blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Evers Ivo

Ter discussie: Bouterse aan de macht

Presentatie en discussie: het boek Bouterse aan de macht in reisboekhandel De Evenaar, Amsterdam, donderdag 31 januari a.s., vanaf 17.30 uur.

Bouterse is in de ogen van sommigen een moordenaar, voor anderen is hij een geliefd leider: duik met de auteurs Ivo Evers & Pieter van Maele in de recente Surinaamse geschiedenis. Huiver mee, juich mee, wanhoop mee, dans mee in de straten van Paramaribo. Bouterse aan de macht is een gedetailleerd boek over de turbulente Surinaamse politiek. Het laat je niet onberoerd. Kom naar Evenaar en praat mee! Alle vragen mogen gesteld! Evers is aanwezig om de discussie aan te gaan.

Reserveren svp via info@evenaar.net; Reisboekhandel Evenaar, Singel 348, 1016 AG Amsterdam

Ivo Evers werkte anderhalf jaar in Suriname, bij De Ware Tijd en als correspondent voor Trouw; Pieter van Maele is correspondent in Paramaribo voor o.a. Het Parool en De Morgen, ook hij werkte bij De Ware Tijd.

Nieuwkomers beschrijven Bouterse aan de macht

door Walter Lotens

Op 25 mei 2010 ging ongeveer zeventig procent van de Surinaamse kiezers in een feestelijke sfeer naar de stembus. Dat moet voor Paramaribo zeker meer dan tachtig procent geweest zijn omdat door de grote afstanden de opkomst in het verre binnenland veel lager lag. Die zeer hoge opkomst is waarschijnlijk een wereldrecord. De Surinaamse kiezers mogen dus zeker gefeliciteerd worden, maar de politici zijn jammer genoeg niet eerbiedig omgesprongen met zoveel enthousiaste burgerzin.

read on…

Jadnanansing in de slag met Evers & Van Maele

Evers & Van Maele

door Rolf van der Marck

De gepensioneerd notaris en rechtskundige Carlo Jadnanansing is ongetwijfeld een veelzijdig scribent, want behalve rechtskundige verhandelingen in vaktijdschriften, dikwijls ook in de krant maar dan in begrijpelijke taal, zien wij – sinds hij er de tijd voor heeft – ook veel muziekrecensies van hem in de krant. Nu heeft hij vriend en vijand verrast met twee volle pagina’s boekrecensie van het boek Bouterse aan de macht van de journalisten Evers & Van Maele in Dagblad Suriname, echter hinderlijk verdeeld over twee dagen (23 en 24 november), zodat je ergens aan begint waarvan je niet weet hoe het afloopt. Zou dat opzettelijk zijn omdat hij ook nog niet wist hoe het zou aflopen?

Dat vond ik al irritant, evenals de veel te lange en ingewikkelde kop, die luidt: “Reflecties naar aanleiding van: ‘Bouterse aan de macht’ | Pleidooi (contrecoeur) voor ons staatshoofd? (deel 1).” Wat ik me afvroeg voor ik eraan begon, bleek achteraf juist, Jadnanansing komt er evenals de auteurs van Bouterse aan de macht niet uit, vandaar waarschijnlijk dat hij het ‘reflecties’ noemt. Jadnanasing volgt als het ware met instemming de benadering van Evers & Van Maele in hun boek, een soort golfbeweging van nauwelijks verholen bewondering voor de ‘good guy’, zo hier en daar onderbroken door de ‘bad guy’, de drugsveroordeelde en van meervoudige moord verdachte couppleger, waar ze uiteraard niet omheen kunnen.

Aan het slot verschuilt Jadnansing zich echter achter de auteurs van het boek waar hij zegt: “Het lijkt erop dat de auteurs aan het einde van hun verhaal gekomen zijnde, beseffen dat de redelijk positieve toon ervan met betrekking tot ons staatshoofd weleens in hun nadeel zou kunnen uitvallen. (…) Vandaar dat de slotzin in mineur geschreven moest worden, teneinde de verkoopbaarheid van het boek niet negatief te beïnvloeden.” Met andere woorden, ook het slot van het boek had in feite redelijk positief van toon moeten zijn. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Jadnanansing daarin volledig meegaat. Hoe dan ook, we komen niet te weten of het een pleidooi is of een pleidooi?.

Carlo Jadnanansing

Het verwijt van Jadnanasing dat Evers & Van Maele veel te wijdlopig zijn, treft ook hemzelf, twee volle pagina’s DB is wel heel veel van het goede. Met een kritische instelling en een rode pen in de aanslag had hij hooguit driekwart pagina overgehouden, ruimschoots voldoende om zijn boodschap over te brengen. Nu heeft hij ongetwijfeld potiëntiele lezers voortijdig doen afhaken.

Jadnanansing besluit met twee door de auteurs genoemde gevleugelde Surinaamse zegswijzen te citeren, waarvan ik deze wil aanhalen: “Het ondenkbare is in Suriname denkbaar”. Waarom realiseren Evers & Van Maele zich dat al op pagina 28 (volgens Jadnanansing) van hun boek, zonder daar consequenties uit te trekken? Want dat Bouterse president werd, was ondenkbaar. Waarom hebben zij niet gereflecteerd op dat ondenkbare gegeven?  En, hoe het ondenkbare weer denkbaar te maken? Ook vanwege de verkoopcijfers?

Ze blijven bezig met Bouterse

 door Christine F. Samsom

Bijen moeten constant bezig blijven: de honing- en wasproductie op peil houden, zodat het bijenvolk overleeft, dat zit in hun aard. Ook uitgeverij ‘de Bezige Bij’ blijft bezig, deze keer met de productie van Bouterse aan de Macht. Als het over de ex-couppleger, veroordeelde drugshandelaar, hoofdverdachte van mensenrechtenschendingen en huidige president van Suriname gaat, schijnt het in Nederland blijkbaar nog steeds de moeite waard te zijn om te scoren met het ter consumptie aanbieden van het zoveelste spannende boek over DeeDeeBee, in hapklare brokken met een duidelijk badinerende ondertoon, lekker stoer van: ‘Kijk ons jonge, dappere journalisten eens!’
Kan dat wel: een dik boek schrijven van ruim 400 pagina’s met nieuwe ‘verrassende’ inzichten over leiders en volk van een in wereld-perspectief onbeduidend, maar wel ingewikkeld land, terwijl je daar maar korte tijd hebt rondgekeken?
Af en toe word je er moe van en vraag je je af: wanneer staat er een Surinaamse geschiedschrijver op die met meer respect, begrip en liefde voor land en volk met de recente geschiedenis van dit land omgaat, voor zover het mogelijk is daarover te schrijven? ‘De vraag is of nu al een afgewogen oordeel over 1980- 2010 kan worden geschreven’, schreef Jerry Egger onlangs op deze pagina bij de bespreking van het boek De geschiedenis van Suriname door Hans Buddingh’.
Voor de duidelijkheid: als je, geboren aan de Noordzee, maar al ruim 40 jaar getogen in Suriname, na de onafhankelijkheid opteerde voor de Surinaamse nationaliteit, je kinderen opvoedde met het idee het land te helpen opbouwen, dan val je in een diep gat als de lievelingsoom van die kinderen op 8 december 1982 wordt vermoord en dan zie je ze na de middelbare school (waar ze in de tachtiger jaren door militairen van DDB in elkaar zijn getimmerd) met lede ogen naar het buitenland vertrekken, ook al omdat de universiteit constant geplaagd wordt door stakingen en tekort aan gekwalificeerde docenten. Met hen en hun jaargenoten verliest Suriname een hele generatie jonge intellectuelen. Toch erger je je aan de onbehoorlijke, betweterige, superieure toon die in Nederland door veel politici en journalisten wordt gebruikt om hun ex-kolonie en alles wat daar gebeurt te typeren.
Dit gezegd zijnde, zien we dat in de inleiding van Bouterse aan de Macht te lezen is, waarom Ivo Evers (*Nederland, 1983) en Pieter Van Maele (*België, 1986) het boek geschreven hebben. Zij geven ‘een antwoord op de vraag, waarom Desi Bouterse, ondanks zijn verleden, in Suriname nog steeds zo populair is en hoe hij het er als president vanaf brengt’ (p. 14). Die vragen wekken verwachtingen van een diepgravende studie en daarin wordt althans de in Suriname wonende lezer teleurgesteld. Vragen zijn nou eenmaal veel makkelijker te stellen dan te beantwoorden. Het journalistenpaar begint met een smeuïge impressie van de herdenking van dertig jaar revolutie op 25 februari 2010, precies drie maanden vóór de verkiezingen. Daarna komt in het tweede hoofdstuk al direct een statement waarmee veel lezers moeite zullen hebben: ‘Suriname is voor de snelle passant een vredelievend, vriendelijk en optimistisch land. Maar achter de vrolijke muziek, de lachende gezichten en de gastvrijheid gaat de zware erfenis schuil die de jonge republiek met zich meetorst: die van het recente verleden. De gevolgen van de donkere jaren tachtig en de beginjaren negentig (…) zijn tot de dag van vandaag voelbaar’ (p. 29 ). Is die zware erfenis niet veel groter? De donkere jaren tachtig en negentig zijn niet uit de lucht komen vallen, maar voortgekomen uit een veel donkerder tijd, de koloniale tijd, waarin de vernederingen, de hoogmoed van de kolonisatoren, en in hun kielzog, van de nieuwe elite, hun sporen tot heden hebben achtergelaten. Van wie hebben wij in Suriname geleerd om braaf te geloven in de goede bedoelingen van de baas? Dat Nederlanders intussen hebben geleerd om vraagtekens te zetten achter het machtsstreven van politici, doet daaraan niets af.
De kolonisator bracht ook een soort religie naar Suriname, die onderdrukte mensen, slaven, armen, zieken, leerde dat alles wat in je leven gebeurt, de wil van de Almachtige is en je dus tevreden moet zijn met je lot. Hangt de meerderheid van de Nederlandse bevolking dit geloof niet meer aan, in Suriname heeft de president zijn hoogstpersoonlijke en door de belastingbetaler gefinancierde bisschop, die weer een hoogstpersoonlijke, draadloze Wifi-verbinding heeft met de Almachtige, zodat wij precies weten wie staatsvijanden zijn. Het trauma van de kolonisatie, de slaven- en contractarbeiderstijd is veel groter en beïnvloedt het leven van alle dag veel meer dan de jonge schrijvers in de gaten hebben. Is het misschien makkelijker om die ‘zware erfenis’ van de ex-kolonie in de schoenen van Bouta te schuiven in plaats van die veel breder te wijten aan de koloniale tijd, zonder overigens in een slachtofferrol te vervallen?
Tussen inleiding en epiloog telt het boek dertig hoofdstukken. De schrijvers laten er geen gras over groeien, hebben heel wat speurwerk verricht, te zien aan de totaal 352 noten achterin het boek. Voor de eerste hoofdstukken wordt vooral geput uit boeken van het bekende rijtje auteurs Hoogbergen & Kruijt, Boerboom & Oranje, H. Buddingh’, en Ellen de Vries. Daarnaast wordt er druk geciteerd uit krantenartikelen, vooral van de Ware Tijd, berichten van Starnieuws en Radio Nederland en uit Nederlandse dag- en weekbladen. Ook nemen ze een aantal interviews af, onder anderen van Badrissein Sital, Chas Mijnals, Siegfried Gilds, Michael Miskin, Hans Breeveld, het WWF, Lothar Boksteen, Paul Somohardjo en bisschop De Bekker, maar daar zijn slechts kleine delen van opgenomen in het boek. De hoofdpersoon is helaas niet geïnterviewd. Hebben ze dat wel geprobeerd? Kennelijk niet. Dat zou het boek pas echt interessant hebben gemaakt: zijn vertrouwen winnen en hem dan uithoren over zijn beweegredenen. Maar dat is wel veel moeilijker.
 
 In de eerste hoofdstukken gaat het vooral om een aanloop naar het eerste hoogtepunt in hoofdstuk negen: de verkiezingen van 25 mei 2010 dat als titel ‘D-day’ draagt, een term die meestal bij militaire operaties wordt gebruikt en die bevrijding aanduidt! Verschillende gebeurtenissen zijn dan de revue al gepasseerd: de coup, die aanvankelijk door het volk met gejuich wordt begroet, de jaren tachtig met alle ellende van perscensuur, avondklok, vergaderverbod, tegencoup, bezoek van Bishop uit Grenada, de schok van de vijftien doden. Als een akelige film trekt alles voor de zoveelste keer aan je voorbij: Binnenlandse Oorlog, Moiwana, arrestatie Boerenveen, referendum grondwet, owru-ssu-verkiezingen 1987, regering Shankar, telefooncoup, weer verkiezingen, SAP-regering Venetiaan… teveel om op te noemen, alles komt aan de orde.
Bijna onverholen is de kritiek op Vene naast het plezier om de slimme tactieken van Bouta. Als Venetiaan de kieswet overtreedt door dc Strijk en andere hoofdstembureaus opdracht te geven na de officiële sluitingstijd toch even open te blijven om laatkomers van AC nog een kans te geven hun kandidatenlijsten in te dienen, is dat haast een doodzonde. Als Bouta de kieswet overtreedt door nog campagne te voeren op de dag vóór de verkiezingen, wordt dat door de schrijvers ‘onopzettelijk’ genoemd (p. 133). Meten met twee maten?
De schok aan de ene en de vreugde aan de andere kant zijn groot, die avond van 25 mei 2010. Via de volgende hoofdstukken komt alle dyugudyugu in DNA en daarbuiten weer helder voor de geest: partijen zwalken heen en weer tussen loyaliteit aan het Nieuw Front en de Megacombinatie; het wordt door de schrijvers grappenderwijs Formatiesoap genoemd. Zo zijn er nog andere leuke titels van hoofdstukken: Met ‘Een droom wordt werkelijkheid’, een jingle uit de Lotto-wereld, wordt de inauguratie in de Anthony Nesty Sporthal van Desi Delano Bouterse als negende president van de Republiek Suriname getypeerd, overigens tot zijn teleurstelling zonder de aanwezigheid van een buitenlands staatshoofd.
En dan moet de Grote Verzoening beginnen. ‘De Decembermoorden (…) zijn pijnlijke fouten uit vervlogen tijden (…). Daarnaar terugkijken, dat is volgens Bouterse zinloos; het draait om het heden en – belangrijker nog – de toekomst’ (p. 244). Kun je de belofte van een heel nieuwe toekomst waar maken met oudgedienden, onder wie medeverdachten in het 8 december-proces (‘oude wijn in nieuwe zakken’)? Veel onderwerpen komen aan de orde: van de goede relatie met China tot de verslechterde relatie met Nederland, van de lege staatskas van de regering Venetiaan tot de devaluatie van de Surinaamse dollar, van de afbrokkelende coalitie (AC valt uit elkaar en Nieuw Suriname doet ook niet meer mee) tot reshuffeling van ministers.
Dan volgt ten slotte het tweede hoogtepunt: de aanname van de omstreden gewijzigde amnestiewet. De rol van Irvin Kanhai – de advocaat van Bouterse – daarin, wordt in tegenstelling tot wat advertenties en besprekingen van het boek in de media beloven, maar even genoemd. Eigenlijk vermoeden de schrijvers zelf sterk dat ook de president zelf als voorzitter van de NDP zijn assembleeleden zal hebben aangezet, temeer omdat Bouterse al in de jaren tachtig en weer in de negentiger jaren bezig was met een wijziging van de bestaande amnestiewet.
Antwoorden op de vragen die de schrijvers aan het begin van het boek formuleerden, heb ik niet gevonden. Daarvoor zullen schrijvers over Suriname veel dieper moeten graven!
Het lijkt me belangrijk om uitgeverij De Bezige Bij erop te attenderen dat het bij een volgende uitgave geen gek idee zou zijn naast de eigen redacteur ook een Surinaamse redacteur te raadplegen. Dan zouden heel wat vergissingen en regelrechte fouten zijn opgemerkt. Het ministerie dat door de ‘Femme fatale’ Alice Amafo wordt beheerd, heet Sociale Zaken en Volkshuisvesting (pp. 19, 74, 401), 25 februari was al eerder een vrije dag, onder andere onder de Bosje-regering, de Volkspartij bestond al vóór de onafhankelijkheid, de term boslandcreools is allang afgeschaft, Surinaamse Katwijk-koffie is in alle supermarkten te koop, ruwe rietsuiker uit Nieuw Gastel, dat zal toch wel bietsuiker moeten zijn, Zanderij heette het vliegveld voordat de schrijvers geboren waren, en vrijwel geen scholen in het binnenland (p. 66)? Dan ben je daar niet geweest. Fyo-fyo is geen bijgeloof, maar hoort thuis in de levensbeschouwelijke opvattingen van Afro-Surinamers. Of hebben deze jonge journalisten toch nog last van witte superioriteitsideeën?
Bouterse aan de Macht is te koop in Surinaamse boekhandels, blijkt uit een advertentie in de Ware Tijd van 18 oktober met boven een afbeelding van het boek de vetgedrukte, pakkende uitroep: ‘Nederland wil hem hebben!’
Ivo Evers & Pieter Van Maele: Bouterse aan de Macht. Amsterdam: De Bezige Bij, 2012. ISBN 978 90 234 7293 3
[uit de Ware Tijd Literair, 27 oktober 2012]

Evers & Van Maele oogsten complimenten van Van der San, maar moeten ze daar blij mee zijn?

door Joshua Taytelbaum

Eugène van der San, directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden van het Kabinet van de President, heeft groot gelijk dat de waarheid een keer gezegd moet worden, alleen is hij de laatste die over waarheid mag spreken sinds hij die bruut heeft verkracht in zijn historisch exposé van 2011: “Geschiedkundige aantekeningen ten dienste van de staatsgreep van 25 februari 1980”. Desalniettemin heeft hij naar aanleiding van het boek van Evers & Van Maele Bouterse aan de macht een ingezonden stuk geschreven in de Ware Tijd van 24 september met als titel “De waarheid moet maar eens gezegd worden!” Daar leest u dus níetde waarheid, maar de visie van Van der San (voor wat die dan ook waard is).
In wezen is zijn hele verhaal een oratio pro domo, want niet Kanhai zoals Evers en Van Maele beweren, maar hij, Eugène van de San, is de regisseur van de ingediende Amnestiewet. Al in 2004 heeft hij in het programma Waakhond (weet u wel, van regeringsvoorlichter Cliff Limburg) erop gewezen “waarom het onoverkomelijk zou zijn om geen amnestie te verlenen voor de tragische gebeurtenissen van december 1982. (…) De gedachte hierachter was gebaseerd op het feit dat aan de Jungle Commandoleden die in 1986 in opstand kwamen tegen het wettig gezag amnestie werd verleend, terwijl de tragische 8 december 1982 gebeurtenissen in relatie stonden met de feitelijke situatie in ons land ten tijde van het gebeurde.” Voelt u de fijne nuance: het Jungle Commando kwam in opstand tegen het wettig gezag (!).

Vervolgens legt Van der San ons uit wat die “feitelijke situatie in ons land ten tijde van het gebeurde” was: “onder andere de contra-coupplanners zoals werd bevestigd door de toenmalige minister van buitenlandse zaken van de VS (Shulz) met betrekking tot huurlingen die klaar stonden in Amerika voor vertrek naar Suriname ter ondersteuning van de coupplanners. Ook is bekend geworden dat deze huurlingen in de Verenigde Staten van Amerika later zijn berecht en veroordeeld. Dit alles staat vermeld in het boek van Bob Woodworld.” Ook hier heeft Van der San weer zijn eigen waarheid uitgevonden en dat staaft hij dan met een niet bestaande Bob Woodworld. Van der San heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt. Waarschijnlijk bedoelt hij Bob Woodward, maar dan zonder aan te geven in welk boek van Woodward deze feiten (?) te vinden zouden zijn.

Terug naar de Amnestiewet. Behalve Van der San’s bovengenoemde optreden in Waakhond ontstond volgens Van der San ergens in het jaar 2006 in de kringen van NDP-kaderleden, en met name binnen wat ik gemakshalve maar het sekte-bestuur noem: de Commissie Desi Bouterse (CDB), “de behoefte om ook amnestie voor hun  leider op te eisen”. Want een sekte ís het natuurlijk, die kring rond moordverdachte en drugsveroordeelde Bouterse – mede-moordverdachten en anderszins verdwaasden – die koste wat het kost Bouterse’s onvermijdelijke val willen voorkomen. “Bovendien moet duidelijk zijn”, aldus Van der San, “dat de Amnestiewet geen juridische oplossing is maar een politieke met juridische consequenties, die door de jaren heen over de gehele wereld werd toegepast ook in Nederland. Daarom heeft de advocaat [bedoeld is Kanhai, JT] in deze geen bevoegdheden (het verhaal heeft te doen met middelmatig geklets).” Hier beroept Van der San zich weer op een uitspraak van hoogleraar internationaal strafrecht Geert-Jan Knoops, die luidt: “Wij denken dat we in ons maatschappelijke leven worden beschermd door het recht. Maar een blik achter de coulissen van het wereldtoneel  leert ons dat er maar één regisseur is: de politiek.” Laat Bouterse cum suis hieruit leren dat het recht ook hun niet beschermt!

Van der San wijst er ook nog op dat reeds in 2008 een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Amnestiewet is ingediend door toenmalig NDP-fractieleider Kenneth Moenne, maar dat “door de plotseling gewijzigde opstelling van toenmalig parlementsvoorzitter Somohardjo dit voorstel niet meer in de DNA in behandeling is genomen”. Hier moet duidelijk Van der San’s geheugen worden opgefrist, want in 2008 was Somohardjo nog een verklaard tegenstander van Bouterse, Somo’s “plotseling gewijzigde opstelling” dateert eerst van het duivelspact dat Bouterse vrij snel na de verkiezingen van 2010 met Brunswijk en Somohardjo heeft gesloten.
Tot slot mag Van der San’s kijk op de Binnenlandse Oorlog niet onweersproken blijven. Het staat als een paal boven water dat er nooit een Binnenlandse Oorlog (zoals Van der San zegt: “de gruwelijke oorlog in de jaren 1986 en 1987 die tenminste 500 slachtoffers heeft geëist”) zou zijn geweest als Bouterse er niet was geweest. Het was heel ordinair een drugs- en/of prestige-oorlog tussen Baas Bouterse en knecht Brunswijk, die – behalve de genoemde 500 slachtoffers – alle verhoudingen in het binnenland op zijn kop heeft gezet  en verziekt.
Dat Van der San besluit met Evers & Van Maele te complimenteren met de door hen aan de dag gelegde durf, lijkt mij een veeg teken voor hun boek, ik zou tenminste niet gelukkig zijn met dit compliment!

Bouterse aan de macht

Op woensdag 19 september vindt in Spui25 in Amsterdam de presentatie plaats van Bouterse aan de macht. Wil Hansen interviewt journalisten Ivo Evers en Pieter Van Maele over hun nieuwe boek Bouterse aan de macht, waarin zij de nieuwste geschiedenis van Suriname beschrijven.

Op 25 mei 2010 wint Desi Bouterse de Surinaamse parlementsverkiezingen. Drie maanden later legt hij de presidentiële eed af – met dank aan zijn voormalige aartsrivalen Paul Somohardjo en Ronnie Brunswijk, die na een bloedstollende formatie mee in zijn regering stappen. Suriname viert feest – Den Haag is met stomheid geslagen. Hoe is het mogelijk dat het volk vertrouwt op een man die het land na de staatsgreep in de jaren tachtig aan de rand van de afgrond heeft gebracht, hoofdverdachte is in de Decembermoorden en veroordeeld is voor drugshandel?Bouterse is vastberaden om zich te ontpoppen als vader van alle Surinamers: hij wil zijn land bevrijden van de ‘oude etnische politiek’ en het corrupte cliëntelisme, dat al decennialang bestaat. Hij schiet veelbelovend uit de startblokken, maar uiteindelijk loopt het mis. Als in april 2012 in het parlement een amnestiewet wordt aangenomen die hem moet vrijwaren van een veroordeling voor de Decembermoorden, komen eigenschappen van de militaire dictatuur uit de jaren tachtig weer aan de oppervlakte. Langzaam wordt Suriname een democratische machtsstaat, à la het Venezuela van Hugo Chávez.

Journalisten Ivo Evers en Pieter Van Maele geven een beeld van de nieuwste geschiedenis van Suriname. Ze spraken met de spilfiguren, raadpleegden unieke bronnen en proefden de sfeer in het land. Ze doen niet alleen nauwgezet verslag van de verkiezingsstrijd, maar geven een algemene stand van zaken. Hoe staat het land ervoor, met welk verleden rekent het af en welke toekomst wacht er? Ivo Evers werkte anderhalf jaar in Suriname en is nu verbonden aan EenVandaag; Pieter Van Maele is correspondent in Paramaribo voor onder meer Algemeen Dagblad, Radio Nederland Wereldomroep, Het Parool, De Morgen en Trouw.

De sprekers

Ivo Evers (1983) is journalist en schrijver. Hij studeerde journalistiek in Tilburg en volgde onder meer een project aan de Marmara-universiteit in Istanbul en een stage in het Zuid-Afrikaanse Port Elizabeth.Tussen 2008 en 2009 werkte hij als verslaggever bij het Eindhovens Dagblad. In 2010 begon hij bij het Surinaamse dagblad de Ware Tijd in Paramaribo, om daarna verder te gaan als correspondent en freelancer voor onder meer Trouw en Parbode. Sinds zijn terugkeer in Nederland werkt hij bij het actualiteitenprogramma EenVandaag.
Pieter Van Maele (1986) is freelance journalist. Hij studeerde journalistiek en politicologie in Gent en liep in 2007 stage bij het Surinaamse ochtendblad de Ware Tijd. In 2010 keerde hij terug naar Paramaribo, om er tijdens de verkiezingen te werken als politiek verslaggever voor de Ware Tijd. Sinds 2011 werkt(e) hij als freelancer voor onder meer Radio Nederland Wereldomroep, Trouw, Algemeen Dagblad, Het Parool, de Morgen en het opinieblad Parbode.
Wil Hansen is vertaler en redacteur bij Uitgeverij De Bezige Bij.

Aanmelden

Toegang tot de activiteiten van SPUI25 is gratis. U dient zich wel van tevoren in te schrijven via deze link.

In samenwerking met uitgeverij De Bezige Bij.

Nieuw boek over Bouterse

Over de huidige president van Suriname, Desiré Delano Bouterse, is al veel geschreven en zal ongetwijfeld nog veel geschreven worden. Het nieuwste boek komt van twee Nederlandse journalisten, Ivo Evers en Pieter van Maele. Ivo Evers (1983) werkte anderhalf jaar in Suriname, onder meer als correspondent van Trouw; sinds zijn terugkeer werkt hij bij actualiteitenrubriek Een Vandaag. Pieter Van Maele (1986) is correspondent in Paramaribo voor onder meer Algemeen Dagblad, Radio Nederland Wereldomroep, Het Parool, De Morgen en Trouw. Zij presenteren op 19 september Bouterse aan de macht. Het is een uitgave van De Bezige Bij. Het boek bespreekt de ontwikkelingen vanaf de verkiezingen in 2010 tot en met de aanname van de amnestiewet in 2012. Ook worden er verwachtingen uitgesproken over toekomstige ontwikkelingen.

De boekpresentatie vindt plaats op woensdag 19 september in Spui25 in Amsterdam. De auteurs worden geïnterviewd door Wil Hansen, redacteur De Bezige Bij.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter