Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Els Moor, ter nagedachtenis
door Ko van Geemert
Iedereen die ook maar enigszins geïnteresseerd is in Surinaamse literatuur, kent Els Moor. Door bijvoorbeeld haar vernieuwende literatuurmethode voor middelbare scholieren Fa y’e tron leisibakru (1998), door Lees je wijs! Hoe bevorderen we leesplezier bij kinderen? Creatieve verwerkingsvormen bij Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur (2009), maar toch vooral, denk ik, door de Literaire Pagina van de Ware Tijd. read on…
Shrinivási: En kind gebleven ben ik
De 88-jarige, in Suriname geboren dichter Shrinivási had al bijna een schrijversleven achter de rug toen hij in 1984 bij een erkende uitgever (In de Knipscheer) gebloemleesd werd. Al zijn bundels had hij in eigen beheer uitgegeven. We spraken hem in 2002 in Suriname en spreken hem nu, dertien jaar daarna, op Curaçao, waar hij alweer een jaar of acht woont. Een ontmoeting met een dichter van schijnbare uitersten, een bescheiden en zelfbewuste auteur, pessimistisch en hoopvol, schrijvend over het meest verhevene en het meest nietige. Een man met het vermogen zich blijvend te verwonderen. read on…
De Haan zoekt Slory
door Ko van Geemert
E. (Ezra) de Haan (1957) debuteerde in 1996 met de novelle Vonk. Daarna volgden een roman (1999) en twee dichtbundels (2003 en 2011). In Zoeken naar Slory gaat de schrijver op zoek naar de dichter Michaël Slory – of misschien beter gezegd: naar het Suriname van Slory. read on…
Teruggevonden werk van Tip Marugg
door Ko van Geemert
In 2009 verscheen het verzameld werk van een van de grootste schrijvers van Curaçao, De hemel is van korte duur, van Tip Marugg. De samenstellers, Aart G. Broek en Wim Rutgers, veronderstelden dat ze ál het werk van Marugg onder ogen hadden gehad. Tot onlangs de inhoud van een aantal dozen te voorschijn kwam. read on…
Erfgoed
door Ko van Geemert
‘Op een zondagmorgen stond ik in mezelf gekeerd voor het Meisje met de parel en moest opeens sterk terugdenken aan het eerste treffen met dit schilderij van Vermeer: ik was zes geworden, en werd om dat te vieren meegenomen naar het Mauritshuis.’ read on…
De muzikale pen van Walter Palm
door Ko van Geemert
Wie de achternaam PALM hoort, denkt aan muziek. Aan componist Jacobo Palm (1831-1906), aan Jan Gerard Palm (1831-1906), de nestor van het muziekleven op Curaçao. De laatste, die ook wel Shon Gerry genoemd werd, is de betovergrootvader van Walter Palm, een dichter – al is de muziek ook bij hem nooit ver weg is. Zojuist verscheen zijn bundel Een serenade voor mijn Shéhérazade. read on…
Literaire middag in de Plantage in het teken van de Caribische letteren
“Janny de Heer te verkiezen boven Cynthia Mc Leod”
door Ko van Geemert
Janny de Heer (1955) debuteerde in 1999 met Landskinderen van Curaçao. Historische verhalen. Voor haar meest recente boek, Gentleman in slavernij, deed zij uitgebreid historisch onderzoek in Suriname, Nederland en Duitsland.
read on…Literaire wandelingen in Punda en Otrobanda
Dushi Willemstad is een boek uit de Het Oog in ’t Zeil Stedenreeks van uitgeverij Bas Lubberhuizen, een reeks over literaire steden, met inmiddels 17 titels waaronder O Lissabon, mijn huis, Oxbridge blues, Gent, de dubbelzinnige, Ongenaakbaar Madrid, Ascon, bezield paradijs en Paramaribo brasa! Het eclectische karakter van dit boek, met veel zwart-wit foto’s, maakt het onmogelijk om een fragment te kiezen dat een treffende indruk van het geheel geeft.Omdat de auteur onmogelijk kritisch alle bronnen kan beoordelen, neemt hij af en toe halve waarheden, hardnekkige onwaarheden en omstreden oorsprongen over. In steekproeven kom ik tegen dat de slavenhandel pas in 1863 verboden werd (p 8) terwijl Nederland de slavenhandel in 1814 heeft afgeschaft, en de slavernij in 1863. Op dezelfde bladzijde staat over de olieraffinaderij ‘in sommige delen van Willemstad waait je een onaangename geur tegemoet, vooral als de wind verkeerd staat,’ zonder te vermelden dat in Wishi, Marchena, Habaai, Sta Helena, Charo en Domi en bij alle scholen aan de voet van de brug in Otrobanda constant roet, fijnstof en dergelijke raffinagetroep wordt uitgestrooid. Hardnekkig blijft de fout herhaald dat de reeks artikelen van Henri E. Marquand over John Brown, die in het Papiaments in de Civilisadó van 1873 en 1874 zijn gepubliceerd, uit het Engels vertaald zou zijn, terwijl die uit het Frans zijn vertaald en naar mijn weten nooit in het Engels zijn gepubliceerd. Er staat dat er een Papiaments woordenboek geschreven zou zijn door Marta Dijkhoff. Deze taalkundige heeft weliswaar gepubliceerd onder andere over de grammatica van het Papiaments, maar het bedoelde woordenboek is door Mario Dijkhoff, een neef van haar, gemaakt. Het is een beetje verwarrend om in de Otrobandaroute van de wandelingen een gedicht op te nemen dat zich afspeelt op het Wilhelminaplein (Alameda), dat in Punda ligt, en de volksetymologie van de term Kabe’i boto (en niet zoals in het boek staat Kabe’i di boto) is in ieder geval door een kenner van het Papiaments als Antoine Maduro bestreden.
