Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Sinterklaasfeest op de tocht door aanwezigheid Zwarte Piet
door Patrick Meershoek
Waarom ik de film Hoe duur was de suiker niet ga kijken
door Quinsy Gario
“Hoe duur was de suikeris geen slavernijfilm, het is een romantisch melodrama dat zich afspeelt op een Surinaamse suikerplantage in 1780.”In de rest van het interview met regisseur Jean van de Velde in BN De Stem wordt het niet veel beter. Dat Van de Velde anders dan in het boek Mini Mini de verteller maakt maar dan alsnog de witte Sarith centraal zet is voor mij een complete afknapper. Dus, nee dank je.
Tula en de taal van georganiseerde opstand
[van de blogspot Roet in het eten]
Poëziemiddag Simia Literario
[Bericht van Wendela de Vries]
Beste Simiavrienden,
Het is bijna zover. Op 15 juni, om 15.30 u in het prachtige lichte kerkje van Sloten (A’dam), gaan gedichten die door 5 van ons zijn geschreven het levenslicht zien! Alida Kock, Artwell Cain, Joan Lesie, Quinsy Gario (T. Martinus) en Olga Orman dragen hun eigen werk voor, afgewisseld met bijzondere koorzang door het Koor van Meneer de Wit en solozang uit de 20ste eeuw.
De muziek en de gedichten zullen heel lieflijk en stralend als de zomerzon zijn, maar soms ook rauw, somber of confronterend, zoals het leven zelf.
Ik hoop echt dat iedereen van Simia, met partners en kennissen en familie kan komen! In de flyer staan alle gegevens mbt adres, kaartverkoop. Wees er snel bij, want er kunnen maximaal 180 mensen in de kerk. We hopen allen te ontmoeten die middag!
Hartelijke groet, Wendela
Pleidooi voor andere kijk op slavernij in Clark Accord Lezing
door Diederik Samwel
De Clark Accord Lezing die afgelopen weekend in Amsterdam werd gehouden stond in het teken van de slavernij. De Curaçaose dichter en theatermaker Quinsy Gario riep in zijn lezing huidige generaties op het gedachtegoed van hun voorouders in ere te houden. De lezing ter nagedachtenis aan de in 2011 overleden schrijver Clark Accord werd voor de tweede keer gehouden. Het is naast het organiseren van wedstrijden voor schrijftalent in Suriname en Nederland een van de voornaamste initiatieven van de vorig jaar door zijn familie opgerichte Clark Accord Foundation.
Mensen met idealen
Quinsy Gario hield in de Openbare Bibliotheek in Amsterdam op Accords sterfdag een fel betoog voor een ándere, niet-koloniale benadering van het slavernijverleden. Stilstaan bij deze periode in de geschiedenis hoeft volgens Gario niet statisch te zijn, ‘als iets wat het verleden toebehoort’.
In zijn lezing verwees Gario naar het laatste boek van Accord, Plantage d’Amour.
Hoofdpersoon Kenneth leert daarin gaandeweg om voortaan uit te gaan van zijn voorouders en niet van slaven, als hij op zoek gaat naar zijn roots in Suriname. De betovergrootouders van Kenneth waren mensen met idealen die voor hun vrijheid vochten en geen ‘ééndimensionale slachtoffers’ waar de huidige generaties haast automatisch pathetische herinneringen aan bewaren. In die pathetiek schuilt namelijk het gevaar dat de nazaten nog altijd afhankelijk zijn van anderen. Bijvoorbeeld waar het gaat om erkenning van leed of toekenning van subsidies.
Nederlanders eren
Volgens Gario moet er snel een eind komen aan de heersende Europese perceptie van de slavernij: ‘Het herdenken van het afschaffen van de slavernij op 1 juli, is eigenlijk niet zozeer stilstaan bij de vrijheid van tot slaaf gemaakten als wel Nederlanders eren, omdat ze zo barmhartig zijn geweest hen hun vrijheid te geven.’
Waar Karin Amatmoekrim vorig jaar tijdens de eerste Clark Accord Lezing haar in 2011 overleden collega-schrijver een fakkeldrager van de postkoloniale literatuur noemde, beschouwt Gario hem als een icoon van de mondiale dekoloniale beweging in kunst en cultuur. Daarin staat niet langer het Europese gedachtegoed centraal, maar is het slechts een van de mogelijke manieren om de wereld te ervaren.
‘En dat moeten we in onze kunst en cultuur ook laten terugzien wanneer we het over de slavernij hebben. Ik beschouw Plantage d’ Amour als een dekoloniaal werk. Het is niet de Europeaan en zijn mening die centraal staan maar wij. Onze achtergrond wordt naar voren gehaald, bestudeerd en bewierookt. Onze diversiteit en verscheidenheid. Onze individualiteit. Onze manieren van de wereld om ons heen meemaken worden uiteengezet.’
Trots op voorouders
Gario toont zich, naar het voorbeeld van Accord, trots op zijn voorouders. Hij roept de huidige generaties op om in dezelfde lijn te denken en hun stem te laten horen: ‘Ik ben trots op de overlevingskracht en levenszin van mijn voorouders, die ondanks alles elke dag een betere wereld voor mij hebben gemaakt. Ik wil de herinnering aan hen niet onder stoelen of banken hoeven stoppen, zodat ik subsidie krijg om te overleven hier in Nederland. De oer-Hollandse uitspraak ‘wie betaalt bepaalt’ geldt nog altijd, zoals we hebben gezien met het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis.’
Gario besloot zijn lezing met een oproep aan de jongste generaties om net als Accord de verantwoordelijkheid te nemen die de voorouders hen ooit hebben gegeven: ‘Nu is het zaak om elkaar te steunen, elkaar kritisch te bevragen zonder elkaar kapot te maken, verantwoording voor onze daden af te leggen zonder te denken dat het een knieval is. Elkaar een handje helpen, elkaar behoeden, elkaar de ruimte geven, elkaar wijzen op fouten, elkaar meegeven dat het onze taak is om de wereld beter achter te laten voor de generaties na ons.’
De integrale tekst van de lezing van Quinsy Gario is terug te vinden op de site ‘Roet in het eten’, platform voor crosscultureel contact.
Tweede Clark Accord-lezing
Clark Accord was als schrijver van grote betekenis voor de Surinaamse en Surinaams-Nederlandse gemeenschap. Als geen ander wist hij de noodzaak tot emancipatie en de vergroting van het zelfbewustzijn voor het voetlicht te brengen. Ter ere van zijn nagedachtenis wordt er tijdens deze avond op zaterdag 11 mei de tweede Clark Accord Lezing gegeven. Deze lezing zal met ingang van 2013 twee jaarlijks georganiseerd worden.
Met het uitroepen van de Clark Accord Lezing hoopt de organisatie een podium te geven aan inspirators van verschillend pluimage, die passie en betrokkenheid tot een kernwaarde van het leven hebben gemaakt. Dit om vooral de geest van Accord, het engagement en de liefde voor de mensheid, te verspreiden.
De tweede Clark Accord Lezing wordt verzorgd door Quinsy Gario (aanwezig onder voorbehoud), dichter en kunstenaar bekend als winnaar van de Hollandse Nieuwe Theaterrmakersprijs 2012 en van Roet in het eten. De lezing staat in het teken van herdenking en viering 150 jaar afschaffing slavernij in Suriname en de Antillen. De titel van de lezing is ‘Tussen Slavernijverleden als eindpunt en vertrekpunt. Kunst en cultuur als emancipatiehandvat’.
Sprekers en muzikale bijdragen
De avond wordt geopend door directeur van de OBA, Hans van Velzen. Familie Accord, Roué Hupsel en Roan Polanen spreken. En natuurlijk muzikale bijdragen.
Kaarten
U bent van harte welkom op de tweede etage bij het Cultuurplein van de OBA. Inloop van 19.30 uur tot 21.30 uur en het programma is van 20.00 uur tot 21.30 uur. De toegang is gratis. In verband met beperkte plaatsen adviseren wij u om op tijd te komen om teleurstellingen te voorkomen.
Natalie Wanga: Schrijven, toneel en debatteren (2 en slot)
door Quito Nicolaas
Het leven op aarde leef je maar slechts een keer, is het credo van iedere schrijver. Natalie timmert hard aan de weg om mee te doen en vooruit te komen in verschillende arena. Leunen tegen de oude cultuur en literatuur kan haar parten spelen en verruilt ze deze tegenwoordig voor de Perzische en Arabische literatuur. Als amateurtoneel-speelster maakt ze deel uit van toneel-groep B plus C Leiden en speelde ze onder andere de rol van Shakespeare’s Julia en de Koningin in het toneelstuk Tussen de Schuifdeur. Het besef dat haar eiland Bonaire geruisloos een metamorfose ondergaat, heeft haar o.a. doen besluiten om politiek activist te worden. Ze heeft verschillende prijzen behaald als public speaker, zoals de eerste plaats in 2010 met haar toespraak over het thema Whisper to the Inner Child bij de Toastmasters International competitie voor de regio Den Haag.
Welke invloed heeft het wonen op Aruba, Bonaire en Nederland op je gehad?
Tum Tum Ahe, Re-Mai-Lo, Coming Down Forking en Het Smurfenlied. Dit zijn hele bekende traditionele nummers en gedeeltes van nummers uit de ABC-eilanden en Nederland waarmee ik ben opgegroeid. Wonende op Bonaire, krijg je toch ook heel veel invloeden uit Curaçao. Ik voel me heel bevoordeeld dat ik in al deze culturen heb mogen opgroeien. Als kind kende ik al de drie volksliederen van elk ABC-eiland afzonderlijk uit mijn hoofd. Met Nederland heb ik een vast-losse liefdesrelatie. Toen turner Epke Zonderland dit jaar bijvoorbeeld zijn gouden Olympische medailles in ontvangst nam en het Wilhelmus werd gespeeld, sprongen spontaan de tranen in mijn ogen. Natuurlijk zijn er zaken in Nederland die mijn voorkeur genieten en die ik warm omarm. In Nederland ben ik ook in aanraking gekomen met diverse culturen zoals de Surinaamse, Iraanse, Turkse en Arabische cultuur. Deze hebben mijn leven verder verrijkt en mijn visie op het leven verbreed.
In het kort verhaal Fool blood I, beschrijf je verschillende etappes in je leven. Wat betekent deze worsteling voor de thema’s waarover je schrijft?
Fool Blood I is een woordspeling van het Engelse woord full blood wat volbloed betekent. Naast het Nederlands en Papiamento schrijf ik namelijk ook in het Engels. Dit werk is een satirisch stuk hoe zowel Caribische Nederlanders, Europese Nederlanders en andere nationaliteiten mij voor ‘aanzien’. Bijna niemand kan me in eerste instantie in het ‘correct etnische hokje’ plaatsen. Tijdens een studiereis naar Iran werd ik zelfs door de bewoners voor Iraniër aangezien met de nodige prettige, minder prettige en zelfs spannende situaties als gevolg. En zelfs Bonaireanen zien me voor een Arubaanse of Latina aan. Ik weet overigens niet wat hun criteria zijn om mij als ‘Arubaanse’ of Latina te beschouwen, maar goed, ha ha ha. Daarnaast wijst dit stuk ook op het feit dat ik vanaf mijn kindertijd door mijn omgeving ook bijna gedwongen word om een voorkeur voor beide eilanden te uiten of te kiezen. Voor mij is dit heel simpel: Ik ben geboren op Bonaire, van Bonaireaanse ouders die beiden een groot deel van hun leven ook op Aruba hebben doorgebracht. Maar mijn grootouders en generaties daarvoor zijn Bonaireanen. Ik leg het ook vaak op de volgende manier uit: Bonaire is mijn moeder, Aruba is de tante die me altijd liefdevol heeft verzorgd toen ‘Moeder Bonaire’ buiten haar kunnen dit niet kon.
Waarom ben je nooit tot een publicatie gekomen?
Een zeer legitieme vraag! Behalve de gezamenlijke verzamelbundels van Simia Literario en krantenartikelen, heb ik zelf nooit een werk ‘à titre personnel’ gepubliceerd. Angst voor het onbekende misschien? Te perfectionistisch op dat gebied met de hieraan gerelateerde faalangst? Te druk met andere zaken? Eerlijk gezegd kan ik hier geen pasklaar antwoord op geven. Ik denk dat het een combinatie is van bovengenoemde factoren. Maar ik hoop wel in de nabije toekomst met een eigen publicatie te komen.
Hoe kijk je zelf tegen de Nederlandstalige Caribische literatuur aan?
Deze term heb ik altijd ‘tricky’ gevonden. Wat zijn de criteria? Moet de schrijver per se uit Caribisch Nederland komen? Moeten de thema’s echt gebaseerd zijn op bijvoorbeeld het slavernijverleden, culturele thema’s of de natuur? Of over de eeuwige etnisch cultureel interne tweestrijd van de Caraibische Nederlander? De ‘klassieke’ schrijvers zoals Cola Debrot, een Bonairiaan overigens, Pierre Lauffer, Boelie van Leeuwen, Tip Marugg en Frank Martinus Arion zijn natuurlijk het vermelden waard.
Nogmaals iedereen is vrij om zijn/haar eigen thema’s te kiezen voor hun werk. En dit soort werk moet er ook zijn! Maar eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik het een verademing vind om jongere schrijvers als T. Martinus ( pseudoniem voor Quincy Gario) over andere thema’s te zien schrijven. Mijn korte verhalen gaan ook vaak over andere culturen ,zoals de Perzische en Arabische die me zo fascineren, en taboedoorbrekende thema’s. Maghrib na Ispahan bijvoorbeeld is een kort fictief verhaal dat ik geschreven heb over de non-fictieve eerste Iraanse vrouwenrechter en Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi.
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Om gezond en positief ten opzichte van anderen en mijzelf te blijven! Dan komt alles bijna vanzelf.
Quinsy Gario – Gedicht 160
Het geklop van harten verruilt
voor zachte stemmen wachtend op moois.
Het kwam, het kwam.
Zonder tranen zonder tuiten.
Gezellig hé?
Roet In Het Eten
Roet In Het Eten is een radioshow op mArt radio, 107.9 Ether en 105.5 Kabel, met Quinsy Gario. In de show worden hedendaagse gebeurtenissen besproken vanuit een vanzelfsprekend multicultureel perspectief. Nieuws, actualiteiten, populaire cultuur, kunst en muziek worden vanuit een frisse en kritische invalshoek benaderd. Er zijn 180 verschillende nationaliteiten te vinden in Amsterdam dus zal dit programma ook de culturele veelzijdigheid van de stad gretig omarmen.
Quinsy Gario op 20 november j.l. met Arnold Arnold Lubbers over nationalisme en geschiedschrijving |
Op de site van Roet In Het Eten verscheen dit bericht:
Sint Nicolaas ‘t is nu de tijd,
toe, laat de Pieten gaan!
Al eeuwenlang duurt deze strijd,
toe, laat de Pieten gaan!
refr.
Nic’laas luister,
‘t kan zo niet verder gááán.
Hallo! Sinterklaas,
toe, laat de Pieten gaan.
2.
Hoe rijmt u dat ‘goed heilig man’,
dat dit nu nog kan,
te knechten zwarte Pieten man
zo lang al aan de gang.
refr.
Nic’laas luister,
‘t kan zo niet verder gááán.
Hallo! Sinterklaas,
Dat dit nu nog kan,
toe, laat de Pieten gaan.
3.
‘Goede Sint’, ‘t is nu de tijd,
voor gelijkwaardigheid.
Wij staan nu op voor Zwarte Piet
en voor menswaardigheid.
refr.
Nic’laas luister, (listen)
Change, change, change your mind,
Hallo, good old man
stop this slavery
and set my people free!
– Susanne Sinester
Quinsy Gario is op donderdag 6 december te gast bij de Sinterklaasviering van de Werkgroep Caraïbische Letteren in het Amsterdamse Theater Perdu.
Een heerlijk avondje met de Werkgroep Caraïbische Letteren
Solange Leibovici |
Vertaalster en geografe Amparo Garcia Celma vertelt hoe de Spanjaarden de teloorgang van hun stierenvechten ervaren. Aart Broek heeft scherpe herinneringen aan de Antilliaanse Sint Nicolaas. En filosofe Solange Leibovici neemt ons mee naar Frankrijk, ze heeft veel nagedacht over Sinterklaas – die ze haat – en zet de Turkse baardman af tegen de lieve Kerstman uit la douce France. Arnold-Jan Scheer, auteur van Wild geraas, vertelt over strijd, primitiviteit en lust achter de Sinterklaasviering.
En muziek van het Sinterklaastrio!
Datum en tijd: donderdag 6 december, 19.30 uur, zaal open 19.00 uur
Toegang: € 10,-/ CJP € 7,50
Scott Rollins 60
Scott Rollins, al veertig jaar in Nederland actief als auteur, uitgever, boek-, film- en muziekpromotor en in Caraïbische kringen bekend van zijn vertalingen van tal van auteurs in het Engels, wordt 60. Gelijktijdig met zijn 60ste verjaardag verschijnt zijn nieuwe boek Rings of the Tree & Other Vignettes. Het wordt op dinsdag 20 november bij het ABC Treehouse in Amsterdam gevierd. Scott zal voordragen uit het boek.
Scott Rollins bij de VOS in gesprek met Quinsy Gario. Foto @ Michiel van Kempen |
Bomen en wortels – passende metaforen voor poëzie, voor alle componenten van deze levende wezens die ons van zuurstof voorzien, een schuilplaats bieden tegen de elementen, stille getuigenissen zijn die onze vergankelijkheid gekerfd als initialen dragen op hun basten, met hun uitgeholde stronken onze voorouders over oceanen vervoerden, hun bladeren die ons balsemen, thee en medicijnen schenken om onze ziekelijke lichamen en geesten te genezen. En waar groeien onze bomen nu? Zijn ze hier nog slechts om met miljarden geveld te worden, pulped fictions op de goederenmarkten van onze opwarmende planeet?
The publication of Scott Rollins’ new book Rings of the Tree & Other Vignettes coincides with his 60th birthday. Scott will read from his book. In the forty years he has lived in the Netherlands he has made his living as a cultural entrepreneur, active in literature, music and film.
Trees and roots – apt metaphors for poetry, all the constituents of those living beings that provide us with oxygen, root us to a sense of place, shelter us from the elements, silent witnesses bearing our transiently carved initials in their barks, their hollowed trunks transporting our ancestors across oceans, their leaves offering balms, teas and medicines to salve our ailing bodies and souls. And where are our trees growing now? Are they merely here to be felled by the billions, pulped fictions in the commodity markets of the warming globe?
‘Waarom werd Alleen Maar Nette Mensen niet gemaakt door mensen met kennis van de Bijlmer?’
Ik moet toegeven dat de schrijver van het GeenStijl-stuk, René van Leeuwen, een interessante invalshoek kiest voor zijn kritiek op mijn stuk. Door de film Alleen Maar Nette Mensen tegenover de tv-serie en films New Kid‘ te zetten, plaatst hij twee producties waarin autochtone Nederlanders het verhaal hebben bedacht en verfilmd naast elkaar. Waar New Kids gemaakt is door jongens die de Brabantse setting waar het verhaal zich afspeelt door en door kennen, is Alleen Maar Nette Mensen echter gemaakt door mensen die vrij weinig van de Bijlmer afweten.
Strooptocht
Regisseur Lodewijk Crijns vertelt zelfs in Plot, vakblad voor scenaristen, dat hij samen met Robert Vuijsje op een nachtelijke ‘strooptocht’ ging in de Bijlmer om te kijken hoe het er op obscure feesten aan toe ging. Worden de mensen in Amsterdam-Zuid ook neergezet als dieren als men daar op locatie scouting gaat? Eerder in hetzelfde stuk heeft hij het over zijn fascinatie voor vrouwen uit andere milieus ‘omdat die nog wel wisten wat vrouwelijkheid inhield.’ Kan het nog fetisjistischer?
Het probleem zoals Van Leeuwen in zijn GeenStijl stuk zo goed neerzet, is hoe de makers omgaan met de personages die ze hebben gecreëerd. Waar in New Kids de personages ‘lovable losers‘ zijn die behoorlijk uit de bocht vliegen, wordt de zwarte familie uit de Bijlmer afgeschreven als een groep wilde dieren. Dit in tegenstelling tot de Joodse familie die wel de kans krijgt om te veranderen. Wanneer Crijns zegt dat hij net als David ‘uit een elitair milieu komt’ en ‘een fascinatie had voor mensen uit andere milieus’ geeft hij waar zijn empathie voor de Davids familie vandaan komt en tevens waar zijn fetisjistische behandeling van de familie van Rowanda vandaan komt.
Slachtofferrol
Deze vereenzelviging van de maker met de hoofdpersoon geeft ook aan dat hoewel Surinaams-Nederlands en Caribisch-Nederlandse acteurs hieraan meededen, het niet hun verhaal was. Zoals ik in een eerder opiniestuk schrijf, waren zij slechts decor voor het uitleven van de seksistische en racistische verbeelding van onder anderen Vuijsje, Cruijns, Topkapi Films, het Abraham Tuschinski Fonds, het COBO Fonds, het Film Fonds, woningcorporatie Ymere en publiciteitsbedrijf Wild Bunch.
Vaak wordt gezegd dat je een slachtofferrol aanneemt als je durft te zeggen dat er iets fundamenteel mis is met de beeldvorming in Nederlandse mediaproducties. Wat vaak als argument wordt gebruikt, is dat auteurs en acteurs van niet-autochtone afkomst maar hun eigen verhalen moeten gaan maken.
Netwerken
Waar blijven de verhalen bedacht en vertelt door Surinaams-Nederlandse, Caribisch-Nederlandse, Ghanees-Nederlandse of Somalisch-Nederlandse filmmakers, theatermakers, schrijvers en regisseurs? Het probleem is de toegang tot de netwerken, mogelijkheden en platforms om deze verhalen met het mainstream publiek te delen. Gatekeepers moeten je het ook gunnen.
De stad Amsterdam bestaat voor 39 procent uit niet-westerse allochtonen en huist 177 verschillende nationaliteiten, maar geeft tegelijkertijd aan dat het filmfestival Africa In The Picture en MTNL (Multiculturele Televisie Nederland) er niet meer toe doen. Het MC Theater, dat al jaren ruimte biedt aan theatermakers die de multiculturele samenleving als een gegeven ervaren, krijgt geen subsidie meer. Productiehuizen waar jonge niet-westerse allochtonen kunnen experimenteren en hun kunst kunnen leren, verfijnen en uitdiepen, worden gekort of moeten het veld ruimen.
Drempel
Het Mediafonds heeft onlangs het Nu of Nooit project een vervolg gegeven waarbij jonge makers ‘kleurrijk jeugddrama’ kunnen maken. De eisen zijn hoog: Je mag pas meedoen als je een producent hebt met drie professioneel gerealiseerde projecten, en je uit een duo bestaat van een schrijver en regisseur die elk ten minste 1 professioneel gefinancierd en gerealiseerd project op hun cv hebben. Voor wie is dat project van het Mediafonds eigenlijk wanneer de drempel voor deelname zo hoog is?
Projecten als die van het Mediafonds tonen dat het nog steeds niet duidelijk is dat de multiculturele samenleving een gegeven is. Het niet iets wat verdedigd of aangevallen moet worden. Het is een realiteit.
Mike Libanon |
Toen de Amerikaanse regisseur Spike Lee in 2010 in Nederland was, schroomde de Nederlandse acteur Mike Libanon niet om hem te vragen of hij de zwarte acteurs in Nederland kon helpen. Libanon gaf aan dat het moeilijk was om aan werk te komen met een bi-culturele achtergrond. Hij had gespeeld in het stuk Blackface in het Orkater theater en zei dat sommige passages over zijn personage ronduit stuitend en racistisch waren. De passages waren geschreven door autochtonen Vincent van Warmerdam en Michel Sluysmans.
Rowanda
Om mij heen hoor ik verhalen van mensen die pas voor een rol gevraagd worden wanneer ze expliciet op zoek zijn naar een specifieke etniciteit of huidskleur. Actrice Imanuelle Grives hebben we gezien als het hysterische Pokkie Pokkie meisje en als de vetgemeste Rowanda. Wat zal de volgende rol zijn die zij aangeboden krijgt?
De populaire Amerikaanse site Slate publiceerde een stuk over de HBO-televisieserie Girls die, hoewel het zich afspeelt in New York, geen enkele Afro-Amerikaanse acteur in dienst had. Casting-agentschappen vinden het moeilijk om acteurs met een bi-culturele achtergrond en niet-autochtone huidskleur bij ‘normale’ rollen te plaatsen. Rollen zonder etnische omschrijving worden namelijk begrepen als rollen voor autochtonen. Of zoals Toneelgroep Amsterdam met Othello liet zien; zelfs met een etnische omschrijving worden ze aan autochtonen acteurs gegeven.
Toneelgroep Amsterdam speelt Othello |
Volgens velen zorgt het aankaarten van racisme en seksisme met naam en toenaam, zoals in Alleen Maar Nette Mensen, ervoor dat het pas echt bestaat. De personages uit de Bijlmer in Alleen Maar Nette Mensen zijn slachtoffers van racisme, seksisme, armoede, seksueel misbruik, ongezonde voeding en bestuurlijke dwalingen. Het rauw realisme van de fil, waar Nausicaa Marbe het over heeft, is een creatie door keuzes. De vraag die gesteld moet worden is: wie heeft deze personages in deze posities gezet om er vervolgens voyeuristisch naar te gluren?
Marbe begaat dan ook een flinke denkfout met haar impliciete bewering dat soortgelijke mensen uit de Bijlmer blij zijn met hun situatie en het wel naar hun zin hebben zo. Een filmmaker met intieme kennis en banden met de buurt had wel empathie voor deze groep kunnen verwerken in de verfilming van het boek. Iets wat Crijns duidelijk niet heeft geprobeerd of wat hem niet is gelukt.
Quinsy Gario is theatermaker en dichter. In november 2011 won hij MC Theater’s Hollandse Nieuwe Theatermakersprijs. Op dinsdag 30 oktober speelt zijn nieuwe voorstelling in Podium Mozaïek genaamd ‘Geit in Blik’ dat over de formatie van het nieuwe kabinet gaat.
[uit de Volkskrant, 26/10/12]