blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Findlay George

‘Een kankantrie, een kolos is heengegaan’

door Ivan Cairo en Ewout Lamé

Paramaribo – Met het overlijden van oud-journalist en ex-hoofdredacteur van de Ware Tijd, Leo Morpurgo, is een groot Surinamer, “een kankantrie” heengegaan. In zijn werk streefde hij naar perfectie, hij was scherpzinnig en praatte politieke gezagsdragers niet naar de mond. Dat werd hem niet altijd in dank afgenomen. “Ik moét het volk vertellen dat je de verkiezingsbeloften niet nakomt”, zou hij toenmalige premier Jules Sedney begin jaren zeventig hebben toegevoegd, toen die opmerkte dat de Ware Tijd zijn kabinet te hard aanpakte in haar kolommen.  

Icoon

Collega-hoofdredacteur George Findlay van dagblad De West noemt Morpurgo ook een voorbeeld voor journalisten. “Iemand van de oude garde, bij wie velen te raad gingen.” Findlay roemt de wijze waarop Morpurgo zich voor de Ware Tijd heeft ingezet, vooral tijdens de dictatuur. “Er is hem toen fysiek geweld aangedaan. Als je als oudere journalist wordt geslagen, is dat een groot dieptepunt”, aldus Findlay. Findlay’s krant De West mocht anderhalf jaar niet verschijnen. Volgens de journalist had Morpurgo geen andere keus dan mee te werken met de censuur. “De militairen waren oppermachtig, er waren net journalisten vermoord (op 8 december 1982…red). Niemand zou het in zijn hoofd halen om te zeggen: ik doe het niet.”  

“Dit is één van de iconen, één van de laatsten die er is. Een kankantrie, een kolos is heengegaan”, zegt Chas Mijnals, toenmalig lid van de Nationale Militaire Raad (NMR) die aantrad na de militaire staatsgreep van 25 februari 1980. “Deze man heeft zoveel betekend voor het land en de media met zijn objectieve verslaggeving. Ik had heel veel respect en waardering voor hem, ook al was ik het niet altijd met hem eens. Hij was eerlijk en hard, wat hij zei daar stond hij achter”, herinnert Mijnals die destijds vaker door Morpurgo is geïnterviewd. “Hij was bepaald niet zachtzinnig. Hij was scherp in zijn mening en ik denk dat hij daardoor grote invloed heeft gehad op journalisten en met recht de nestor onder de Surinaamse journalisten wordt genoemd”, voegt de ex-militair eraan toe. Mijnals geeft verder aan, dat Morpurgo altijd goed beslagen ten ijs naar een interview kwam en zich niet met een kluitje in het riet liet wegsturen. “Zijn rust was iets wat altijd opviel. Hij nam geen genoegen met ‘ja’ en ‘nee’ en ook niet met langdradige verklaringen die nietszeggend waren. Hij was een journalist van formaat.”

Voorbeeldfiguur

De Nederlandse journalist Hans Buddingh’, auteur van Geschiedenis van Suriname, leerde Morpurgo in 1979 kennen. “Ik was koud een maand journalist toen ik op reportage aankwam in Suriname”, vertelt Buddingh’. “Ik ben bij Leo langs geweest en hij heeft mij zeer geduldig alle ingewikkeldheden van Suriname uitgelegd.” De twee bleven in contact; nog vorig jaar bood Buddingh’ aan Morpurgo de laatste druk van zijn geschiedenisboek aan. “Hij kwam toen breekbaar, maar nog heel vitaal over.”    

Buddingh’ noemt Morpurgo een voorbeeld voor jonge generaties Surinamers. “Veel mensen staan er niet bij stil, maar Morpurgo was de eerste die met de Ware Tijd aan journalistiek deed die echt onafhankelijk was, los van zakelijke of politieke belangen.” De bewondering van de NRC-journalist voor Morpurgo groeide met de jaren alleen maar. De periode na de decembermoorden, waarbij de Ware Tijd door de militaire machthebbers onder censuur werd geplaatst, was “een gruwel” voor Morpurgo. “Iedereen wist dat de krant werd gevuld met propagandaberichten. Alleen om zijn medewerkers in die moeilijke tijd niet brodeloos te maken, bleef Morpurgo de krant uitgeven.” Toch bleef hij zijn persoonlijke integriteit behouden, “in een tijd waarin er journalisten waren die zichzelf zagen als propagandisten van een zogenaamde revolutie.”    

In de jaren tachtig en negentig droeg Morpurgo als correspondent bij aan NRC Handelsblad. “We waren daar erg blij mee, hij deed secuur en met veel details verslag van de herdemocratisering van Suriname.” Morpurgo bleef de Surinaamse pers kritisch volgen, ook na zijn vertrek als hoofdredacteur in 1996. “Leo was ingenomen met een aantal kritische columnisten van de Ware Tijd“, herinnert Buddingh’ zich van hun laatste gesprek, “al vond hij dat het hoofdredactioneel commentaar wel wat scherper kon.” Want dat was zijn missie: machthebbers prikkelen en feiten onthullen.  

Te weinig geraadpleegd

Ook Imro Themen, vaker betiteld als één van de censoren op de redactie van de Ware Tijd tijdens de militaire dictatuur, zegt enorm veel te hebben geleerd van Morpurgo. Hij ontkent overigens met klem ooit als censor te hebben gefungeerd. Vanwege een familieband met toenmalig directeur Tjon A Kiet kwam hij vanaf de jaren zeventig regelmatig over de vloer en als kunst- en cultuurrecensist [bedoeld is: recensent – red. CU] en columnist leverde hij ook bijdragen aan de krant. “Mensen houden ervan om te stigmatiseren”, benadrukt Themen. “We verliezen een heel belangrijke persoon. Hij was een eerlijk mens met veel kennis. Een man die in wezen veel te weinig is benaderd om zijn kennis en kunde met anderen te delen”, zegt Themen. Volgens hem had Morpurgo met zijn ruime ervaring en kennis een grote bijdrage kunnen leveren aan het opzetten van een mediaraad in Suriname. De perfectie in zijn werk was onnavolgbaar. “Hij maakte zelden een taalfout”, weet de vroegere columnist.  Hij zegt weleens in de clinch te zijn geraakt met de hoofdredacteur. Soms vond Morpurgo dat hij in zijn column ‘Ook een stem’ te kritisch was naar bepaalde politieke organisaties. “We hebben nooit ruzie gehad, maar er waren wel momenten waarop hij vond dat ik te scherp was.” Ook had hij een meningsverschil met Morpurgo nadat een kunstenaar zijn beklag had gedaan bij de hoofdredacteur omdat Themen hem in een recensie te zwaar had aangepakt. “Kan je een volgende keer een beetje rekening houden met die man”, zou de hoofdredacteur toen gevraagd hebben.    

[uit de Ware Tijd, 31/10/2013]

De Surinaamse kranten

door Rolf van der Marck

Distributie
De dikwijls moeizame verkrijgbaarheid van kranten hier in Suriname deed mij op het onderwerp reflecteren. Want het is nu eenmaal zo dat je de straat op moet wil je een krant lezen. Niet dat dit vreemd is, in de Verenigde Staten van Amerika bijvoorbeeld is het niet anders. Tenslotte kost een distributiesysteem voor abonnées veel geld en brengt het heel veel rompslomp met zich mee.

Op zich hoeft het nog geen ramp te zijn dat je voor de krant de straat op moet om bij Omu op de hoek je krant te halen, maar…, je moet er meestal wel op tijd bij zijn om niet achter het net te vissen, want dáár zit ‘m de pijn. Je hoeft niet verbaasd te zijn als je ‘s morgens om negen uur/half tien geen krant meer kunt krijgen. En ongetwijfelkd is dit probleem te wijten aan de uitgevers, die er kennelijk niet aan willen om de niet verkochte kranten tegen terugbetaling weer in te nemen.

Toch zou dát moeten worden ingevoerd, het kost de kranten enkel de organisatie van het ophalen en terugbetalen. Ze laten de drukpers 3 minuten langer draaien, kost hun nauwelijks meer dan het méér verbruikte papier (daarom heeft Times of Suriname zo’n hoge oplage!), en de ‘nieuws gierige’ lezer is gedurende de hele dag terecht om z’n krantje te halen. Per saldo spelen ze dan misschien nog quite ook! Suggestie?, heren uitgevers?


Persvrijheid
Eenmaal aan het reflecteren over kranten, kwam ik op het hoofdstuk van de persvrijheid. Nee, niet in die zin dat er in Suriname geen persvrijheid zou bestaan, de gemiddelde Surinamer –en zeker de journalist– legt zich zelf al genoeg beperkingen op, maar de persvrijheid van het journaille op de te onderscheiden kranten bedoel ik. Als het goed zou zijn was er bij elke krant een redactiestatuut aanwezig om de scheiding tussen de onderneming en zijn verantwoordelijkheid enerzijds en de redactie en zijn verantwoorde- lijkheid anderzijds concreet vast te leggen en te bewaken, maar helaas wringen daar veel schoenen.

De West
Ongetwijfeld de nestor van de Surinaamse kranten is het avondblad De West met z’n eerst kort geleden gevierde eeuwfeest. Maar aangezien daar de functies van directeur/eigenaar en hoofdredacteur verenigd zijn in de persoon van George Findlay is er nooit een ‘conflict of interest’. Hier dus ook nooit een probleem aan welke zijde van het politieke spectrum je de krant moet plaatsen, want de vader van George Findlay was naast krantenuitgever ook een vooraanstaand politcus aan de zijde van de NPS, en de appel is bepaald niet ver van de boom gevallen.

de Ware Tijd
Alhoewel decennia jonger dan De West mogen we de Ware Tijd, eigendom van de niet onbemiddelde ondernemers-familie Jong Tjien Fa, toch wel de senior van onze ochtendbladen noemen. Een aantal jaren na een aantal crises heeft de krant het moeten doen met een aantal adjunct-hoofdredacteuren, maar sinds zeer kort is er weer een heuse hoofdredacteur, die zelfs stage heeft gelopen bij NRC Handelsblad in Nederland. Hopelijk heeft zij ter lering ook inzage gehad in het daar vigerende redactiestatuut om het ook hier te kunnen implementeren, alhoewel de geschetste voorgeschiedenis van deze krant mij alle reden geeft om daar aan te twijfelen. Politiek gezien zou ik dWT willen karakteriseren als rechts van het midden en Nieuw Front ‘angehaucht’.

Times of Suriname
Het ochtendblad Times of Suriname, dat zojuist zijn eerste lustrum heeft gevierd, is de creatie en het eigendom van Dilip Sardjoe, groot-ondernemer en de huidige voorzitter van de Basispartij voor Vernieuwing en Democratie (BVD), die zich had aangesloten bij de door de Nationale Democratische Partij (NDP) gevormde Mega Combinatie, maar die zich na voorspelbaar ongenoegen daaruit ook weer snel heeft teruggetrokken. Bij de oprichting van zijn krant heeft hij –voorbeeldig– de ervaren journaliste Nita Ramcharan aangesteld als hoofdredacteur, mét redactiestatuut en al, maar dat kon natuurlijk niet lang standhouden. Sindsdien is ToS volledig Sardjoe/BVD-‘centered’.

Dagblad Suriname
De jongste telg aan de Surinaamse ochtendbladen-stam is Dagblad Suriname, dat zich door z’n afzichtelijke typografie en schreeuwerige opmaak op tabloid-formaat min of meer –en met succes– profileert als de Nederlandse Telegraaf. De krant is eigendom van M.A. Faried Pierkhan, tevens eigenaar van Radio Paramaribo (Rapar), en één van Suriname’s eertijdse ‘wegwerp-ministers’. Met z’n overvloed aan Bollywood-plaatjes is de etnische verbondenheid van DS gemakkelijk te raden. Politiek gezien is de krant ergens links van het midden te situeren.

Envoy
Als kleizoon van een krantenuitgever, die aan het einde van de 19e eeuw zijn krant omzette in een Naamloze Vennootschap om vervolgens de aandelen te verkopen aan derden, dit omdat de krant volgens hem geen privé bezit mocht zijn, zou ik de Surinaamse krantenuitgevers willen toewensen dat zij iets van dat wijze inzicht van mijn opa zouden overnemen.

———

(dit artikel is gelijktijdig geplaatst op www.surinamestemt.com)

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter