Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
In memoriam Tone Brulin
Wie herinnert zich nog de opvoeringen van de theaterstukken Toela, E lucha final en The Kaaka Makaako, begin jaren 70, in Curaçao? De verbindende factor hiertussen is Tone Brulin geweest, theatermaker, door de Sticusa uitgezonden van 1970 tot 1972 en grote motor achter de vernieuwing in het Antilliaans toneel. Tone is op 15 maart jongstleden naar de eeuwige schouwburgen overgegaan.
Leinders verdedigt ‘zijn’ Tula
door Otti Thomas
Den Haag – In aanloop naar de herdenking van de slavenopstand van 17 augustus 1795, kropen tientallen mensen afgelopen weekend in de huid van Tula. Sprekers, publiek en dichters zochten in Den Haag naar de gedachten die de beroemde vrijheidsstrijder destijds had en naar manieren om in zijn voetsporen te strijden tegen moderne vormen van onderdrukking. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Dutch Caribbean Book Club en was de tweede in een reeks activiteiten waarmee de Openbare Bibliotheek in Den Haag aandacht schenkt aan de afschaffing van de slavernij, 150 jaar geleden. De opkomst was niet zo groot als tijdens de officiële opening op 19 juli, maar met 170 tot 200 bezoekers toch hoger dan verwacht.
read on…Het Tula-tumult
Toelichting van Ini Statia:
Elodie, prachtig verwoord! Heel mooi en treffend. Eén kleine correctie: Tula is bijna vier jaar geleden (in oktober 2009) OFFICIEEL gerehabiliteerd als ‘held.’ Dit gebeurde tijdens een plechtig en serieus symposium in Kurá Hulanda. Ik was daarbij aanwezig. Echter, het was een handjevol mensen, dezelfde groep als altijd. Bijna alleen Curaçaoënaars. Een commissie die onder anderen uit mr. Suzy Camelia-Römer en prof. dr. Jandi Paula bestond, had zich hierover gebogen en heeft in een juridisch document vastgelegd dat Tula officieel gerehabiliteerd is.
Katibu ta galiña
Honderd jaar in vogelvlucht
door Fred de Haas
De Verenigde Naties heeft het jaar 2011 uitgeroepen tot ‘Internationaal jaar voor mensen van Afrikaanse afkomst’, de Afrikaanse diaspora. Om dit jaar te besluiten bestudeert onze medewerker Fred de Haas wat er in de Papiamentstalige literatuur van de twintigste eeuw aan herinneringen aan de slaventijd ligt opgeslagen en tot in onze tijd doorklinkt. Via de mondelinge overlevering neemt hij ons in ‘Katibu ta galiña’ mee langs werk van auteurs als Kroon, Goilo, Lauffer, Juliana, Martinus, de Jongh, Domacassé, De Haseth, Bacilio en anderen om te onderzoeken op welke manier zij allen in hun werk hebben geworsteld met de problematiek van de slaventijd en de koloniale overheersing.
read on…Bonaireaans erfgoed van oud op jong
Stichting Mangazina di Rei introduceert nieuw beleidsplan
Kralendijk — Stichting Mangazina di Rei heeft afgelopen weekend in aanwezigheid van autoriteiten, sociaal-culturele leiders en andere genodigden uit de Bonaireaanse gemeenschap, haar nieuwe beleidsplan geïntroduceerd.
Dit vond op een speciale manier plaats middels een symbolische overdracht van het sociaal-culturele erfgoed van de oudere aan de jongere generatie.
De overdracht gebeurde door Chemmy Cicilia, een van de leiders van de zanggroep Kanta Orkidia, die een bundel bij elkaar gebonden sprokkelhout overbracht van haar hoofd op het hoofd van een jong meisje. Naast het feit dat men vroeger traditioneel hout bij elkaar sprokkelde om mee naar huis te nemen, impliceert deze overhandiging tevens een initiatief ter behoud van het sociaal- cultureel erfgoed van Bonaire en de verdere evolutie hiervan. In haar begeleidende toespraak heeft Chemmy Cicilia dan ook gewezen op de grote noodzaak van het behoud van de authenticiteit van de Bonaireaanse cultuur binnen de totaliteit van de hedendaagse nieuwe ontwikkelingen en de toenemende invloed van buitenlandse culturen.
Het nieuwe beleidsplan werd onder andere aangeboden aan de gedeputeerden Miralva Cicilia en Delno Tromp en verschillende sociaal-culturele leiders die aanwezig waren, maar ook aan rijksvertegenwoordiger Wilbert Stolle. Pacheco Domacassé die in naam van CommUnity Consultancy N.V. het beleid voor de Mangazina di Rei heeft geschreven, bracht op inspirerende wijze de relevantie en urgentie van het beleidsplan naar voren met betrekking tot de toekomstplannen van de Stichting. Uit het plan moet namelijk diverse projecten voortvloeien die gefinancierd kunnen worden, zodat de stichting door kan gaan met haar activiteiten.
De stichting Managzina di Rei is voortgekomen uit een sociaal-cultureel emancipatiestreven die enkele decennia terug in beweging kwam op Bonaire en waarbij door de jaren heen langzaam maar zeker een verschuiving plaatsvond van het passief overbrengen van kennis en instandhouding van het eigen sociaal-culturele verleden, naar een meer interactieve benadrukking van het educatieve en vormende aspect hiervan naar de eisen van de tijd. Onder de kundige leiding van Projectmanager Danilo Christiaan moet de Stichting Mangazina di Rei als het ware de kans bieden aan in het bijzonder kinderen en jongeren om zich tot volwaardige burgers te ontplooien.
Bestuurslid van de Stichting, Evert Piar, heeft dit beaamd door aan te geven dat de Mangazina di Rei meer is dan alleen een museum. Hij noemde Danilo Christiaan als de grote drijfkracht achter het Mangazina di Rei-gebeuren en bedankte ook Heleen Christiaan-Quartel en de andere teamleden van de Mangazina di Rei voor hun grote inzet en toewijding ten behoeve van de Bonaireaanse gemeenschap.
[uit Amigoe, 13 juli 2011]
De daadwerkelijke waarde van het Festival di Seú
door Pacheco Domacassé
De waarde van het seú-gebeuren is voor de Fundashon Seú Kòrsou geankerd op de filosofie dat daadwerkelijke ontwikkeling slechts in de actie tot stand komt. In dit kader hanteert de Fundashon Seú als strijdkreet: mens in culturele actie. Hierbij wordt uitgegaan van de basisrealiteit dat de mens de cultuurdrager is, hetgeen automatisch inhoudt dat elke vorm van cultuurbevordering gericht dient te zijn op de menselijke ziel, zijn gedragspatroon, zijn ‘way of life’ dus. Cultuurbevordering betekent in dit licht, de positieve beïnvloeding van het menselijk handelen; opvoeding dus in de zuiverste zin des woords. Een en ander veronderstelt nu een duidelijke scheiding tussen: 1. Het gedragspatroon van de mens als essentie van zijn cultuuruiting en 2. De voor de mens typerende wijze waarop hij vorm geeft aan de vijf disciplines van de creatieve expressie. Met name: muziek en zang; dans; toneel; literatuur; en beeldende expressie.
In de lijn van bovengetekende gedachtegang is de beleving van creatief-expressieve acties zeker geen einddoel, doch slechts een middel. Met dien verstande dat het dient bij te dragen tot de verheffing van het gedragspatroon van de mens, tot de verheffing van diens persoonlijkheid dus. In dit kader is niet het ‘Seú Festival’ als zodanig de essentie van de zaak voor de Fundashon Seú, doch eerder de directe menselijke inzet en uitvoeringsactie van duizenden burgers bij de realisatie ervan.
Uit genoemde visie kan gedistilleerd worden, dat de effectiviteit van elk cultuurbevorderingsproject bepaald wordt door een tweetal factoren die van determinerende aard zijn: 1. De graad van mogelijkheid tot actieve participatie en zelfwerkzaamheid, zowel kwalitatief als kwantitatief en 2. De graad van continuïteit en differentiatie van de deelnamemogelijkheden, omdat dit een basisvereiste is voor daadwerkelijke beïnvloeding van de menselijke ziel. Zelfs van dien aard dat projecten in deze die geen continuïteit kennen in feite niet verder reiken dan (misschien) het meer interesse kweken voor de creatieve expressie in het algemeen, hetgeen uiteraard ook zijn waarde heeft.
Het Festival di Seú nu voldoet op natuurlijke wijze in grote mate aan beide basiseisen. De activiteiten in deze namelijk, omvattende een voorbereidende en een deelnamefase, impliceren een scala van dynamische activiteiten waarbij het grootste deel van de groepsdeelnemers alsook hun familieleden betrokken zijn. Voor wat betreft het continuïteitsaspect zij opgemerkt dat de voorbereidingsfase, die met fundraisingsactiviteiten aanvangt, voor de meeste groepen reeds in juli van het voorgaande jaar begint. Uiteraard neemt de actieve participatie in intensiteit toe tijdens de deelnamefase, die rond januari van het navolgende jaar begint met onder andere de vervaardiging van de kostuums, de trainingen/choreografie en deelname aan de acht verschillende projecten van het Festival di Seú. Gesteld kan worden dat de actieve deelnamefase van de seú-groepen ruim zes maanden duurt, hetgeen een duurzame actiesfeer creëert waarin in het bijzonder de jeugd en jongeren waardevolle karaktereigenschappen kunnen opdoen, zoals onder andere groepsdiscipline, socialiteitszin, plichtbesef, initiatiefzin, zelfwerkzaamheid, organisatiezin, leiderschapszin, doorzettingsvermogen, zelfverzekerdheid, liefde voor het eigene en burgerschapszin.
Pacheco Domacassé is voorzitter van de Fundashon Seú, Curaçao
[uit Amigoe, 15 maart 2011]
1 miljoen voor Tula-film
door Lisette Wellens
Minister Nasser el Hakim van Economische Ontwikkeling heeft gisteren tijdens het fundraisingsevenement voor Tula, the revolt beloofd 1 miljoen gulden te investeren in het filmproject.
“De minister vindt het belangrijk dat de film er komt. Hij zal zich hard gaan maken voor een bedrag van 1 miljoen gulden”, zegt executive producer Dolph van Stapele. “We zijn natuurlijk erg blij met deze toezegging vanuit de regering.”
Met de 1 miljoen gulden hebben initiatiefnemers van Stapele en Jeroen Leinders de middelen om het technische team dat de film zal gaan maken naar Curaçao te halen. “We streven ernaar om de productie plaatste te laten vinden op het eiland. Met dit geldbedrag lijkt dit te gaan lukken”, alsus Leinders.
Klappen voor Tula
Voor de verdere financiering van de film is nog vijf miljoen gulden extra nodig. Daarom werd gisteren een fundraisingsevenement gehouden in Landhuis Primas. Genodigden konden op een formulier aangeven of ze het project willen sponseren, willen investeren in de film of in natura een bijdrage willen leveren. De opbrengsten van deze actie zijn nog niet bekend.
Tijdens het event bracht Junio Tecla de titelsong Aurora ta yora (Aurora huilt) ten gehore. Schrijver en regisseur Pachecho Domacassé sprak zijn steun voor de film uit tijdens een korte speech. Domacassé was de schrijver van Tula, een toneelstuk over de grote slavenopstand van 1795 dat in 1971 op Curacao in première ging. “Tijdens die voorstelling klapte ons eiland voor het eerst voor Tula”, zei hij. “Door deze film zal er overal ter wereld voor Tula geapplaudisseerd worden.”
[RNW, 24 juni 2011]