Dushi Willemstad van Ko van Geemert
door Eric de Brabander
Recent las ik een blog van de auteur van het boek Het Einde van de Antillen, van Freek van Beetz. Van Beetz was tot 2010 adviseur van de regering van de Nederlandse Antillen. De uitgever van het boek van van Beetz had een recensie-exemplaar gestuurd naar de Nederlandse kwaliteitskrant het NRC. Het boek werd door de redactie teruggestuurd met de vermelding dat de politieke geschiedenis die samenhing met de ontmanteling der Antillen niet direct het interessegebied was van de lezers van het NRC. De volgende dag stond er een uitgebreid en diepgaand artikel in het NRC over vermeende corruptie op Bonaire en de afluisterpraktijken van Nederland. Het artikel ‘illegale spionage op Bonaire’ verscheen in de editie van 21 november. Klaarblijkelijk lag deze corruptie wel binnen het genoemde interessegebied van de NRC-lezers, meende van Beetz.
Hij noemt de gedragslijn van de Nederlandse media wat betreft de voormalige Antillen hardnekkig. De interesse gaat niet verder dan moord, doodslag en corruptie op onze eilanden. Afstand nemen van ingesleten beeldvorming vraagt kennelijk teveel, zo gaat van Beetz door. Teveel tijd, teveel energie, teveel inlevingsvermogen. Het steekt de eilandbewoners terecht als van de eilanden afkomstige succesvolle sportlieden steevast als ‘Nederlanders’ worden geprezen en criminelen het etiket ‘Antilliaan’ krijgen opgespeld. Met de literatuur is het niet veel anders.
![]() |
Tip Marugg |
Zo kreeg een in Nederland wonend neefje van een patiënt van mij het idee om een scriptie te schrijven voor het VWO- eindexamen Nederlands over de schrijver Tip Marugg. De Nederlandse leraar reageerde geïrriteerd. De Antillen, daar komen toch alleen streekromans vandaan, zei hij. Het neefje zette door en de leraar was groots genoeg zijn gebrek aan kennis toe te geven en beloofde de boeken van onze grote schrijvers te gaan lezen. Voor mij behoren Tip Marugg en Boeli van Leeuwen tot de groten der Nederlandse literatuur. Zij horen thuis in het rijtje Harry Mulisch, Willem Frederik Hermans, Louis Couperus, Karel van den Woestijne en Hugo Claus, om er maar een paar te noemen.
De enige die voor het Europees Nederlandse publiek doorgebroken is, is Frank Martinus Arion. En maar met een enkel boek, Dubbelspel. Dubbelspel heeft alle karakteristieken van een streekroman, een uiterst vernuftige streekroman. Het boek geeft de Europese Nederlander inzicht in het denken van de tropische koninkrijksgenoot, het lezen van het boek geeft de Hollander houvast in onze maatschappij. Denkt hij. Want Dubbelspel ontleent niet alleen de titel aan het op Curaçao populaire dominospel. Het is de dubbele gelaagdheid, die de niet ingewijde gemakkelijk mist. Zonder dat het deert want het ingenieuze van het boek is dat het op twee manieren leesbaar is. Het verhaal zelf is boeiend genoeg, ook als de intrinsieke boodschap niet begrepen wordt.
Jan Brokken schreef een aantal jaren geleden het boek Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin.Voor dit cultuurhistorische werk had Brokken tien jaar lang onderzoek gedaan. Op virtuoze wijze beschrijft hij in dit boek de historie van de Antilliaanse muziek. Muziekminnend Nederland was verbaasd. Antilliaanse muziek, dat was toch oorverdovend negergeroffel op olievaten, geblaas op koeienhoorns en gerinkel met hoefijzers. Daar hoorden folkloristische dansen bij, uitgevoerd door mannen gehuld in meelzakken en vrouwen in fleurige jurken.
Brokken legde het verband tussen de culturen, de smeltkroes, die Curaçao al vijf eeuwen is en de muziek die deze heeft voortgebracht. Hij zorgde ervoor dat de Hollanders aan de overkant van de oceaan een inkijkje hadden in de veelzijdige historie van de Antilliaanse muziek en haar componisten. Holland reageerde eerst verbaasd en direct daarna enthousiast. Klaarblijkelijk hebben we een Hollander nodig om aspecten van onze onderbelichte cultuur naar Europa te brengen.
En nu maken we kennis met Ko van Geemert. Het boek van Van Geemert is een wandeltocht door het Willemstad van vroeger. Al lopende door de straten van Punda en Otrobanda vertelt van Geemert over de geschiedenis van de Curaçaose literatuur en laat daarbij geen auteur, de bekende als ook de minder bekende, onbesproken. In het boek Dushi Willemstad wordt niet alleen Curaçaose literatuur besproken, maar komt ook de culturele en sociale structuur van het eiland aan bod, met al zijn dilemma’s en de voor de buitenstaander moeilijk te doorgronden verhoudingen. Het boek is een zeer uitgebreide feitenverzameling. Van Geemert is erin geslaagd dit materiaal zodanig samen te stellen dat het boek eenvoudig leesbaar is, en de verhaallijn voelbaar blijft, als ware het een roman. De uitgever Bas Lubberhuizen is samen met van Geemert en zijn echtgenote, en een aantal literatuurminnende Nederlanders afgereisd naar Curaçao om het boek te presenteren. Deze presentatie vond in Avila plaats, waar de geest van Boeli van Leeuwen nog voelbaar is. De eigenaar van Hotel Avila, de Deen Nic Moller, was een intieme vriend van Boeli van Leeuwen en heeft aan het boek Dushi Willemstad een bijdrage geleverd over Boeli. Anderen die aan het boek hebben bijgedragen zijn Lucille Berry, Carel de Haseth, Jan Brokken en Wim Rutgers.
Lucille Berry-Haseth. Foto © Aart G. Broek |
Op de kaft prijkt een prachtige foto van het Avila van vroeger. Mijn goede vriend Chris Winkel herkende direct zijn opa Gungu Maal op de achtergrond, de zonderlinge oogarts die het gebouw in de Penstraat kocht om er een oogkliniek van te maken, maar die er na zijn pensionering een pier voor liet storten en het hoofdgebouw omtoverde tot een een guesthouse. Het boek zelf is geïllustreerd met talloze foto’s, van de auteurs waarvan velen allang op het kerkhof, van historische momenten, van gebouwen.
Caribisch-Nederlandse literatuur kreeg in Nederland zelf nooit de aandacht die ze verdiende, net zomin als Caribische muziek. Veel van het schrijfwerk is door de auteurs zelf uitgegeven daar het door onze kleinschaligheid vrijwel onmogelijk is om met een locale uitgeverij een boterham te verdienen. In Nederland zijn er maar enkele uitgeverijen die een fonds hebben voor Caribische literatuur. Uitgeverij Conserve in Amsterdam, In de Knipscheer in Haarlem, en nu dus de uitgever Bas Lubberhuizen die met eigen ogen heeft kunnen aanschouwen dat er op Curaçao meer is dan in de Nederlandse mist gezien wordt.
Van Geemert schreef eerder de literaire stedengids Paramaribo Brasa!. Ook publiceerde hij Amsterdam en zijn schrijvers, Het einde. Wandelen rond eindhaltes van de tram in Amsterdam, en Dum Vivimus Vivamus, over de gelijknamige serie schilderijen van zijn zwager Jeroen Krabbé, welke laatste ook geen onbekende op ons eiland is.
Het boek Dushi Willemstad van Ko van Geemert is naar mijn mening nu al een historisch document. Omdat het van Geemert gelukt is om in een enkel geschrift de geschiedenis vast te leggen van 150 jaar Curaçaose literatuurgeschiedenis. Ik mag hopen dat dit boek veelvuldig uit bibliotheken geleend zal worden, op scholen zijn weg vindt, gaat dienen als studiemateriaal voor scripties Nederlands maar ook dat u het onder de kerstboom gaat vinden.
[Ontleend aan Antilliaans Dagblad, 17 december 2013, pp. 14-5.]
Boeli
door Ko van Geemert
Net las ik de ingezonden brief (25 november) van Rob van Buiren, onder de titel: ‘Nalatenschap Boeli niet naar Den Haag’. Hij schrijft: “Als een van de grote schrijvers van Curaçao, van de Nederlandse Antillen hoort de nalatenschap vanzelfsprekend op Curaçao thuis.” Zeker!
Zoet Willemstad: Hoe smaken Punda en Otrobanda literair?
door Klaas de Groot