blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Gobardhan-Rambocus Lila

Taalconferentie toont diversiteit aan visie

Het directoraat Cultuur hield zaterdag een brede conferentie over de invoering van een taalwet. Er is gesproken over ‘ordening van onze meertaligheid’. De conferentie is gehouden in de University Guesthouse en werd geopend door cultuurdirecteur Stanley Sidoel. Deze conferentie was het sluitstuk van afzonderlijke consultaties die de adviesgroep .Taalraad en taalwet’ de afgelopen maanden heeft gehouden met personen en instanties die zich bezighouden met taal. Dagvoorzitter Johan Roozer, gaf het advies mee om jongeren via Facebook te betrekken bij de discussie.

Lila Gobardhan-Rambocus zei dat “Suriname sedert zijn ontstaan een meertalig land is en dat zal blijven. De talen, die deze meertaligheid uitmaken, zullen in aantal blijven wisselen en daarbinnen zal het Nederlands – zeker in de komende honderd jaar – zijn belangrijke positie behouden, omdat het Nederlands van een opgelegde taal een eigen taal is geworden.”

Standaardisatie
Renata de Bies pleitte voor standaardisatie van de talen. Dit is een proces van vier fasen: selectie, beregeling (spelling, grammatica en het woordenboek), uitvoering (hier is een taak weggelegd voor de overheid en taalverenigingen) en onderhoud. De Bies gaf ook aan dat mediahuizen een taalvoorbeeldfunctie hebben.

De voorzitter van de adviesgroep, Hein Eersel sprak over Taalrechten en democratie. Hij verwees naar de grondwet waar in artikel 8.2 staat: “Niemand mag op grond van zijn geboorte, geslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd worden.”

Alle mensen hebben het recht om hun taal in het openbaar te gebruiken. Dit betekent ook dat de toegang tot overheidsdiensten en contacten met de overheid, van welke aard ook, niet belemmerd mag worden door de taalkeuze van de burger. Het Surinaamse volk mag niet op grond van taal gehinderd worden in zijn democratisch recht op vrije meningsuiting en op op invloed op de regering. Echte beleving van de democratie kan niet bereikt worden, als men beperkt, belemmerd of gehinderd wordt in de taalkeuze uit de nationale talen van Suriname.”

Visies
Bholanath Narain, lid van de adviesgroep stelde India, Zuid-Afrika en de Antillen als voorbeeld waar meer dan één officiële taal is. Voor Suriname ziet hij als officiële talen: Sarnami, Sranan en Surinaams-Javaans.

Paul Middellijn van Sranan Academia vindt dat het Nederlands afgebouwd moet worden, omdat het een beperking vormt voor ons en ons isoleert. Hij vindt dat aansluiting gezocht moet worden bij landen in de regio en het continent. Hij gaat voor het Engels en het Spaans, omdat deze talen overeenkomsten hebben met het Sranan.

[uit Starnieuws, 18 juni 2011]

Taalpeilonderzoek november 2010

door Lila Gobardhan-Rambocus

Voor de zesde keer – elk jaar in november- verscheen Taalpeil. Deze keer had de presentatie plaats in Gent in het kader van het 30-jarig bestaan van de Nederlandse Taalunie aan het begin van de jaarlijkse conferentie Het Schoolvak Nederlands, dat afwisselend in Nederland of Vlaanderen gehouden wordt.

 

Lila Gobardhan-Rambocus

Lila Gobardhan-Rambocus. Foto © Michiel van Kempen

Uit een onderzoek in Taalpeil met betrekking tot het onderwijs Nederlands in Nederland, Vlaanderen en Suriname kwam naar voren dat de ondervraagden in Nederland en Vlaanderen vinden dat er meer aandacht zou moeten zijn voor schrijfvaardigheid en spelling in het onderwijs, terwijl mensen in Suriname aangeven dat juist luisteren en spreken meer aandacht zouden moeten krijgen. Voor Vlaanderen en Nederland geldt: ‘correct leren schrijven en spellen 80%; met begrip leren lezen 70%; met begrip leren luisteren 70%.’ Surinaamse leerlingen zouden beter moeten leren luisteren en spreken (‘met begrip leren luisteren 90%; een correcte uitspraak 85% en spreken in het openbaar 85%’).
Omdat het Surinaamse deel verrassend anders is, vroeg de Taalunie mij om aan het begin van het congres (deelnemers voor een groot deel leraren Nederlands in het voortgezet onderwijs) vanuit de Surinaamse context een verklaring te geven. Het verzoek was ook hiernaast aan te geven wat leraren Nederlands in het voortgezet onderwijs in Suriname bezighoudt. Welke thema’s spelen in Suriname? De tekst volgt hieronder.Ik zal meteen ingaan op het zojuist genoemde verschil tussen mensen in Suriname en mensen in Nederland en Vlaanderen. Dat mensen in Suriname, anders dan in Nederland en Vlaanderen, aangeven dat juist luisteren en spreken meer aandacht zouden moeten krijgen dan schrijfvaardigheid en spelling lijkt me niet vreemd. In Suriname brengt men dagelijks veel meer tijd zoet met luisteren en spreken dan op het internet bijvoorbeeld. Het internet is bij ons namelijk nog relatief duur, waardoor maar een zeer beperkt aantal huishoudens (nog geen 30 %?) een eigen internetverbinding heeft. Hoewel leerlingen, vooral in het voortgezet onderwijs, veel gebruik maken van cybercafés en van hun mobieltjes, zijn ze na school nog veel meer bezig met radio en tv, die zeer populair zijn in Suriname. Er zijn ook jeugdprogramma’s, waaraan de jeugd meedoet, we hebben een jeugdparlement , er zijn veel populaire opbelprogramma’s, enz. In aardig wat huishoudens staat de radio of de tv vrijwel de hele dag aan. De meeste kinderen groeien er dus mee op.

En dan hebben we nog de Surinaamse politieke cultuur. Onze politieke cultuur is er vanouds een van toespraken. Wie het beste praat, krijgt de meeste aanhang. Vooral charisma telt. Een beetje zoals in Amerika. Welsprekendheid wordt nog steeds door vrijwel elke Surinamer zeer op prijs gesteld. We drijven zelfs de spot met onze hang naar welsprekendheid. Bij massameetings van welbespraakte politieke leiders hoor je mensen vaak verzuchten: ‘Ai baya, a man e tak’ bun’. (Wauw, wat kan die man praten!) En dat terwijl hij best een aantal woorden gebruikt heeft, dat de grote massa waarschijnlijk niet begrepen heeft. Het is dan ook geen wonder dat de jeugd van generatie op generatie de kracht van het gesproken woord, zo op prijs blijft stellen.

Een volgend belangrijk punt in mijn verhaal is het feit dat onze samenleving multicultureel is, maar multicultureel op een andere manier dan Nederland en Vlaanderen. In Suriname zijn grote groepen mensen uit Afrika en Azië letterlijk overgeplant. En deze culturen hebben voor een groot deel hun orale tradities behouden: nog steeds worden er verhalen van vroeger verteld en we hebben zelfs een Tori-oso (letterlijk een huis van verhalen), waar maandelijks dichters en schrijvers bij elkaar komen en hun verhalen en gedichten aan elkaar en aan een belangstellend publiek laten horen.

Ik heb het gehad over de complexe taalsituatie. Ter illustratie wil ik nog het volgende vertellen: er worden meer dan twintig talen gebruikt, waarvan zeker vijf met een relatief groot aantal sprekers. Welnu, vanwege deze complexe taalsituatie zijn veel personen onzeker over hun Nederlands taalgebruik. Zeker als ze uit homogene gebieden afkomstig zijn, zoals uit het binnenland van Suriname, waar het Nederlands, de officiële taal in Suriname, meestal alleen op school gehoord en gebruikt wordt. Dit zijn ook redenen voor het grotere belang dat de mensen in Suriname hechten aan luisteren en spreken.

En zo zou ik natuurlijk door kunnen gaan met u te vertellen waarom ik denk dat de mensen in Suriname anders dan in Nederland en Vlaanderen, aangeven dat juist luisteren en spreken meer aandacht zouden moeten krijgen dan schrijfvaardigheid en spelling.

Maar u zult het waarschijnlijk ook interessant vinden te horen wat leraren in Suriname, in het bijzonder leraren Nederlands over het Nederlandse taalonderwijs denken, wat hen bezighoudt.
In de korte spreektijd die me nog rest, wil ik u het een en ander hierover vertellen. De leraar Nederlands of de sectie Nederlands gaat steeds van twee zaken uit bij de programmering en het aanbod van de leerstof:
Ten 1e het feit dat de samenleving multicultureel en multilinguaal is; er moet dus les gegeven worden aan leerlingen met een verschillende taalachtergrond.
Ten 2e de verre van homogene klassen wat taalachtergrond betreft moeten klaargestoomd worden voor de schoolonderzoeken en het examen. En daarbij heeft het mondelinge schoolonderzoek literatuur een gewicht van slechts ¼ op het totaalcijfer.

U raadt het natuurlijk al; vanuit deze leersituatie zal de leraar noodzakelijkerwijs veel meer aandacht besteden aan de schriftelijke taalbeheersing van de kinderen, zowel het actief als het passief taalgebruik. Maar de leraren hebben natuurlijk wel dromen.

Aangezien mijn spreektijd nu vrijwel op is, kan ik alleen nog enkele van deze dromen noemen:
Ten 1e: het periodiek samen met de leerlingen analyseren van belangrijke debatten in binnen- en buitenland;
Ten 2e: samenwerking van taalleraren met leraren die andere vakken verzorgen;
Ten 3e: bijeenkomsten van vertegenwoordigers van de secties Nederlands van de mulo-, vwo- en havo-scholen om een goede aansluiting tussen de verschillende niveaus te bevorderen.

Ik hoop dat het me gelukt is u een blik te gunnen op de Surinaamse taal- en schoolsituatie.

Ik dank u wel.

Lezing Van Kempen voor studenten Nederlands in Nickerie

Lila Gobardhan-Rambocus, opleidingscoördinator van de opleiding Nederlands aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL), zegt dat de studenten van Nickerie dezelfde behandeling krijgen als die van Paramaribo. Ook de leerstof die ze aangeboden krijgen is hetzelfde. “We zorgen ervoor dat de studenten in Nickerie ook de lezingen kunnen bijwonen in eigen omgeving”, zegt Gobardhan. Michiel van Kempen, kenner van de Surinaamse literatuur, letterkundige en auteur maakte enorme indruk op de MO-A studenten Nederlands. Hij verzorgde een lezing over de Surinaamse literatuur.

De studenten waren geïmponeerd door de kennis die Van Kempen heeft over de Surinaamse literatuur. De Surinamist ging uitgebreid in op de werken van Albert Helman, pseudoniem van Lodewijk (Lou) Alphonsus Maria Lichtveld. “Helman heeft zoveel geschreven dat je tijd te kort komt om al zijn werken te lezen. Hij heeft een aantal pseudoniemen gehad, waaronder Albert Helman de meest bekende was”, aldus Van Kempen. Hij ging in op het meest populaire boek van Helman ‘De stille plantage’. Hij analyseerde en rafelde het boek uiteen. De studenten waren enorm tevreden met deze bijdrage. In een tentamen zal hun kennis over dit boek getoetst worden.

Dit was de vierde lezing in Nickerie, die Gobardhan organiseerde. De opleidingscoördinator is tevreden met de behaalde resultaten. Ruim 40 studenten zitten op deze opleiding, die in mei twee jaar bestaat. Het ligt in de bedoeling dat de studie in mei 2011 afgerond wordt. Saskia Angoelal, student, vindt dat de lezing op het juiste tijdstip is gehouden. “We kunnen onze voordeel hieruit halen, want het komt goed uit voor ons tentamen. We zijn veel meer te weten gekomen door deze lezing”, aldus Angoelal. Deze opleiding Nederlands in Nickerie is eenmalig.

[Overgenomen van Starnieuws]

In memoriam Bisoendajal L. Birjmohan

Op zaterdag 30 januari 2010 is op 85 jarige leeftijd overleden Bisoendajal Lamberts Birjmohan. Hij was de auteur van Surinaamse Parelen uit Brits-Indië (Leidschendam 2005) en won in 2008 de Nederlands Aanmoedingsprijs voor Genealogie.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter