John Wladimir Elskamp – É melhor fazer amor em portugués
(Wat dat betekent merk je wel)
Ik ben vele malen naar Brazilië geweest, meestal voor het werk, maar ik ben ook voor studie geweest. Vandaag aan de dag hoef je als Surinamer niet meer naar het land van samba en voetbal te gaan; Brazilië is naar Suriname gekomen. Om tegenwoordig Portugees te spreken hoef je niet meer die dure passage naar ons zuiderbuurland te betalen; je loopt gewoon de Tourtonnelaan in. Ik ben de taal redelijk machtig, zelf de diepere uitdrukkingen en sommige typisch Braziliaanse “dingen” versta ik ook. Het is ook publiek geheim dat ik vele relaties met de dames uit het zuiden heb gehad, ik heb zelf een dochter die anno 2010 17 jaartjes neertelt op haar kalender.
Ik was op een mooie zaterdagmorgen in de stad om wat sportspulletjes te kopen. Het werd tijd om de draad weer op te pakken met het voetballen, basketballen, volleyballen en ook de moeder der sporten. Vroeger was ik een kei. Ik rende de 100m, 200m en deed aan hoog- en verspringen. In de balsporten was ik ook ongenaakbaar. Drank en vrouwen hadden echter hun tol genomen, en hoe!. Ik was ronder dan ‘Maradopa’ (a no mi sen eng foe gebruik poeirie) geworden. Maar daar zou ik een einde aan maken. Ik had een bepaald dieet ontworpen en ik had ook een weegschaal gekocht, om mijn gewichtsverlies van dag tot dat te volgen en te noteren. Ik had ook al een loopband en een home trainer-fiets aangeschaft en het enige wat ik moest doen was sportkleding kopen.
Toen ik een nieuwe zaak zag met vlaggen van onze zuiderburen, voetballen, monta’s, noem maar op, ging ik spontaan naar binnen. Er klonk ook bijpassende muziek uit een home theater system. Toen het meisje voor mij kwam staan, keek ik haar een paar seconden aan. Geen twijfel aan. Een Braziliaanse en wat voor eentje! Strakke jeansbroek, met lage ceintuur; naveltje zichtbaar. Zweefbloesje dat meer weg had van een gecamoufleerde bh. Zwaar geplamuurde kersrode lippen. En daar onderaan deed mij denken aan de hood van een VW-kever (nee joe dommie, a no wang insect). Lichtgrijze ogen, maar dat waren valse lenzen. “Meenemen of hier gebruiken?” scheen haar lichaam te vertellen. Toen verbrak zij de betovering door mij te vragen:”Kan ik u helpen?”
Mijn antwoord lag al klaar. “Sorry, maar ik was bezig woorden ik het Portugees te vormen, ik dacht dat je Braziliaanse was.”
“Ik ben Braziliaanse, maar ik ben hier al tien jaar, ik ben op mijn zesde gekomen en ben hier naar school gegaan.”
“Eu sou John, muito prazer para te conhecer”, stelde ik mij in haar moedertaal voor.
“Eu sou Jandira (spreek uit ‘sjaan-djie-ra’) e ou prazer e o meu”, sprak zij terug en natuurlijk moest ik haar de drie ‘standaardkusjes’ op de wang geven.
Om de betovering maar niet te verbreken, sprak ik haar door in het Portugees aan, om aan te geven waarom ik de winkel in was gelopen.
“Eu estou precisando um tenis, meias, camisa de meia e uma calsa.”
Een half uurtje later stond ik weer op straat met een paar truien, een paar sportbroeken, een trainingspak, twee paar sokken, drie paar sportschoenen, het adres van Jandira, haar telefoonnummer en een veeg lipstick op mijn wang, van een vluchtige afscheidskus.
Het ging gestaag met mijn trainingsprogramma. Het buikje was er bijna af en mijn atletische gestalte begon zich weer af te tekenen. Wij waren weer drie maanden verder en ik had vele kilootjes verloren. Ik forceerde mij niet meer op de 100 en 200 meter, maar deed het rustig op de 3km. Ik had het zo druk dat ik Jandira niet gebeld had en ik dacht eraan dat zij mijn nummer niet had; ik was helemaal vergeten haar mijn gegevens te verstrekken die dag in de sportzaak. Het werd echter weer tijd een bezoek aan dezelfde winkel te brengen en de ‘diplomatieke betrekkingen’ met het sexy meisje weer te verstevigen.
