blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Fernandes Mendes Hugo

Fernandes Mendes: ‘Laatste gong voor oude politiek’

door Peggy Brader

De oude Surinaamse politiek heeft haar langste tijd gehad. “De laatste gong is geslagen”, concludeert jurist Hugo Fernandes Mendes. Hij hield op vrijdag 10 februari de Rudolf van Lier lezing in Leiden. Hij ging in op de Surinaamse politieke cultuur en leiderschap in de afgelopen 70 jaar.

Dat de NDP van Desi Bouterse aan de macht is gekomen, is toch wel een faillissement voor de oude politiek, meent Fernandes Mendes. Bouterse had met zijn ‘heel ingewikkeld cv’ een achterstand. Dat de traditionele partijen desondanks hebben verloren bij de afgelopen verkiezingen, is volgens hem een teken dat de kiezers op een andere manier benaderd willen worden.

Kenmerkend voor de politieke cultuur in de afgelopen decennia is dat er altijd een zekere weerstand is geweest ten opzichte van Nederland, zegt Fernandes Mendes. “Het politieke bewustzijn in Suriname heeft een grote behoefte aan autonomie. Loslating van Nederland speelde al in 1871 en speelt zeker nu.”

Verder zijn politieke leiders in de laatste decennia vooral opgekomen voor de belangen van de eigen etnische groep en niet voor die van het land. Dit heeft Suriname veel schade toegebracht, zegt Fernandes Mendes. Maar niet alleen het land, ook de oude politieke partijen zelf lijden schade. Als voorbeeld verwijst de jurist naar de laatste verkiezingsresultaten, waarbij deze partijen veel kiezers hebben verloren.

‘Functioneel zitvlees’Het goed opgekomen publiek moest lachen toen Fernandes Mendes de woorden ‘functioneel zitvlees’ in de mond nam. Ook een kenmerk van de oude politiek. Hij doelt hiermee op politieke leiders die maar blijven zitten tot ze er zelf genoeg van hebben, of ‘in het harnas sterven.’

Anti-Nederland
In de lange periode dat deze leiders de voorzittershamer hanteren, weten zij zich te omringen met kritiekloze aanhangers. Kritiek leveren staat namelijk gelijk aan verraad. Kiezers raken daarop uitgekeken, legt Fernandes Mendes uit.

Positieve ontwikkelingen
Maar het is niet alleen maar negatief geweest, concludeert de jurist. De traditionele politieke leiders hebben bijgedragen aan het vreedzame omgang tussen de bevolkingsgroepen. Daarmee onderscheidt Suriname zich van landen als Jamaica, Trinidad en Guyana.

Ook roemt hij het monetair beleid dat onder het presidentschap van Ronald Venetiaan (op wie Fernandes Mendes veel kritiek heeft) goed is ontwikkeld, waardoor Suriname nu een positieve economische groei doormaakt. “Daar plukken we nu de vruchten van.”

Kentering
Fernandes Mendes is optimistisch over de kentering die hij waarneemt. Het toelaten van buitenlandse ondernemingen in Suriname en die zodoende te laten concurreren met parastatale bedrijven als Telesur en SLM, ziet hij als tekenen dat de politieke cultuur aan het veranderen is.

Ook de felle verkiezingsstrijd binnen de VHP, waarbij Chandrikapersad Santokhi als leider werd gekozen, ziet hij als een ‘toonbeeld van interne democratie’. Ook een voorbeeld van de kentering. “Het lijkt erop alsof Santokhi de VHP aan het reconstrueren is”, stelt Fernandes Mendes.

Het is afwachten, want er ligt nog een diepe valkuil op de loer voor de VHP. Volgens hem schuilt het gevaar bij de achterban, die nu voor het overgrote deel uit Hindostanen bestaat. Santokhi zal zich moeten ontpoppen als leider van de natie en niet alleen van die etnische groep. De eerste tekenen zijn hoopvol. “Ik hoop op meerdere Santokhi’s”, aldus Fernandes Mendes.

Reshuffling
De roep om ‘reshuffling’ binnen het kabinet vindt Fernandes Mendes een goede ontwikkeling. De oude politiek wilde geen verantwoording afleggen over het functioneren, stelt hij. Toch wil hij niet te vroeg juichen. Het is nu vooral afwachten en kijken of deze trend wordt voortgezet.

De tweejaarlijkse Rudolf van Lier-lezing werd georganiseerd door de Werkgroep Caraïbische Letteren.

Klik hier voor een interview met Fernandes Mendes door Peggy Brader]

[RNW, 13 februari 2012]

Politiek leiderschap

De timing van de Rudolf van Lier Lezing, die Hugo Fernandes Mendes op 10 februari in Leiden hield en die hij wijdde aan de politieke cultuur en het politiek leiderschap in Suriname, liet niets te wensen over. Sinds de verkiezingen van 2010 is er veel te doen over de wijze waarop in het bijzonder Surinaamse partijvoorzitters invulling aan hun functie geven. De balans is snel opgemaakt. De NDP, de Pertjajah Luhur en de ABOP kennen een omstreden leider, de VHP koos kortgeleden een nieuwe leider en de NPS en de KTPI zijn (de eerste nadrukkelijker dan de laatste) op zoek naar een nieuwe leider.

Fernandes Mendes, auteur van onder andere Onafhankelijkheid en parlementair stelstel in Suriname: hoofdlijnen van een nieuw en democratisch staatsbestel, hield het goed opgekomen publiek voor dat de machtsbasis van de traditionele partijen in Suriname in de afgelopen twintig jaar ingrijpend is versmald. Het electoraat heeft de traditionele wijze van politiekvoering afgestraft en de partijleiders zijn onmachtig gebleken om de kiezers het vertrouwen te geven dat de ontwikkeling van Suriname bij hen in goede handen is. Fernandes Mendes zoekt de oorzaak van het sterk teruggelopen vertrouwen in de traditionele leiders in de persoonlijke politiek die zij hebben gevoerd. Met een verwijzing naar The Origins of Political Order van de politicoloog Francis Fukuyama vergeleek hij hen met de Wantoks in Melanesië, een stam die geleid worden door de Grote Man. Iedereen kan de Grote Man worden, maar deze positie is weggelegd voor degene die de behoeften van de stamleden het beste kan vervullen. De introductie van een moderne staat naar Westminster model en van attributen als een parlement, politieke partijen en een leger bracht de Wantoks in verwarring, want zij konden deze vernieuwingen niet accommoderen met de directe bevrediging van hun materiële behoeften door de Grote Man. In veel staten – Suriname is er maar één van – heeft de persoonlijke politiekvoering door de Grote Man kunnen voortbestaan, ondanks de staatsrechtelijke evoluties die bedoeld waren deze politiekvoering in te bedden in een systeem van checks and balances.

Zoals het Wantok-systeem etnische wortels heeft, zo zijn ook de traditionele politieke partijen in Suriname vanaf hun oprichting in de tweede helft van de jaren veertig belangengroepen geweest op een etnisch-religieuze en etnisch-culturele grondslag. Sterke persoonlijkheden wierpen zich op als leider van deze belangengroepen en verdedigden deelbelangen in plaats van nationale belangen. Als Grote Mannen beloonden zij hun kiezers door hen materiële gunsten te verlenen. De groei van de NDP na 1987 en het verwerven van de regeermacht door deze partij in 2010 heeft het failliet aangetoond van de politiekvoering van de traditionele partijen. Dit failliet schrijft Fernandes Mendes vooral toe aan de lange zittingsduur van de leiders van deze partijen. Kiezers raken uitgekeken op weinig daadkrachtige Grote Mannen, die decennialang de teugels in handen houden, zich omringen met slippendragers, slecht kunnen omgaan met kritiek, hervormingen en vernieuwingen tegenhouden, initiatief en debat ontmoedigen en publiekelijk nauwelijks verantwoording afleggen voor hun daden.

Een andere oorzaak voor de neergang van de traditionele partijen zoekt Fernandes Mendes in de veranderde positie van Suriname in de wereld. Vooral de integratie van het land in de eigen regio heeft in de afgelopen twintig jaar effect gehad. De grenzen van Suriname gingen open en frequente bezoeken aan het land door vertegenwoordigers van internationale organisaties en buitenlandse bedrijven en door toeristen hebben het isolement van het land doorbroken en de samenleving van een nieuwe dynamiek voorzien. Was de politiekvoering voorheen vooral naar binnen gericht en konden onwetende kiezers gemakkelijk door gewiekste leiders worden gepaaid, de verbreding van de politieke horizon, ook bij het electoraat, vraagt om een andere aanpak en duidelijker antwoorden op de eisen van de moderne tijd. Grote Mannen kunnen niet langer volstaan met het debiteren van patriottische leuzen en het vrijblijvend aanwakkeren van hoop, maar dienen zich wezenlijk te verhouden tot de snel veranderende wereld en hun werkwijze hierop af te stemmen.

Hoewel Fernandes Mendes concludeerde dat de traditionele politiekvoering achterhaald is, meende hij dat het Wantok-systeem in de kern onaangetast is gebleven. Dat is een interessante bevinding, waar hij overtuigende argumenten voor aandroeg. In zijn analyse betrok hij vooral de NDP. Deze geldt als een multi-etnische partij die meer voeling lijkt te houden met de moderne tijd dan concurrerende partijen. Dit laat onverlet dat de NDP een scherp oog heeft voor de etnische afkomst van de bewoners van de kiesdistricten en bij parlementsverkiezingen de kandidaatstelling daar grotendeels van laat afhangen. Binnen de huidige regeringscoalitie is etniciteit bovendien niet zelden een bepalende factor bij het toewijzen van functies bij de overheid, in staatsbedrijven en op diplomatieke posten. Tenslotte kiest NDP-leider Bouterse er meer dan eens voor om zelf zijn etnische wortels te benoemen. Dat wan ptjin ingi boi (een kleine Indianenjongen) het tot het hoogste politieke ambt van het land heeft gebracht, geldt in Suriname inmiddels als een gevleugelde uitspraak van de president.

Het commentaar van referent Hans Ramsoedh, onder historici vooral bekend als schrijver van het standaardwerk Suriname 1933-1944: koloniale politiek en beleid onder gouverneur Kielstra, had vooral het karakter van een aanvulling. In zijn betoog vroeg Ramsoedh aandacht voor een ander aspect van het werk van Fukuyama, namelijk het onderscheid tussen ‘low trust societies’ en ‘high trust societies’. Volgens hem was Suriname een voorbeeld van een low trust society, een bewering die hij staafde met statistische gegevens waaruit bleek dat het vertrouwen van Surinaamse kiezers in hun leiders zorgwekkend laag is en dat zij opvallend ontevreden zijn over het functioneren van de bestaande politieke instituties. Naar het oordeel van Ramsoedh laten deze data zien dat de legitimiteit van het democratisch bestel in het geding is. Het gebrek aan vertrouwen dat Surinaamse kiezers hebben in hun leiders houdt zijns inziens onder meer verband met de wijdverbreide opvatting dat politici onvoldoende zijn toegerust voor de functies die zij bekleden en met de op ruwe confrontatie gerichte stijl waarmee leden van de Nationale Assemblee elkaar bejegenen. Ramsoedh wees daarnaast op de onvoorspelbaarheid van politieke leiders, die zich zelden laten betrappen op uitgewerkte maatschappijvisies of concrete ideeën over de inrichting van de staat. Als de verkiezingen voorbij zijn, gaat het de Grote Mannen om het verwerven van politieke macht. Bij de onderhandelingen hierover zijn de antecedenten van coalitiepartners bijzaak en worden de historische verhoudingen tussen de deelnemende partijen bij voorkeur buiten de discussie gehouden. De formatie van de zittende regering door politieke leiders die jarenlang elkaars gezworen vijanden waren, heeft volgens Ramsoedh het vertrouwen van het electoraat in de politiek alleen maar verder uitgehold en de instabiliteit van het democratisch bestel versterkt.

De zaal reageerde geanimeerd op het betoog van Fernandes Mendes en de repliek van Ramsoedh. De vragen en opmerkingen uit het publiek gingen onder andere over de achtergronden van de verkiezing van Bouterse tot president, de bijdragen van Euro-Surinamers aan de Surinaamse politiekvoering en de agenda van de zittende regering, meer in het bijzonder op het gebied van het ontwikkelingsbeleid en de relaties met het buitenland. De gepresenteerde opvattingen lieten een voorzichtig optimisme zien over de politieke daadkracht van de regering, die financieel orde op zaken wenst te stellen, economisch met elan aan de weg wil timmeren en afstand wenst te houden tot Nederland. Anderzijds heerste er ook scepsis over de autocratische tendensen van het huidige regime dat hoe dan ook in control lijkt te willen blijven, profiterend van de gezonde monetaire situatie die de vorige regering heeft achtergelaten en ogenschijnlijk onbezorgd over het risico dat de oude afhankelijkheidsrelatie met Nederland voor een nieuwe afhankelijkheidsrelatie met Brazilië of China wordt ingeruild. Fernandes Mendes en Ramsoedh lieten de aanwezigen ruimhartig van hun deskundigheid profiteren en vonden een goede balans tussen reflectie op historische en actuele ontwikkelingen.

Zal de politiekvoering onder de traditionele partijen spoedig veranderen? Bij de VHP lijkt hier een serieus begin mee te zijn gemaakt. In ieder geval is het stokje hier overgenomen door een betrekkelijk jonge en energieke leider die zijn partij een moderner aanzien wenst te geven. Of hij hier werkelijk in zal slagen, zal in de komende jaren blijken. Over de bewegingen binnen de NPS en de KTPI bestaat vooral onduidelijkheid. Voorzitter Venetiaan heeft te kennen gegeven het leiderschap van de NPS te willen overdragen, maar onder de tien leden die publiekelijk hebben aangegeven interesse te hebben in de functie bevinden zich maar enkelen die noemenswaardige ervaring hebben als parlementariër of minister en die in staat moeten worden geacht een aansprekend verhaal te presenteren waarmee de partij zich kan onderscheiden van de NDP. Bij de KTPI heeft één van de ondervoorzitters zich gemeld als uitdager van partijleider Soemita, die op zijn beurt heeft aangegeven in de race te willen blijven voor een nieuwe termijn als voorzitter. Zijn tegenstrever laat er geen gras over groeien. Hij heeft zich in het parlement als een zelfstandige fractie van de KTPI afgesplitst en doet van zich spreken als stichter van nieuwe partijkernen en fel criticaster van de zittende leider. Wie de nieuwe Grote Mannen of Vrouwen van de NPS en KTPI ook mogen worden, wat telt is dat zij hun partij uit het Wantok-systeem manoeuvreren en eigentijdse oplossingen formuleren voor eigentijdse problemen.

Vanavond derde Van Lier-lezing

Vanavond, vrijdag 10 februari 2012, houdt Hugo Fernandes Mendes de derde Van Lier-lezing, over politieke cultuur en leiderschap in Suriname, in Leiden. Hans Ramsoedh is referent. Klik hier voor meer informatie.

Hugo Fernandes Mendes houdt derde Van Lier-lezing

De Werkgroep Caraïbische Letteren nodigt u uit voor het bijwonen van de tweejaarlijkse Van Lier-lezing. Deze zal plaatsvinden op vrijdag 10 februari 2012. Locatie: zaal 011 van de Faculteit Geesteswetenschappen, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1 te Leiden.

Programma

19.30 uur Welkomstwoord door de voorzitter van de werkgroep, Peter Meel
19.40 uur Van Lier Lezing, getiteld ‘Politieke cultuur en leiderschap in Suriname’, uitgesproken door Hugo Fernandes Mendes, jurist en directeur Stedelijke Bestuursadvisering van de Gemeente Amsterdam

20.30 uur Reactie door referent Hans Ramsoedh, historicus en staflid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
20.45 uur Discussie met de zaal
21.30 uur Sluiting

Het programma begint om 19.30 uur precies.

R.A.J. van Lier was van 1949 tot 1980 buitengewoon hoogleraar in de sociologie en cultuurkunde van Suriname, de Nederlandse Antillen en het Caraïbisch gebied aan de Rijksuniversiteit Leiden.

Indien u de lezing wenst bij te wonen, kunt u zich tot 1 februari 2012 aanmelden bij Efy Matulessy via e.p.matulessy@hum.leidenuniv.nl o.v.v. naam, adres, postcode en woonplaats. U kunt maximaal twee mensen aanmelden. Zolang er plek is, ontvangt u binnen een week bericht terug per e-mail. Dit bericht dient uitgeprint als toegangsbewijs. U wordt verzocht dit mee te nemen en bij binnenkomst te tonen.

Het Lipsiusgebouw ligt op circa 15 minuten loopafstand van station Leiden CS. De locatie is eveneens per auto te bereiken, maar de parkeermogelijkheden in de omgeving zijn beperkt. U wordt geadviseerd zoveel mogelijk met het openbaar vervoer te reizen.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter