blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Gerlach Eva

Chemicus die alsnog componist werd

Ten slotte René Samson 1948-2019

door Erik Voermans

Het is mooi als een mens laat in zijn leven een tweede roeping vindt en zich daar met hart en ziel aan overgeeft. Het overkwam chemicus René Samson, die op zijn veertigste ontdekte dat hij wilde componeren en de daad bij het woord voegde. Na zijn pensionering, op zijn zestigste, kon hij zich fulltime aan de muziek wijden. read on…

De verdwijning van Marion Bloem en het gebrek aan nationalisme van Dobru…

Geanimeerde Vierde Caraïbische Letterendag

door Yaela van Dijk-Refos

Op zaterdag 1 oktober 2011 vond de Vierde Caraïbische Letterendag plaats in Theater van ’t Woord op de hoogste etage van de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

Het thema van de avond was ‘Over de kunst van het lezen’. Presentator Miriam Illes kondigde de verschillende programma-onderdelen aan. Zij leidde de avond in en stelde de columnisten voor. Achtereenvolgens lazen Eva Gelach, Juliën Ignacio, Myra Römer en F.Starik speciaal voor deze avond geschreven columns voor over hun leeservaringen. Michael Tedja kon door gezondheidsproblemen niet fysiek bij de avond aanwezig zijn, maar had zijn column opgenomen op een audio-opname die afgedraaid werd. De columnisten hebben allen zeer waardevolle bijdragen geleverd die een kritische reflectie geven op het lezen van Caraïbische literatuur.
De columns werden afgewisseld met twee filmfragmenten met straatinterviews, opgenomen door filmer Kris Kristinsson in Amsterdam Zuidoost. Hierin ondervroeg presentator Quinsy Gario (die ook dicht onder de naam T. Martinus) passanten over hun kennis en leesgedrag ten aanzien van Surinaamse en Antilliaanse literatuur.

In de pauze (20 min.) die volgde had het publiek gelegenheid om een drankje te bestellen en verkochten Literaire reisboekhandel De Evenaar en Uitgeverij In de Knipscheer boeken van de aanwezige schrijvers.

Na de pauze vond er een debat plaats onder leiding van John Jansen van Galen. Deelnemers waren Karin Amatmoekrim, schrijfster van vier romans – haar laatste Het gym in de week voor de Letterendag verschenen, de avond voor de Letterendag zat zijn nnog bij Pauw & Witteman; Jos de Roo, oud-journalist van de Wereldomroep, criticus van de Amigoe en Trouw, tegenwoordig woonachtig op Aruba en werkend aan een proefschrift over de invloed van de Wereldomroep op jonge schrijvers in de jaren ’50 en ’60; en Ismene Krishnadath, schrijfster van jeugdboeken, romans en columns en voorzitter van de Surinaamse Schrijversgroep ‘77. De laatste schrijfster was speciaal voor deze gelegenheid overgevlogen uit Suriname. Schrijfster Marion Bloem, die eigenlijk ook aan het debat zou deelnemen, was aan het begin van de avond aanwezig, maar was opeens met de noorderzon vertrokken.

Naar aanleiding van de hoofdvraag van het debat, “Hoe wordt Caraïbische literatuur in Nederland ontvangen door lezers en recensenten?”, volgde een levendige discussie. Is Surinaamse en Antilliaanse literatuur een onderscheiden ‘richting’ in de wereldliteratuur of moet het niet zo bestempeld worden? Begrijpen mensen uit Nederland deze literatuur wel en is dat laatste eigenlijk noodzakelijk om de literatuur op waarde te kunnen schatten? Vooral Jos de Roo’s stelling dat Dobru in zijn nationalistische tijd zo weinig echt nationale metaforen gebruikte, lokte veel reactie uit. Het publiek haakte bevlogen op de discussie in en kreeg zelfs zoveel ruimte van de debatleider dat het panel achter de tafel nog nauwelijks aan verdieping van de discussie toekwam.

Spoken word-artiest T. Martinus sloot de Letterendag af met een performance waarvoor hij gedurende de avond aantekeningen had gemaakt op een flip-over temidden van het publiek.

Na bloemen aan alle deelnemers te hebben overhandigd sloot Miriam Illes om 22.00 het zaalprogramma af. Hierna volgde in de foyer muziek van het latin/jazzcombo Sanne Landvreugd (altsax), Pablo Nahar (contrabas) en Sandip Bhattacharya (tabla).

Nog tot 23.00 had het publiek veel te beluisteren en te bepraten. Op naar het eerste lustrum van de Letterendag! Miriam Illes kondigde al aan dat die zal gaan over het thema Muziek & Literatuur.

Vierde Caraïbische Letterendag: De rotsen van Dobru

door Stuart Rahan

Amsterdam – Het thema was ‘De kunst van het lezen’, maar er werd getornd aan de dichterlijke vrijheid van een van Surinames grootste dichters aller tijden, Robin Dobru Raveles. De vierde Caraïbische Letterendag heeft zaterdag net als de eerdere edities literaire en dichterlijke tongen losgemaakt.

Het was de journalist/Neerlandicus Jos de Roo die dacht in een bijzin met de metafoor rotsen in het gedicht ‘Ik wil geen strand zijn’ Dobru weg te zetten als niet geslaagde nationalist. “Suriname heeft geen stranden en dus ook geen rotsen”, was zijn stellige overtuiging.

Ondanks de zaal en zijn collega panellid Ismene Krishnadath met voorbeelden van dichterlijke vrijheid en prachtige rotspartijen in de binnenlandse sula van Suriname illustreerden, bleef De Roo volharden in zijn misplaatste bewering. Deze discussie zou de rest van de avond beheersen, ook na afloop toen de leiding van de organisatie nog opmerkte, dat het zeker niet de bedoeling was om Dobru en zijn rotsen tot het thema van de avond te maken.

500 voor duizenden
Speciaal voor deze Vierde Caraïbische Letterendag is naar Nederland overgekomen Ismene Krishnadath, de Surinaamse kinderboekenschrijfster en voorzitter van de Surinaamse Schrijversgroep ’77. Zij hield een betoog voor waarin zij het meer richten op het Caraibisch gebied door Surinaamse schrijvers promootte, omdat er meer herkenbaarheid zou zijn. De Nederlandse boekenmarkt is in haar ogen niet rendabel genoeg vanwege de obstakels die uitgevers opwerpen. “Ik ben blij als ik vijfhonderd boeken verkoop in Suriname. Ik hoef niet zo nodig duizenden exemplaren te verkopen in meerdere oplagen”, wierp Krishnadath tegen. Een opmerking die niet even goed gewaardeerd werd door de andere panelleden Jos van Roo en schrijfster Karin Amatmoekrim. “Waarom een miljoenenpubliek schuwen voor een kleine beperkte Caraïbische markt waar Suriname met nog geen half miljoen inwoners, het enige land is waar Nederlands gesproken wordt?”, vroeg menigeen zich af. Niet alleen Surinaamse schrijvers kampen met obstakels om hun boeken in Nederland gepubliceerd te krijgen.
Volgens Karin Amatmoekrim melden zich dagelijks tientallen nieuwe schrijvers bij Nederlandse uitgevers. Het is nou net de kunst om met het juiste goed geschreven verhaal te komen. “Als schrijver wil je in eerste instantie een goed boek schrijven”, is het uitgangspunt van Amatmoekrim. Zij werd daarin ondersteund door Jos de Roo, die aangaf dat ook lezers van Patagonië een goed geschreven boek best wel kunnen waarderen. De herkenbare omgeving en/of figuren hoeven niet bepalend te zijn voor de lezer om een boek wel of niet aan te schaffen.

Trefossa
Voorafgaand aan de paneldiscussie spraken een aantal schrijvers middels een column hun liefde uit voor het lezen. Eva Gerlach bewonderde de dichter Trefosa van wie zij les kreeg op de AMS. “Ik zweer het je, ik heb les gekregen van Henny de Ziel en Trefossa. Hij daagde haar uit kritisch naar de ingezonden gedichten in de schoolkrant te kijken. Er ontstond een band die ook na schooltijd werd aangehaald. Dat vond Gerlachs moeder niet fijn. “Je gaat niet kunnen dichten in dat ‘taaltje’. Je gaat Nederlands studeren en lesgeven’, sprak moeder Gerlach haar dochter gebiedend toe.
Eva Gerlach maakte de opmerking niet tevreden te zijn met de vertaling van Trefosa’s ‘Wan tru puwema na wan skriki sani’ naar het Nederlands. Zij daagt daarom lezers uit met de juiste intense vertaling te komen. Voor Julien Ignacio is lezen in den vreemde ook een vorm van thuiskomen. En voor Myra Römer is lezen meer dan alleen gedrukte woorden tot je nemen. Artist T. Martinus ging de straat op om passanten hun interpretatie te laten geven op het lied ‘Blaka Rosu’ van Lieve Hugo en het boek Mijn zuster de negerin van Cola Debrot. Beide leverden soms hilarische opmerkingen op, maar het oorspronkelijke gevoel wat de vertolkers beoogden werd zeker aangesneden. Aan het einde vatte T. Martinus op geëigende wijze de avond samen.

[uit de Ware Tijd, 3 oktober 2011]

Vierde Caraïbische Letterendag – De kunst van het lezen

Op 1 oktober 2011 organiseert de Werkgroep Caraïbische Letteren in de Openbare Bibliotheek Amsterdam de Vierde Caraïbische Letterendag, die ditmaal geheel gewijd zal zijn aan de kunst van het lezen.

Verschillende schrijvers en dichters zullen worden aangesproken op hun leesgedrag: wat, wie en hoe lezen ze? En waarom? Vergt het lezen van Caraïbische literatuur in het bijzonder een extra inspanning? Middels columns, debatten, film en spoken word zullen alle aanwezigen op het podium en in het publiek uitgenodigd om na te denken over hun eigen leesgedrag.

Programma

Voor de pauze worden er columns over de leeservaringen van Eva Gerlach, Julien Ignacio, Myra Römer, Frank Starik en Michael Tedja worden voorgedragen. Ook zullen er filmfragmenten worden vertoond met daarin straatinterviews over leesgedrag (filmer: Kris Kristinsson).

Na de pauze debatteren Marion Bloem, Karin Amatmoekrim, Ismene Krishnadath (uit Suriname) en Jos de Roo onder leiding van John Jansen van Galen over de receptie van Caraïbische literatuur.

Spoken word-artiest T. Martinus vat de avond samen. Er wordt afgesloten met Latin jazz van Sanne Landvreugd en Pablo Nahar.

De presentatie is in handen van Miriam Illes.

Literaire reisboekhandel De Evenaar verzorgt een boekentafel.

Openbare Bibliotheek Amsterdam
Oosterdokskade 143, 1011 DL Amsterdam.
Zaal: Theater van ’t Woord
Datum: Zaterdag 1 oktober 2011
Aanvang: 19.00 uur precies
Toegangsprijs: € 12,50; met OBA-, CJP- of Stadspas € 10,00
Reserveren kan hier.

De Caraïbische Letterendag is mogelijk gemaakt door subsidies van het Amsterdams Fonds voor de Kunst en het Nederlands Letterenfonds.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter