Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Who’s Afraid of Black Sexuality? (5)
by Stacey Patton
International Iris M. Young Memorial Symposium
Inclusion and Democracy Revisited
Normalisation and Difference in 21st century Europe
Iris M. Young’s book Inclusion and Democracy, published first in 2000 still enhances our critical understanding of what the notion of Inclusion ought to be in the 21st century far beyond her early and tragic death in 2006. The topic of Normalisation and Difference is central to a project of 21st century democracies as group differences of increasingly multi-cultural and multi-national populations, and also EU multiple anti-discrimination Law asks citizens, organisations and national governments/ bureaucracies alike to look out for more inclusive societies.
Young’s critique of processes of normalisation determines her reading of an ‘inclusive democracy’. Young (2006: 96) defines her understanding of normalisation as follows; ‘I refer to processes that construct experiences and capacities of some social segments into standards against which all are measured and some found wanting or deviant.’ On the background of her intellectual contribution we wish to provoke a conversation and critical engagement with some of the social and symbolic contradictions arising in 21st century European, after all European Union Member State democracies when tackling the inclusion/ exclusion dynamics.
We invite some outspoken international and well known local speakers to share their thoughts with us and reflect on I. M. Young’s intellectual legacy for the current state of European societies, in particular in the Netherlands.
Speakers include:
Prof. Alia Al-Saji Author of The time of difference: thinking body, memory and intersubjectivity with Bergson and Merlau-Ponty; McGill University, Canada
Dr. Mariam Martínez-Bascuñan Author of Gènero, Emancipaciòn Y Differencia (s) – La teorià polìtica de Iris Marion Young; Independent University of Madrid, Spain
Prof. José Medina Author of Speaking from Elsewhere: A new contextualist perspective on meaning, identity and discursive practice; Vanderbilt University, US
Book launch 17.00 – 18.00
Ulrike M. Vieten (2012) Gender and Cosmopolitanism in Europe: A Feminist Perspective, Farnham: Ashgate
Date: Thursday 5 July 2012, 10.00-17.00
Location: De Balie, Amsterdam (Kleine-Gartmanplantsoen 10)
Organizers James C. Kennedy, Halleh Ghorashi, Thomas Spijkerboer, Ulrike M Vieten, Guno Jones (Research Group‘Inclusive Thinking’)
Registration is open until 1 july. Inquiry and reservation: imyoungsymposium2012@gmail.com
Joan Ferrier vertrekt als directeur van E-Quality
Kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit E-Quality fuseert met Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis. Reden voor directeur Joan Ferrier om per mei aanstaande plaats te maken voor een nieuwe directeur. Joan Ferrier stond aan de wieg van E-Quality.
Beide organisaties moeten bezuinigen en door de bundeling van krachten ontstaat er volgens Ferrier een sterk instituut op het gebied van informatie voor vrouwen. Ferrier kan met trots E-Quality verlaten, want het is in de loop der jaren uitgegroeid tot een gezaghebbend kenniscentrum, stelt ze. Ze is vooral trots omdat het haar met haar collega’s is gelukt om in woelige tijden meer aandacht te krijgen voor diversiteit van vrouwen in Nederland.
Gemeenschappelijke idealen
Helemaal afscheid nemen doet ze niet, zegt Ferrier. Ze zal het nieuwe instituut altijd een warm hart toedragen en ze is ervan overtuigd dat ze haar collega’s weer tegen zal komen, gezien de gemeenschappelijke idealen. In welke hoedanigheid zij dat doet, weet Joan Ferrier nog niet. Daar gaat ze zich in mei over buigen. Tot die tijd zal ze nog druk zijn met E-Quality.
Wat ze al wel weet, is dat ze voorzitter wordt van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013. Ze zal de nationale herdenking vormgeven van de afschaffing van slavernij, op 1 juli 2013 precies 150 jaar geleden.
[RNW, 9 februari 2012]
Kritische reflectie over wetenschapsbeoefening in Suriname
De wetenschapsbeoefening in Suriname is aanvankelijk gebaseerd op positivistische principes en nog steeds speelt dat sterk. Gelukkig komt er nu langzaam maar zeker een benadering vanuit de eigen situatie. Er wordt steeds meer gepleit voor alternatieve benaderingen die ruimte geven aan kritische reflectie en die openstaan voor participatie van de doelgroep. Sociale wetenschappers laten tegenwoordig steeds meer van zich horen en behalve strikt wetenschappelijke doelen zijn er vaker ook sociale doelen, bijvoorbeeld gericht op emancipatie van groepen uit de samenleving. Dit is bijvoorbeeld meestal het geval binnen de feministische wetenschap. Net als de ‘Filosofie van de Derde Wereld’ geeft deze benadering een andere draai aan het begrip ‘objectiviteit’ dan binnen de positivistische visie. Als wegbereider van de filosofen van de derde wereld noemt Jack Menke uiteraard Frantz Fanon (1925-1961). Deze arts en activist is geboren op Martinique, studeerde medicijnen in Frankrijk en werkte van 1952-1956 als psychiater in een ziekenhuis in Algerije. Hij sloot zich aan bij het Front de Libération Nationale en werkte toen als arts in het Algerijnse bevrijdingsleger. Bekende werken van hem zijn Zwarte huid, blanke maskers (1952) en De verworpenen der aarde dat uitkwam in 1961, toen de auteur stervende was aan leukemie. De kern van deze ‘filosofie’ is de eenheid van theorie en praktijk, treffend verwoord door de Afrikaanse dichter Sékou Touré: ‘Het schrijven van een revolutionair lied is niet voldoende om deel te nemen aan de Afrikaanse revolutie; men moet deze revolutie maken met het volk. Met het volk, en de liederen komen dan vanzelf wel.’ Conclusies van Menke zijn dat de scheiding tussen de verwerving en de toepassing van kennis opgeheven moet worden. Wetenschap is veel maatschappelijker dan het positivisme doet voorkomen. Wetenschap wordt in de derde wereld vaak gezien als een instrument tot bevrijding waarbij waarden zoals emancipatie en humanisering centraal staan. In Suriname is het standaardbeeld van het positivisme, ook in andere vormen van onderwijs, nog te veel vastgeroest. Er is grote behoefte aan alternatieve benaderingen.
Kees van der Wolf bespreekt in ‘Mixed methoden in onderwijsstudies’ waartoe we kennis ontwikkelen, wat we ermee willen bereiken. Het beeld van objectiviteit, herhaalbaarheid en controleerbaarheid (positivisme) is nog te sterk aan onze faculteit van Maatschappijwetenschappen. Het is belangrijk dat we in de wetenschap speculaties en vooroordelen voorkomen. We kunnen om problemen op te lossen kennis van elders zeker gebruiken, maar we kunnen hier ook samen kennis ontwikkelen in de context van probleemoplossing.
Julia Terborg heeft het in haar inleiding over feministische wetenschapsbeoefening. In de tachtiger jaren vond er in de wetenschapsbeoefening rondom het feminisme een verschuiving plaats van het ‘concept vrouw’ naar het ‘concept gender’. Dit begrip staat voor de gedrags- en identiteitsaspecten van een sekse. Dus niet de lichamelijke aspecten. Hierbij krijgen bij onderzoek de onderzochte personen de ruimte om mee te praten over de onderzoeksdoelstelling. De onderzoeksmethode wordt gekozen op grond van het onderwerp van onderzoek. Daarbij is het van essentieel belang dat de onderzoeker het echte probleem ziet, niet kijkt vanuit een beperkte visie. Wie veroorzaken de problemen van overbevolking? De vrouwen? Zij gebruiken toch geen voorbehoedsmiddelen (vaak vanuit hun cultuur)? Of de scherpe sociaal-economische ongelijkheid in de wereld? Op de wereldconferentie over dit onderwerp in 1994 zijn feministen als collectief erin geslaagd om een andere wending te geven aan de discussie over bevolking en ontwikkeling, meer vanuit de erkenning en bescherming van de rechten van vrouwen en worden bevolkingsvraagstukken meer in verband gebracht met sociale vraagstukken, zoals armoede.
De derde inleiding van Monique Veira gaat over rechten en samenleving: moet de juridische manier van denken onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen gewijzigd worden? Dit onderwerp roept vaak weerstanden op bij juristen. Monique Veira bespreekt Surinaamse gevallen om de aanpak te beoordelen. Zij besluit dat de typisch wetenschappelijke juristerij verrijkt moet worden door ook open te staan voor andere disciplines, wanneer de casus erom vraagt.
Er waren twee discussierondes tijdens het seminar. Veel vragen en opmerkingen maakten duidelijk dat het onderwerp aanslaat en dat is prima. Ook de evaluatie was grondig. Jack Menke kwam met een treffer: moet ook academisch onderwijs niet creatiever zijn, in een meer ongedwongen sfeer? En werken al die typisch academische termen niet vervreemdend, vooral naar een algemener publiek toe? Hiermee ben ik het roerend eens. Wat een moeite heb ik gehad om dit boekje te begrijpen, terwijl de stof me zeer na aan het hart ligt. Soms vier moeilijke wetenschappelijke woorden in één zin! En creatiever onderwijs: dat is mijn stokpaardje, voor alle leeftijdsklassen en niveaus!
Toen ik het boekje eindelijk uit had en klaar was met een overzicht voor dit artikel, pakte ik mijn ‘lijfblad’, het weekblad De Groene Amsterdammer, van 14 juli. Is het toeval dat daar net nu een artikel van Caspar Thomas en Yvonne Zonderop in staat over wat drie planbureaudirecteuren, tevens hoogleraren aan universiteiten, vinden van de wetenschap in Nederland? Een van de drie begint met een voorbeeld: ‘Ik had laatst iemand die wilde promoveren op werkloosheid. Mooi onderzoek, maar de cijfers waren twintig jaar oud. Je kunt daarop promoveren, maar de maatschappelijke relevantie is nul komma niks’. En zo gaat het door: de universiteiten worden zelfs ‘ivoren torens’ genoemd. Er wordt ook gepleit voor een intensievere samenwerking tussen wetenschap en beleid. Het einde van het artikel is aldus: ‘Als de overheid zegt: wij moeten een alternatief vinden voor accu’s, dan moet de TU Delft toch zeggen: wij doen mee, we gaan ervoor? Als wetenschappers dan nog steeds klagen dat ze niet gehoord worden, ach ja…’
In onze kleine samenleving met maar één universiteit kunnen we de handen toch makkelijker ineenslaan? Kunnen we toch verder komen met de ontwikkeling van aan ons land en de tijd aangepaste wetenschap, die wel wetenschappelijk blijft?
Institute for graduate Studies and Research. Occasional paper 1. Het standaardbeeld van de wetenschap in Suriname: problemen en alternatieven. Redactie: Jack Menke. Anton de Kom Universiteit van Suriname, 2011
De Groene Amsterdammer. Onafhankelijk weekblad sedert 1877. 14 juli 2011.
Carry-Ann Tjong-Ayong – Na de feministische golf
Vroeger waren heren nog galant. Bij het betreden of verlaten van een etablissement hielden zij de deur voor je open, hielpen je uit of in je jas en hingen die op. Schoven een stoel voor je aan. “Wat wil je drinken?” vroegen zij vriendelijk en zij hielpen met het uitkiezen van een wijntje.
De feministische golf maakte daar abrupt een einde aan. Wij moesten immers zo nodig zelf naar binnen lopen, de jas aanhijsen en de rekening betalen, als wij een baan hadden.
“Neen, dat kan ik zelf,” hijgden wij, met een zware doos worstelend op de trap. En op het botte af negeerden wij de opengehouden deuren. Wij waren immers zelfstandig en self-supporting geworden.
De rolstoel brengt ons weer terug tot de juiste proporties. Worstelend bij de toegangsdeur laat ik mij graag helpen door de heren, die hun natuurlijke galantheid eindelijk weer de vrije loop kunnen laten en mij zorgzaam binnen of buiten helpen. Je ziet hen bevrijd zuchten, een glimlach op hun gelaat. Eindelijk kunnen zij weer het galante mannetje van weleer zijn.
cat 26/2 2011
Slang bijt meid
door Michiel van Kempen
Op 17 maart gaat het nieuwe RTL televisieprogramma Echte Gooische Meisjes in de Jungle in première. RTL 5-baas Remko van Westerloo heeft gemeld dat het een grappig realityprogramma wordt waarin meisjes uit allerlei RTL 5-programma’s een tocht afleggen in de jungle in Suriname.
Wat het binnenland daar dan van denkt, vermeldt de RTL-baas niet. Maar zoals men weet kan men de natuur niet ongestraft aan zijn liaan trekken. Eerder deze maand moest een van de deelneemsters vanuit de jungle (want zo heet dat, ‘tropisch regenwoud’ klinkt natuurlijk niet spannend genoeg) met spoed naar het Academisch Ziekenhuis in Paramaribo worden gebracht. Ze was door een slang gebeten. Mediajournaal.nl meldde: ‘Slang bijt echt RTL5-meisje’. Er zijn dus ook andere RTL-meisjes: van plastic, van bijenwas, van siliconen vooral ook. Maar dit was een echt meisje. Het had de moed gehad een doos met een slang te openen en die beet haar in de hand. Mazzel: het was geen gifslang, maar een wurgslang, een anaconda of aboma. Levert vervelende ontstekingen op, maar RTL-wicht is niet gewurgd, afkloppen.
De dienstdoende reporter ˗ Starnieuws kwam er als eerste mee op 10 januari ˗ had niet geïnformeerd naar de betekenis in de winti-cultuur bij de binnenlandbewoners. Maar de boa constrictor, zo meldt ons de goeie ouwe Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië uit 1914-17 is de afgodslang, de dagoewesneki of Papasneki, en die kan men maar beter met rust laten, want hij is de machtigste foduwinti, erg belangrijk in de communicatie tussen goden- en mensenwereld. Terecht dus dat de RTL-huppelkutjes hun mobieltjes niet mochten meenemen naar het binnenland. De reporter noteerde ook niet hoe lang die slang was. De Encyclopaedie schrijft, alsof ze het zelf ook niet helemaal gelooft: ‘Volgens de oude reizigers: Schomburgk en Maximiliaan Prins von Wied, zouden zij zelfs 6 à 10 Meter lang kunnen worden, met een dikte als een mansdij.’
In het najaar van 2008 ontving ik de onderstaande foto’s van een anaconda die in Benzdorp in het zuidoosten van Suriname was gevangen. Aan de betrouwbaarheid van Schomburgk en de Prinz von Wied hoeft niet meer getwijfeld te worden. In de buik van het beest zaten meer dan honderd kleinere slangen van allerlei soorten. Misschien moeten de Gooische kandidates deze foto’s maar eens goed bestuderen, voordat zij opnieuw naar de jungle afreizen.