk der Nederlanden? Wat blijven we delen zelf als we onszelf Arubaan, Antilliaan of Nederlander noemen? Wat delen wij ondanks het feit dat we met donkerbruine, lichtbruine of rozige huidskleur zijn geboren?
Wat delen wij?
U ziet het dus, steeds dezelfde vraag maar dan net iets anders geformuleerd. Net als het deuntje van OREO. A changing same. Hoe moeten we hierop reageren? Wat zou ons antwoord kunnen zijn?
Als een changing same muzikaal aan ons wordt voorgeschoteld dan gaan wij meezingen en dansen. Dan doen klasse en etniciteit veel minder ertoe. Nos ta baila. We jammin. Als dansen de oudste vorm van denken is—een patroon met vernieuwing, losing your habitual sense of self to find yourself and the World renewed and transformed—laten we dan denken als een danser.
Alleen op die manier kunnen we Quito Nicolaas begrijpen.
Het werk van Quito Nicolaas—Bos ta Planta, Atardi di Antaño, Gerede Twijfels, Verborgen Leegte—interpreteer ik als een literair deuntje. Het is een changing same. Of hij het nou in proza of poëzie vorm stelt, zijn oeuvre is een uitnodiging om stil te staan bij de vraag: Wat delen wij? Wat delen wij als rijksgenoten? Wat delen wij als burgers van het koninkrijk der Nederlanden? Wat blijven we delen zelf als we onszelf Arubaan, Antilliaan of Nederlander noemen? Wat delen wij ondanks het feit dat we een donkerbruine, lichtbruine of rozige huidskleur zijn geboren?
Wat delen wij? Quito geeft ons clues. In het stuk Ofrenda, Offer, in zijn poëziebundel Atardi de Antaño schrijft hij:
cada pida cu come
ta sinti e grandura
ora morde aden
e dolo traidor di un..
fruta. meimei e curason
Pan bieu,
Rand duro – curason duro
Come numa, hambra cu bo ta
E boca ta core awa
Mane’ pampuna
Toen ik het las, toen ik Quito’s uitnodiging accepteerde om te dansen met dit literaire deuntje, kwam een beeld op van de oermoeder. Onze aarde. Doen we haar eer met ons gedrag, of verkrachten we haar en behandelen haar als pan bieu, als oud brood?
Dit beeld bleef me bij toen ik deze woorden las in zijn roman, Verborgen Leegte:
vrouwen zijn even sterk als een boom en groeien ondanks alles steeds maar door. Ze kunnen gekleineerd of getreiterd worden en geven geen krimp. Evenzo als ze mishandeld of verkracht worden, verlaat het binnenste van de vrouw de pijn. De man, de maatschappij, de baas krijgt ze niet klein
Door de changing same, door te dansen terwijl ik las, vroeg ik me af of ons gedrag ten opzichte van vrouwen een reflectie is van ons gedrag ten opzichte van onze oermoeder? En als dat zo is, als we mens zijn omdat we allemaal dezelfde oermoeder hebben, en nog in reine moeten komen met de feminien (ja zelfs het vrouwelijk geslacht moet dit), waarom zien we dat niet? In zijn poëzie bundel Gerede Twijfels lijkt Quito antwoord te geven als hij schrijft:
Humanity therefore exists
No longer in our continents
The dilemma left behind,
Now shows up more and more
The Unity is confined
By pervert politicians
With their despicable ideas
And infamy
Maar wie zijn die perverse politici dan? Natuurlijk diegene met macht, maar zoals Quito duidelijk maakt in Verborgen Leegte heeft niemand schone handen. Hebben wij niet allemaal a pervert politician inside? En dus de vraag weer: Wat delen wij?
Quito’s boeken zijn een samenkomst van histoire en memoire waarbij zijn imaginair ons uitnodigt om onszelf te aanschouwen als wereldburgers. Wat Quito ons lijkt te vertellen is dat wij delen dat we leven na 1492. Wij leven na de reconquista dat de moren verdreef van Spanje en de vervolging van Joden deed intensiveren. Wij leven na de bijna volledige uitroeiing van de Arawakken, Cariben, en Tainos in het Caribische gebied. Wij leven na de proletarisering van arme witten. Wij leven na de systematische onderdrukking van Afrikanen en later Aziatische contractarbeiders. Dit alles en nog meer gaf vaart aan Westers Imperialisme en de strijd tegen onrechtvaardigheid, de WIC en de VOC en de antikoloniale strijd, waardoor all continentale civilisaties verstrengeld raakten en we vandaag te dag leven in een trans-Atlantische Koninkrijk.
Dit is wat wij delen! Wij zijn de erfgenamen van dit planetaire proces. Van daaruit, vanuit dit verleden, vloeit het vraagstuk van de 21ste eeuw: culturele diversiteit. Het behelst twee kwesties. 1): Hoe kunnen we onze cultuur waarderen op een manier dat we die van anderen ook koesteren? 2): Hoe kunnen we ons individuele pad bewandelen op een manier dat we tevens kritisch solidair zijn met de leden van de gemeenschappen waar we deel van uitmaken?
Welke clues staan in Quito Nicolaas’ nieuw boek om deze te beantwoorden? Wat zijn deSombras di Recuerdo?
Ik ben benieuwd. Dank u wel.
Schaduw van herinneringen
Op 21 mei a.s. verschijnt de Papiamentstalige roman Sombra di recuerdo (Schaduw van herinneringen) van auteur Quito Nicolaas. In 2004 verscheen zijn Tera di silencio (Land van het zwijgen), die nu een vervolg krijgt in de vorm van de nieuwe roman. In deze roman krijgt men een ander beeld van de Arubaan en de gevoelswereld die hen omringen. Tijdens een literaire bijeenkomst, welke zal plaatsvinden in het verlengde van het door de Arubaanse regering uitgeroepen Jaar van het Papiamento en op de door UNESCO gekozen Internationale Dag van Culturele Diversiteit & Dialoog.
De roman is met zijn 400 pagina’s het eerste omvangrijke document in het Papiamento en in de Arubaanse literatuur. Het verhaal begint met de beelden van een nucleaire ramp die alles tot de grond had gelijk gemaakt. In deze droom ontmoet Andres zijn vrienden Jane, Dennis en Germaine. De vier vrienden: een leraar, journalist, antropoloog en socioloog blikken afzonderlijk dan wel gezamenlijk terug op hun jeugdjaren.
Datum: dinsdag, 21 mei 2013
Tijd: 16:30 (inloop) – 19:00 uur
Locatie: Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Aruba
R.J. Schimmelpennincklaan 1
2517 JN Den Haag
Bij een samenkomst van Jane en Germaine, vertelde de laatste dat op het moment dat Jane de traditionele Quincianera viert; feest dat gegeven wordt als een dochter de 15-jarige leeftijd heeft bereikt, zij met haar dochter worstelt die aan de drugs is. Een ander keer dat Dennis en Germaine met elkaar hadden afgesproken, haalden ze herinneringen op aan de films van Fellini en Passolini. Als Dennis naar de kapper gaat, belandt hij in een gesprek over o.a. de straatnamen in koloniale tijd en het regiem van Trujillo. Behalve de schrijfstijl, thematiek en levendige personages is het met name de kijk van de vier personages op een veranderende samenleving die het boek zo’n succes maakt. De roman belooft voor de komende tijd het meest gelezen boek te worden, zodenkt de schrijver.
Dr. Francio Guadeloupe (Universiteit van Amsterdam) zal deze middag over het volgende thema komen te spreken: ‘Op weg naar een kunstzinnig Arubaanse democratie: reflecties op het werk van Quito Nicolaas’. De auteur zal een en ander vertellen over het schrijfproces en de totstandkoming van de roman die maar liefst 95.932 woorden telt. Ook zal een tweetal fragmenten uit het boek worden voorgelezen door dichteres Tuscha Croes. Na afloop volgt een boeksignering door de auteur.
Vanaf nu kunt u het boek reserveren d.m.v. € 26,75 (incl. portokosten) te storten op ING 4820315 t.n.v. BookIsh Publshers. Vergeet niet uw naam en adres te vermelden. Of u kunt ook onze Crowdfunding acitiviteit steunen via
http://bookishpublishers.wordpress.com/new-releases/
Titel: Sombra di recuerdo
Auteur: Quito Nicolaas
Formaat: 12.5 x 21 cm, 400 pag.
Idioma: Papiamento
Prijs: € 19,90 (excl. € 6,75 na porto)
ISBN: 978-90-805979-8-0-7
Uitgever: BookIsh Publishers, Almere
Het diverse zwarte bewustzijn van Antilliaanse Jongeren
door Francio Guadeloupe
Over het zwarte bewustzijn van Antillianen lijken vaak maar twee smaken te bestaan: van ‘slachtoffers van de slavernij’ tot zij die ‘hun slavernijverleden gebruiken om Nederlanders te chanteren’. Francio Guadeloupe ziet op de Antillen dat de werkelijkheid van jongeren vele malen diverser is.
[lees
hier verder op
Sociale Vraagstukken]
Multiplex cultures and citizenships
by Francio Guadeloupe
“His dance was like a carefully placed explosive that destroyed the prison houses of race, gender, class, and ethnicity with which we imprison others and ourselves. His torso, his smile, his arms, his legs, moving with a syncopation that was majestic in its humbleness and humble in his majesty, told a story that these prison houses often make us forget: humankind is essentially a No to all categories of identity. he was still a Bahia man, a black man, a poor man, an oppressed man, a favela man, and more than likely a patriarchal man. But he was all this in a different way. these were identifications, not his essential identity (as if he had any). he was a verb not a noun. Pure movement, embodied differance – differing and deferring, not to be pigeon holed in anyway. His dancing touched me in a way that forced me to move out of the common senses that blinded me from seeing without truly seeing. And though we did not speak, he remained a stranger that i gazed at and he gazed back with his body, I thank him for giving me the sight that allows me to feel (and therefore to affectively see) the human beyond exclusionary identity labels.”
This is the first paragraph of my new essay in the edited volume of Nicholas Faraclas which presents views about and from the Dutch Caribbean and beyond. Something I know Ini Statia, Rose Mary Allen, Gregory Richardson, Ieteke Witteveen, Guno Jones, and Michiel van Kempen, among others, have been on the forefront in promoting. Theirs is a critical scholarship on the Kingdom of the Netherlands. Check it out peeps:
Multiplex cultures and citizenships: multiple perspectives on language, literature, education and society in the ABC-Islands and beyond
Ed. Nicholas Faraclas a.o.
Uitgave:Willemstad: FPI, Fundashon pa Planifikashon di Idioma, 2012, Omvang 445 pagina’s