Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Grondenrechten inheemsen in driehoekskrachtenveld
door Jack Menke
Er zijn vanaf 1975 tot mei dit jaar talrijke initiatieven (met onder meer gran krutu’s, commissies en initiatiefwetten) ondernomen met als eindresultaat: geen erkenning van inheemse en tribale volken. Waarom stranden vanaf de onafhankelijkheid initiatieven voor de erkenning van grondenrechten voor inheemse en tribale volken?
read on…Nieuw onderzoek: bladgoud van Gouden Koets kwam uit Suriname
Waar komt het bladgoud vandaan waarmee de Gouden Koets is overdekt? Die vraag hield de conservator van het Amsterdam Museum lang bezig, en nu is er een antwoord: waarschijnlijk kwam het uit een goudmijn in Suriname. Dat blijkt uit onderzoek van het museum in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam, NICAS en het Naturalis Biodiversity Centre.
read on…De fascinatie voor goud
door Michiel van Kempen
Het is een van de merkwaardigste boeken die ik ooit onder ogen kreeg, het goudboek van Moritz Ebinger. Het ziet er prachtig verzorgd uit met een zwarte hardcover met geïmpregneerde belettering in gouddruk. Het is ingebonden en gedrukt in fullcolor. Maar wat is de titel? Dit: Mi fen’na Gowtu. ArtGold.nl. สัาทอง ?
read on…Bouwen aan de Wilde Kust: infrastructuur in Suriname deel 1
door Jerry Dewnarain
Inleiding
Marcel Meyer was als jongen al geïnteresseerd in de geschiedenis van Suriname en tijdens zijn studie in Delft werd zijn interesse gewekt voor het ontstaan van de plantagepolders en de kanalen in Suriname. De interesse van Hillebrand Ehrenburg in de historie van de infrastructuur van Suriname ontstond tijdens zijn dienstjaren bij het Ministerie van Openbare Werken door gesprekken met vooral John Thijm, met wie hij toen een kamer deelde en met Marcel Meyer. Omdat er weinig bekend was over dit onderdeel van de Surinaamse geschiedenis besloten Ehrenburg en Meyer hierover een boek te schrijven.
read on…Het echtpaar Muller-Douglas
door Nico Eigenhuis
Rond het jaar 1900 was het echtpaar Muller-Douglas van grote invloed op de gang van zaken in Suriname. Het was een bijzonder stel, dat relaties onderhield met verschillende gouverneurs, waarbij hij zich inzette voor de economische ontwikkeling van het land en zij zich inzette voor de positie van de vrouw en zich ontfermde over de zorg voor hulpbehoevenden.
read on…Rien ne va plus in Suriname
door Walter Lotens
Op 25 mei zijn er presidentsverkiezingen in Suriname. Spannende tijden in tijden van het coronavirus, maar ook van corruptie, het Surinaamse virus waarmee dit land al jaren besmet is. Zal Bouterse zich als president weten te handhaven en daardoor zijn hachje redden of zal de Surinaamse kiezer daarover anders beslissen?
read on…Chinezen vernietigen binnenland met cyanide
“Ik heb genoeg bewijs dat Chinezen nu geen kwik meer gebruiken, maar dat er gebruik wordt gemaakt van cyanide”, zei Erlan Sleur, voorzitter van de milieuorganisatie Probios, gisteren in het gebouw van Tori Oso. Sleur was een van de sprekers op deze avond die was georganiseerd door de initiatiefgroep Vrienden van het Binnenland. Het thema van deze avond was: De rechten van inheemsen en Marrons in relatie tot de effecten van goudwinning.
read on…Reinier Artist – Indiaans verhaal (fragment)
Bezit verstoort de harmonie. Vooral goud. Het verhaal van de Indiaan met het goud is waar gebeurd toen ik zes of zeven jaar oud was. Het werd mij doorverteld, alhoewel, ik wist wel dat er iets gaande was in het dorp. Maar ik moet erbij vertellen dat deze man bekend is geworden in de Caraïbse samenleving in onze regio als a ingi nanga gowtu, de Indiaan met het goud. En hij is symbool geworden van de introductie van goud in Bigi Poika. read on…
Het liefdesepos van Sanne en haar eigen neger
door Sergio Bunsee
Het leek een sprookje. Onwerkelijk. Sanne, wit als een pier en net stagiaire af. Kenrich een stoere, zwarte rasta, met een gouden tand. Ze ontmoetten elkaar in een discotheek. Bij Kenni sloeg de vonk gelijk over. Bij Sanne niet. Zij viel aanvankelijk niet op negers. Ze vond hem alleen schattig. Ze keerde huiswaarts en verbrak het contact. Back in Surinam, troffen Sanne en Kelrich elkaar toevalligerwijs weer. Sanne herkende hem in eerste instantie niet. read on…
De Zwitser stemt vandaag over 2 miljard aan Nederlands goud
door Robert Giebels
Zwitsers kunnen Nederland vandaag 2 miljard euro door de neus boren. Ze stemmen over het voorstel dat de Zwitserse centrale bank geen grammetje goud meer verkoopt en al zijn goud uit het buitenland terughaalt. ‘Rettet unser Schweizer Gold’ is de naam van dat referendum, een initiatief van de rechts-nationalistische Zwitserse Volkspartij – bekend van het met een referendum afgedwongen minarettenverbod. read on…
Aantal Brazilianen in 2008 circa 20.000 man
Paramaribo – De Braziliaanse gemeenschap in Suriname moet al in 2008 uit tenminste 20.000 personen hebben bestaan. Dit blijkt uit onderschepte e-mails van het Braziliaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken (Itamaraty) die vorige maand door hackers online beschikbaar werden gesteld. In de 200 megabytes aan geheim materiaal zit een 43 pagina’s tellend confidentieel document dat werd opgesteld naar aanleiding van het bezoek van de Braziliaanse minister van Defensie Nelson Jobim aan Suriname op 24 april 2008, alsook een telegrama “urgentíssimo” dat Machado verzond aan Itamaraty. read on…
De zwarte Lord herlezen
De rubriek Herlezen vraagt aandacht voor boeken die langer geleden zijn verschenen en de moeite van het herlezen waard zijn. Suggesties? Laat het ons weten via ons emailadres. Vandaag een stuk over De zwarte Lord uit 2009 van Rihana Jamaludin.
door Egmond Codfried
Het betreft ook een veelomvattend werk, Jamaludin heeft veel over te dragen. Ze richt zich, als product van de diaspora, niet tot de Surinaamse lezer, maar tracht de Nederlanders een beeld te geven van de Surinaamse geschiedenis, de overweldigende natuur, de Surinaamse beschaving, de kleurrijke cultuur, de vele talen, religies en de vele etniciteiten die samen met elkaar Suriname vormen. Misschien dat Nederlanders kunnen begrijpen hoe vreemd en uiterst negatief en nutteloos hun huidige xenofobische campagne op Surinamers overkomt. Hoewel Nederland als koloniserende entiteit en geoliede veroveringsmachine niet met Suriname te vergelijken is. Het boek vormt daartoe een mix van reisgids, geschiedenis boek, filosofische gesprekken, een verhandeling over flora en fauna, een liefdesverhaal en een aanklacht tegen koloniale onderdrukking en exploitatie van slaven en arbeiders. De revolutionaire gebeurtenissen, de neergang van de adel en de volksopstanden in het roerige Europa vinden hoe dan ook hun weerslag in Suriname, wat zeer tegen de wensen van de koloniale overheerser ingaat volgens Jamaludin’s gepresenteerde visie op Suriname. Deze benadering is in mijn persoonlijke beleving, als historische onderzoeker en schrijver, de grootste verdienste van Jamaludin en schept een band met een leeftijdsgenoot. Ze gebruikt veel verhaallijnen met veel bijpersonages die op het eind krachtig en dynamisch samenkomen in een toneelstuk en een rechtszaak tegen de toneelgroep. Het einde van de roman is pure virtuositeit van de schrijfster en deed mij denken aan de ademloos spannende boeken over solidariteit ondanks levensgevaar, onderduiken en vluchten tijdens de periode 1940-1945 die ik las als bronnen voor mijn essay Komt er weer een Holocaust? (2010).
Wij kijken echter naar een aanzet tot een nieuwe soort van Surinaamse roman die zich minder houdt aan de smalle kaders van de opgelegde, kolonialistische historiografie en laat zien dat Suriname minder geïsoleerd en ongeïnformeerd zou zijn als de vroegere schrijvers beweren. Een feit dat mijn historische onderzoeken bevestigen. Ook de Nederlandse commentaren op dit werk illustreren dat de Nederlanders een remmende werking uitoefenen op de ontwikkeling van de Surinaamse literatuur. Zij zijn nog steeds Suriname aan het ontdekken en zijn zich nog steeds aan het verwonderen over de zaken over zichzelf die Surinamers alle in geuren en kleuren kennen of dat Surinamers ook zelf romans schrijven. De nieuwe Surinaamse auteur gebruikt het verleden om iets over vandaag, iets dat Surinamers aangaat, te verklaren. En als een virtueel laboratorium om een gewenste verandering te visualiseren. Waarom Surinaamse schrijvers en schrijvers in het verleden en heden gehaat worden door plaatselijke en buitenlandse politieke elites.
De historische romanvorm leent zich meer voor ongebreidelde, realistische politieke fantasie dan een verhaal dat zich in het heden afspeelt. Het heden is beter bekend bij de lezer, dus is de schrijver beperkt in zijn uitwerking van ideeën. Een historische evaluatie kan pas achteraf, maar kan ook als een vorm van een kritiek of een satire opgevat worden van wat vandaag gebeurt. De onderdrukkende staat houdt daarom graag een monopoly op de historiografie en behoudende krachten haasten zich om het publiek te waarschuwen voor fictie. Een roman is per definitie fictie, maar vaak onmisbaar om de lacunes tussen de historische bronnen te vullen om historische personen tot leven te brengen, om hun innerlijke motieven te kunnen onderzoeken. Zelf autobiografieën kunnen een vervalst beeld geven van deze personen.
Bij Jamaludin bespeur ik toch een tweestrijd om twee meesters te dienen, in plaats van onbevreesd te kiezen voor een helemaal vrije en anti-kolonialistische benadering. Omdat ik mij verdiept heb in de eerste, oorspronkelijke Cabale, wat in feite een RepublikeinseSurinaamse beweging was die tussen 1743-1753 Suriname onafhankelijk probeerde te maken, en er een studie, een romanmanuscript en een toneelstuk over schreef, begrijp ik niet waarom de auteur de Cabale als iets afzonderlijks en iets negatiefs beschreef. Ik herken een bron die zij letterlijk citeert wanneer Regina stelt dat latere, opeenvolgende gouverneurs ook geconfronteerd werden met een Cabale. Dat betreft overigens één van de beweringen waar de ik-verteller, correct toegepast, geen weet van kon hebben zonder een glazen bol. De protestbewegingen in haar boek zouden de Cabale moeten vormen, een beweging binnen de rijkste en gesurinamiseerde families, in plaats als een korte verwijzing naar een negatieve beweging. Hiermee speelt zij in tegenstelling tot haar eerdere stellingneming juist de koloniale beeldvorming onterecht in de kaart.
Storend vond ik het verkeerde gebruik van de titel Gran Masra, Grootmeester voor een nederige directeur, terwijl dit de grandioze aanspreektitel was van de schatrijke Administrateurs, de machtige politici die naast hun eigen extensief plantagebezit, ook meerdere plantages en slavenmachten beheerden. Ik had graag meer details over 19e-eeuwse kleding en gebruiksvoorwerpen of meubels gezien, omdat ‘vroeger’ voor veel Surinamers slechts één brei is zonder kennis van ideeën, stijlen en neostijlen. Dat Jamaludin zich nationalistisch toont maar de slaven geen stem geeft, is conform de kolonialistische geschiedvervalsing. Terwijl ze wel een stem hadden. Arme, ongeletterde mensen kunnen hun situatie heel goed verwoorden, hoewel niet altijd gehoord door hun onderdrukkers. Alsof de schrijfster zich opnieuw niet voldoende heeft ingeleefd. Dit is extra pijnlijk omdat tot vandaag Surinamers, de afstammelingen van slaven en contractarbeiders, in Nederland nog steeds geen stem hebben. Surinaamse schrijvers worden op neokolonialistische wijze door Nederland geselecteerd, kostenbesparend uitgegeven, besproken en beperkt gepromoot als tweederangs literatuur. Daarom zijn Marokkaanse en Pakistaanse auteurs in Nederland vrijwel alleen die jonge, knappe vrouwen die schrijven hoe verschrikkelijk de Marokkaanse of Pakistaanse cultuur is. Precies wat de Nederlanders over moslims willen horen.
Het bedenken van een plot en intrige zijn moeilijke dingen en men moet soms zijn toevlucht nemen tot haast onmogelijke zaken. Dat geef ik toe en ik bewonder Jamaludins prestaties. Maar om een kleurlinge op te voeren die niet te onderscheiden zou zijn van andere witten, gaat mij toch te ver. Het klinkt als de rechtszaken rond de overtreding van Amerikaanse one-drop-rule waar zwarten zich uitgeven voor witten en trouwen met witten waar hen dat expliciet is verboden. Waar rechtsjury’s zich moesten buigen over het probleem of deze persoon zwart is, en of de ‘bedrogen’ partner dat had kunnen weten, of een schadevergoeding verdient. Een veronderstelde zwarte wetsovertreder moest zelf haar geslachtsdelen aan de jury tonen, want daar blijft bij gemengde zwarten de zwarte kleur het langst. Dat soort drama’s zijn allang ontmaskerd als pogingen om zwarten en witten in het gareel te houden en zwartheid als een ernstige besmettelijke aandoening te presenteren. Wat mij daarom ook erg stoort in deze roman is de suggestie dat zwarten pas mooi zijn als ze gemengd zijn en witte voorouders hebben. Tegelijk praat de schrijfster ook een beetje over Black History, dat zwarten wel degelijk een hoge beschaving hadden vóór de Europeanen Afrika aandeden. Het lijkt mij dat het vooral over Black History zou moeten gaan, als wij een eigen, postkoloniale Surinaamse literatuur nastreven.
Veel Surinaamse bronnen zijn openbaar, maar een deel is nog in privé bezit en dient door zwarte en gekleurde onderzoekers nageplozen te worden. Nicolaas Beets bijvoorbeeld schrijft over een koloniale familie met een ‘West Indisch’ uiterlijk. De naam Beets komt ook voor in 18e-eeuws Suriname, een schoonzuster van Maria Susanna Du Plessis. Verder correspondeerde Beets met nakomelingen van gouverneur Crommelin. Een kleindochter van de gouverneur was getrouwd met een zoon van de schilder Jean-Etienne Liotard, die heel afrocentrische zelfportretten van zichzelf maakte. Dit is dus het dilemma welke speelt bij het schrijven van mijn roman Maria Susanna Du Plessis welke uitsluitend zwarte en gekleurde Europese en Afrikaanse personen betreft. Daarom moet ik de historische visie van Jamaludin en haar zorgvuldig uitgewerkt kleurschema ook op dit punt afwijzen en besef tegelijk dat mijn werk daarom nooit door een Nederlandse uitgever zal worden uitgegeven.
Den Haag, 28 maart 2010