blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Fort Zeelandia

Fort Zeelandia gereconstrueerd in Taiwan

「1643熱蘭遮虛擬實境:堡壘、市鎮與市民」展覽宣傳影片

Reconstruction of Fort Zeelandia in Southern Taiwan, as part of an exhibition at National Cheng Kung University in Taiwan.

read on…

Lodewijk Stumpf, oprichter van Buiten-Sociëteit ‘Het Park’

door Eric Kastelein

Garnizoenscommandant kapitein R.F. van Landsberge besluit rond 1872 in overleg met gouverneur C.A. van Sypensteyn tot de herinrichting van het omvangrijke militaire gebied rond Fort Zeelandia aan de Surinamerivier. Onder leiding van luitenant-adjudant Lodewijk Stumpf verandert het moerassige gebied in Het Militair Park: eene lustwarande en een allerliefst bloempark.

read on…

Mijn 1e Erwin…

Vanaf maandag 28 oktober 2019 tot half januari 2020 is in het sociëteitsgedeelte van Arti et Amicitiae in Amsterdam de tentoonstelling te zien van veelal Surinaamse kunstenaars uit twee privé collecties van Arti-leden: die van Carl Haarnack en Myra Winter (gezamenlijke collectie met Henry Strijk). Curator is de kunstenaar Harald Schole. Aan de hand van kunstwerken uit de collectie en/ of archiefmateriaal zal Myra Winter in de aanloop en tijdens duur van deze tentoonstellingen haar persoonlijke herinneringen en anekdotes vastleggen. Vandaag deel 3.

read on…

´Zij zwichtten niet´ – Van Randwijklezing Lilian Gonçalves-Ho Kang You

H.M. van Randwijklezing 5 mei 2019

door Lilian Gonçalves-Ho Kang You

Het is Bevrijdingsdag en ik heb de eer de H.M. van Randwijklezing te mogen houden.

Dat is ook een uitdaging. De Tweede Wereldoorlog maakte ik niet mee. Ik werd in 1946 in Suriname geboren, na de strijd en ver van het strijdtoneel. Toch maakte ik later wel een bezetting mee. Niet door een vreemde mogendheid, maar door landgenoten na een militaire coup. read on…

Het Nederlands slavernijverleden – In het spoor van de Portugezen

door Bert Reinders

De aanleiding
De moedernegotie (“moeder aller handel”) was de handel met de landen rond de Oostzee die door kooplieden uit Amsterdam vanaf de Late Middeleeuwen werd gedreven. Deze handel vormde de voornaamste bron van de welvaart in Amsterdam, waardoor de stad zich kon ontwikkelen van een weinig belangrijke plaats tot het economische centrum van Holland en de stapelplaats van Europa. De lucratieve Oostzeehandel legde de basis voor de Gouden Eeuw van de Nederlandse republiek (bron). read on…

Nationale Assemblee speelt landjepik met cultureel erfgoed

De Nationale Assemblee is gehuisvest in het gebouw van de voormalige Buitensociëteit Het Park in Paramaribo, aan het Onafhankelijkheidsplein. Blijkbaar is er niet genoeg ruimte voor de leden want er zijn op de grens met de achterliggende officierswoningen enkele lelijke containers geplaatst waarin kantoor gehouden wordt. Nu is zonder overleg besloten om een deel van de erven die achter de historische officierswoningen liggen, in te pikken en een nieuwe schutting te plaatsen. read on…

Ontruiming Fort Zeelandia ‘on hold’

door Rick Smits

De plannen om Fort Zeelandia te ontruimen en een andere bestemming te geven staan voorlopig in de ijskast. Dat vertelde Eugène van der San, directeur van het Kabinet van de President, vanmiddag in gesprek met  De West: ‘Er wordt gewerkt aan een genuanceerder gewijzigd plan’. Van der San gaf dit aan nadat we hem vroegen hoe het nu eigenlijk stond met de kabinetsplannen die in mei van dit jaar bekend werden gemaakt. Paul Middellijn, destijds cultureel adviseur van het Kabinet, kwam toen met het idee om het Fort ‘een nieuwe culturele invulling te geven, die past bij de inzichten van de regering’.  Er ontstond veel ophef over dit plan, omdat het zou betekenen dat het Surinaams Museum zou moeten verhuizen, en ook het in Fort Zeelandia gevestigde restaurant Baka Foto zou op zoek moeten naar een nieuwe locatie.

Fort Zeelandia, met op nr. 5 de Officierswoning, nu Directiekantoor van het Surinaams Museum. Foto Augusta Curiel.

 

Een andere reden voor de ophef was dat de uitvoering van het plan zou betekenen dat President Desiré Bouterse wellicht weer zou terugkeren naar de plek waar dertig jaar geleden de Decembermoorden plaatsvonden. Ook zou de uitvoering van het plan volgens velen betekenen dat het herdenkingsmonument voor de Decembermoorden zou verdwijnen.
Paul Middellijn is inmiddels niet meer werkzaam bij het Kabinet van de President. Betekent dit dat de huidige occupanten voorlopig niets te vrezen hebben? Mevrouw Hanna van Petten, financieel directeur van het Surinaams Museum: ‘We wachten het rustig af. We hebben enige tijd geleden een brief naar het Kabinet gestuurd waarin we schreven wat onzes inziens de consequenties zouden zijn van het plan. Daar hebben we nog geen reactie op gehad. Ik weet niet hoe dit zal aflopen, alles is mogelijk in dit land’. Wat zou er gebeuren als het Surinaams Museum daadwerkelijk ontruimd zou moeten worden?
‘Van 1982 tot 1996 konden we ook niet terecht in het Fort. Toen hadden we een tijdelijk onderkomen in de buurt van Zorg en Hoop. Daar zouden we opnieuw naar kunnen verhuizen, als dat nodig blijkt’.

Albert Roessingh – Op de vlucht

 

Van der San zegt niets van een brief aan het Kabinet te weten. Wel is hij een voorstander van een andere bestemming voor het Fort: ‘Ik vind dat Fort Zeelandia een andere look zou moeten krijgen. Zoals het nu is past het wat mij betreft niet in het geheel van de omgeving, het is een beetje een dode hoek’.
Museumdirecteur Laddy van Putten wil niet inhoudelijk ingaan op de zaak: ‘Er wordt te veel over gepraat, we hebben besloten hier niet over naar buiten te treden. We wachten de ontwikkelingen rustig af’. Voorlopig is er geen reden tot zorg. Volgens Van der San is het in ieder geval zeker dat er op korte termijn niets met de plannen zal worden gedaan.
[uit de West, 4 december 2012]

Gwamugindi Mwakipesile – De Dood

De dood schept mij geen angst
Het leven, zijn leegten die duren toch het langst?

Wat weten de doden, anders dan de dood?

En wat anders weten de levenden dan haat, huichelarij en minachting?

Zeg mij wat de doden ooit met u hebben gedaan?

Zijn het niet de levenden die een eind willen maken aan uw bestaan?

Alleen een klein groepje van de zogenaamd ‘levenden’ regeert, of niet?
Democratie zeggen ze
Een grote illusie! zeg ik je.
Verblindend!
Roem, macht, en geld zijn hun goden.
Was het niet ‘recht en waarheid’ dat ze toentertijd beloofden?

Ironisch, is het niet?
Een rechtstaat die de strijders voor gerechtigheid, niet eert, niet herdenkt…
maar vergeet en criminaliseert.
Alles wordt omvergeworpen,
waarvoor?
Voor ontwikkeling? Voor verwerking?
De grootste onzin!
Trias politica betekent tegenwoordig: egoïsme, eigenbelang en zelfbehoud.
Als we alles met een beetje geld en macht kunnen betalen,
waar is het recht dan te halen?
Moet ik betalen?
vriend als ik moet betalen, zeg me dan wat het kost
Wat is de prijs voor de waarheid?
Zeg mij, wat is de prijs voor gerechtigheid?
Is het m’n hart?
Is het bloed?

Want als het m’n hart is? Dan zal ik niet schromen alles te geven
Is het bloed? Dan zal ik zonder angst mijn leven riskeren

ik zal strijden!
Want het is recht en waarheid maken vrij, al betekent het sterven!
Sterven voor gerechtigheid.
Ik ben niet bang!
De dood schept mij geen angst,

Hypocrieten, moordenaars, huichelaars en bedriegers
die doen mij sidderen van angst
Maar bij de doden heerst er eerlijkheid! Na de dood heerst er recht!
Bij de levenden? Daar heb je de koning, hij die het minst doet en het meeste zegt!

Illusies, zeg ik je!
Ze voeden leugens, om de honger naar al wat goed is te stillen.
Ik kauw, ik slik, maar ik proef het niet!
Mij pakken ze niet!

Dus nee, de dood, de dood schept mij geen angst!
Het is de pijn om tussen de onrechtvaardigen te leven,
dat maakt mij het bangst.
 .
[Op 8 december werd in Fort Zeelandia herdacht dat dertig jaar geleden daar de Decembermoorden plaatsvonden. Bovenstaand gedicht is geschreven door Gwamugindi Mwakipesile, dochter van een Afrikaanse vader en een Surinaamse moeder. Het werd op indrukwekkende wijze voorgedragen door Kevin Klein, begeleid op apinti door Shelby Demmererer.]

Schrijversgroep ’77 bestaat 35 jaar

 

door Rolf van der Marck

De onbegrijpelijke uitspraak van voorzitter Ismene Krishnadath, dat Schrijversgroep ’77 vanwege zijn politieke onafhankelijkheid “bij uitstek geschikt is om te bemiddelen in kwesties waar schijnbaar onoverbrugbare politieke tegenstellingen zijn”, deed mij van mijn stoel vallen van verbazing. Was ik lid geweest dan zou ik onmiddellijk hebben bedankt. Krishnadath noemde als voorbeeld de plannen van het kabinet van de president om het Fort Zeelandia-complex terug te brengen “in de schoot van het beleids- centrum”. Uiteindelijk gingen deze plannen niet door, “maar, mochten er bemiddelaars nodig zijn geweest, dan hadden wij als S’77 een rol kunnen spelen.” Hoe haalt Krishnadath het in haar hoofd?

Doel & leden

Alvorens onjuiste uitspraken te doen, heb ik mij op Wikipedia geïnformeerd over ontstaan, doelstelling en geschiedenis van de groep, die op 31 oktober haar 35ste verjaardag viert. De statuten van de Vereniging Schrijversgroep ‘77 hebben als doelstelling te streven naar de bevordering van de Surinaamse letterkunde, de bevordering van de geestelijke en maatschappelijke belangen van haar leden en de bevordering van internationale literaire contacten, in het bijzonder die van de eigen regio.

Als gewone leden kunnen personen ouder dan 18 jaar worden toegelaten die literair werk hebben geschreven en gepubliceerd in een van de in Suriname gangbare talen en die in het bezit zijn van de Surinaamse nationaliteit, of geboren uit een of twee Surinaamse ouders, of die in Suriname geboren en getogen zijn. De voorwaarden impliceren dat ook Surinaamse schrijvers zonder Surinaams paspoort lid kunnen worden.

Frank Martinus Arion & Trudi Guda in 1977, het jaar van hun huwelijk en van de oprichting van S’77
Geschiedenis

De groep werd mede door de inzet van de toen in Suriname wonende en werkende Antilliaanse schrijver Frank Martinus Arion en diens Surinaamse vrouw, de dichter Trudi Guda, op 26 augustus 1977 in Paramaribo opgericht. Het eerste bestuur bestond uit: Mechtelli Tjin-A-Sie (pseudoniem Mechtelly), Harry Reeberg (pseudoniem Imro), Orsine Nicol, Stanley Slijngard (pseudoniem S. Sombra), Eddy Pinas, Gerrit Barron en René Isselt.

De belangrijkste activiteit van de Schrijversgroep ‘77 werd het organiseren van literaire avonden, zowel rond werk van de eigen leden, als rond het werk van buitenlandse schrijvers of in Nederland woonachtige Surinaamse auteurs, waaronder Henk Barnard en Corly Verlooghen. De groep nam niet deel aan maatschappelijke debatten, hetgeen begrijpelijk is gezien zijn doelstelling.
Geheel anders moet echter worden geoordeeld over het uitblijven van enige stellingname inzake de coup van 25 februari 1980 en de toenemende mensenrechtenschendingen sindsdien, zeker nadat de schrijver Jozef Slagveer op 8 december 1982 lafhartig is gemarteld en vermoord. Kennelijk vanwege de revo-sympathieën van onder andere Barron, Mechtelly en Sombra was de Schrijversgroep ’77 niet in staat en/of niet bereid onderscheid te maken tussen deelname aan maatschappelijk debat en verzet tegen dictatuur.

Geheel begrijpelijk ebde de belangstelling weg en werd de Schrijversgroep gemarginaliseerd tot een kleine club met over het algemeen zeer matig bezochte avonden rond de figuren Frits Wols, S. Sombra, Mechtelly en Albert Mungroo. Leden als Michael Slory, Shrinivási, Bhai en Orlando Emanuels lieten zich nog maar zelden zien.

Stand van S’77 
Wedergeboorte
In de tweede helft van de jaren ’90 beleefde de S’77 zijn wedergeboorte. Er kwam een nieuw bestuur, bestaande uit Ismene Krishnadath, voorzitter, Robby Parabirsing (pseudoniem Rappa) secretaris, en Alphons Levens, bestuurslid. Sinds 1992 organiseert S’77 elke laatste woensdag van de maand activiteiten in Tori Oso aan de Frederick Derbystraat. In de nu 35 jaar van zijn bestaan heeft Schrijversgroep ’77 zich naar zeggen van Ismene Krishnadath ontwikkeld van een groep linkse creoolse intellectuelen tot een politiek onafhankelijke organisatie.
 
Dat laatste, de status van een politiek onafhankelijke organisatie,verhoudt zich volgens mij absoluut niet met een bemiddelingsrol bij politieke tegenstellingen. Ook zou daarvoor tenminste een statutenwijziging noodzakelijk zijn, indien een ledenvergadering deze wezenlijke wijziging van de doelstellingen al zou goedkeuren. Mijns inziens moet de S’77 lering trekken uit het verleden, en begrijpen dat wel degelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen deelname aan maatschappelijk debat en verzet tegen dictatuur. En daarmee bedoel ik heel direct de zelfcensuur die de schrijvende pers onder dictator Bouterse moest toepassen om te overleven, maar die onder ‘democratisch’ president Bouterse niet meer nodig zou zijn maar toch nog voortleeft. Dan heeft de groep geen andere politieke geschillen meer nodig.

 

Omstreden plannen Fort Zeelandia lijken van de baan

De omstreden plannen om het Fort Zeelandia en omliggende officierswoningen ‘terug te brengen in de schoot van het beleidscentrum’ lijken voorlopig niet door te gaan. Dit blijkt onder andere uit het feit dat betrokkenen de afgelopen maanden niets meer hebben vernomen van het kabinet van de president of van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov).

Ook in zijn jaarrede heeft president Bouterse niets gezegd over de plannen voor het Fort Zeelandia-complex. Toen die in mei dit jaar aangekondigd werden, ontstond hierover veel ophef in de samenleving. Velen zagen het als een mogelijke aanzet van president Bouterse om sporen van de moderne geschiedenis – waaronder de Decembermoorden  van 1982 – ‘uit te wissen’. Directeur Laddy van Putten van het Surinaams Museum, gehuisvest in Fort Zeelandia, zegt sinds de aankondiging niets meer van het kabinet van de president te hebben gehoord. Rinaldo Klas, directeur van het Nola Hatterman Instituut, evenmin. Zelfs directeur Cultuur van het Minov, Stanley Sidoel, weet sindsdien niet hoe het ervoor staat met de plannen.

Zoals aangeschreven zou het complex al op 1 september ontruimd moeten zijn. Bijvoorbeeld het kantoor van het Surinaams Museum zou plaats moeten maken voor de Sranan Tori Academia  en het museum zelf voor het hoofdkwartier van Carifesta 2013. Cultureel adviseur Paul Middellijn, de architect achter deze plannen, is onlangs in ongenade gevallen en uit de voorbereidingscommissie Carifesta gezet door algemeen coördinator Ivan Graanoogst.

[uit de Ware Tijd, 11/10/2012]

Historische blunders

door Rolf van der Marck

Het Britse parlement heeft kort geleden de historische blunder begaan om de ‘Big Ben’ in Londen om te dopen tot ‘Elizabeth Tower’. De toren is hernoemd om Queen Elizabeth te eren, die dit jaar 60 jaar geleden tot koningin werd gekroond. Alhoewel de toren in feite gewoon ‘Clock Tower’ heet, staat hij wereldwijd bekend als Big Ben, naar de politicus Sir Benjamin Hall, Big Ben genoemd vanwege zijn rijzige gestalte, de originator van de in 1859 voltooide neo-Gothische Clock Tower.

read on…

‘Geschiedenis kun je niet opleggen’

De Surinaams geschiedenis moet van onderop geschreven worden. De geschiedschrijving moet niet opgelegd worden, met of zonder uzi. “Het moet gedragen worden”, zei Rosemarijn Hoefte van het Koninklijk instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) bij de Nederlandse presentatie van het boek Verzamelaars en volksopvoerders, musea in Suriname 1863-2012 van de 28-jarige historicus Pepijn Reeser. Eerder werd het boek in Suriname gepresenteerd. Reeser legt uit dat de titel van zijn boek de mensen beschrijft die zich bezighouden met musea: “Ze vinden het belangrijk om iets te verzamelen, maar ze doen het met een doel.” Geschiedenis is een gereedschap, zegt hij, waar je alles uit kunt halen wat je wil.

Bastion Veere
In Leiden kregen de plannen van de Surinaamse regering [geformuleerd in een rapport van adviseur Paul Middellijn] om het Surinaams Museum uit Fort Zeelandia te zetten veel aandacht. Dat kwam naar buiten enkele weken nadat het boek van Reeser op de binnenplaats van het fort was gepresenteerd. “Als je Bastion Veere uit de herdenking (van de Decembermoorden, red.) haalt dan maak je het een soort geuzenplek. Dan krijgt het een nog grotere lading dan het al heeft”, zei Hoefte.
Volgens Reeser geeft het plan aan dat de musea door de Surinaamse regering minder belangrijk worden gevonden dan het levende erfgoed, zoals zang, dans en de vertelcultuur. “Maar ik vind het jammer. De instellingen die er nu zitten doen erg goed werk. Ik zie de noodzaak om ze weg te sturen niet.” De historicus ziet parallellen met de militaire tijd van de jaren ’80.
Dat de regering een eigen visie heeft op de geschiedenis vindt hij niet erg, als andere visies maar niet monddood worden gemaakt. Het Surinaams Museum is belangrijk om een ruimere blik op de geschiedenis te tonen; daar worden dingen getoond die niet meer bestaan. Volgens Reeser is het oude koloniale stempel een van de dingen waar de regering problemen mee heeft.

Surinaams perspectief
Erik Schilp van het Nationaal Historisch Museum benadrukt dat geschiedenis nooit kan worden uitgewist: “Geschiedenis is sterker dan enig machthebber op enig moment.” Hij zou het interessant vinden om het boek van Reeser over vijf jaar een update te geven met de ontwikkelingen die er dan zijn geweest. En met een ander perspectief: “Laat het door een Surinamer schrijven. Dan is de vergelijking interessant.”

[RNW, 19 juni 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter