blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Egger Jerry

Joodse en Surinaamse geschiedenis

door Jerry Egger

De belangstelling voor de Joodse aanwezigheid in Suriname is de laatste jaren toegenomen. Er was altijd al wat interesse in de geschiedenis van Joden omdat hun invloed op de ontwikkelingen van de Nederlandse kolonie groot leek te zijn. Nader onderzoek leerde dat in bepaalde perioden Joden inderdaad op maatschappelijk en bestuurlijk niveau grote invloed hadden vanwege de hoge posities die zij innamen. read on…

DSB: Verbonden, zichtbaar en betrokken 150 jaar dienstbaar aan de Surinaamse samenleving

door Jerry Dewnarain en Els Moor

Inleiding

Dit jaar is De Surinaamsche Bank (DSB) 150 jaar geworden. Ter gelegenheid van dit feit is een gedenkboek uitgegeven. Toen de bank 125 jaar werd, kwam er ook een gedenkboek uit. Dat boek heet Verbonden. Nu, vijfentwintig jaar later, schijnt de bank behalve verbonden aan ook zichtbaar voor en betrokken bij de Surinaamse samenleving te zijn. read on…

Arron en de politieke geschiedenis van Suriname

door Jerry Egger

Een van de dominante figuren in de politieke geschiedenis van ons land voor en na de onafhankelijkheid is Henck Arron. Hij wordt beschouwd als de politicus die de kolonie onafhankelijk maakte en die door slim onderhandelen een groot bedrag wist los te krijgen uit de zakken van de voormalige kolonisator. Zijn naam wordt ook geassocieerd met minder positieve ontwikkelingen na de onafhankelijkheid zoals de stagnatie op sociaaleconomisch gebied en vooral de militaire coup van 25 februari 1980. De biografie die Peter Meel schreef behandelt bijna alle aspecten van het leven van Arron in de politieke arena. read on…

Kappler in Suriname

door Jerry Egger

In de 19de eeuw zijn er verschillende buitenstaanders geweest die naar Suriname kwamen en een boek schreven over het land. August Kappler is daar een voorbeeld van. Hij arriveerde in 1836 en ging in 1842 terug. Kort daarna besloot hij weer te komen en hij vestigde zich in het Marowijnegebied. Deze omgeving had veel indruk op hem gemaakt toen hij daar enkele maanden verbleef. read on…

Vragen en antwoorden over slavernij

door Jerry Egger

.

De stroom van nieuwe boeken en artikelen over verschillende aspecten van slavernij is nauwelijks meer bij te houden. Maar de meeste van deze publicaties zijn bestemd voor een relatief klein academisch geschoold publiek. Ook een groter publiek dat niet alleen bestaat uit nazaten van slaafgemaakten vraagt om informatie over dit onderwerp. De eerste gedachte die opkomt bij het zien van 20 Questions and Answers about Dutch Slavery and its Legacy  is dan ook: goed idee. read on…

Derde uitgave van Surinaamse Rug Joodse Buik

door Jerry Egger

In september 2014 verscheen de derde herziene uitgave van het boek van Wim Egger,Surinaamse Rug Joodse Buik. De eerste druk is van 2009, de volledig herziene tweede druk verscheen in 2012 en nu is er een derde. Een belangrijke toevoeging is de onderscheiding die de vader van Wim Egger, William Arnold, postuum op donderdag 18 september 2014 kreeg van Yad Vashem. Op de medaille staat: ‘Righteous among the Nations’ (Rechtvaardige onder de volkeren). Deze wordt gegeven aan mensen die tijdens de Holocaust hun leven op het spel hebben gezet om Joden te redden. read on…

His/Her Tori over grondenrechten in Suriname

door Christine F. Samsom

In mei van dit jaar verscheen het eerste-lustrum-nummer van His/her Tori, het tijdschrift voor Surinaamse geschiedenis en cultuur. Het moet als een grote prestatie van het redactieteam, bestaande uit Jerome Egger, Eric Jagdew en Hilde Neus-van der Putten, worden gezien, dat het ons nu al vijf jaar voorziet van stof tot nadenken op hoog niveau. De uitgave van dit jaar is een speciaal, extra dik nummer, met ‘Grondenrechten’ als thema. read on…

Stedman in Suriname

Een nieuwe uitgave

door Jerry Egger

Een van de bekendste boeken over Suriname werd in 1796 gepubliceerd. De auteur, John Gabriël Stedman, kwam in 1772 naar de kolonie. Hij was een huurling in het leger van Fourgeoud, die naar het land werd gehaald door de koloniale overheid om de strijd aan te binden tegen marrons die in het Cottica-gebied de wapens hadden opgenomen. Hij hield een dagboek bij dat vele jaren later in bewerkte vorm werd gepubliceerd in Engeland. Vrij kort daarna verschenen er Nederlandse (1799) en andere vertalingen. read on…

Andere contractarbeiders

door Jerry Egger

Bij contractanten die naar Suriname kwamen in de tweede helft van de 19de eeuw, wordt direct gedacht aan Aziaten. Er zijn verschillende publicaties met gegevens over en analyses van deze groepen. Nu is er een belangrijke aanvulling op het verhaal van contractarbeid. Ook arbeiders van dichter bij huis werden naar de plantages gebracht na de afschaffing van de slavernij in 1863. Zij kwamen uit Barbados, St. Lucia en Guyana. Humphrey Lamur, Ruth Dors en N. Boldewijn hebben deze groep uit de vergetelheid gehaald in hun publicatie, West Indische Contract Arbeiders in Suriname, 1863-1899. Het is niet alleen een namenboek geworden waarbij allen die hier aankwamen, worden genoemd. Er is een goede inleiding. Verder zijn alle aantekeningen die ook in de archieven voorkomen over specifieke personen, opgenomen waardoor de lezer meer te weten komt over sommige personen die naar Suriname kwamen. read on…

Een eigen geschiedenis vraagt om eigen geschiedschrijving

door Ruben Bakker
Geschiedenis kan ‘over’ Suriname gaan, maar is die dan ook ‘van’ Suriname? Voor geschiedschrijving (of historiografie) is het uitermate belangrijk vanuit welk perspectief gekeken wordt. Dit komt al naar voren in de ondertitel van de bundel Verkenningen in de historiografie van Suriname, die de ambitie aangeeft om te komen Van koloniale geschiedenis tot geschiedenis van het volk. Deze ambitie spreekt ook uit het symposium ‘Geschiedschrijving van Suriname’, gehouden in 2013, waar deze bundel uit voortgekomen is.
In een geschiedenis van het volk staat het volk centraal, dit in tegenstelling tot een koloniale geschiedenis, waar de relatie met de kolonisator centraal staat. Als men spreekt van dekolonisatie van de geschiedschrijving wordt bedoeld dat niet alleen het bestuur van een land, maar ook de geschiedschrijving onafhankelijk wordt. Maar wat betekent dit precies? En hoe kunnen we dat bereiken? Dit zijn de vragen die in de bundel centraal staan. De bundel bestaat uit 25 Nederlands- en Engelstalige essays, geschreven door Surinaamse en buitenlandse (vooral Nederlandse) historici. Hiermee beslaat de bundel – die in twee delen is uitgekomen –  zo’n 656 pagina’s in totaal.

read on…

De grote Márquez-roman

 
door Jerry Egger
 
De openingszin van de Engelse vertaling van Honderd jaar eenzaamheid luidt: ‘Many years later, as he faced the firing squad, colonel Aureliano Buendía was to remember that distant afternoon when his father took him to discover ice’. Ik had de bekende Penguin-paperback van het boek in mijn hand toen ik deze zin las. Schitterend vond ik het. Een jongen die door zijn vader wordt meegenomen om ijs ‘te ontdekken’. Terwijl Buendía voor het vuurpeloton staat, denkt hij juist aan dat moment. Later las ik de Nederlandse vertaling die ik minder spannend vond, de jongen wordt meegenomen ‘om kennis te maken met het ijs’. Dat was toch iets anders dan ‘te ontdekken’. Vanaf die dag heb ik wel geprobeerd alles van Márquez te bemachtigen. Of het nou de Nederlandse of Engelse vertaling was, als deze naam op het omslag voorkwam, wilde ik het kopen en lezen. Hij heeft me zelden teleurgesteld. Toch bleven de familie Buendía en het plaatsje Macondo (dat in meerdere romans en verhalen voorkomt) mijn grote favorieten. In die eerste zin leek het alsof Márquez verklapte wat er met een van de romanfiguren zou gebeuren. Toch vond ik het niet erg, want de ene fantastische zin volgde de andere op. Het is verleidelijk om nog meer te citeren, maar daar is geen ruimte voor. Later toen ik geschiedenis ging studeren, begreep ik ook waarom deze roman veel meer lagen heeft dan alleen maar gebeurtenissen rondom een familie en een plaats. Hij verwerkte een belangrijk stuk historie en wist duidelijk te maken waarom in eerste instantie zoveel fout is gegaan in Zuid-Amerika. Het continent mocht dan al in de eerste helft van de 19de eeuw onafhankelijk zijn geworden, maar de effecten van de Spaanse aanwezigheid en de structuren die na 1492 zijn ontwikkeld, bleven nog heel lang bestaan. Zelfs in de eenentwintigste eeuw zijn die niet verdwenen. Vooral de meedogenloze oorlogen soms binnen de grenzen van één land of tussen twee of meerdere buurlanden zijn kenmerkend geweest, en helaas vaak nog steeds. Het is begrijpelijk waarom juist deze roman de literatuur van Zuid-Amerika op de kaart heeft geplaatst. Natuurlijk waren er al andere schrijvers van het continent die bekendheid genoten, maar Márquez pakte groots uit, liet dingen gebeuren die eigenlijk helemaal niet konden gebeuren, liet ontdekkingen doen die dat helemaal niet waren. Alles werd heel overtuigend neergepend in de ene na de andere soms lange zin. Zo een roman kan geen enkele serieuze lezer ooit vergeten.
Márquez heeft eveneens belangrijke reportages geschreven waar de Latijns-Amerikaanse werkelijkheid niet in romanfiguren werd gevangen. Een daarvan is News of a kidnapping, de Engelse vertaling van zijn boek over de terreurdaden en de uiteindelijke dood van een van de bekendste Columbiaanse drugsdealers Pablo Escobar. Het is een indrukwekkend boek, waarin de door Escobar ontvoerde mannen en vrouwen aan het woord komen. Hij deed dit om de Columbiaanse regering onder druk te zetten, hem niet uit te leveren aan de Verenigde Staten. Een heel land was in de houdgreep van een man, die met zijn drugsnetwerk waarschijnlijk meer dan 3 miljard Amerikaanse dollars bij elkaar wist te vergaren. Het heeft niet geholpen want uiteindelijk werd hij opgejaagd en in december 1993 doodgeschoten door een elite-eenheid van de politie van Columbia. Márquez registreerde op sobere, maar indrukwekkende wijze de verhalen van onschuldige mensen die heel bewust waren geselecteerd en ontvoerd door de drugsmaffia om hun eigen hachje te redden. Het heeft gelukkig niet geholpen.

Kempadoo en de actualiteit

door Jerry Egger

 
Een oordeel vellen over een roman is vaak een persoonlijke aangelegenheid. Er zijn uiteraard duidelijke criteria op grond waarvan  kan worden beoordeeld. Hoe worden hoofdpersonen beschreven, is het thema goed uitgewerkt, hoe springt de auteur om met tijd en ruimte, zijn er feitelijke onjuistheden in het boek of worden universele waarden besproken? Als het er daadwerkelijk op aankomt, beantwoordt de recensent meestal enkele simpele vragen, zoals: heb ik het boek met plezier gelezen of is het een-ver-van-mijn-bed show?
Alles aan de nieuwe roman van Oonya Kempadoo, All Decent Animals, zou de goed geïnformeerde Caraïbische man of vrouw moeten aanspreken. Er worden actuele thema’s in verwerkt, het grote carnavalsgebeuren en de hedendaagse situatie met name criminaliteit, armoede en raciale verhoudingen worden beschreven, taboes worden doorbroken zoals homoseksualiteit en hiv/aids. Kortom, het boek zou deze recensent, die graag romans van deze regio leest en die de eerste roman van Kempadoo een van de uitschieters van de afgelopen twintig jaar vindt, zeker moeten aanspreken. Waarom heeft het dan zoveel moeite gekost om het boek helemaal uit te lezen?
De eerste drie bladzijden beginnen veelbelovend. De hoofdpersoon Ata (afkorting van Atalanta) komt aan op Piarco, de internationale luchthaven van Port of Spain, de hoofdstad van Trinidad. Haar nauwkeurige waarnemingen en beschrijvingen van het eiland zijn herkenbaar voor mensen die vaker in het Caraïbisch Gebied reizen. Ze springt in een taxi – uiteraard wordt direct de etniciteit van de chauffeur vermeld (een hindostaan). Terwijl ze naar haar woning wordt gereden, staat de radio in de auto aan. Zij hoort de laatste politieberichten en de lezer weet direct dat de situatie – wat de misdaad aangaat – uit de hand is gelopen. Vier mensen uit een gezin zijn vermoord, behalve de zevenjarige zoon die zich onder een bed had verstopt en alles heeft meegemaakt. Moeder en dochter zijn verkracht in het bijzijn van de vader en de andere zoon. Vervolgens zijn ze gekapt en verschillende malen beschoten.
De taxi passeert de werkelijk bestaande ‘shantytowns’ van Trinidad zoals Laventille waarbij de chauffeur nog de opmerking maakt dat sommige mensen niet graag langs of door deze wijken rijden. In nog geen drie bladzijden weet de lezer dat het eiland met al zijn olierijkdommen grote sociale problemen heeft. Het is dan verwachtbaar dat al deze elementen een rol zullen spelen in de roman. Dit is ook zo maar het lukt niet echt om er een geheel van te maken.
Ata is actief in het hele gebeuren rond carnaval. Er zijn verschillende groepen met hun eigen kostuums die moeten worden ontworpen. Carnaval is een geschikte manier om naar een maatschappij te kijken, maar dat is al eerder gedaan door schrijvers als Earl Lovelace die in zijn romans veel dieper ingaat op de politieke, culturele en sociaaleconomische aspecten daarvan. Veel nieuws heeft Kempadoo dan ook niet te melden.
De artistieke wereld waarin Ata zich beweegt wordt uitgebreid besproken. Een centraal personage is Fraser, architect en homoseksueel die besmet raakt met het hiv-virus en steeds verder aftakelt. We laten even in het midden of het werkelijk zo handig is om in een roman uit het Caraïbisch Gebied waar homofobie zich overal manifesteert, homoseksualiteit te koppelen aan hiv/aids. Voor de vrienden en omgeving van Fraser is dit alles helemaal geen probleem. Iedereen is erg begripvol wanneer hij alsmaar zieker wordt. Hij heeft zelfs vierentwintig uur per dag hulp van zijn krinbg van kennissen die afwisselend bij hem zijn, en van een verplegend team. Geen irrationele angsten voor besmetting, iedereen begrijpt het, zij stellen geen vervelende vragen hoe hij besmet is geraakt, kortom, het begrip voor zijn situatie springt van elke bladzijde de lezer tegemoet. Nogmaals, dat alles in het homofobe Caraïbisch Gebied. Je zou graag willen dat dit de werkelijkheid is voor elke besmette persoon in de regio, maar iedereen weet wel beter. Alleen zijn ouders, vooral de moeder, hebben grote problemen met het gedrag van hun zoon.
Af en toe komt een herkenbare werkelijkheid op de lezer af. Een van de bijfiguren is de Afro-Trinidadiaanse taxichauffeur Sammy, die de vaste rijder is van Fraser. Hij is verliefd op een hindostaanse vrouw. Haar vader kan daar totaal geen begrip voor opbrengen met alle dramatische gevolgen van dien. Kempadoo weet wel goed te spelen met de taal. De passages waarin Sammy voorkomt, zijn geschreven in Caraïbisch-Engels die het boek authentiek doen aanvoelen. Ata, Fraser en de artistieke kring worden in Standaardengels beschreven behalve hier en daar in de dialogen. Deze roman heeft alle elementen om het Caraïbisch Gebied in het eerste decennium van de 21ste eeuw tot leven te brengen. Dat gebeurt helaas niet. Hier en daar is er een scène die laat zien dat het mogelijk is, maar daarbij blijft het.
Oonya Kempadoo: All Decent Animals. New York: Farrar, Strauss and Giroux, 2013. ISBN 978-0-374-29971-2
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter