blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Dragtenstein Frank

13 november Sranantongo dictee

Historicus Frank Dragtenstein verzorgt op 13 november, de inleiding bij het Sranantongo dictee. read on…

Een foto-impressie van de keti koti-schrijverskaravaan

Op zondag 28 juni sloeg een schrijverskaravaan uit Suriname, de voormalige Antillen, Kaapverdië en Nederland zijn tenten op in de Rotterdamse boekhandel Donner. De stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst (GVGT) organiseerde een literair programma over de herdenking en de viering van de afschaffing van de slavernij. Presentatoren Michiel van Kempen en Alice Fortes lieten een tiental historici en schrijvers en één tekenaar aan het woord. Een fotoreportage van Nielma Harpal. read on…

Schrijverskaravaan in Rotterdam

In samenwerking met Boekhandel Donner organiseert stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst (GVGT) op zondag 28 juni een literair programma over de herdenking en de viering van de afschaffing van de slavernij. Schrijvers en historici praten, dragen voor en gaan in debat over de thema’s slavernij en vrijheid. Muzikaal wordt de middag omlijst door DJ Freestyle. read on…

Schrijvers over slavernij en vrijheid

Op zondag 28 juni organiseert de Rotterdamse boekhandel Donner een middag in het kader van de keti koti-week. Schrijvers praten, dragen voor en gaan in debat over de thema’s slavernij en vrijheid. read on…

ChristenUnie wil excuus voor slavernij

door Eric Mahabier

Paramaribo – De Nederlandse politieke partij ChristenUnie (CU) vindt het gepast dat met 150 jaar afschaffing slavernij de Nederlandse regering haar excuses aanbiedt. Fractievoorzitter Arie Slob vindt het belangrijk dat de Nederlandse overheid hardop uitspreekt dat wat tijdens de slavernij gebeurd is, niet acceptabel is.
Woorden als “diepe spijt” en “excuus”, zijn volgens hem op zijn plaats. Slob vindt ook dat nazaten van de slaven de ruimte moeten krijgen om hun verhaal te doen en in gesprek te gaan zodat een hele zwarte bladzijde niet weggeduwd kan worden. Maar dat er volop erkend wordt dat Nederland daarvoor de verantwoordelijkheid draagt.
De ChristenUnie heeft gistermiddag in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek gehouden om het einde aan de slavernij in de voormalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen te herdenken. De ChristenUnie ging over tot deze bijeenkomst nadat de partij geen meerderheid in de Tweede Kamer vond voor een parlementaire vergadering hierover.
De ChristenUnie Tweede Kamerfractie heeft het Presidium van de Tweede Kamer het verzoek gedaan om op de eerste vergaderdag na de officiële herdenking, dinsdag 2 juli na afloop van het Vragenuur, een moment stil te staan bij deze geschiedenis. Slob: “Het slavernijverleden heeft diepe sporen achtergelaten, voor sommigen zijn deze nog dagelijks voelbaar. We dragen een verantwoordelijkheid om met elkaar stil te staan bij de vraag hoe we in onze tijd met dit verleden moeten en kunnen omgaan.”
Een breed scala aan maatschappelijke organisaties en Tweede Kamerleden namen deel aan het rondetafelgesprek. Sprekers tijdens het rondetafelgesprek gisteren waren onder meer Anouchka van Miltenburg (voorzitter van de Tweede Kamer), Joan Ferrier (voorzitter Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013) , Frank Dragtenstein (historicus slavernijverleden) en Barryl Biekman (voorzitter Landelijk Platform Slavernijverleden).
[uit de Ware Tijd, 28/06/2013]

Internationale Conferentie Slavernij VOS en IISR

Het programma voor de internationale conferentie welke georganiseerd wordt door Vereniging Ons Suriname en International Institute for Scientific Research (IISR) in het kader van 150 jaar afschaffing slavernij is nu definitief vastgesteld. De conferentie is ingebed in de Summer School on Black Europe die van 24 juni t/m 5 juli 2013 plaatsvindt in Amsterdam.
Het programma ziet er als volgt uit.

Vrijdag 28 juni vanaf 18.00 uur
Ontvangst van de internationale gasten. (Niet toegankelijk voor het publiek.)

Zaterdag 29 juni van 10.00-17.30 uur
Stephen Small (USA): Legacy of the struggle against slavery: how concepts, ideas and experiences of the resistance to slavery are expressed.
Kwame Nimako (Ned): The African response to slavery: the resistance to slavery in Africa.
Jeanne Henriquez (Curaçao): Tula and his legacy – the 1795 uprising on Curaçao.
Frank Dragtenstein (Ned): Marronage in the Caribbean: analysis and theory of resistance.
!Wegens persoonlijke omstandigheden kan Frank Dragtenstein zijn paper over marronage niet meer presenteren. In plaats daarvan zal Robert Justin Connell een paper presenteren met een vergelijking tussen marrons in Jamaica en Suriname. Connell is afgestudeerd aan de University of California Berkeley en werkt aan een dissertatie over marrons in Jamaica en Suriname. !

Zondag 30 juni van 10.00-17.30 uur
Rita Tjien Fooh (Sur): Women, resistance and slavery.
Rudy Uda (Ned): The culture of resistance: how resistance was expressed in culture during slavery.
Ramon Grosfoguel (USA): The Haitian revolution. Causes, description and immediate effects.
Livio Sansone (Ned/Brasil): Brazil – resistance and struggle in the largest slave society in the America’s.
Sandew Hira (Den Haag): Conceptualizing resistance to slavery: class, race and colonialism.

De voertaal is Engels.

 
Toegang: € 12,50 per dag
Studenten: € 7,50 per dag
Plaats: Vereniging Ons Suriname
Zeeburgerdijk 19-A
1093 SK Amsterdam
Klik hier om je aan te melden.
Meer informatie: +31 6 412 837 85
Email: info@iisr.nl
Bezoek de site: www.iisr.nl

Boston Band onzorgvuldig uitgegeven

door Victor Enthoven    

Rond het midden van de achttiende eeuwen ontvluchtten jaarlijks ongeveer 250 slaven de Surinaamse plantages. Meer dan de helft van hen keerde na verloop van tijd uit eigen beweging terug, wat niet wegneemt dat elk jaar ongeveer meer dan honderd slaven in de bossen achterbleven. Na verloop van tijd ontstonden er verspreid over de kolonie verschillende Marrongemeenschappen. Ten oosten van de Commewijne, niet ver van de Tempatiekreek, vestigden de Okanisi of Ndyuka zich. In 1757 begon op de houtplantage La Paix de zogenaamde Tempatie-opstand, toen enige honderden Nduyka-marrons de plantage aanvielen. De strijd rond de Temaptiekreek zou tot 1760 duren.  

read on…

Reddingsactie NiNsee: Zijn het gezag van Beatrix en 16.000 handtekeningen voldoende?

door Stuart Rahan

Het lijkt wel zwarte pietenspel. Niemand durft de verantwoordelijkheid voor de sluiting van het NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis, op zich te nemen. De politieke beslissing is weliswaar genomen door het kabinet van Mark Rutte, momenteel demissionair, maar onder dwang van gewezen gedoogpartner PVV, de partij van Geert Wilders die ‘vrijheid’ in de naam heeft maar intussen de vrijheid van minderheidsgroepen als de Afrikaanse gemeenschap steeds beperkter wil zien.

Cadeau of rechtmatigPVV wil af van de zogenaamde linkse hobby’s waaronder ook het NiNsee valt. CDA en VVD stemden ermee in onder het mom van nationale bezuinigingen. Uit verschillende groepen en individuen klinkt het steeds luider dat het nog niet definitief afgelopen is met het NiNsee. Echter neemt geen groep of individu het initiatief om de genadeslag op het Landelijk Platform Slavernijverleden (LPS) en African and African Descendent (AAD) Netwerk Nederland na te voorkomen. De handelingen van de gemeente Amsterdam missen erkenning voor het NiNsee. Als nationaal documentatie- en informatiecentrum wordt het instituut overgeslagen bij de herdenking van 150 jaar afschaffing slavernij. Het NiNsee moet voor activiteiten in dat kader aankloppen bij Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 van Joan Ferrier. “De wereld op z’n kop”, beweren tegenstanders van de sluiting.

Iedereen hoopte op een cadeautje van demissionair premier Rutte toen die voor het eerst zijn gezicht liet zien bij de jaarlijkse herdenking op 1 juli, onlangs in het Oosterpark. “Helaas, ik heb geen cadeau voor het NiNsee meegenomen”, uitte Rutte zich zonder omwegen terwijl niet alleen sprake was van herdenking van de afschaffing van de slavernij maar ook nog het tienjarig bestaan van het met sluiting bedreigde NiNsee. “Het minste wat je mee kan nemen op een jaardag, hoe klein dan ook, is een cadeau”, hoopte het gros van de aanwezigen. Het jammerlijke aan het idee van een cadeau in het geval van NiNsee is dat het instituut geen cadeau behoeft. Het bestaan van NiNsee is geen cadeau voor de Afrikaanse Nederlanders, voornamelijk uit Suriname en de Nederlandse Antillen, maar een verplichting van de Nederlandse staat als erkenning van het Nederlandse slavernijverleden en genoegdoening van de mensenrechtenschendingen. De Nederlandse geschiedenis vertelt in de marge over het slavernijverleden en wie het onderwerp beter wil bestuderen is aangewezen op nationale archieven die hoogdrempelig zijn. Het NiNsee zou dit historische vacuüm moeten invullen, toen in 2002 de regering van Wim Kok zijn verantwoordelijkheid nam en het NiNsee in al haar facetten ondersteunde. Het jaar daarvoor was al toestemming gegeven voor een nationaal monument Nederlands slavernijverleden wat resulteerde in het ontwerp en de bouw van het monument door kunstenaar Erwin de Vries.

Barryl Biekman van het Landelijk Platform Slavernij die op eigen titel spreekt, hekelt de houding van de politieke oppositie momenteel in de Tweede Kamer. “Ooit iets van D66 gehoord? Hebben wij iets aan uitspraken van de SP over excuses terwijl het NiNsee nu ‘aan het sneuvelen’ is?” Zij haalt ook fel uit naar andere zogenaamde Nederlandse historici die nauw betrokken zijn bij het Nederlandse slavernijverleden en de onderwijzing daarvan. “Ook al aan figuren als Piet Emmer gedacht zijn onverbeterlijke rancuneuze rol? Maar als NiNsee een professor Small introduceert, hoor en zie je hem niet. Ik heb ook nog geen reactie gezien of gehoord op Emmer van professor Alex van Stipriaan, Dr. Frank Dragtenstein en Dr. Aspha Bijnaar. Ik wacht af.” Piet Emmer ziet de oprichting van NiNsee als een schuldgevoel bij de Nederlandse politiek en beweert dat vanuit die gedachte, nooit goed wetenschappelijk onderzoek verricht kan worden. Hij is er dan ook niet huiverig voor dat het instituut ophoudt te bestaan: “NiNsee heeft in de afgelopen tien jaar geen enkel uniek onderzoek verricht. Daarom maak ik mij geen zorgen om de sluiting van het instituut. Onderzoek naar het slavernijverleden zal ongetwijfeld voortgang vinden.” “Vooral het onderzoek waarbij de waarheid wordt verdoezeld, de mensenrechtenschendingen in boeken worden weggemoffeld en het economisch profijt wordt ontkent”, merkt Biekman op, als reactie op Emmer.

Hoop op Beatrix
Tijdens dezelfde herdenkingsplechtigheid vroeg NiNsee-voorzitter Eddy Campbell aan demissionair Rutte en burgemeester Eberhard van der Laan om het NiNsee niet te begraven. “Zijn intentie was helder”, memoreert Biekman zijn uitspraak. Campbell beloofde Rutte twee extra zetels bij de komende verkiezingen als deze alsnog met een cadeau op de proppen zou komen. Blijkbaar heeft Campbell een Afrikaanse achterban van wie hij op commando het stemgedrag kan beïnvloeden. En het zijn de komende verkiezingen die bepalend kunnen zijn voor een eventuele doorstart van NiNsee als zelfstandig historisch orgaan als argument om het geweten te sussen.

Nu het wachten is op de winnaars van de verkiezingen, heeft het LPS alvast het hoogste gezag van Nederland aangeschreven om de politiek te bewegen tot andere inzichten. Koningin Beatrix is in een persoonlijke brief gevraagd haar invloed als staatshoofd aan te wenden het kabinet Rutte de sluiting van NiNsee te doen herzien. In een 36 punten tellende oproep legt het LPS de noodzaak van het voortbestaan van het NiNsee uit. Het NiNsee en het slavernijmonument na parlementaire goedkeuring en zijn gerealiseerd door middel van beschikbaarstelling van overheidsfinanciering. Om de daad bij het woord te voegen schuwt het LPS de confrontatie met het Nederlandse vorstenhuis dan ook niet. “Nederland heeft in vele opzichten, zoals blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, geprofiteerd van de trans-Atlantische slavenhandel, slavernij en kolonialisme. Nederland, in casu wordt de Nederlandse regering, daarom verantwoordelijk geacht, is hoofdelijk aansprakelijk voor alles wat ertoe bijdraagt aan de verwerking van het slavernijdossier en de effecten van slavenhandel, slavernij en kolonialisme, mede te financieren.” In de brief verafschuwt het LPS dan ook de houding van staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra, die beweert dat het werkgebied van de activiteiten en projecten van het NiNsee, noch een wetenschappelijke, noch een culturele dimensie heeft en daarom niet tot het OCW-beleidsveld wordt gerekend en om die redenen overheidsfinanciering niet mogelijk is. “Reden te meer om aan te tonen dat Zijlstra de inhoud van zijn functie niet heeft begrepen”, bijt Barryl Biekman van zich af. Voor volgend jaar vraagt het LPS aan Beatrix ook haar invloed aan te wenden om bij de herdenking van 150 jaar afschaffing slavernij 1 juli uit te roepen tot nationale bezinningsdag en het elke vijf jaar een nationale vrije dag te laten zijn, zoals nu het geval is met de herdenking van de Tweede Wereldoorlog. De brief aan de koningin ging vergezeld van zestienduizend handtekeningen die in de afgelopen periode zijn verzameld.

[uit de Ware Tijd, 14/07/2012]

Debat “Slavernij, verleden, heden, toekomst”

Stichting Julius Leeft!, NTR, NiNsee en De Balie presenteren een debat in De Balie in Amsterdam op 19 december 2011. Naar aanleiding van de muzikale geënsceneerde reading “Hoe duur was de suiker?” op 18 december een debat plaatsvinden over “Slavernij, verleden, heden, toekomst”.

read on…

Slaven in het Caribisch gebied hielden elkaar op de hoogte

door Patrick Dorder

De nazaten van Afrikanen in het Caribisch gebied hielden elkaar precies op de hoogte van de situatie van hun lotgenoten in een ander gebied. Dit liep meestal via de tot slaaf gemaakte bediendes in de huizen van de slavenmeesters.

Zij spraken vaak de taal van de meester en konden die taal soms ook stiekem lezen. Dit zegt Dr Frank Dragtenstein, wetenschapper van het Ninsee. “ Deze bediendes hadden op hun beurt weer geheime contacten met de mensen die gevlucht waren naar het binnenland.” Zo waren ze zelfs op de hoogtes van de situatie in Europa.

Opstanden
De slavenhouders waren zich er terdege van bewust en op het moment dat er bijvoorbeeld opstanden waren in een bepaald gebied probeerden ze dat met alle macht verborgen te houden omdat ze bang waren dat slaven in andere gebieden ook inspiratie kregen om in verzet te komen. Tevergeefs, aldus Dragtenstein. “De opstanden van Codjo bijvoorbeeld hebben er toe geleid dat slaven in andere delen van het Caribisch gebied in opstand kwamen”

Afrikaanse cultuur
De mate waarin de tot slaaf gemaakte Afrikanen er in slaagden hun cultuur te behouden hing vaak af van omgevingsfactoren. Slaven die de mogelijkheid hadden om te vluchten naar het oerwoud konden dat makkelijker dan slaven op plantages op eilanden zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Antillen.
In specifieke gevallen kon het ook voorkomen dat er hele gemeenschappen uit een bepaald gebied samen terecht kwamen in het zelfde gebied zoal bijvoorbeeld in het district Para in Suriname. Zij die van die plantages ontvluchtten spraken dan ook een taal met elkaar, de Loango taal. Deze mensen waren afkomstig uit het Loango gebied bij de Congo en Angola.

[RNW, 15 juli 2011]

Manumissies in Suriname, 1832-1863

Manumissies in Suriname, 1832-1863 van Okke ten Hove en Frank Dragtenstein is een uitgave van Vaco. Manumissie: de akte van invrijheidstelling van een slaaf. In deze uitgave is een chronologische opsomming van alle gemanumitteerden tussen 1832 en 1863 opgenomen, met o.a. de nieuwe naam van de vrije, de slavennaam, beroep na vrijwording en informatie over de eigenaar. Tevens biedt dit werk een analyse van de ontwikkeling van het manumitteren in Suriname. Facsimile van de oorspronkelijke uitgave door de Universiteit Utrecht.

Paramaribo: Vaco
441 pagina’s | Hardcover | 158 x 224 mm
SRD 168,-

Keti Koti-lezing Rotterdam

De Kotomisi Shop organiseert op zaterdag 25 juni 2011 de Keti Koti-lezing. Ontvangst met gemberbier en kasababrede.
Locatie: West-Kruiskade 56, Rotterdam.
Inloop 17.30; aanvang 18.00
Tel. 06 34 52 18 19
www.kotomisishop.eu

Klik op afbeelding voor een groter formaat

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter