Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Verzetsmuseum Amsterdam steunt Surinaams museum
Het Verzetsmuseum Amsterdam heeft officieel steun betuigd aan de ondertekeningsactie die het Fort Zeelandia Complex in beheer van het Surinaams Museum en de andere gebruikers moet houden. De solidariteitsbrief was ondertekend door bestuursvoorzitter Hans Blom en directeur Liesbeth van der Horst.
Het Verzetsmuseum Amsterdam wijst op de samenwerking met het Surinaams Museum in het kader van de tentoonstelling ‘Wereldoorlog in de West’. Vele tientallen mensen uit de wereld van kunst, geschiedenis, wetenschap, mensenrechten en cultuur hebben inmiddels hun steun betuigd aan de ondertekeningsactie, die was geinitieerd door schrijver/hoogleraar Michiel van Kempen en essayist Theo Para.
De actie was een antwoord op de plannen vanuit het kabinet van president Bouterse het Fort Zeelandia Complex politiek te annexeren. De ondertekenaars maken zich in het bijzonder ook zorgen om het in Fort Zeelandia gevestigde Nationaal Monument Bastion Veere – 8 december 1982, dat een officieel eerbetoon is aan de vijftien helden van de democratie, die vals beschuldigd zonder vorm van proces werden gemarteld en vermoord.
Theo Hiemcke – Ter Overdenking
We kunnen onze bewogen geschiedenis niet veranderen of ongedaan maken. Ons land heeft zowel in het grijze verleden als in onze tijd, goede en slechte tijden gekend. We gedenken met respect allen die geleden hebben onder slavernij, dictatuur, vervolging, ballingschap, oorlog, geweld, armoede en slechte leefomstandigheden. Dat doen we ook om bewust te blijven van de noodzaak ervoor te zorgen dat deze bedreigingen zich in de toekomst niet meer voordoen en we eensgezind kunnen bouwen aan een welvarende en gelukkige samenleving.
read on…Mausoleum voor Hira?
door Rolf van der Marck
Sandew Hira is niet te stoppen. Ondanks alle kritiek die hij heeft moeten incasseren op zijn idee om Fort Zeelandia tot een mausoleum te maken “waarin de pijn en het verdriet van 400 jaar onderdrukking, vernedering en moorden worden samengebracht”, komt hij vandaag –niet verrassend– op StarNieuws met een nieuwe aflevering van zijn obsessieve-compulsieve stoornis aangaande dekolonisatie, getiteld Principes, opportunisme en moraal. Geheel passend in de persoonlijkheidsstructuur van Sandew Hira reageert hij niet op de negatieve reacties, maar enkel op de –in zijn ogen ongetwijfeld– positieve reacties van Eugène van der San en Paul Middellijn. Eerstgenoemde heeft Hira niet alleen de hemel in geprezen, maar hem zelfs “deze geweldige mens Sandew Hira” genoemd, terwijl Middellijn hem via Facebook heeft benaderd om zitting te nemen in de commissie voor de invulling van Fort Zeelandia.
Hira’s column van vandaag is een antwoord op Middellijn’s uitnodiging, een antwoord dat Hira’s spagaat duidelijk maakt tussen opportunisme en moraliteit. Daarbij is Hira ook nog eens uiterst naïef door luidop en publiekelijk aan Van der San en Middellijn te vragen: “Vinden jullie dat Fort Zeelandia moet worden omgebouwd tot een mausoleum waarin ook de Decembermoorden –waar Bouterse, de president, de verantwoordelijkheid voor draagt– een volwaardige plek moet krijgen?” Het antwoord zal natuurlijk “nee” luiden, maar dat wist Hira al. Waarom moet hij dan zo op het publiek spelen? Aan het slot van zijn column herhaalt Hira nog eens zijn vraag in andere bewoording: “In de maatschappelijke commotie die is ontstaan over een nieuwe bestemming van Fort Zeelandia waren er krachten die morele argumenten rond de Decembermoorden gebruikten om politieke punten te scoren. De vraag is nu of het beleidscentrum politieke argumenten gebruikt om een morele benadering van de Decembermoorden terzijde te schuiven. Als de reactie van de initiatiefnemers op deze column bekend zijn, dan kan iedereen beoordelen of ik en andere spelers in de discussie handelen uit opportunisme of principes en moraal.”
Wat beweegt Hira om een vraag te stellen waarop hij het antwoord kent, wat in godsnaam beweegt hem, anders dan zijn obsessieve-compulsieve stoornis? Is dit de manier om ons te overtuigen van zijn hoge morele standaarden? Waarom vindt hij het nodig om ons op de vraag van Middellijn: “Je bent toch niet bang vanwege de herrie die is ontstaan?” te laten weten: “Alsjeblieft zeg, zo kijkt Middellijn kennelijk naar me. Als een opportunist, die met zo’n vraag onder druk moet worden gezet. Als ik niet in de commissie wil, dan ben ik bang. Waarvoor? Om geassocieerd te worden met de NDP!” Waarom deze omhaal van woorden om ons duidelijk te maken dat hij géén opportunist zou zijn? Om aan te tonen “dat mijn keuzen in het leven niet worden ingegeven door angst, maar door morele principes, ongeacht de associaties die wie dan ook wil leggen als gevolg van mijn keuzen.” Was het niet veel eenvoudiger geweest om eerlijk te zeggen dat hij zich heeft vergist? Dat zijn voorstel niet opportuun is in de huidige politieke constellatie? Dan hoeft hij ook geen angst meer te hebben voor ongewenste associaties.
Rapperdepapper de pappappap…
Reactie Rappa op de Open Brandbrief over Zeelandia
Open reactie terug aan onze terecht bezorgde broeders en zusters.
28 mei 2012
Rustig aan, jongens, rustig aan. Niet met zo een blinde jodenhaat steeds inhakken op alles wat Bouterse en die companen van’em doen, rustig mang! Jullie zitten daar lekkertjes vaak terecht te fulmineren op dat o zo gehate monster, maar wij wonen en werken hier, wij vangen die klappen het eerst op, niet jullie. Dus, niet te hard van stapel lopen, we wassen dit varkentje ook wel. Als we jullie ondersteuning nodig hebben, zullen we daar beslist om vragen, liever niet andersom. Dat is nou eenmaal het zelfbeschikkingsrecht dat wij als Surinamers op 25 november 1975 toch hebben gehad? Wel nu. Lieb’oen doe oen egi tori, oen n’e kong troeb’oen fasi f’wroko. En zie de reactie van Van der San vandaag, maandag, het komt wel goed, echt wel. We willen niet nog een keer 8 en 9 december hebben. Jullie toch ook niet? Wel nu, rustig aan, rustig aan, dat fort loopt echt niet weg.
Rappa
Beste Rappa, |
Er lijkt sprake van misverstand, wij in Nederland zijn slechts de kruiwagens van een verzet tegen de annexatie van het Fort Zeeandia door ‘het gehate monster’ dat in Suriname zelf begon. Dat zal ook blijken uit de ondertekening, die een mooie synthese laat zien van patriottisme en internationale solidariteit. Het is mij ook bekend dat E. van der San een geschrokken terugtrek beweging maakte (‘het is slechts een plan’), ze zijn geschrokken van de ‘heisa’. Ik wil er verder op wijzen dat 8 december 1982 (9 december was een misleiding van de macht) niet het gevolg was van het assertief gebruik van het recht op vrije meningsuiting door de slachtoffers en anderen, maar van het aangematigd recht van de daders te kunnen bepalen wie al dan niet mag leven of wie menswaardig mag leven. De opzet was de vestiging van de totalitaire staat, die zij ook vestigden. Het is als bij de verkrachting, niet het minirokje van het slachtoffer, maar het crimineel gedrag van de dader staat terecht. Zwijgen heeft nooit geholpen mensenrechtenschenders halt te doen houden!
Odi,
Henry Does
Open brandbrief: ‘Handen af van Fort Zeelandia’
Uitgenodigd door schrijver Michiel van Kempen en essayist Theo Para hebben binnen enkele dagen 123 mensen in Suriname, Nederland, Curaçao en Aruba de Open Brandbrief ‘Handen af van Fort Zeelandia’ ondertekend. De brief is een protest tegen de plannen van het Kabinet van de President om het Fort Zeelandia Complex onder zijn controle te brengen.
De tekst van de brief luidt:
Vanuit het Kabinet van President Bouterse zijn het Surinaams Museum en andere gebruikers van het Fort Zeelandia Complex in de vorm van ‘een plan’ te kennen gegeven dat uiterlijk 1 september 2012 het Fort Zeelandia moet zijn ontruimd. Dit om ‘een nieuwe culturele invulling te geven aan het Complex die past bij de inzichten van het beleidscentrum.’ Het Surinaams Museum heeft echter sinds vele jaren op uitstekende wijze culturele invulling gegeven aan het Fort Zeelandia. Er zijn tal van culturele manifestaties geweest, er zijn belangwekkende exposities georganiseerd en de ruimten van het complex bieden onderdak aan vooraanstaande culturele instellingen. Er is geen andere instelling in Suriname die zoveel Surinaams historisch-cultureel erfgoed beheert als het Surinaams Museum. Het doet dat zonder politiek oogmerk, zonder winstoogmerk en met als enig doel het conserveren en uitdragen van alle culturen die Suriname rijk is.
Het heeft voor de renovatie van het Fort Zeelandia substantiële ondersteuning gehad van Nederland. Die hulp aan het conserveren van het culturele erfgoed vond plaats in de geest van de culturele paragraaf van het Raamverdrag voor Vriendschap en Nauwere Samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname. In die zin kan het gerenoveerde Fort Zeelandia worden beschouwd als een cultureel project van vriendschap tussen de volkeren van Suriname en die van het Koninkrijk der Nederlanden.
Overgaan tot het ontruimen van het Fort Zeelandia Complex is een schoffering van alle bijzondere inspanningen die op het complex gedurende jaren zijn geleverd. De geest van rechtszekerheid en behoorlijk bestuur verdraagt zich niet met het willekeurig terzijde schuiven van gewekte verwachtingen.
Een bijzondere plaats in het Fort Zeelandia wordt ingenomen door het Nationaal Monument Bastion Veere – 8 december 1982, dat op 8 december 2009 met de onthulling van de plaquette door president-dichter Ronald Venetiaan officieel werd opgericht. De vijftien slachtoffers van de decembermoorden waren daarmee officieel gerehabiliteerd. Naast de plaquette bestaat het monument uit de muren van het Bastion waarin de kogelinslagen van de standrechtelijke executies zijn geconserveerd. Met het monument kregen nabestaanden en sympathisanten eindelijk een plek waar zij de gevallenen gezamenlijk kunnen herdenken en er bloemen kunnen leggen. Het monument ligt achter in het Fort Zeelandia en de toegankelijkheid en het beheer zijn slechts gegarandeerd door het Surinaams Museum. Als het Surinaams Museum moet verdwijnen uit het Fort betekent dat ook het eind van het Nationaal Monument Bastion Veere – 8 december 1982. Het is immers onbestaanbaar dat die hulde aan de vijftien voormannen van democratie en recht in Suriname past binnen ‘een culturele invulling’ van het ‘beleidscentrum’ van de hoofdverdachte.
Wij roepen allen op deze aanslag op de museale cultuur, de human rights memorial beweging en de Surinaams-Nederlandse vriendschap met klem af te wijzen.
[einde tekst]
Hieronder in alfabetische volgorde de namen van de ondertekenaars van de Open Brandbrief:
Natascha Adama, politicoloog
Willy Alberga, journalist
Marijke Amatdjais, Sociaal Juridisch Dienstverlener
Henna Asin, bestuurslid mensenrechtenorganisatie OGV/gepensioneerd leerkracht
Wim Bakker, muziekauteur
Kees de Bakker, uitgever Conserve
Rochitas Baldew, gepensioneerde
Shyam Baldew ,supervisor
Sylvia Baldew-Tilakdharie , OGV, gepensioneerde
Henri Behr
Noraly Beyer, journalist
<br/ >Hans Blom, voorzitter bestuur Verzetsmuseum Amsterdam
P.B.M. Bolwerk, Oud waarnemend Directeur Surinaams Museum in Paramaribo/Oud museum consulent in de Provincie Gelderland/Oud Streekconservator in de Gemeente Ede/Oud directeur Nederlands Tegelmuseum
Ronald Bos, intercultureel letterenconsultant
Sharlene Bosk, Line Producer bij The Backlot
F. Brewster-Liesdek, gepensioneerd docente
Helga Burnet
John H. de Bye, chirurg
Ernestine Comvalius, Directeur Bijlmer Parktheater
Carmen Daal, namens nabestaanden van Cyrill Daal, Erven Daal
Eddy C. Dawson, bioloog/ondernemer
Gust De Weerdt, radiologisch laborant, gepensioneerd
Koenti De Weerdt-Baldew, radiologisch laborant, gepensioneerd
Jane Dijk
J.E. Dijkstra, leraar
John Djojo, ontwerper, beeldhouwer, schilder
Albert Doelwijt, tandarts
Thea Doelwijt, schrijfster/theatermaakster
Ida Does, documentaire filmmaker
Michel R. Doortmont, UHD internationale betrekkingen en Afrika studies/voorzitter Nederlandse Vereniging van Afrika Studies/lid ICOMOS Scientific Committee on Shared Built Heritage
Hans Dorrestijn, cabaretier/schrijver
Dolf Douglas
Olga Douglas-Jie A Looi
Bob Dwarka, secretaris VHP Nederland
Alfred Edelstein, directeur Joodse Omroep
H. van Eer
W.A. Egger, jurist
Lydia Emanuels, journaliste/radiomaakster
Andree van Es, wethouder te Amsterdam
Eva Essed-Fruin, voormalig directeur Instituut voor de Opleiding van Leraren, voormalig voorzitter Stichting Surinaams Museum
Maurice Ferrier, chirurg
Gerda Ferrier-Ho Kang You
Hermina G.B. Gaikhorst, vertaalster Spaans en Portugees
Ko van Geemert, publicist
Marijke van Geest, neerlandica
Carolyn Gerling, consultant
Monique Geux, facilitair coördinator
Janis Goede, project Manager
Jennifer Goede, socioloog
Jolanda Goede, thuisbegeleider Vierstroom
Betty Goede – Jong-A-Lim, voorzitter Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede
Rie Goede-Koster
Chequita Goedschalk, coördinator Archief en Kerkelijk Museum
Vanessa Goedschalk
Patty D. Gomes, historica
L.Y. Gonçalves – Ho Kang You, Staatsraad
Valérie Gonçalves, zelfstandig ondernemer
Carel de Haseth, schrijver
Martha Haverkamp,
Martha Hering
Jeroen Heuvel, docent Papiamentu, storyteller en theatermaker
Dorine E.G. van Hinte-Rustwijk, Frankrijk/Nederland
A.E. (Eurlien) Hira, registratiemedewerker
Rosemarijn Hoefte, historicus KITLV
Romeo Hoost, voorzitter schaduwbestuur Moederbond, in 1982, voorzitter Comité Herdenking Slachtoffers Suriname
<br/ >Liesbeth van der Horst, directeur Verzetsmuseum Amsterdam
Isabel Hoving, literatuurwetenschapper
Mike Jacobs, socioloog
Rihana Jamaludin, schrijfster
Denise Jannah, zangeres/zangpedagoge/componiste/actrice
John Jansen van Galen, journalist
Els Jap-A-Joe
Karina Jap a Joe, chemisch technoloog
Sherman de Jesus, cineast
D.C.Jones-Overdulve, lid Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede
Jongeren Tegen Amnestie
Joke Kardux, universitair docent
Michiel van Kempen, schrijver/ bijzonder hoogleraar Caribische literatuur
Vanda Kernizon, social marketeer
Geert Koefoed, taal- en letterkundige
Ada Korbee, kunst- en cultuurmanagement
John Leerdam, politicus en theatermaker
Roos Leerdam-Bulo, informatiemanager
Enver Lieuw, software engineer
Helen Lionarons, psychotherapeut
Wilfred Lionarons, journalist
K.R. Lo Fo Wong, officier KL/SKM/KL b.d.
Ken Mangroelal, filosoof/schrijver
Jetty Mathurin, theatermaker
Ronald May, intercultureel psychiater
May Ling Thio, adviseur/onderzoeker
W.H. Metz, voorziter Stichting MoWic en gastonderzoeker Amsterdam Archeologisch Centrum, UVA
Agnes M. de Miranda-Tjon A Meeuw, sociaalwerkster/pro deo
Els H.P. Moor, redacteur de Ware Tijd Literair/redacteur van vele kinderboeken
Fred Muskiet, kinderarts
Kurt Nahar, beeldend kunstenaar in Suriname
Marianne Nga Yien Elias-Chan, jurist
Carol Nijbroek, MPA-Administrator
Gerard Nijkamp, directie-assistent bij CKC, 1971 tot 1975
Marjo Nijkamp-Treffers, diëtiste in het Diakonessen Ziekenhuis, 1971 tot 1974
Gert Oostindie, directeur KITLV/hoogleraar Caribische geschiedenis Universiteit Leiden
André R.M. Pakosie, natuurgeneeskundige/dichter/schrijver
Theo Para, essayist
Jetty Polanen, onderwijsdeskundige
Milton Ponson, Stichting Rainbow Warriors Core, internationaal activist voor duurzame ontwikkeling en mensenrechten
Ruth del Prado, gepensioneerd leerkracht
Pepijn Reeser, historicus
Gerard Reteig, journalist
Rita Rahman, schrijver, Nederlands Ambassadeur in Santo Domingo
Yasser Riedewald, ondernemer
Gino de Robles, contractadviseur Rijkswaterstaat
Jos de Roo, publicist
G. C. van Roozendaal, UD Internationale Betrekkingen en International Organisatie, Universiteit Groningen
M. Rozenblad, lerares
Wim Rutgers, buitengewoon hoogleraar Literatuurwetenschap en Literatuurgeschiedenis aan de UNA, visiting professor IOL
Yvonne Samson, moeder van de drie jongste kinderen van Cyrill Daal
Ruth San A Jong, schrijver en directeur van de Schrijversvakschool te Paramaribo),
José H. Schmitz, juriste
Tammo Schringa, beeldend kunstenaar
Paulette Smit, actrice
Willy Smits, gepensioneerd Bankemployee RBTT Suriname
Janice Sohansingh, dochter van Robby Sohansingh, Operations/Projectmanagement
Harold Sohansingh, namens de familie Sohansingh
Ravi(jay) Sohansingh, ondernemer
Rob Spong, huisarts te Curaçao
Adriaan van der Staay, cultuursocioloog
Dineke Stam, Intercultural museum and heritage projects
Karel van der Sterren, praktijktrainer en personal coach
Alex van Stipriaan Luïscius, hoogleraar Zuid-Amerikaanse geschiedenis, conservator KIT
Frits Terborg, boekhandelaar te Paramaribo
Anne-Marie Tjin-A-Tsoi, apotheker te Curaçao
P.P.A.M. van Thiel, internist, infectious diseases physician
Ronald Tjoe Ny, gepensioneerde
Ellen Tjon A Meeuw, freelance creative producer
Pieter van der Torn, arts
Owen Venloo, politiek en juridisch adviseur
Hebe Verrest, sociaal-geograaf
Karel de Vey Mestdagh, juridisch adviseur Buitenlandse Zaken/schrijver
Annette de Vries, auteur
Hein Vruggink, auteur Surinaams-Javaans woordenboek
Robert Vuijsje, schrijver
Carlos Weeber, voorzitter bestuur Curaçaosch Museum
Gloria Wekker, hoogleraar gender en diversiteit Universiteit Utrecht
Tanya Wijngaarde, redacteur
Ieteke Witteveen, ex-president Museum Association of the Caribbean
Eddy Wijngaarde, producent
Annet Zondervan, Directeur Centrum Beeldende Kunst Zuidoost, Amsterdam.
Sandew Hira, de afgewezen minnaar van Suriname
In zijn wekelijkse column op StarNieuws heeft Sandew Hira gister weer eens zijn monomane dekolonisatie-stokpaardje van stal gehaald, kennelijk heeft hij met zijn boek Decolonizing the Mind onvoldoende bereik gehad. Het nationale drama, de annexatie van het Fort Zeelandia complex, grijpt hij daarom aan tot meerdere eer en glorie van zichzelf en de auteurs van zijn uitgeverij Amrit, Radjinder Bhagwanbali, De werving en selectie van arbeidskrachten onder het indentured laboursysteem uit India voor de kolonie Suriname, 1873-1916, en Armand Zunder, Herstelbetalingen, en hernieuwde verspreiding van zijn idee van dekolonisatie.
November 1975, het einde van een tijdperk, het standbeeld van Koningin Wilhelmina | moet plaats maken voor het Onafhankelijkheidsplein, foto Surinaams Museum |
Nu heeft Fort Zeelandia natuurlijk alles te maken met kolonisatie, maar het is niet zinnig, onkies, welhaast onethisch, om opnieuw de dekolonisatie-strijd op te pakken op het moment dat het hele complex geannexeerd wordt om de geschiedenis geweld aan te doen ten behoeve van de hoofdverdachte in het 8-december-proces. Daarbij gebruikt Hira ook nog valse argumenten: “Maar deze plek is in de loop der tijd verworden tot een folkloristisch museum dat die vier eeuwen durende geschiedenis van pijn en ontmenselijking bagatelliseert en zich beperkt tot 8 december. Het museale gedeelte heeft weinig te maken met de geschiedenis van onderdrukking en uitbuiting en de misdaad tegen de menselijkheid die daar begaan is. Het is een nietszeggend verhaal over cultuur- geschiedenis. Het hele concept van de misdaad tegen de menselijkheid is afwezig. Alleen het verhaal van de Decembermoorden springt eruit terwijl dit verhaal verbonden had moeten worden met het verhaal van pijn en verdriet door de eeuwen heen.”
Hier tegenover staat de perceptie van Theo Para en Michiel van Kempen in hun ingezonden brief in de Ware Tijd van vandaag: “Het Surinaams Museum heeft echter sinds vele jaren op uitstekende wijze culturele invulling gegeven aan het Fort Zeelandia. Er zijn tal van culturele manifestaties geweest, er zijn belangwekkende exposities georganiseerd en de ruimten van het complex bieden onderdak aan vooraanstaande culturele instellingen. Er is geen andere instelling in Suriname die zoveel Surinaams historisch-cultureel erfgoed beheert als het Surinaams Museum. Het doet dat zonder politiek oogmerk, zonder winstoogmerk en met als enig doel het conserveren en uitdragen van alle culturen die Suriname rijk is.”
Hira is totaal verblind door “die vier eeuwen durende geschiedenis van pijn en ontmenselijking bagatelliseert en zich beperkt tot 8 december. Het museale gedeelte heeft weinig te maken met de geschiedenis van onderdrukking en uitbuiting en de misdaad tegen de menselijkheid die daar begaan is.” Het enige wat Hira ziet en wat voor hem telt is de kolonisatie, of dekolonisatie, al naar gelang. Hij ziet zijn kans schoon om de gedachte van Armand Zunder aan de man te brengen: “Het eeuwenoude fort zou ter nagedachtenis en eerbetoon aan de voorouders van de huidige Surinamers die in Fort Zeelandia zijn vernederd, gemarteld en ook het leven hebben gelaten kunnen worden omgedoopt van Fort Zeelandia in Fort Buku. Liefhebbers van historische namen zouden zich mogelijk kunnen troosten met de gedachte, dat de eerste naam van dit fort, Fort Willoughby was. De sporen van deze naam zijn echter uitgewist. Dit moet niet met de benaming Fort Zeelandia gebeuren. Omdat juist aan deze locatie het afschuwelijke verleden tussen Nederland en Suriname is verbonden moet er een plakkaat komen die uitlegt wat de naam Fort Zeelandia heeft betekend in de historie en verbonden is met het afschuwelijke verleden dat in herinnering moet blijven. Het fort wordt nu als een normaal historisch symbool geprojecteerd, terwijl de historie van de voorouders van vele Surinamers bewust of onbewust in presentaties in het fort wordt verdraaid.
Theo Para |
We stellen voor”, aldus nog steeds Zunder, “om de naam Fort Zeelandia te veranderen in Fort Buku, omdat Fort Buku de naam van het Fort is van waaruit de Surinaamse vrijheidsstrijder Boni opereerde. De naamsverandering zou moeten worden gezien als een overwinning van het goede op het kwade. Tegelijk met de naamsverandering zou er in dit fort een mausoleum kunnen worden geplaatst. Het mausoleum dient 24 uur per dag, 7 dagen per week, 365 dagen per jaar door militairen van het Nationaal Leger te worden bewaakt als eerbetoon aan de voorouders van de huidige Surinamers.” Alleen dit laatste zal (de militair) Bouterse aanspreken. Maar ook Zunder doet de werkelijkheid geweld aan door te stellen: ”Het fort wordt nu als een normaal historisch symbool geprojecteerd, terwijl de historie van de voorouders van vele Surinamers bewust of onbewust in presentaties in het fort wordt verdraaid.”
Michiel van Kempen |
Hira sluit af met te zeggen: “Het huidige museum in Fort Zeelandia is een Nederlands koloniaal museum. Suriname heeft ook behoefte aan een nationaal museum. Ieder land heeft zo’n instituut. Het wordt tijd dat Suriname dat ook krijgt.” Waarschijnlijk is dit hele verhaal van Hira een ordinaire wraakactie, lees maar: “Het museum wordt ook beheerd vanuit een koloniale visie. Ik heb vorig jaar geprobeerd te filmen in het museum, maar kreeg geen toestemming hiervoor. De wachter aan de poort, een oude vriend van me, zei dat hij opdracht van hogerhand hand had om me niet toe te laten. Ik was daar met Armand Zunder voor een televisie-serie over de geschiedenis van Suriname. We mochten niet naar binnen. Een toestemming die niet onthouden werd aan de Nederlandse makers van de beschamende televisieserie getiteld ‘De Slavernij’. Die mochten zonder problemen filmen.”
Sandew Hira, de afgewezen minnaar van Suriname.
P.S.: Het was verwachtbaar, maar zó snel?! Lees de reactie van Eugène van der San, de waakhond van Bouterse, op StarNieuws.
P.S. 2: Graag wil ik verwijzen naar een open brief van Stichting het Surinaams Museum op StarNieuws van woensdag 30 mei, waarin de ‘heren’ Hira, Van der San en Doekhie beleefd doch krachtig op hun vingers worden getikt.