Zij was een beetje boos dat ik zo lang had gewacht met het nemen van contact met haar, maar was toch blij dat het tenminste gebeurd was. Mijn ‘nieuwe’ lichaamsbouw kreeg veel complimentjes, ook de baas van de zaak, een grijzende Braziliaan, herinnerde zich mij nog en gaf mij spontaan een trui cadeau.
Zo begon mijn relatie met het supersexy meisje met haar overdreven make-up. Ik deed nog steeds mijn oefeningen en ik hield mij min of meer nog aan het dieet, maar ik ging ook veel uit met mijn nieuwe vlam. Op de eerste dag dat wij uitgingen, verzocht Jandira mij Nederlands tot haar te spreken (opschepperig als ik was, sprak ik haar in het Portugees aan, zodat mensen konden zien dat ik de taal machtig was), omdat mensen anders zouden denken dat zij een hoer was. Ik gaf haar gelijk, mijn landgenoten met hun vooroordelen zouden inderdaad denken dat ik met een meisje van één of andere tent liep.
De eerste paar keren dat wij uitgingen, bleef het bij wat kussen en daarna bracht ik haar netjes thuis. Op een zaterdagavond waren wij naar een verjaardag gegaan; één van mijn collega’s was een biegie jarie geworden en er was een dj. Mijn schatje had een strakke legging aan en een trui, die als een tweede huid om haar zat. Tijdens het dansen van de vele soulplaten, voelde ik haar ademhaling dieper worden als ik haar op zijn ouderwets schuurde in het donker. Zij anticipeerde ook goed op mijn bewegingen, maar dat was ook de bedoeling van soulmuziek, het was een vorm van droogneuken. Na de dansi reed ik gewoontegetrouw richting haar huis, maar zij gaf te kennen liever naar mij thuis te gaan.
Ik woonde alleen in een groot huis, omdat mijn ouders acht kinderen hadden, waarvan ik de jongste was. Als nakomertje was de zuster die voor mij volgde, tien jaar ouder. Alle broers en zussen woonden in het buitenland en men vond het al goed dat ik was blijven wonen in het ouderlijk huis, na de dood van mijn ouders. Ik had de beschikking over vele kamers en ik hield allemaal netjes en gereed, want het was gebruikelijk en vanzelfsprekend dat als familieleden uit het buitenland kwamen, of als ze uit Nickerie kwamen, dat zij bij mij bleven. Ik verwisselde ook vaak van kamer, alhoewel mijn favoriete de grote kamer met ingebouwde bad en toilet was. Sinds mijn programma had ik ook de laatste kamer als een gym ingericht. Jandira koos voor de grote kamer met bad en toilet.
“Laten wij eerst een bad nemen”, stelde ik voor.
“Oké.”
Toen wij naakt onder de enorme douche stonden en wij begonnen te kussen, onderbrak Jandira deze bezigheid even.
“Agora pode falar português”, gaf zij te kennen (Nu kan je Portugees spreken)
“Porque?” (waarom?), vroeg ik. Ik was al eraan gewend Nederlands tot haar te spreken.
“Porque é melhor fazer amor em português” (omdat het beter is de liefde te bedrijven in Portugees), zei ze en plantte haar lippen weer op de mijne.
John Wladimir Elskamp – Pandra beries
(Tu saram dewe palwár ke)
Het eerste dat mij bij het meisje opviel, was het feit dat zij een goedontwikkelde boezem had. Pittig en vrijpostig staken haar ‘bobbetjes’ naar voren. Ik wist dat zij een oogje op mij had en om mij steeds weer in de winkel van Moenalal kwam. Zij keek mij altijd uitdagend aan, ik zat meestal bier te drinken aan het tafeltje onder de tent voor de winkel, om vervolgens de winkel in te gaan om iets onzinnigs te kopen. Zij zag er jong en fris uit, maar vooralsnog wilde ik geen ‘wanpipeltoestanden’ hebben. Zij was een Hindostaanse en ik een Creool (eigenlijk een dogla, maar voor mijn baywa’s maakte het niet uit). Ik was ook een behoorlijk aantal jaren ouder; zij was een tiener en ik was toen dichtbij de dertig, maar ja… hoe jonger de duif, hoe krachtiger de soep.
Ik ontdekte de winkel van Moenalal min of meer per ongeluk, toen ik de verkeerde zijstraat nam om ergens met een ‘koelieband’ te gaan oefenen. Lekker gelegen, met veel parkeerruimte en een tent voor de winkel om de ‘zuipgasten’ te accommoderen, lekkere masalavlees en gebakken vis; kortom, de plaats was ideaal. Moenalal legde mij die dag uit dat ik niet hoefde te draaien, maar verderop, via een andere zijstraat, in de juiste straat zou komen. Niet ver vandaar was de oefenlokatie. Ik dacht het meisje ook die dag in de winkel gezien te hebben, maar ik kon mij ook vergissen. Daags daarna was ik weer bij Moenalal. Ik werd vaste gast. Vaker bracht ik een van de bandleden mee en het was meer regel dan uitzondering dat wij Hindostaanse muziek ten gehore brachten, waarbij de tafels als tabla en dholek gebruikt werden. De eigenaar vond het niet erg, hij genoot er juist van en het bracht klanten naar de zaak.
Het meisje woonde schuins tegenover de winkel. Zij zat een keertje bij het raam van haar eenvoudig houten huisje en ik wuifde voor haar en maakte kusbewegingen. Prompt gaf zij dezelfde response. En zo kwam zij haar show maken en gekke dingen als snoep, lollipop, popcicle en dergelijke kopen. De meeste gasten deden alsof zij niet zagen dat het jong meisje zich aan mij wilde opdringen; ik was een soort van celebrity geworden bij Moenalal. Een kafri die alle Hindostaanse liedjes uit het hoofd kende en ook goed het ritme op de tafeltjes van de bar kon slaan.
Ik herinner mij nog die regenachtige dag, een vrijdagmiddag. Het had nagenoeg de hele dag geregend in de stad, maar tegen vieren klaarde het weer een beetje op. Wij zouden oefenen met de band, maar dat zou pas tegen zessen beginnen. Desondanks was ik al bij Moenalal, omdat ik alvast “iets” in het bloed wilde hebben; Hindostaanse muziek klonk en speelde beter als jouw bloed wat ethanol bevatte en ik wilde ook het meisje ontmoeten. De vorige avond had ik een natte droom gehad, mijn deken bevatte een spermatozoïde, liquide stof, met een bepaalde viscositeit (a mang John ey gebruik wan l’o hoge woorde; zeg gewoon dat trek op die vokkieng deken was). Ik wist zeker dat zij de protagonist (a mang John, praat normaal no!) in de droom was. En het was geen “bolliewoetdroom” hoor; er werd echt “iets” gedaan in mijn droom. Het meisje had pittige borsten en waar haar benen bij elkaar kwamen, had zij ook een indrukwekkende driehoekvorm. Het werd tijd om van de verboden vrucht te proeven.
Ik had mijn auto strategisch geparkeerd. Bijna niemand kwam achter de winkel, slechts een enkele boromang van de andere straat riskeerde een slangenbeet om zo tijd te besparen om Moenalal te bereiken. Nauwelijks zat ik met mijn sopie, of het meisje kwam en nauwelijks was zij onder de tent, of de regen kwam en hoe! Met bakken tegelijk viel Gods water over Gods akker. Ik wenkte haar met mij in de auto te gaan zitten en zij hapte toe. De auto zat ook onder het dak van de tent, omdat de eigenaar zelf zijn voertuig daar zette en dus de tent naar de achterkant verlengd had. Ik had mijn lippen al op de hare en zou net mijn tong introduceren in het spel, toen een barse stem klonk; “Sunita, kha behl. Tu saram dewe palwár ke. Pandra beries….”*. de rest van zijn woorden gingen verloren in het lawaai van de regen op het dak van de tent, maar ook omdat hij verder liep; het was een van de zeldzame boromangs van de andere straat die de “binnendoor route” achter het erf van de winkel namen. Ik had echter al genoeg gehoord. De man vroeg aan Sunita wat ze deed en zei dat ze haar familie schande gaf. Verder zei hij iets in de geest dat zij pas vijftien jaar oud was. Als bij instinkt trok ik haar bloesje naar beneden; twee tennisballen vielen eruit. Een stukje stof viel op uit haar jeans. Ik trok eraan en een hele lap stof kwam tevoorschijn. Mevrouwtje had dus mij willen verleiden door ouder te lijken; tennisballen om de bobbetjes te “vergroten” en lapje stof om de poenie een bollere vorm te geven. Het hoefde geen betoog dat ik haar flink de levieten gaf en haar naar huis stuurde. Daarna verontschuldigde ik mij bij de mannen in de bar.
(Men knikte begrijpend; in deze “koeliebuurten” worden er – verborgen voor de buitenwereld- relatief veel zedendelicten gepleegd.)
* Pandra beries = vijftien jaar oud