Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Droom en realiteit in Joe Fortin: City Store
Publiceren in eigen beheer
door Wim RutgersWanneer is of wordt een schrijver een schrijver? Volgens het Nederlandse Fonds voor de Letteren zijn schrijvers volgens de website onder voorwaarden subsidiabel nadat ze tenminste één boek bij een erkende uitgeverij gepubliceerd hebben. Dat lukt dan misschien nog als je in het Nederlands schrijft en uitgegeven wordt door een Nederlandse uitgeverij, zoals de laatste tijd nogal wat Arubaanse schrijvers die in Nederland wonen gedaan hebben en doen. Maar als je in het Papiamento schrijft, wat dan? Dan wordt het hooguit een afspraak met uitgeeforganisaties als freemusketeers.nl of lulu.com. waarbij auteurs dan terecht kunnen en daarbij zelf voorwaarden voor professionele begeleiding kunnen inroepen. Diverse websites van deze organisaties wijzen de weg naar zowel de mogelijkheden als de gevaren van deze methode.
read on…Carubbian Festival: a neo-baroque creation in Sunrise City
by Joe Fortin
Every Thursday there is something going on in San Nicolas, Aruba. Maybe for some it is a celebration of life, while for others it refers to a feast of forgetting sorrow. But what is this Carubbian Festival really?
Bakhtin, Mikhail.Rabelais and his World. Cambridge Massachusets: The M.I.T. Press, 1968.
Amatmoekrim kruipt in psyche Anton de Kom
door Stuart Rahan
Wat velen over Anton de Kom weten, is zijn verzet tegen de Nederlandse overheersing in Suriname, zijn gevangenschap in Fort Zeelandia gevolgd door verbanning uit zijn geboorteland. In Nederland sloot hij zich aan bij het verzet tegen de Duitse overheersing tijdens de Tweede Wereldoorlog om uiteindelijk in het concentratiekamp Neuengamme te sterven.
Terloops is bekend dat Anton de Kom tijdelijk was opgenomen in een psychiatrische inrichting vanwege overspannenheid. Dat is het moment waarop Amatmoekrim in de psyché kruipt van de verzetsheld en eindigt het verhaal als hij drie maanden later uit de inrichting wordt ontslagen. ‘De man van veel’ zoals de titel luidt, komt begin oktober uit. Zij las als voorproefje een stuk voor, dat enthousiast werd ontvangen. Sommigen kunnen niet wachten tot het boek uit is.
Versurinamiseren
Opmerkelijk tijdens deze middag was de verantwoording door de Pakistaans-Indiaas-Nederlandse schrijver Saiye Safdar Zaidi over zijn boek De suiker die niet zoet was. Zaidi vertelt dat er een Surinaamse versie komt waarin het gevoelige woord ‘neger’ of foute benaming ‘pannenkoek’ vervangen zullen worden door bijvoorbeeld ‘Afro-Surinamer’ en ‘roti’. Maar de hilariteit ontstond toen de schrijver vertelde dat voor de Surinaamse versie hij toestemming gegeven heeft aan Robby ‘Rappa’ Parabirsing het fictieverhaal uit te breiden met nog eens vijftig pagina’s omdat er volgens Rappa ook enkele feitelijke onjuistheden in zouden voorkomen. Daarmee zou het verhaal ‘Surinaamser’ worden.
Zondag: Opening nieuwe letterenseizoen
Opening van het letterenseizoen bij Ons Suriname
Op zondag 8 september 2013 presenteren de Vereniging Ons Suriname, de Werkgroep Caraïbische Letteren en de Leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam een Letterendag bij Ons Suriname in Amsterdam.
Antoine de Kom – Ritmisch zonder string
Toegang 3,50.
Promovendi Surinamistiek & Antilleanistiek bijeen
De Vereniging Ons Suriname bood gastvrijheid tijdens het vijfde promovendiweekend van de leerstoel West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, op zaterdag 22 en zondag 23 september j.l. Uit alle windstreken waren de promovendi weer bij elkaar gekomen om op zaterdag te luisteren naar PHD-colleges van specialisten op terreinen die voor de post-koloniale literatuur van belang zijn. Op zondag kwamen de promovendi zelf met publieke presentaties. Daarvan hierboven een verslag.
Jossy Tromp maakt zijn halve dozijn publicaties vol met dertien nieuwe verhalen
door Wim Rutgers
Met zijn vijfde verhalenbundel onder de eenvoudige titel 13 cuenta heeft de Arubaanse auteur Jossy Tromp een aantal verhalen van uiteenlopende aard, lengte en kwaliteit gepubliceerd. Ik denk dat hij de vijf verhalen over het jeugdige meisje Flora beter apart had kunnen uitgeven. Dan was de bundel wel veel dunner geworden, maar zeker consistenter van inhoud en vorm.
Jossy Tromp geeft zijn werk uit in eigen beheer door middel van een vorm van publishing on demand waarbij een relatief klein aantal exemplaren wordt gedrukt en er vervolgens naarmate er vraag is, mondjesmaat wordt bijgedrukt. Zo slaagt hij erin weliswaar eenvoudige maar goed verzorgde uitgaven op de Arubaanse markt te brengen zonder met grote stapels onverkocht werk te blijven zitten – zoals nogal wat in eigen beheer publicerende auteurs tot hun narigheid overkomt. Dit concept vraagt dat de auteur zelf alles in eigen hand neemt: van manuscript tot lay out, omslagontwerp en –uitvoering en vervolgens druk- en bindwerk. Meestal is dat laatste bij Jossy Tromp een paar eenvoudig nietjes in de rug. Wel is de auteur daarbij zo verstandig steeds voor iemand te zorgen die de manuscripttekst becommentarieert en zo nodig corrigeert.
Jossy Tromp lezen vergt veel van de concentratie van de lezer. Op de achterkaft van deze dertien verhalen staat een lachende auteur en me lijkt het soms toe dat hij de lezer niet alleen welwillend toelacht maar ook een beetje uitlacht om al diens interpreterende spitsvondigheden. Ik waag me hierna desondanks toch aan een aantal impressies van mijn leeservaring.
Jossy Tromp is een schrijver van korte verhalen die het moeten hebben van een korte inleiding en een snel vervolg daarop, waardoor er vaak een contrasterende tweedeling in de vertelling ontstaat, die eindigt in een meestal nogal abrupt en onverwacht slot. Het loont de moeite om van de verschillende verhalen eens de begin- en eindzinnen apart te lezen. Ze trekken de lezer direct het verhaal binnen en sluiten het af op een manier die de lezer dwingt tot verder nadenken en filosoferen over wat er nu eigenlijk gebeurd is en hoe het verder zou kunnen gaan.
De auteur studeerde biologie en rechten. Het eerste speelt een grote rol in zijn verhalen door de vele natuurbeschrijvingen en de intense aandacht die hij in zijn verhalen voor plant en dier toont. Van de tweede studie ontdek ik tot nu toe niets in zijn literaire werk.
Het eerste en meteen het langste van de dertien verhalen in de ruim zeventig pagina’s tellende bundel is met de beschrijving van een dronkaard en diens in alcohol gedrenkte fantasieën nogal flauw en voorspelbaar voor de lezer. Hij veronderstelt in zijn dronkenmansverdriet dat zijn vrouw hem een oor aannaait.
Maar dan komen we direct daarna het verhaal ‘E suplador di tabaco’ tegen dat aansluit bij de sfeer en thematiek van de vorige bundels: intrigerend en voor de literatuur van Aruba uniek in taal en stijl. De verteller verbindt traditie en moderniteit in dit verhaal waarbij het oude en traditionele Aruba niet vrij van moralisme wordt afgezet tegen dat wat voor moderniteit moet doorgaan, maar dat de vernietiging van alles wat ooit van waarde was inhoudt. Maar het roken van ‘tabak’ biedt anderzijds ook een mogelijke interpretatie als de ironisering van een gedroomd groots verleden – in de Arubaanse literatuur een nagenoeg onuitroeibaar thema.
De auteur benadrukt in zijn verhalen gebruiken en tradities waaromheen hij een vertelling fabriceert die naar het einde toe een heel eigen wending neemt. Zo gebruikt hij traditionele Arubaanse folkloristische elementen op een nieuwe en verrassende manier en blijft hij niet steken in een kritiekloze weergave van traditionele gegevens – die vaak foutief als cultuur gekarakteriseerd worden – maar verwerkt hij deze oude gebruiken creatief tot nieuwe gezichtspunten en promoveert de folklore op die manier tot in de traditie gewortelde vernieuwende culturele elementen.
Het mooiste voorbeeld daarvan is volgens mij het korte verhaal ‘Despues di despues’ dat in zijn metakarakter, waarbij de verteller zich rekenschap geeft van zijn eigen schrijfmogelijkheden en voorkeuren, die naarmate het slot van het verhaal in zicht komt een voorspellende waarde blijken te hebben voor de vertellende persoon zélf in het verhaal – terwijl de primaire verteller op een veilige afstand toeschouwer blijft. Hij gaat daarbij al vertellend een verbond met de lezer aan door soms even uit het verhaal te stappen en zich rechtstreeks tot de lezer te richten met observerende opmerkingen. Dat gebeurt vaker. Zo is het eerste verhaal ‘E soldachi shorombo’ een ik-verhaal waarbij de verteller dit ik-perspectief enkele keren onderbreekt door als observator van buiten opmerkingen over de vertellende ‘ik’ te maken, zoals “Atrobe el dal un hari duro.”
In de meer eenvoudig opgezette verhalen neemt de auteur de lezers mee naar specifieke en veelal nogal onbekende plekken op het eiland, vaak ver weg naar afgelegen gebieden en plaatsen in de mondi – nooit naar de stad. Op die plaatsen situeert de verteller zijn verhalen die aansluiten bij oude al dan niet bestaande legendes waarbij fantasie en werkelijkheid zo intens verweven zijn dat ze voor de lezer niet of nauwelijks uit elkaar te houden zijn, zoals in het slotverhaal met de legende van Catashi over de vroeg negentiende-eeuwse goudkoorts op het eiland. De verteller begint dit verhaal dan ook met ‘Alle legendes hebben een kern van waarheid behalve die van Catashi’ en dan begint hij te vertellen over Willem Rasmijn en zijn vondst van het goud in Rooi Fluit – een verhaal dat in de huidige tijd uitloopt op als volkomen realiteit gebrachte volstrekte fantasie. Zo eindigt ook het verhaal ‘E bruid di Teng’ over een tegen de wil van de familie gesloten huwelijk tussen een losbol en een verliefd meisje in en mysterieuze verdwijning van het paar.
‘Bula morto’ – waarin een van moord beschuldigde de traditionele psychologiserende rechtspraak moet ondergaan om over het lijk te moeten springen – is een op historische gegevens van de Curaçaose auteur en cultuurkenner Elis Juliana gebaseerd gegeven van slavernij en gruwelijke wreedheid van een slaveneigenaar en slavenopzichter ten aanzien van zijn onschuldige slaven die het slachtoffer worden van het overspel van de plantage eigenares, waardoor een onschuldige vrouw wordt opgehangen en een mannelijke tot slaaf gemaakte wordt doodgeschoten. De auteur noemt ‘Bula morto’ geen verhaal maar een verslag – daarmee het werkelijkheids- en het waarheidsgehalte benadrukkend.
Genoeg geciteerd uit de inhoud van de verhalen. Ik schreef al dat de verhalen concentratie van de lezer vereisen. De auteur is in zijn verhalen zowel beschouwer als verteller. Zijn schrijfstijl en woordkeus zit vol met herhalingen en metaforen in een vaak gecompliceerde zinsbouw – alhoewel dat laatste minder ingewikkeld dan in eerdere bundels. Enkele sprekende voorbeelden hiervan zijn “Lo demas, ta sa bo mester sa pa sa con pa haya sa bo sa, n’ta berdad?” en “bo ta cacho di pasto. Pues, no bin cu ‘bo’ riba don Pedro. Mi no ta bo ‘bo’. Tampoco mi ta Bo-Bo.” Jossy lacht ons met dit soort voorbeelden van gecompliceerde, ironiserende stijlfiguren van het achterkaft toe als hij zich dergelijke taalbouwsels permitteert.
De verteller gebruikt vertelvormen die op de orale structuur van vertellen gebaseerd zijn door in het raamwerk van een verhaal een secundaire verteller te introduceren. Het gebruik van gezegdes en vaste uitdrukkingen versterkt dat orale karakter.
De verhalen geven aanleiding tot allerlei beschouwingen en opmerkingen van de lezer. De verteller stuurt de lezer allerlei kanten op, waardoor het lezen noodzakelijkerwijs een actieve en creatieve bezigheid van de lezer wordt waarbij je echter nooit volledig weet of je nu tot een juiste lezing volgens de bedoeling van de auteur – zodat dat al mogelijk zou zijn – of tot een sluitende interpretatie komt.
Het verhaal ‘Despues di despues’ past in een voor de Arubaanse literatuur unieke internationale postmodernistische traditie. Jossy Tromp’s werk blijft zo intrigeren, dat het dan ook niet zo verwonderlijk is dat aan de Universiteit van Amsterdam de Arubaanse hispanist Joe Fortin een proefschrift voorbereidt op het werk van Jossy Tromp vanuit een narratologische methodologie en het theoretische uitgangspunt van de imagologie – de eerste dissertatie die bij mijn weten aan een Arubaanse auteur gewijd wordt. In de pas verschenen essaybundel Iguana’s Newfound Voices geeft Joe Fortin al een mooie voorproef met zijn analyse van twee door Jossy Tromp in zijn eerste bundel Cetilalma verschenen verhalen.
Jossy Tromp, 13 cuenta. [Aruba] 2011. 72 pagina’s
Joe Fortin: Uncanny Paradise: Imagology of Aruba in the work of Jossy Tromp. In: Nicolas Faraclas e.a. (red.): Iguana’s Newfound Voices; Continuity, Divergence and Convergence in Language, Culture and Society on the ABC-Islands. Curaçao – Puerto Rico: FPI – UNA – UPR 2011, pagina 161–172. ISBN 978 99904 2 308 2
Jossy Tromp (1954) studeerde biologie in Nederland en rechten in Aruba. Hij publiceerde de verhalenbundel Cetilalma y otro cuentanan arubiano (Charuba 1988) en in eigen beheer E biento di atardi y otro cuentanan Arubiano (1998), Un anochi y otro cuentanan Arubiano (2005), E barbulet preto y otro cuentanan Arubiano (2007) en de dichtbundel Gabilan (2009) Onlangs verscheen een nieuwe verhalenbundel onder de korte titel 13 cuenta.
Caraïbische promovendi bijeen
In het weekend van 28 en 29 mei kwamen alle promovendi die vallen onder de leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam (prof. Michiel van Kempen) bij elkaar voor hun jaarlijkse promovendiweekend.
read on…De Caraibische zeemeermin
door Joe Fortin
Sirena Selena vestida de pena (2000) (letterlijk: Selena de Zeemeermin gekleed in zonde) is geschreven door de Puerto Ricaanse auteur Mayra Santos-Febres. Het is het verhaal van een arme jonge homoseksueel die wat geld probeert te verdienen door op straat boleros te zingen. Zijn echte naam weten we niet, maar in het verhaal wordt hij Junior genoemd. Junior wordt op straat ontdekt door de oudere travestiet Martha Devine die betoverd raakt door zijn mooie stem. Martha wil van Junior een echte artiest maken en hem helpen in de wereld van de showbizz in de hoop als impresario geld te verdienen. Met dat geld wil Martha de operaties bekostigen om van geslacht te kunnen veranderen om eindelijk het lichaam van een vrouw te kunnen bezitten. Junior verlangt naar een beter leven en gaat akkoord met Martha’s plannen om ook als travestiet op te treden en boleros te zingen. Junior krijgt zijn artiestennaam Sirena Selena en de ervaren Martha leert hem hoe hij zich moet opmaken, aankleden en acteren als een artiest. Selena ziet zijn transformatie als een spel om van zijn ellendige situatie bij zijn arme grootmoeder te ontsnappen. Met zijn metamorfose betovert hij en met zijn androgyne lichaam en mooie stem verleidt hij anderen. Selena voelt zich, in tegenstelling tot Martha, een man en wil niet van geslacht veranderen. Hij ziet zijn rol als travestiet alleen als een performance, een spel om te verleiden. Martha voelt zich een vrouw en verafschuwt zijn mannelijkheid. Hij camoufleert zijn uiterlijk door make-up en heeft een aversie voor zijn mannelijke geslachtsdeel dat hij wegstopt in vrouwenkleren.
Als eerste zal ik de functies van simulatie en verleiden in het verhaal Sirena Selena vestida de pena benoemen waarna ik het simuleren en verleiden in relatie breng met het Caraïbisch gebied.
1. De travestie en de verleiding
In de travestie bestaat er een conflict tussen het echte lichaam en het (zelf)beeld ervan. Er is een verlangen zich te presenteren als vrouw met het lichaam van een man. Dit kunnen we zien in het hybride lichaam van Selena, die gelukkig is met zijn ‘dubbele’ seksualiteit: vrouwelijk, maar groot geschapen. Martha Devine echter, ziet zijn lichaam als een fout van de natuur en wil zijn mannelijkheid deconstrueren door het gebruik van make-up, vrouwenkleding en geslachtsverandering.
De travestiet is afwijkend in een bipolaire man/vrouwsamenleving omdat hij niet duidelijk te definiëren is. Hij is geen man en maar ook geen vrouw of beide tegelijkertijd. Hij veroorzaakt verwarring en onzekerheid. Bovendien kan hij tegelijkertijd afstoten en aantrekken. De metamorfose heeft vaak als doel het verleiden door een spel met het (zelf)beeld.
Het woord travestie komt uit het Latijn en betekent ‘zich anders kleden’. Hierdoor zijn er andere vormen van transformaties mogelijk waarbij men zich steeds anders presenteert, afhankelijk van de situatie waarin men zich bevindt. Het gaat om een imitatie of een kopie van een beeld waarnaar men streeft en dit hoeft niet persé een vrouwelijk beeld te zijn. Door ons anders voor te doen dan we ‘echt’ zijn, proberen we bepaalde doelen te bereiken: we verleiden door te simuleren.
Volgens Severo Sarduy kopieert de travestie de vrouw niet. De travestiet is bewust van het feit dat het gecreëerde beeld niet overeenkomt met het beeld van een echte vrouw. Dus het gaat om een fictieve creatie van een vrouw en hierdoor is er geen sprake van kopie, maar van simulatie. Sarduy is van mening dat de travestiet de mannelijkheid tijdelijk onzichtbaar maakt om plaats te maken voor het beeld van een vrouw (Martha Devine). Andere critici zijn van mening dat travestie geen doel is, maar slechts een voorbeeld van performance en hierdoor is de mannelijkheid altijd latent aanwezig. Het gaat juist om het spel met de hybriditeit (anders/afwijkend), waardoor de aantrekkingskracht versterkt kan worden (Sirena Selena).
2. De verleiding van Sirena Selena: lichaam en stemHet concept van travestie heeft te maken met erotiek van lichaam en gedrag. Erotiek speelt een belangrijke rol bij het verleiden. De verleiding van Selena bestaat uit zijn hybride uiterlijk en zijn mooie stem. Net als een zeemeermin kan hij anderen met zijn zang betoveren en manipuleren. Zijn verleidingskunst is dubbelop want hij verkleedt zich niet alleen als vrouw, maar ook als artiest. Hij gebruikt zijn stem en zijn lichaam om mensen te betoveren. Als artiest is Selena het middelpunt van alle aandacht, maar tegelijkertijd schuilt hij achter een masker van make-up. Door dit spel van uitdagen en schuilen, ontstaat er een verleidingsstrategie.
Travestie is een overdrijving van gender en sekse. Zowel de verleider als de persoon die zich laat verleiden beseffen dat het gaat om een spel en beide hebben een eigen rol hierin. De rol van de travestiet is passief en actief tegelijkertijd. Hij doet zich voor als vrouw (en de traditionele rol van de vrouw is passief), maar tegelijkertijd neemt hij een actieve rol in het verleiden en misleiden.
De actieve rol van de travestiet kunnen we duidelijk zien in Sirena Selena vestida de pena wanneer Selena de rijke macho Graubel verleidt. Selena misleidt en gebruikt hem vanwege zijn macht en geld, terwijl Graubel hevig verlangt naar zijn lichaam. Tijdens een vrijpartij is het Selena die een actieve rol inneemt in de liefdesdaad. Naast de andere personages, leidt ook Graubel een dubbel leven. Hij is een vermogend, gerespecteerde en invloedrijke getrouwde heteroseksuele man en is een latente passieve homoseksueel. Zijn leven met zijn vrouw en kind dient als een camouflage voor zijn gemaskerde homoseksuele verlangens. Het is Selena in zijn rol van vrouw die hem penetreert met zijn enorme penis. Dit illustreert een ruptuur met de traditionele concepten van de actieve man en de passieve vrouw.
Selena is op zoek naar een beter leven en Graubel naar bevrediging van zijn verborgen seksuele verlangens. Beiden weten hoe ze dit moeten bereiken: Selena met zijn lichaam en Graubel met zijn macht en geld.
.
3. De zeemeermin en de mythologie: vormen van verleiden
Kristian van Haesendonck heeft onderzoek gedaan naar de mythische rol van Sirena Selena en volgens hem behelst het concept van travestie meer dan alleen de seksualiteit. Hij is van mening dat de travestiet een culturele metafoor voor de zoektocht naar nationale identiteiten in het Caraïbisch gebied is.
Sirena verwijst naar de mythe van de zang van sirenen die de zeelui tot de dood verleiden. De naam Selena is afgeleid van Selene, een Grieks woord voor de maan. De maan is symbool van biseksualiteit en verwijst tevens naar de waanzin (lunatic). Plato beschrijft de maan bovendien als een androgyn hemellichaam. Het licht van de maan is indirect licht afkomstig van de zon. Hierdoor is de maan ook symbool van artificialiteit. Hier zien we verschillende kenmerken die zowel aan de maan als aan de travestiet toegekend worden: biseksualiteit, waanzin (loca (=gek) is een benaming voor homoseksuelen in Latijns-Amerika), androgyn en kunstmatig.
José Delgado-Costa relateert Sirena met de vrouwvogels uit de Griekse mythologie waarin sirenen dochters waren van de rivier Aquilo en de nimf Kalliope en die door Ceres betoverd werden tot vogels. De vrouwvogels verleidden anderen door hun zang om ze daarna te vangen en op te eten.
In Sirena Selena vestida de pena heeft de travestiet ook een dubbele rol in het spel van het verleiden. Hij verleidt met het doel zelf beter te worden eventueel ten koste van de anderen. Dit kunnen we zien in Martha Divine. Hij helpt Selena in de wereld van showbizz, maar doet dit om vooral zelf zijn financiële situatie te verbeteren.
Alberto Sandoval-Sanchez heeft een andere interpretatie voor de rol van de travestie afkomstig uit de bijbel. Hij ziet de travestie als de slang die Adam verleidt en zijn ondergang veroorzaakt. Dit kunnen we zien in de relatie van Selena met Graubel; hij riskeert zijn machtspositie en status door zijn relatie met Selena.
4. De simulatie en de Caraibische eilanden: de verleiding van het lichaam en van de eilanden
De personages in de roman nemen steeds weer een andere rol in door zich van uiterlijk te veranderen. Hierdoor is er een steeds een beweging en ontwikkeling van de personages. Ook is er transgressie van de ene ruimte naar een andere op zoek naar een beter leven. Zo vluchten Selena en Martha van Puerto Rico naar de Dominicaanse Republiek op zoek naar acceptatie en een gelukkiger leven.
Selena zong bolero om zijn verdriet als arm weeskind te verdringen en later om anderen te betoveren. Deze melancholische muzieksoort behoort tot de populaire cultuur van het Caraïbisch gebied en beiden hebben als kenmerken intimiteit, uiterlijk, illusie en simulatie. Selena is het symbool van de Caraibische eilanden: hij transformeert zich en verleidt door middel van een lichaam dat gecreëerd is door illusies. De Caraibische eilanden verkopen zich als luxe vakantieparadijs aan rijke toeristen, terwijl er vaak veel ellende en armoede schuil gaat achter deze façade. Net als de travestiet, transformeren de Caraibische eilanden zich als exotische (en erotische) bestemmingen en creëren ze een wereld van illusie en fantasie om bezoekers te entertainen en te plezieren.
De travestiet staat symbool voor de Caraibische eilanden vanwege de hybride identiteit van de eilanden. De Caraïben zijn deels onafhankelijk staten (Selena), maar in de praktijk sterk afhankelijk van Europa en de Verenigde Staten (Graubel). Ze hebben veel gemeen, maar zijn toch ‘anders’ De eilanden hebben de taal, religie en cultuur ‘gekopieerd’ van het rijke Westen, maar deze zijn toch ‘anders’ (creools). Hierdoor behoren de Caraïben wel en niet tot de Westerse samenleving, net als de travestiet die wel en niet man/vrouw is. De inwoners ‘verkleden’ zich en kopiëren de levenswijze van de toeristen. Ze zien de wereld van luxe hotels en casino’s als standaard voor hun eigen leven. Bovendien passen ze zich aan aan de normen van de rijke landen, maar aan de andere kant behouden ze hun exotische en folkloristische identiteit van de ‘andere’. Net als Selena en de boleros veranderen de eilanden in objecten van verlangen, illusie en consumptie.
5. Verleiden als onderhandelingsstrategieDe transformatie van Selena met de hulp van Martha, is een onderhandelingsstrategie voor beide. Selena heeft talent en Martha heeft levenservaring en kent de juiste personen om Selena een boleroster te maken. Beide willen iets bereiken met de performance van Selena in haar rol als travestiet. Martha wordt zijn impresario en noemt zich Miss Martha Divine. Haar wens is om zijn mannelijkheid te deconstrueren en een complete vrouw te worden. Hij is ontevreden met zijn lichaam en ergert zich aan zijn ambigue lichaam. Hij verkleedt zich en manifesteert zich als zakenvrouw om zo te kunnen onderhandelen. Hij vertegenwoordigt de ervaring, is handig met het creëren van illusies en is de juiste persoon om van Sirena Selena een ster te maken. Martha is overtuigd dat het beeld meer waarde heeft dan de werkelijkheid. Dit refereert aan de functie van literatuur, waarin fictie meer waarde heeft dan de ‘werkelijkheid’. De werkelijkheid kopieert de fictie.
Travestie moet niet alleen als een overlevingsstrategie gezien worden in het boek van Santos Febres. Niemand in de roman wordt uiteindelijk wat hij/zij graag had willen zijn. Misschien is dit ook niet het belangrijkste aspect in het boek, want het gaat uiteindelijk om overlevingsstrategieën an sich. Selena probeert te overleven door haar verleidingstactieken en speelt een strategisch en gevaarlijk spel waardoor ze zichzelf en anderen kan ontmaskeren.
Aan het eind van het boek vlucht Sirena Selena van zijn vorige leven en neemt de rol van impresario over wanneer hij een jonge onschuldige jongen ontmoet. Inmiddels is Selena zelf ervaren om een nieuwe illusie te kunnen creëren en exploiteren.
Delgado-Costa, José. “Fredi Veláscues le mete mano a Sirena Selena vestida de pena”, in: Centro Journal, Vol. XV Nummer 2, 2003.
Haesendonck, Kristian van. “Sirena Selena vestida de pena de Mayra Santos-Febres: ¿transgresiones de espacio o espacio de ansgresiones?” (sic). Centro Journal, Vol. XV Nummer 2, 2003.
Sandoval-Sanchez, Alberto. “Sirena Selena vestida de pena: A novel for the New Millenium and for New Critical Practices in Puerto Rican Literary and Cultural Studies”, in Centro Journal, Vol. XV Nummer 2, 2003.
Santos-Febres, Mayra. Sirena Selena vestida de pena. Mondadori, 2002.
Sarduy, Severo. “Copy/Simulacrum”. In: Written on a Body. Lumen Books, New York, 1989.
Derde bijeenkomst promovendi Caraïbistiek
“U heeft geluisterd naar het relaas van iemand die het begeleiden van proefschriften, meer nog dan college geven of artikelen schrijven de kern achtte van zijn hoogleraarschap. Immers, je helpt, ondersteunt,maar laat vooral vrij, jonge mensen die aan het bewijzen zijn, dat ze van de wetenschap houden en daar ook een bijdrage aan willen leveren. Dat deed ik tot een vijftal jaren na mijn emeritaat. Als mijn zondagochtendpreek U oubollig, achterhaald of bevoogdend in de oren heeft geklonken, beschouw mijn woorden dan als het beverig, maieutisch geprevel van een vroedvrouw uit een vervlogen academische tijd.”
Zo besloot prof. em. dr Wim van den Berg zijn slotreden op de bijeenkomst voor promovendi Literatuurstudies die van 28 tot 30 mei j.l. plaats vond. Van den Berg was uitvoerig ingegaan op alle mogelijke valkuilen die promovendi op hun weg naar het proefschrift kunnen tegenkomen. Het laatste weekend van mei troffen alle promovendi elkaar in Ermeton-sur-Biert in de prachtige Belgische Ardennen. Er waren bijzondere colleges/workshops, behalve van prof. Wim van den Berg, ook van dr Frans Blom, drs Adriënne Zuiderweg en prof. Michiel van Kempen. Alle promovendi gaven presentaties over hun onderzoek en kregen feedback van bovenstaande docenten en van prof. Elisabeth Leijnse. Er was ruime gelegenheid de contacten aan te halen en elkaar problemen voor te leggen.
De volledige tekst van de rede van Willem van den Berg is te lezen op de website van de Werkgroep Caraïbische Letteren, klik hier.