blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Enthoven Victor

Een slavenschip binnenstebuiten gekeerd

door Victor Enthoven
Mijn eerste kennismaking met slavenschepen was in 1986 – 1987 tijdens een werkcollege van de Friese Amerikaan Johannes Postma, de schrijver van The Dutch in the Atlantic Slave Trade, 1600-1815 (Cambridge 1990). Ik heb toen geprobeerd om met gebruikmaking van het Rotterdams notarieel archief en het archief van de Middelburgsche Commercie Compagnie in Middelburg te achterhalen of er ten behoeve van de Nederlandse trans-Atlantische slavenhandel specifieke slavenschepen zijn gebouwd. Het is me toen niet gelukt daarop een bevredigend antwoord te geven. Alleen al daarom ben ik blij met deze Amsterdamse dissertatie. De Leusden was een van de laatste schepen van de West-Indische Compagnie (wic) die slaven vervoerden en bovendien het enige schip dat exclusief voor dit doel werd ingezet. Maar of de Leusden ook als specifiek slavenschip is gebouwd, blijft onduidelijk. De directie van de WIC besloot in 1719: ‘tot welke deese equipagie een bequaem schip ingecoct off getimmerd zal werden’ (p.125).
Globaal bestaat het boek uit drie delen: het eerste deel geeft de context en de achtergrond van de trans-Atlantische slavenhandel. Hierin komen onderwerpen aan bod als Nederland en de trans-Atlantische slavenhandel, het slavenschip, en de WIC en het vervoer van Afrikaanse slaven. Deel twee gaat over de Leusden, de tien slavenreizen en de ondergang van het schip. Het derde deel bevat de documentatie van noten en bijlagen. De transcripties van tientallen originele documenten in de bijlagen maken het boek al waardevol.
Het boek gaat over een slavenschip, meer in het bijzonder over het vervoer van slaven in de Leusdenvan Afrika naar de Nederlandse bezittingen St. Eustatius, Berbice en Suriname. Per reis vervoerde het schip zo’n zes- tot zevenhonderd Afrikanen. Tijdens de tiende en laatste reis verging op 1 januari 1738 de Leusden voor de monding van de Marowijnerivier in Suriname. Van de 716 slaven aan boord overleefden slechts zestien de ramp. Het is niet gelukt per reis een ‘winst/verliesrekening’ op te stellen. Wel omvat de geschiedenis van dit slavenschip voor een belangrijk deel de geschiedenis van de WIC.
Het verhaal van de Leusden begint traag met ruim 120 pagina’s achtergrond. In feite vormt dit deel een uitgebreide samenvatting van de huidige stand van zaken van het onderzoek naar het Nederlandse aandeel in trans-Atlantische slavenhandel, slavenschepen en de WIC als slavenhandelaar. Nuttig, maar een beetje saai voor de ingevoerde lezer en niet vernieuwend genoeg voor een proefschrift. De hoofdschotel vormt deel vier. In ruim zestig pagina’s wordt de geschiedenis van de Leusden verteld. Vanaf het besluit van de directie in 1719 tot en met reis negen. Per reis komen vaste thema’s aan bod, zoals de uitrusting van het schip, de handelsgoederen, de bemanning, de aankoop van de slaven in Afrika en de verkoop van ‘de lading’ in de Nieuwe Wereld. Deel 5 beschrijft de dramatische gebeurtenissen van de ondergang van de Leusden in 1738.
Het boek is in mijn optiek erg sterk, maar aan de andere kant ook uitermate zwak. Het (archief)onderzoek is minutieus uitgevoerd. Ik heb de indruk dat elke snipper papier waarop de Leusdenvoorkomt, gezien is. Het ontbreken van een vraagstelling, daarentegen, leidt tot onvoldoende analyse van het verzamelde materiaal. In dat opzicht had meer internationale literatuur, ik denk hierbij aan bijvoorbeeld de publicaties van Stephen D. Behrend, tot interessante vragen en analyses over de Nederlandse slavenhandel kunnen leiden. Gelukkig dat het verzamelde materiaal in extenso in de tabellen, noten en bijlagen beschikbaar is, ook digitaal. In dat opzicht is dit proefschrift meer een bronnenpublicatie, waar velen nog dankbaar gebruik van zullen maken.
Leo Balai, Het Slavenschip Leusden; Slavenschepen en de West-Indische Compagnie, 1720-1738. Zutphen: Walburg Pers, 2011. 368 p., isbn 978 90 5730 729 4, prijs € 34,50. [Digitaal beschikbaar op de webpagina van de Universiteit van Amsterdam, URL: http://dare.uva.nl]
[uit Oso2012.2]

Boston Band onzorgvuldig uitgegeven

door Victor Enthoven    

Rond het midden van de achttiende eeuwen ontvluchtten jaarlijks ongeveer 250 slaven de Surinaamse plantages. Meer dan de helft van hen keerde na verloop van tijd uit eigen beweging terug, wat niet wegneemt dat elk jaar ongeveer meer dan honderd slaven in de bossen achterbleven. Na verloop van tijd ontstonden er verspreid over de kolonie verschillende Marrongemeenschappen. Ten oosten van de Commewijne, niet ver van de Tempatiekreek, vestigden de Okanisi of Ndyuka zich. In 1757 begon op de houtplantage La Paix de zogenaamde Tempatie-opstand, toen enige honderden Nduyka-marrons de plantage aanvielen. De strijd rond de Temaptiekreek zou tot 1760 duren.  

read on…

De WIC in kaarten

door Victor Enthoven

De Grote atlas van de West-Indische Compagnie, deel 1 is een publicatie waar superlatieven op zijn plaats zijn. Het boek beslaat de periode van de Eerste of Oude West-Indische Compagnie wic en is samengesteld op basis van authentieke manuscriptkaarten, plattegronden en getekende topografische afbeeldingen over de jaren 1621-1674. Het is een gebonden uitgave op houtvrij 170 grams kunstdrukpapier, met circa 550 kaarten en topografische afbeeldingen, die prachtig zijn gereproduceerd. De tekst is in het Nederlands en het Engels, de pagina’s meten 56 x 40 cm, met stofomslag, in een cassette. Totaalgewicht 12 kg. Hoe recenseer je een dergelijk monumentaal en massief boek? Op je knieën op de grond.  

read on…

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter