blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Grot Romeo

Boekpresentatie Fu a lobi gi Sranan van Romeo Grot

Dichters hebben een belangrijke rol gespeeld in het proces van onafhankelijk worden van Suriname. Met dit gegeven in het achterhoofd ging de schrijver Romeo Grot op zoek naar dichtbundels uitgegeven in de periode 1900-1980 in Suriname. Het resultaat is een bloemlezing geworden van gedichten die we soms nooit eerder onder ogen gezien hebben en dichters waar we lange tijd niets meer over gehoord hebben. read on…

Gesprek met Romeo Grot

door Sita Gajadien

Romeo Grot (55) heeft onlangs Fu a lobi gi Sranan, een bloemlezing van gedichten rond de onafhankelijkheidsgedachte, uitgegeven. Zijn oorspronkelijke bedoeling was om deze in verband met de viering van 40 jaar onafhankelijkheid uit te geven, maar door omstandigheden lukte dat niet. Hij schrijft zelf ook gedichten en publiceerde zijn eerste bundel in 1973. De rode draad in deze bundel is de liefde voor Suriname en zijn bevolking. Om wat meer te weten te komen, had ik een gesprek met hem. read on…

Carline Schlüter presenteert 'Winti fu bakra'

Carline Schlüter heeft haar spirituele roman Winti fu bakra woensdag gepresenteerd op de maandelijkse bijeenkomst van de Schrijversgroep ’77 in Tori Oso. In dit boek beschrijft de auteur een blanke vrouw die de spirit van de zwarte oermoeder met zich draagt. read on…

Srefidensi Puwema Dei 2015

De EBZG en Puwema Grupu Trifosa presenteren op zondag 15 november in Rotterdam een Srefidensi Puwema Dei, in het teken van Shrinivási en Ronald Snijders. read on…

Krofaya Kromanti presenteert tweede Sranantongo roman

door Stuart Rahan
Zoetermeer – Het werd een niet alledaagse boekpresentatie. Kraswati nanga Kumari: Te Libi Dede is de tweede Sranantongo roman van schrijfster Kromanti Krofaya (Marva Biekman) die op een bijzondere manier ten doop werd gehouden. In de achtertuin tussen het zomerse groen van de familie Biekman in Zoetermeer waren familie, vrienden, kennissen en de Haagse wethouder Rabin Baldewsingh van Sociale Zaken er getuige van. read on…

2e Sranantongo Bakadina

Op 1 maart 2015 vindt de 2e editie van Sranantongo Bakadina plaats in het gebouw Ons Suriname. De eerste editie in 2014 was een groot succes, met maar liefst 150 enthousiaste Sranantongo liefhebbers, was het evenement uitverkocht. read on…

A Historia fu Delayla

Uitnodiging presentatieboek Krofaya Kromanti jpg 5,

Klik op afbeelkding voor groter formaat

Onder het genot van een hapje en een drankje nodigen wij u uit voor de boekpresentatie van Krofaya Kromanti – A Historia fu Delayla.

read on…

Srefidensi Puwema Dey Award 2013 voor Orsine Walden

De Evangelische Broeder- en Zustergemeente Rotterdam heeft recentelijk de Srefidensi Puwema Dey Award 2013 uitgereikt aan de Nederlands Surinaamse voordrachtskunstenaar Orsine Walden. Volgens de organisatie is dit een bevestiging van waardering voor haar bijdrage op het gebied van de poëzie. De artiest doet het heel goed als dichter en haar maatschappelijke betrokkenheid binnen de Surinaamse gemeenschap speelde ook een rol om haar de prijs toe te kennen. Naast Walden waren Romeo Grot en Cynthia Abrahams genomineerd voor de award. Oscar Harris is tevens gehuldigd door de organisatie. Het jaar daarvoor was het Denise Jannah.
Walden, meer bekend als Hansemuye Oheema Amba, is al jaren een wel geziene artiest bij (bewustwordings)activiteiten van voornamelijk Nederlandse Surinamers en Afrikaners. Met passie en overgave brengt zij zalen vaak in ademloze ontroering. Haar poëzie en spoken words zijn overwegend doordrenkt van het ‘zwarte’ bewustzijn. Wie haar ooit eens heeft horen dichten kan dit alleen maar beamen. Zij is een eigenzinnige dichteres met een missie. Zij draagt voor uit eigen werk en is tevens te boeken als host voor events. Walden beschrijft zichzelf als ‘een boodschapper met de dankbare taak woorden door te geven aan de mensheid’. Zij draagt voor in het Saamaka, maar ook in het Sranangtongo, Engels en Nederlands. ‘Juist omdat ik vroeger de taal (Saamaka..red) niet mocht spreken, ben ik door een vriendin aangemoedigd om een rap in het Saamaka te schrijven. Ik rapte vroeger, en na de eerste rap over huiselijk geweld is de deur opengegaan en komen de woorden die ik soms niet eens begrijp. Later merkte ik dat die woorden iets met mensen doet en ook met mij. Ik ben dankbaar te mogen dienen als boodschapper’, zegt Walden. Sinds 2005 timmert deze eigenzinnige dame aan de weg als “puwema uma”. Haar missie is het op de kaart zetten van de Saamaka taal en cultuur en mensen door middel van ‘woorden die tot haar komen, te versterken’. Naast het dichten is Walden actief als spiritueel begeleider, verzorgt vooroudergebeden en geeft onder andere hierover lezingen. In 2011 bracht zij samen met twee andere dichters een dichtbundel uit genaamd Qererto geïnspireerd door Rastafari. Verder is Walden al langer dan twee jaar actief op Radio Mart, waar zij maandags en vrijdags in het ochtendprogramma Start met Mart empowerment gedichten voordraagt. Sinds enkele jaren organiseert zij onder de naam Ibuntu events cultureel-educatieve evenementen voor jong en oud om Afrika en de diaspora positief onder de aandacht te brengen. Het is de eerste keer dat de Srefidensi Puwema Dey Award  is uitgereikt.
[uit De West, 24 december 2013]

Nederlands racisme reproduceert zichzelf

door Romeo Grot

De vraag of Nederland racistisch is, wordt door de Nederlander veelal negatief beantwoord. Hoewel jaren geleden er een juweeltje verscheen van de hand van Dr. Philomena Essed onder de titel Alledaagse racisme waarin zij alle vormen van racisme in de Nederlanden op een rijtje zette.
Taal als uiting van het collectief denken van mensen.
Opvallend in de Nederlandse taal is de betekenis die aan het woord zwart wordt gegeven. In geen enkele andere taal kom ik zulke negatieve uitdrukkingen tegen voor het woordje zwart. Denk maar aan uitdrukkingen als: zwart maken, zwarte markt, zwarte schaap, zwarte dag of iemand de zwarte piet toespelen. Vooral de afgelopen maanden, vanaf de val van het kabinet Rutte-I heb ik vaker moeten horen dat mensen, anderen al of niet de zwarte piet toespeelden. Hoe kan een taal op deze manier zichzelf in stand houden, terwijl mensen beweren niet racistisch te zijn.
Enkele maanden geleden toen de discussie over de rol van Johan Cruijff bij Ajax speelde werd ineens de racismekaart getrokken. Opvallend was hoe journalisten hiermee omgingen. Sommigen waren zo openlijk om te zeggen: over racisme wil ik mij niet uitlaten. Maar het vervelende was dat het hier ging om een nationaal icoon, die beschuldigd werd van racisme. De nationale pers wist duidelijk niet welke kant opgekeken moest worden. In een onderonsje met een goede vriend, maakte ik deze een compliment en vertelde dat ik voor hem mijn hand in het vuur durfde te steken, omdat ik bij hem wist dat hij voor en achter mij op dezelfde manier over Zwarten zou praten.  Dit in tegenstelling tot menige Nederlander. Deze vriend die ik heel hoog acht, vertrouwde mij toe: ‘Jongen, ik zou een beetje dimmen als ik in jouw schoenen stond.’  En hij vertelde hoe hij als jonge medische student zichzelf voor zijn kop geslagen had omdat hij Martin Luther King jr. bij zijn bezoek aan Amsterdam in 1964 als student van de UvA een prijs moest uitreiken. Hij had op alle manieren zijn hand naderhand gewassen omdat hij een ‘Neger’ een hand moest schudden. Kon deze jongeman van toen nauwelijks 20  jaren oud, het kwalijk genomen worden dat hij zo dacht over iemand met een andere huidskleur? En natuurlijk de andere vraag: waar zou dit vandaan komen?
Ik heb me als kind van Surinaamse origine altijd vier dingen afgevraagd indien we kijken naar de Nederlandse slavernij-geschiedenis:
  1. Hoe komt het dat het boek van de Schot John Gabriel Stedman Narrative of a Five Years’ Expedition against the Revolted Negroes in Surinam in het Nederlands vertaald werd nadat verschillende andere Europese talen waren vooraf gegaan waren w.o. het Frans, Duits  en Deens.
  2. Hoe komt het dat stukken van de klassieke Surinaamse componist J. Helstone in verschillende Europese steden w.o. Leipzig, Wenen, Parijs en Londen zijn opgevoerd, maar nooit in een stad in Nederland?
  3. Waar was de Nederlandse elite en vooral de schrijvende pers toen in Kongo zulke wreedheden door een bondgenoot (koning Leopold I) begaan werden, in de naam van beschaving bijbrengen? Waar was Nederland of waren exponenten van het Nederlands volk? Of kon het hun niets schelen omdat het hier om een rijk gepigmenteerd volk ging? 
  4. Vanwaar komt het Surinaams spreekwoord dat een Nederlander is als een dubbelloops geweer? En hoe komt de Indiaan aan het gezegde dat witte man spreekt met een gespleten tong? Als kleine jongen dacht ik altijd dat de Europeaan net als een slang een gespleten tong had.
Dagelijkse praktijk
Enkele weken geleden stond er een artikel in Het Parool over de ervaringen van migrantenjongeren met de politie. Feit is dat dergelijke artikelen een herhaling zijn van praktijken die migranten dagelijks meemaken. Dan hebben we het nog niet gehad over de ervaringen van migranten die een leidinggevende functie bekleden in de Nederlandse samenleving. Het blijkt dat Nederlanders heel veel moeite hebben met het accepteren van leiding van een migrant, vooral Surinamers. Steeds zal men zoeken naar schriftelijke taalfouten van de leidinggevende. En o wee als deze leidinggevende ooit zo een fout in een schrijven maakt, het zal die nog lange tijd achtervolgen. Terwijl eenzelfde fout door een Hollander met de mantel der liefde bedekt wordt.
Twee zaken waar migranten ook mee moeten uitkijken in Nederland zijn seksualiteit en geld. Het lijkt erop dat men jou als leidinggevende altijd in de gaten houdt of je niet een paar centen achterover drukt. En owee als je het in jouw hoofd haalt een relatie met een collega aan te gaan.
Ik kijk uit naar de memoires van de gewezen korpschef Martin Sitalsing en zijn belevenissen als politieman en later als commandant van het korps in Groningen.
Media-ervaringen
Ik merk dat in tegenstelling tot de Britse BBC en het Franse TV5 er in Nederland weinig rijk gepigmenteerde mensen op de buis komen. Had J. Raymann de kans gehad om in Nederland door te breken indien hij zo rijk gepigmenteerd was als Clarence Seedorf?  En zou de acteur die voor Bing speelt in GTST die rol ook gekregen hebben indien hij zo rijk gepigmenteerd was als Jandino?
Het valt op dat zwarte mensen op tv altijd in een rol gestopt worden die parallel loopt aan de rol van Piet tijdens het Sinterklaasfeest. Meestal zijn het de narren of Apuku’s die de boel aan het lachen moeten maken.
Oorsprong racisme
De vraag blijft staan, waar komt het Nederlands racisme vandaan? Waar vindt het zijn oorsprong? Vaak wordt betoogd dat slavernij in Nederlandse koloniën racisme heeft voortgebracht. Maar feit is dat het systeem van slavernij voor een belangrijk deel zich afspeelde in de koloniën, ver van het moederland. We zien ook dat de elite in het moederland er alles aan deed om het voetvolk in het moederland onwetend te houden van wat er allemaal in de kolonie gebeurde (Hoe moeten we anders de opmerking interpreteren die elke Surinamer in Nederland ooit hoorde: wat spreek jij goed Nederlands! Dit terwijl het koloniale onderwijssysteem er sinds het begin van de vorige eeuw op gericht was het kind in de tropen volledig wit te maken). De basis van het Nederlands racisme moet dus elders gezocht worden.
Sint en zijn pieten
Ik meen dat het Sinterklaasfeest een belangrijke bron is, voor het bestaan en de reproductie van racisme in de Nederlanden. In de eerste plaats valt op dat de figuur van Zwarte Piet in de viering opduikt op het moment dat in de Staten-Generaal de eerste discussies beginnen over de afschaffing van slavernij en de consequenties daarvan voor het moederland. Want ofschoon we in verschillende andere Europese culturen een op het Sinterklaas gelijkend feest tegenkomen w.o. Frankrijk, Noord-Duitsland en Denemarken, is het nergens zo dat men een Afrikaan erbij gehaald heeft om de goedheilig man te assisteren.
Opvoeding in contexten
We weten dat de opvoeding en daarmee de vorming van het kind gebeurt in verschillende contexten, w.o. het gezin als primaire context van opvoeding, de buurt en vrienden als secundaire context en tenslotte de grotere samenleving en de tijd waarin iemand opgroeit als de tertiaire (en zo u wilt quartaire) context. Een veelgehoorde tegenwerping van ouders indien gewezen wordt op het racistisch karakter van het Sinterklaasfeest, is dat Sinterklaas een Nederlandse traditie is die niets  te maken heeft met racisme. Maar wat houden we het kind voor, indien het al op zeer jonge leeftijd een keer per  jaar een zwart of bruin geschminkte persoon als een clown ziet rondhuppelen daarbij allerlei fratsen uithalend die moeten werken op jouw lachspieren? Wat gebeurt er met zo’n kind indien het later leiding zal moeten accepteren van iemand die in veel opzichten associaties oproept aan de clown van weleer?
Naar de toekomst kijkend
Indien wij werkelijk racisme in de Nederlanden willen bestrijden, dan vraagt het van ons volwassenen een andere benadering van het Sinterklaasfeest. We mogen het kind niet langer volstoppen met racistische stereotyperingen. Daarbij het kind allerlei leugens voorhouden die niets met de dagelijkse realiteit te maken hebben. Waar komen we nog anno 2012 schoorsteenpijpen tegen?
Tegen het argument dat het feest gebaseerd is op een Nederlandse traditie, zou ik willen tegenwerpen, waarom bemoeien we ons vanuit Europa met vrouwenbesnijdenis? Immers het systeem van besnijdenis van vrouwen is gebaseerd op een traditie bij verschillende culturen in Afrika waar de man regelmatig voor langere tijd buiten het gezin vertoeft.
De toekomst vraagt van ons dat we het kind iets anders voorhouden als volwassenen. Op de lange termijn komt het kind erachter dat al die tijd voor hem/haar gelogen is. M.a.w. volwassenen vertellen leugens om bestwil van deze of gene. Maar het mes snijdt aan twee kanten, aan de ene kant wordt het Europees kind opgezadeld met een superioriteitscomplex waar die nog lange tijd last van zal hebben. Anderzijds krijgt het kind met o.a. een Afrikaanse origine een minderwaardigheidscomplex die zijn/haar leven lang zich zal continueren.
Neen ouders, het moet anders.
 
[Tekst van de lezing die E. Romeo Grot hield op de Sinterklaasviering van de Werkgroep Caraïbische Letteren, 6 december 2012.]

Heerlijk Avondje met de Werkgroep: een foto-impressie

Op donderdag 6 januari 2012, de jaardag van de heer Sint Nicolaas uit Myra, organiseerde de Werkgroep Caraïbische Letteren een heerlijk avondje in het Amsterdamse literair theater Perdu. Twaalf dichters en schrijvers gaven elk hun eigen visie op het Sinterklaasgebeuren, en de vroeger zo grappige en nu zo omstreden knecht Zwarte Piet. Raymi Sambo zorgde voor de presentatie, het Sinterklaastrio swingde de Sint van de daken. Een foto-impressie van Michiel van Kempen.

Arnold-Jan Scheer vertoonde filmbeelden over schminken en de zwarte mens in verschillende culturen
Amparo Garcia Cela vertelt over de traditie van het Spaanse stierenvechten
Diana Ozon sloot de avond dynamisch af
Frans Lopulalan goot zijn bijdrage in de vorm van een satirische parabel over Indonesië
Het Sinterklaastrio: Filippo Castellazzi op gitaar, Bas Kisjes op contrabas en Igor Plzak op drums
Het publiek werd getrakteerd op Tony Chocolony chocoladeletters en surprises, beschikbaar gesteld door het Sinterpakhuis van uitgeverij In de Knipscheer
Hilli Arduin: gedicht vol verontwaardiging
Michiel van Kempen: gedicht over de ‘goedheiligman’ die het hele jaar aanwezig was; foto @ Aart Broek
Quito Nicolaas (Nobelprijs voor Papiamentu literatuur) bracht een Nederlands gedicht
Raymi Sambo deelt namens de Sint surprises uit
Raymi Sambo presenteerde vlot en amuseerde zich kostelijk;  foto @ Aart Broek
Romeo Grot kwam met een oud lied en een hedendaagse beschouwing over racisme
Scott Rollins: Amerikaans gedicht over de Sint
Solange Leibovici vertelde over haar Diederik Samson-achtig, zwaar gesubsidieerde onderzoek naar de angst van kindertjes voor de Sint, haar Franse familie en de Kerstman
Aart G. Broek vertelde over de Sinterklaastraditie op Curaçao en zijn eigen optreden als Sinterklaas

Een heerlijk avondje met de Werkgroep Caraïbische Letteren

Dit jaar is hij gearriveerd in Roermond, de Goedheiligman, dus blijkbaar over de binnenwateren van Myra tot hij over de Maas ons land binnenvoer. Zijn de Zwarte Pieten ook hun richtingsgevoel kwijt of dartelen zij vrolijk langs dakrand en regenbuis? Gaat de traditie op de schop in de meerkleurenmaatschappij, of staat de harde hand van het Dordtse politiecorps symbool voor een hardnekkig beleden Hollands identiteitsbesef? Zien wij op Curaçao daar echt de bruine huid onder de zwarte schmink? En hoe doen ze dat dan in Spanje en Frankrijk met hun ijzeren tradities? De Werkgroep Caraïbische Letteren wil het weten, maar houdt de traditie van het Sinterklaasvers hoog. Dus treedt een keur aan woordkunstenaars aan voor een heerlijk avondje in het intieme literaire theater Perdu, met gasten uit binnen- en buitenland.
Solange Leibovici
Met de betere Sinterklaasgedichten van Hilli Arduin, Quincy Gario, Romeo Grot, Michiel van Kempen, Charl Landvreugd, Frans Lopulalan, Diana Ozon, Scott Rollins en de enige echte Nicolaas uit San Nicolas: Quito.

Vertaalster en geografe Amparo Garcia Celma vertelt hoe de Spanjaarden de teloorgang van hun stierenvechten ervaren. Aart Broek heeft scherpe herinneringen aan de Antilliaanse Sint Nicolaas. En filosofe Solange Leibovici neemt ons mee naar Frankrijk, ze heeft veel nagedacht over Sinterklaas – die ze haat – en zet de Turkse baardman af tegen de lieve Kerstman uit la douce France. Arnold-Jan Scheer, auteur van Wild geraas, vertelt over strijd, primitiviteit en lust achter de Sinterklaasviering.

Met surprises en Tony Chocolony-chocolade.
En muziek van het Sinterklaastrio!
Locatie: Perdu, Kloveniersburgwal 86  1012 CZ Amsterdam
Datum en tijd: donderdag 6 december, 19.30 uur, zaal open 19.00 uur

Toegang:  € 10,-/ CJP € 7,50

Er is slechts een beperkt aantal toegangskaarten beschikbaar. Wie ‘t eerst komt, ‘t eerst maalt.
Aanmelden kan via deze link
Amparo Garcia Celma over de teloorgang van Spaanse tradities

Romeo Grot

Portret van de Surinaams-Nederlandse schrijver Romeo Grot, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 139 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. Voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter