Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Post-emancipatie in de Nederlandse Cariben: gastcolleges door Thinker in Residence Rose Mary Allen
Prof. dr Rose Mary Allen is de eerste Thinker in Residence van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radsboud Universiteit Nijmegen. Ze is cultureel antropoloog en buitengewoon hoogleraar Cultuur, Gemeenschap en Geschiedenis aan de Universiteit Curaçao. Rose Mary Allen geeft daarom een reeks van drie gastcolleges over de impact van slavernij in het post-emancipatietijdperk op de Nederlands-Caribische eilanden.
read on…Felle discussie over de literaire canon gaat nu over schrijvers
Toen in 2002 een lijst klassieke werken werd opgesteld, ging het over literaire kwaliteit en historische waarde, schrijft René van Stipriaan.
read on…Mondiaal toerisme en de pandemie
Bernard Duterme, directeur van het CETRI (Centre Tricontinental) uit Louvain-La-Neuve, is onder meer auteur van La domination touristique in de reeks Alternatives Sud. Op 14 augustus 2020 werd hij geïnterviewd door Radio France Internationale (RFI) over de laatste ontwikkelingen in het mondiaal toerisme.
read on…Naar het einde van de Amazone
door Jerry Dewnarain
Pitou van Dijck, de auteur van het boek Naar het einde van de Amazone, was als econoom verbonden aan CEDLA, het onderzoeksinstituut voor Latijns-Amerika aan de Universiteit van Amsterdam. Dit is een overzichtelijk boek over de vernietiging van het grootste woud ter wereld.
read on…Achille Mbembe’s Necropolitics
In Necropolitics Achille Mbembe, a leader in the new wave of francophone critical theory, theorizes the genealogy of the contemporary world, a world plagued by ever-increasing inequality, militarization, enmity, and terror as well as by a resurgence of racist, fascist, and nationalist forces determined to exclude and kill.
read on…Englishes
Tentoonstelling door Nicoline van Harskamp over de wereldwijde varianten van het Engels. read on…
Streamlines: oceanen, wereldhandel en migratie
De tentoonstelling Streamlines; Ozeane, Welthandel und Migration in de Hamburgse Deichtorhallen snijdt de grote thema’s van vandaag aan: handel, migratie, globalisering, milieu. Een foto-impressie van Michiel van Kempen. read on…
Sex and the Citizen: Interrogating the Caribbean
Sex and the Citizen, edited by Faith Smith, is a multidisciplinary collection of essays that draws on current anxieties about “legitimate” sexual identities and practices across the Caribbean to explore both the impact of globalization and the legacy of the region’s history of sexual exploitation during colonialism, slavery, and indentureship. Speaking from within but also challenging the assumptions of feminism, literary and cultural studies, and queer studies, this volume questions prevailing oppositions between the backward, homophobic nation-state and the laid-back, service-with-a-smile paradise or between giving in ignominiously to the autocratic demands of the global north and equating postcolonial sovereignty with a “wholesome” heterosexual citizenry.
The contributors use parliamentary legislation, novels, film, and other texts to examine Martinique’s relationship to France; the diasporic relationships between the Dominican Republic and New York City, between India and Trinidad, and between Mexico’s capital city and its Caribbean coast; “indigenous” names for sexual practices and desires in Suriname and the Eastern Caribbean; and other topics. This volume will appeal to readers interested in how sex has become an important register for considerations of citizenship, personal and political autonomy, and identity in the Caribbean and the global south.
Contributors:
• Vanessa Agard-Jones
• Odile Cazenave
• Michelle Cliff
• Susan Dayal
• Alison Donnell
• Donette Francis
• Carmen Gillespie
• Rosamond S. King
• Antonia MacDonald-Smythe
• Tejaswini Niranjana
• Evelyn O’Callaghan
• Tracy Robinson
• Patricia Saunders
• Yasmin Tambiah
• Omise’eke Natasha Tinsley
• Rinaldo Walcott
• M. S. Worrell
Sex and the Citizen: Interrogating the Caribbean. Ed. by Faith Smith
- ISBN-13: 9780813931135
- Publisher: University of Virginia Press
- Publication date: 4/22/2011
- Series: New World Studies
- Pages: 304
- Product dimensions: 6.10 (w) x 9.20 (h) x 0.80 (d)
De globaliserende wereld valt buiten de kaders
Gebroken evenwicht tussen Oost en West
De zon komt op in het Oosten… De traditionele historiografie gaat te veel uit van de “Noord-Atlantische” of de zogenaamde “Westerse” geschiedenis. Al te vaak leidt dit tot een vertekening van de historische werkelijkheid, zeker van de sociaal-economische wereldgeschiedenis. Haalde het Westen niet de mosterd in het Oosten?
In de globaliserende wereld verlegt het economische zwaartepunt zich opnieuw naar het Oosten. Het enorme belang van Aziatische en andere niet-Europese culturen in het ontstaan van de hedendaagse wereld kan niet genegeerd worden. Gebeurt dat toch, dan zijn interculturele communicatie en internationaal erkende regels onmogelijk.
Het identificeren van de relevante paradigma’s, die vaak steunen op cultureel-godsdienstige concepten, biedt een verhelderende kijk op het ‘Oosterse’ economische denken en handelen. Een noodzakelijke connectie? Dr Gerret De Vylder houdt hierover een avondlezing.
Dr. Gerrit De Vylder doceert Economische Geschiedenis, International Political Economy en Cross-Cultural Negotiations aan de Subfaculteit Handelswetenschappen/Lessius University College, Antwerpen van de KU Leuven. Familiaal bevindt hij zich zowel in de christelijke, West-Europese als in de islamitische, Zuid-Aziatische wereld. Hij is auteur van onder meer Gebroken evenwicht tussen Oost en West.
Datum: dinsdag 13 november 2012, 19.00 uur – 21.00 u
Somersstraat 13-15, 2018 Antwerpen
vlak bij Centraal Station en Parking Centraal
(routebeschrijving)
Deelnemen is gratis, aanmelden is noodzakelijk
Om meer te weten over het boek, klik hier
Indonesische diaspora
door Peter Meel
Wie het is ontgaan, heeft deze zomer onder een steen geleefd. Twee weken lang hield het nieuws de gemoederen bezig. Radio en televisie verkeerden in een verhoogde staat van paraatheid, sociale media waren oververhit, kranten raakten er niet over uitgeschreven. Zoals dat in Nederland met sportief succes gaat, bestond de rest van de wereld even niet en vloeiden opluchting, blijdschap, trots, vaderlandsliefde, aanstellerigheid en verdwazing onbekommerd in elkaar over. De triomfen van Ranomi Kromowidjojo op de Olympische Spelen in London waren er dan ook naar. Als winnares van twee gouden medailles (50 en 100 meter vrije slag) en een zilveren medaille (4 x 100 meter vrije slag) verzamelde ze van de Nederlandse deelnemers het meeste eremetaal en ontpopte ze zich als de koningin van de Olympische sportploeg. Kromowidjojo werd gehuldigd in Den Bosch (door ‘het Nederlandse volk’), in Den Haag (door premier Rutte), in Eindhoven (door haar zwemvereniging) en in Sauwerd (door haar thuisbasis). Ze was ook het middelpunt van een Olympisch gala dat in Amsterdam plaatsvond.
De zegetocht van Kromowidjojo vond plaats in dezelfde maand als een aantal gerelateerde gebeurtenissen waarvoor in de nationale en internationale pers minder aandacht was. Van de herdenking van de Javaanse immigratie op 9 augustus en de viering van de onafhankelijkheid van Indonesië op 17 augustus werd wel verslag gedaan, maar deze gebeurtenissen hadden vooral een routinematig verloop. Wel bijzonder was het congres van de Indonesische diaspora dat van 6 tot 8 juli in Los Angeles werd gehouden. Het was voor het eerst dat Jakarta het op zich nam om vertegenwoordigers van de over vijf continenten verspreide Indonesische diaspora bij elkaar te brengen en na te gaan wat de leden voor de ontwikkeling van Indonesië zouden kunnen betekenen. Volgens Jakarta kan de diaspora met zijn kennis, vaardigheden en kapitaal een impuls geven aan de economische groei van Indonesië, de sociale ongelijkheid in het land helpen terugdringen en bijdragen aan het realiseren van de politieke ambities van de regionale grootmacht.
De Indonesische regering volgt met deze politiek het voorbeeld van India dat vanaf de eindjaren tachtig een vergelijkbare weg insloeg. Het introduceren van twee nieuwe categorieën – People of Indian Origin and Non-Resident Indians – en het binden van beide groepen aan ‘moeder India’ was en is bedoeld om de politieke macht van Delhi te versterken en sociaal-economische vooruitgang op het subcontinent te bespoedigen. India maakt al enige tijd deel uit van de snel opkomende economieën die bekend staan onder de naam BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China). Sinds een aantal jaren probeert Jakarta zich te positioneren als een N-11 (next eleven) economie, samen met onder andere Turkije, Mexico, Zuid-Korea en Nigeria, met de bedoeling op zeker moment eveneens de status van BRIC-land te verwerven. Volgens de slotverklaring die op het congres in Los Angeles werd aangenomen, heeft de 21ste eeuw het in zich om de beste eeuw voor Indonesië te worden. De synergie van de diaspora met Indonesië en de ontwikkeling van een dynamisch partnerschap bieden de mogelijkheid om gedeelde voorspoed voor alle betrokken bevolkingsgroepen tot stand te brengen.
In The Jakarta Poststelde de spiritueel activist Anand Krishna dat het diasporacongres uitdrukking gaf aan ‘het ware gezicht van het nationalisme’. Hij herinnerde eraan dat volgens de Pancasila ideologie het Indonesische nationalisme geen benepen stelsel van opvattingen was, maar een levensbeschouwing ingekaderd in het grotere raamwerk van internationalisme en humanisme. De doelstellingen van de conferentie dienden volgens Krishna te worden beschouwd als een flinke stap in de richting van de verwezenlijking van Sukarno’s ideaal. Dat de gevoerde diasporapolitiek een gedeeld belang propageert, maar een Indonesisch belang de boventoon laat voeren, liet Krishna onvermeld. President Susilo Bambang Yudhoyono was er in zijn welkomstwoord open over. Hij sprak van de ‘grote familie van de Indonesische natie’ en benadrukte het voornemen van de Indonesische regering om (in navolging van India) visaprocedures te versoepelen en speciale visa voor de Indonesische diaspora in het leven te roepen. Op de invoering van een duaal burgerschap (een verlangen vanuit de diaspora) wenste hij zich niet vast te leggen. Yudhoyono: ‘Indonesia today is a new regional power with a global outreach. Indonesia has become the world’s third largest democracy. Indonesia has grown to be Southeast Asia’s largest economy, with the largest middle class in ASEAN. […] Let us make our nation as one of the world’s top-ten largest economies.’ Yudhoyono’s afscheidsgroet – ‘tot ziens in Indonesië’ – was een oproep om de blik naar het ‘thuisland’ te richten, maar wees tevens vooruit naar het tweede diasporacongres dat voor augustus 2013 in Jakarta staat gepland.
De Indonesische ambassadeur in de Verenigde Staten (en drijvende kracht achter het congres) Dino Patti Djalal deed evenmin geheimzinnig over de vruchten die Jakarta van de Indonesische diaspora hoopt te plukken. Hij legde zijn gehoor voor dat het per capita inkomen van de Indonesische diaspora naar schatting vijf keer hoger ligt dan het per capita inkomen in Indonesië. Jaarlijks maakte de Indonesische diaspora naar zijn zeggen 7 miljard Amerikaanse dollars aan Indonesië over. Naar het oordeel van Djalal was het geheim van de Indonesische diaspora dat deze beschikte over brain power, heart power en will power. Die zouden als cement dienen bij het opbouwen van een Indonesisch diaspora netwerk (IDN). Dit netwerk – een van de uitkomsten van het congres – heeft tot doel de Indonesische gemeenschappen beter te organiseren en hechter met elkaar te verbinden, de Indonesische regering (in het bijzonder de afdeling diasporazaken) met ideeën te voeden en strategische allianties te smeden met publieke en private organisaties om speciale diasporaprogramma’s uit te voeren. Ten slotte is het de taak van het netwerk om ‘kampioenen’ uit de Indonesische diaspora te identificeren die de diaspora-agenda verder kunnen zetten en als speciale ambassadeurs binnen en tussen de Indonesische gemeenschappen kunnen optreden.
Ranomi Kromowidjojo lijkt de juiste papieren te bezitten om zo’n ambassadeur te kunnen worden. Ze is slim, knap, evenwichtig, gedisciplineerd, representatief, communicatief en internationaal georiënteerd. Los van haar prestaties hebben haar ontspannen omgang met publieke en sociale media belangrijk aan haar naamsbekendheid en uitstraling bijgedragen. In Suriname worden haar verrichtingen al langere tijd met veel belangstelling gevolgd. In Indonesië zijn haar overwinningen in London gevierd als waren zij van een landgenoot. Veel Indonesiërs beschouwden de huzarenstukjes van Kromowidjojo als een welkome compensatie voor de teleurstellende prestaties van de eigen Olympische ploeg (één zilveren en één bronzen medaille bij het gewichtheffen). Ook de betekenis van haar achternaam (‘opeenvolgende overwinning’ of ‘voortdurende uitmuntendheid’) spreekt tot de verbeelding van de Indonesische diaspora en is medebepalend voor de aantrekkingskracht die er van de zwemster uitgaat.
Er moet tegelijk wat worden afgedongen op Kromowidjojo’s geschiktheid voor de rol van diaspora-ambassadeur. Het bleef niet onopgemerkt dat de Olympisch kampioene bedankte voor een ‘cultureel eerbetoon’ dat vanuit de Surinaamse en Indonesische gemeenschap in Nederland was voorbereid. Volgens haar zaakwaarnemer vond Kromowidjojo het wel mooi geweest, al die huldigingen, en had ze geen behoefte aan nog een feestelijk onthaal. Deze reactie is veelbetekenend. Bij alle opwinding rond haar persoon blijft Kromowidjojo nuchter, vastbesloten om zich niet van de wijs te laten brengen. Daarbij voegt zich nog iets anders. Kromowidjojo is trots op haar Surinaams-Javaanse wortels, houdt van het geboorteland van haar vader en is een liefhebber van de Javaanse keuken. Tegelijk lijkt het haar te ontbreken aan de behoefte om deze achtergrond te verbijzonderen. Daarvoor is ze teveel een kind van het Nederlandse noorden en te zeer vergroeid met de cultuur van de polder. Als topsporter appelleert zij aan mensen die zich etnisch verwant aan haar voelen, maar persoonlijk ziet zij die identificaties als secundair en beschouwt zij haar gemengde afkomst als een gegeven. Het is maar een dun draadje dat haar met de Indonesische diaspora verbindt.
Conferentie erfenis slavernij en contractarbeid internationaal
In het kader van de herdenking van 150 jaar emancipatie, 160 jaar immigratie van Chinezen en 140 jaar immigratie van Hindoestanen zal er een internationale wetenschappelijke conferentie in Paramaribo worden gehouden. Deze vindt plaats in juni 2013. Het thema van de conferentie is “Vrije en gedwongen migratie, diaspora en identiteitsvorming: De erfenis van slavernij en contractarbeid in historisch en hedendaags perspectief”. Daarbij zal worden gekeken naar de erfenis van de slavernij en de contractarbeid.
Invloed
Tijdens deze conferentie zal een verband gelegd worden tussen de historische gebeurtenissen van slavernij en contractarbeid en de actuele vraagstukken van globalisatie, identiteitsvorming, nationalisme en transnationalisme. De inleiders zullen nieuwe perspectieven aandragen over de invloed van vrije en onvrije migratie op de samenleving. Door deelnemers uit Suriname en overige landen bij elkaar te brengen wordt het uitwisselen van ideeën bevorderd. De bedoeling is om de presentaties van de conferentie als boekwerk beschikbaar te stellen.
Organisatiecomité
Op 4 september 2012 is een Protocol van Afspraken aangenomen door de navolgende negen organisaties die achter deze conferentie staan. Het gaat om NAKS, Federasi fu Afrikan Srananman, de Culturele Unie Suriname (CUS), de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie (NSHI), de Vereniging Herdenking Javaanse Immigratie (VHJI), de Commissie 10 oktober, het Nationaal Archief Suriname (NAS), het Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO), en Institute for Graduate Studies & Research (IGSR). Elke organisatie is vertegenwoordigd in het organisatiecomité dat de conferentie voorbereidt. Tijdens deze eerste vergadering is drs. Maurits Hassankhan tot voorzitter benoemd en dr. Hans Breeveld tot ondervoorzitter.