blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Fourgeoud kolonel

Onrust en opstand – Leren van geschiedenis 77

door Hilde Neus

Wanneer zaken niet goed verlopen in een land, ontstaat er onrust die kan uitmonden in opstand. Van welke aard en heftigheid dan ook. Laatst is dit behoorlijk uit de hand gelopen, op 17 februari jl. De DNA is bestormd en ruiten zijn ingegooid, relschoppers gingen behoorlijk te keer tegen de politie. Er is een auto in vlammen opgegaan en er is zelfs geprobeerd een historisch pand in de fik te steken. Vervolgens werd er in de stad, zelfs helemaal tot in de Hermitage Mall, geplunderd. Het hek leek van de dam.

read on…

Hoog buitenlands bezoek – Leren van geschiedenis 37

door Hilde Neus

Bij hoog buitenlands bezoek worden er allerlei zaken uit de kast getrokken om Suriname zo voordelig mogelijk te presenteren. Overigens doen alle landen dat, maar hier krijgt zo’n bezoek een extra tintje, zoals bijvoorbeeld het oplappen van de weg vanaf het vliegveld, een likje verf hier en daar, tot aan het verwijderen van zwervers uit het stadsbeeld, als is het maar voor enkele dagen. Hoe hoger het bezoek, hoe meer moeite we doen om ons land zo positief mogelijk neer te zetten. Wat dat betreft is er momenteel binnen het Britse Gemenebest discussie over koninklijk bezoek. Ook op de Franse eilanden staat men steeds kritischer tegenover het beleid vanuit de metropool. Zelfs de eilanden van het Nederlands koninkrijk komen niet uit onder een herziening van protocollen. Als we naar foto’s kijken van bezoeken van prinsessen aan Suriname van voor de Onafhankelijkheid, vallen de vele rood-wit-blauwe vlaggetjes op. Het was feest. Dat was ook zo in de achttiende eeuw. Er was weinig vertier, dus bezoek van hoge heren was een goede aanleiding om groots uit te pakken.

read on…

Stedman: dichter-militair in een gruwelijke tijd

De biografie van John Gabriel Stedman door Roelof van Gelder

door Michiel van Kempen

Valt er aan de tijd van de slavernij veel te relativeren? Niet als het gaat om het rigoureuze, economische systeem waarin eeuwen lang de menselijkheid van arbeiders werd gereduceerd tot minder dan die van een beest. Wie aan de slavernij denkt, ziet bijna altijd – bewust of onbewust – de 18e-eeuwse beelden voor zich die wij te danken hebben aan het werk van John Gabriel Stedman. (Als ik de naam ‘Gabriel’ inspreek in mijn Dragon-spraakherkenningssysteem, geeft hij bizar genoeg weer: ‘dierenbeul’ en voor ‘Stedman’ verstaat het systeem: ‘sterke man’ – maar dat terzijde.) read on…

Op zoek naar Boni, Suriname maart/april 2016

door Nico Eigenhuis


Inleiding

In de Suriname was ten tijde van de slavernij Boni onbetwist de grootste verzetsstrijder. Anders dan bij tijdgenoot Tula op Curacao is van de invloed van Boni in het hedendaagse Suriname weinig zichtbaar. De tijd lijkt rijp om daar nu definitief verandering in te brengen, vandaar staat onderstaand het een en ander over hem vermeld.

read on…

Stedman in Suriname

Een nieuwe uitgave

door Jerry Egger

Een van de bekendste boeken over Suriname werd in 1796 gepubliceerd. De auteur, John Gabriël Stedman, kwam in 1772 naar de kolonie. Hij was een huurling in het leger van Fourgeoud, die naar het land werd gehaald door de koloniale overheid om de strijd aan te binden tegen marrons die in het Cottica-gebied de wapens hadden opgenomen. Hij hield een dagboek bij dat vele jaren later in bewerkte vorm werd gepubliceerd in Engeland. Vrij kort daarna verschenen er Nederlandse (1799) en andere vertalingen. read on…

Nieuwe vertaling Stedmans Reize naar Surinamen

Dagboek van John Gabriël Stedman uit 1772-1777

Op 29 mei 2014 verscheen bij uitgeverij Walburg Pers te Zutphen Reize naar Surinamen. Dagboek van John Gabriël Stedman uit 1772-1777 in een moderne vertaling van Michaël Ietswaart. In dit boek beschrijft Stedman zijn lotgevallen in Suriname. Hij hield een dagboek bij en maakte prachtige tekeningen en aquarellen van planten, dieren en mensen die hij daar aantrof. Het werk van Stedman geeeft niet alleen een goede kijk op de strijd tegen weggelopen slaven, maar levert daarnaast een zeer boeiend beeld op van Suriname aan het einde van de achttiende eeuw. read on…

De troepen van Fourgeoud

Museumstof 194

Vooruitlopend op de tentoonstelling over het Kordonpad in het Surinaams Museum en uiteraard om alvast wat belangstelling op te wekken, zullen we ook deze keer een bijzonder aspect daarvan bespreken. De voorlaatste aflevering handelde over de landkaart van de kartograaf de Lavaux, uit 1737, waarop heel goed te zien was hoe de troepen van het gouvernement strijd leverden tegen de marrons die met hun aanvallen een plaag vormden voor de plantage-eigenaren.

Aan de hand van piepkleine tekeningen op de kaart, slechts enkele milimeters groot, kregen we een goed beeld van de confrontatie tussen beiden. Ook werd in die aflevering, museumstof 192, de aanleiding tot het aanleggen van een militair kordon kort uit de doeken gedaan. Het kordonpad werd gerealiseerd in de jaren ’70 van de 18e eeuw maar heeft uiteindelijk niet lang als zodanig gefunctioneerd.
Teneinde de marrons beter te kunnen bestrijden werden de sociëteitstroepen in 1770 aangevuld met manschappen uit de niet blanke vrije bevolking. In 1772 werden daar vrijgemaakte slaven aan toegevoegd die bekend werden onder de naam Redi Musu. In 1773 werden staatse troepen uit het moederland gestuurd. De Zwitserse kolonel Fourgeoud kreeg vervolgens door de prins van Oranje het commando over de gehele krijgsmacht toebedeeld, hetgeen door gouverneur Nepveu niet in dank werd afgenomen. Fourgeoud was zowel geliefd als gehaat. In 1763 had hij in de bossen van Berbice al ervaring opgedaan met de achtervolging van rebellen. Hij meende dat de regentijd de beste tijd daarvoor was, omdat er dan in het bos geen eten te vinden zou zijn. Zijn manschappen, die meer dan eens moerassen moesten doorwaden, waren als gevolg daarvan vaak ziek. Tussen de Cottica- en Commewijnerivier bevonden zich dan ook niet voor niets drie hospitalen.

De Kolonel hield de manschappen met harde hand onder de duim. Een van zijn ondergeschikten die voor zijn gehavende voeten om een paar schoenen verzocht, werd gestraft met stokslagen op zijn voeten. Een ander die verkouden was en dus veel hoestte, werd daarvoor afgeranseld.
Onder Fourgeoud diende ook de bekende kapitein Stedman. In zijn dagboek schreef hij dat voor elke uitgeschakelde marron 20 soldaten de dood vonden. Stedman schreef het wereldberoemde boek ‘Narrative of a five years expedition against the revolted negroes of Surinam’. Uit dit boek hebben we bijgaande illustratie geplukt. Het geeft op tot de verbeelding sprekende wijze weer hoe de manschappen in een linie met een vast patroon de bossen in trok.

De patrouille was in drieën (A,B en C) opgedeeld. Officieren, onderofficieren en soldaten waren strategisch opgesplitst. De commandant (B1) volgde direct na de voorhoede, die zorgde voor het openkappen van een pad. Er ging ook een dokter mee.
Alles moest worden meegesjouwd, van levensmiddelen tot munitie, en daarvoor waren speciale dragers. We kunnen noemen: kruit (B4), medicijnen, ketels, bijlen, schoppen enz. (C3), gezouten rund- en varkensvlees (C5), brood en beschuit (C7), vaatjes met Kilduvel, rum (C9), een speciale drager met levensmiddelen voor de kapitein (11) en drie dragers voor de gewonden. Dat gaat er vandaag de dag wel anders aan toe.
In een brief aan een onbekende, geschreven ‘In den Bosschen van de collonie van Suriname, den 28 Augustus 1775’ beschrijft Fourgeoud een dergelijke tocht. De brief zal op de tentoonstelling te zien zijn.

[uit de Ware Tijd, 24/12/2011]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter