Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
St. Lucia première Walcott-film van Ida Does
De St. Lucia première van de film Poetry is an Island, Derek Walcott van Ida Does is door de tweehonderd genodigden in de William Jefferson Clinton Ballroom van het Sandels hotel in Gros Islet, met langdurig applaus ontvangen. In aanwezigheid van Nobel-laureaat Derek Walcott, regisseur-producent Ida Does, coproducent Rebecca Roos, en de Governor General Dame Paulette Louisy zag het goed opgekomen publiek de documentaire over werk en leven van de dichter Walcott, de eerste gekleurde Caribische schrijver die de Nobelprijs voor de Literatuur won. Walcott won de prijs in 1992.
read on…Documentaire Ida Does over Walcott in Spaans vertaald
Ter verdediging van Karin Amatmoekrim
door Sandew Hira
Er is een hetze aan de gang tegen een jonge Surinaamse schrijfster, Karin Amatmoekrim, naar aanleiding van haar roman over Anton de Kom. In die hetze heeft de familie van Anton de Kom zich gemengd. Daarmee heeft de familie haar neutraliteit opgegeven en positie gekozen in een discussie over hoe je de geestelijke erfenis van Anton de Kom moet beoordelen. Waar gaat het over?
read on…Reacties op De man van veel
Cynthia Mc Leod is schrijfster van historische romans, waarvoor ze altijd diepgaand onderzoek doet naar de historische gegevens waarin haar gefingeerde romanfiguren een rol spelen. Dat is de kracht van haar werken. Cynthia schrijft: ‘Een jonge, talentvolle en veelbelovende auteur is Karin Amatmoekrim. Van haar roman Wanneer wij samen zijn heb ik echt genoten en Het Gym vond ik een kostelijk juweeltje. Toen Karin mij vroeg iets te schrijven om haar nieuwe boek, De man van veel, aan te kondigen, deed ik dat graag en ik heb meteen toegestemd om bij de presentatie in Paramaribo een stuk uit haar boek voor te lezen. Ik had het boek nog niet gezien en kreeg het op de ochtend van de presentatie. Omdat ik dacht dat het om een biografie ging, maakte ik de opmerking dat de familie wel blij zou zijn met het boek, maar tot mijn schrik antwoordde Karin dat dat helemaal niet het geval was en dat de familie juist heel verdrietig was. Ik vroeg toen of ze de familie dan niet geraadpleegd had en zei dat ik toch ervan uit ging dat ze niet iets zou willen doen om deze mensen verdrietig te maken. Toen ik thuis het boek las, begreep ik meteen waarom de familie verdrietig was en dit heel pijnlijk vond. Al lezende, dacht ik steeds: dit kan ik toch niet voorlezen! Maar gelukkig waren er ook andere fragmenten en ik las bij de presentatie een fragment voor waarin Anton de Kom zich herinnerde hoe hij als kleine jongen zich al had voorgenomen om op te komen voor de werkende mens, die met zijn arbeid genoeg moest verdienen om zijn gezin te onderhouden. Tijdens de presentatie bij de vragenronde vroeg iemand uit het publiek: “Wat zijn uw bronnen?” en de auteur antwoordde: “Fantasie”. Nu ik dit weet en ondertussen het boek helemaal uitgelezen heb, denk ik: Als de bronnen fantasie zijn, waarom dan de naam Anton de Kom, waarom de namen van zijn kinderen? Waarom geen gefingeerde namen? De lezer zal beslist niet denken dat fantasie de bron is omdat zowel Anton de Kom, zijn vrouw Nel als de kinderen met naam genoemd worden. Er zijn zoveel pijnlijke, verdrietige, zeer intieme momenten en dialogen dat je je als lezer bijna een voyeur voelt. In elk mensenleven zijn er ups en downs. Als je als schrijver over een bekend iemand schrijft, moet je dan uitgerekend over zo’n downperiode schrijven, die daardoor zeer uitvergroot wordt? De schrijfster zegt dat ze geen biografie schreef maar een roman en elke auteur is natuurlijk vrij in zijn of haar keuze, maar ik weet dat ik hiervoor niet zou kiezen en ik zou zeker van te voren met de familie overleggen. Op het eind van het voorwoord zegt de auteur: “En dit is zijn verhaal.” Maar is dat wel zo? Als Anton de Kom zelf zijn verhaal had mogen schrijven, zou dit dan zijn verhaal zijn? Ik denk het niet. “Wie schrijft, die blijft”, wordt gezegd; maar het is verdrietig en pijnlijk voor Anton de Kom, voor zijn nageslacht en voor Suriname als de held Anton de Kom zo zou moeten blijven.’
“Het stuk van Ida Does is laag en vals”
door Karin Amatmoekrim
In het stuk beschuldigt Does me bovendien van meer zaken; ik zou willen teren op de naam van De Kom, en ik zou zijn nalatenschap willen gebruiken om er commercieel een slaatje uit te slaan.
De eerste, en belangrijkste, vraag die in me opkwam, was; heeft Does het boek überhaupt gelezen? Ik vroeg het haar op de vrouw af, maar het antwoord bleef uit.
Vreemd, want ze beschuldigt mij ervan respectloos met het verhaal van De Kom te zijn omgesprongen, terwijl mijn roman niet minder dan een eerbetoon aan AdeK is, zoals op haar manier haar documentaire. Does lijkt moeite te hebben om het verschil tussen een biograaf en een romanschrijver te begrijpen. Daar komt bij dat ze zich vragen stelt over of het wel netjes is van mij, om dit boek te schrijven.
Dergelijke vragen, over ethiek versus de vrijheid van de schrijver, zijn alleen de moeite van het stellen waard (en zelfs dan vaak ook niet) als de schrijver respectloos met de nalatenschap van een persoon is omgesprongen.
Heb ik dat gedaan?
Nee. Absoluut niet.
Ik heb van Anton de Kom een persoon gemaakt, ja. Met zijn zwaktes, en zijn onzekerheden. Zodat daaruit nog beter zijn kracht en opoffering naar voren komt. Als je het leest, dan voel je de liefde die ik, als elke Surinamer, voor De Kom voel. En het respect voor zijn strijd. Zodat je doordrongen wordt van ontzag voor iemand die de een na de andere rake klap van het leven krijgt, maar blijft opstaan, en blijft strijden.
Does neemt het me kwalijk dat ik een aantal dingen wel, en een aantal dingen niet heb genoemd. Dan heb ik nieuws voor haar, en iedereen die aan het boek zou beginnen met het idee dat het een biografie is; er zitten complete personages in die Anton de Kom nooit heeft gekend.
Dat heet verbeelding.
Dat heet literatuur.
Ze zijn in het leven geroepen om Anton’s verhaal in verder in te kleuren. Er is David, de medepatiënt, die voor Anton de belichaming wordt van het goede in de mens, en het zwakke, oftewel datgeen wat ten allen tijde beschermd moet worden. De vriendschap tussen die twee staat voor Antons diepgewortelde drang om de wereld beter te maken. Daarom sluit hij vriendschap met David, en daarom probeert hij hem te helpen. En nee, David heeft in het echt niet bestaan.
Het is dan ook een roman!
De vraag of het ethisch is om dingen te verzinnen die nooit zijn voorgevallen, zouden we elkaar moeten stellen als er kwaad wordt gesproken, en kwaad wordt gedaan. Dat is in mijn werk, nu niet, en ook in eerder werk van mij, niet het geval. Als Does zich enigszins bekend zou maken met mijn oeuvre, zou ze weten dat ik niet het type schrijver ben dat uit is op goedkoop scoren, noch op sensatie. Ik ben een schrijver van de nuance, zo sta ik ook bekend; als iemand die vanuit de nuance de wereld durft te benaderen.
En ja, ik begrijp dat het pijnlijk en vreemd voor de nabestaanden is om dingen te lezen die niet of anders zijn gebeurd dan ze hebben meegemaakt. Maar dat is juist dat vreemde gebied tussen wat de schrijver vermag, en wat de betrokkenen in te brengen hebben. Daarom ook, heb ik vooraf geen contact met de familie gemaakt. Omdat ik mijn versie van Anton wilde schrijven. En, en daar zit precies het knelpunt, omdat ik alleen maar goede intenties heb gehad tijdens het schrijven. Ik heb van Anton geen vreemdganger gemaakt, geen zwakkeling, geen moordenaar, niets wat hij niet was en wat respectloos naar zijn nakomelingen zou zijn. Ja, ik heb hem gedachten gegeven. Ja, ik heb hem dingen laten meemaken. Alles in de lijn van het uiteindelijke doel; deze man voor de lezer tot leven te wekken, zodat hij ze voor altijd bij zou blijven.
Is dat respectloos?
Dat Does suggereert dat ik De Kom heb genomen om een slaatje uit zijn naamsbekendheid te slaan is een verschrikkelijk lage beschuldiging. En onrealistisch bovendien. AdeK mag onder de Surinamers beroemd zijn, buiten onze groep kennen schrikbarend weinig blanke Nederlanders hem. Juist omdat ik zijn onbekendheid zo pijnlijk en onverdiend vond, ben ik het boek gaan schrijven. Dat bij De Wereld Draait Door een boekverkoopster moet uitleggen wie De Kom is, voor ze aan het waarderen van mijn roman toekomt, zegt genoeg. Daar komt bij dat ik, zonder valse bescheidenheid, ervan uit ga dat ik inmiddels teveel strepen verdiend heb om op andermans naam winst te hoeven maken.
Does schermt met het verdriet van de familie De Kom. Ik vind dat pijnlijk. Niet alleen omdat dit verdriet evident is, maar ook om de manier waarop ze hun verdriet uitvergroot door van het boek een kwetsend stuk tekst te maken, terwijl het zoals ik al schreef het recht tegenovergestelde daarvan is. Ja, ik weet dat Antons kinderen ervan zijn geschrokken. Ik heb, in tegenstelling tot wat Does suggereert, wel degelijk contact met de familie gehad nadat het boek af was, en ik begrijp, en voel ook voor de emotie dat juist de periode in de inrichting een van de pijnpunten is in de herinnering aan hun vader.
Maar, I’ll say it again; mijn boek is geen biografie! Of Anton al dan niet nagekeken werd door de buren toen hij werd meegenomen naar de inrichting, is niet relevant voor het boek. Wat wel relevant is, is dat het een kunstgreep is die zijn isolement moet benadrukken. En zijn waanzin, omdat hij het zich allemaal inbeeldt. Dit is het inkleuren van een verhaal, opdat de lezer erin meegezogen wordt, en opdat de betekenis in alle lagen doorschemert. Het is kunst, Ida Does, en geen documentaire.
Dat dit voor de familie moeilijk terug te lezen is, omdat het niet hun feitelijke verhaal is en bovendien alle verdriet weer naar boven haalt, begrijp ik. Ik respecteer ook hun keuze om, zoals een kleinzoon me vertelde, het boek niet te lezen omdat het teveel herinneringen naar boven haalt. Maar wat ik niet accepteer, is dat mensen de familie De Kom gaan vertellen dat Amatmoekrim als een olifant in de porseleinkast is bezig geweest, en hun inderdaad liefdevol overgeleverde herinnering aan een van de belangrijkste mannen van de geschiedenis achteloos omver trekt. Want dat doe ik namelijk niet! Ik heb op mijn manier een monument voor Anton de Kom opgericht. Het gemene stuk van Does is laag, en vals en lijkt over alles behalve mijn boek te gaan.
Mijn lange emails heeft ze uiterst summier beantwoord met de woorden dat ‘het niets persoonlijks is’. Ik durf dit luidruchtig en hartgrondig te betwisten. Is het niet persoonlijk te zeggen dat mijn boek iets anders is dan het is? Is het niet persoonlijk om mij af te schilderen als een harteloos en onethisch mens dat voor de euro’s zomaar even een boek schrijft? Is het niet persoonlijk om te zeggen dat mijn boek, dat ik met respect voor mijn volk en een van onze grootste helden heb geschreven, opdat ook elke Nederlander die De Kom tot nog toe negeert, met hem geconfronteerd wordt, en van hem gaat houden, zoals wij doen, om te zeggen dat dat boek respectloos en kwetsend is?
Hou toch op.
Toch besef ik dat Does’ woorden zijn ingegeven door goede bedoelingen. Aan goede bedoelingen gaat de wereld echter vaak genoeg ten onder. Ik mailde Does een voorbeeld, waarin volgens mij duidelijk wordt waar zij staat, en waar ik sta. Ik herhaal het hier:
Ik schreef eens een roman, Wanneer wij samen zijn, over de familie van mijn moeders kant. Het is een opeenstapeling van verdriet en verlies, drie generaties lang van worsteling en pijn, dat samenkomt in de generatie van mijn moeder, die bijna bezweek aan het verdriet waardoor zij was omgeven. In dat boek ziet de lezer dit verhaal, en begrijpt het verdriet van de moeder die depressief op bed ligt en niet voor haar kinderen kan zorgen, en ze slaat met de riem omdat ze geen ander antwoord heeft. De lezer voelt voor het kind, maar ook voor de moeder, want niemand is zwart-wit; onze menselijkheid schuilt in de nuance.
Mijn moeder huilde toen ze het las.
Maar ze vond het mooi, en waarachtig. En het deed haar geen verdriet.
Wat wel verdrietig was, waren de reacties van mensen die het boek niet lazen, maar zeiden; wat erg voor je, dat je dochter zo de vuile was buiten hangt.
Respect, beste mevrouw Does, heeft meerdere vormen. Intelligente mensen zouden hun best moeten willen doen om verder te kijken dan hun neus lang is. Als zelfs de intelligentsia van Suriname elkaar onnodig de haren in vliegen, dan zie ik onze toekomst somber in. Met zulke vrienden, heb ik geen vijanden nodig.
Karin Amatmoekrim
Schrijver van De man van veel
[overgenomen van Starnieuws, 5 november 2013]
Familie De Kom, tussen werkelijkheid en fictie
door Ida Does
Nieuwsgierig was ik naar het nieuwe boek van Karin Amatmoekrim De man van veel over Anton de Kom. In interviews vertelden de schrijfster dat het fictie was. De periode dat Anton de Kom opgenomen werd in een Haagse psychiatrische kliniek had haar aandacht getrokken. In de biografie van De Kom (Rob Woortman en Alice Boots – 2009) was dat summier behandeld, vertelde zij, en zij besloot die setting te nemen voor haar nieuwe roman. Met een werkbeurs van het Letterenfonds werd het boek mogelijk gemaakt.
read on…Filmmakers halen US$ 30.000 op voor Walcott-film
Regisseur Ida Does maakt bekend dat zij met haar crowdfunding/campagne voor de documentaire Poetry is an Island over dichter en Nobelprijswinnaar Derek Walcott (St.Lucia), inmiddels 30.000 US Dollar heeft binnengehaald met haar team. Niet alleen via een online/campagne maar ook door een intensieve benadering van bevriende netwerken, is het team erin geslaagd binnen ruim 2 maanden dit bedrag binnen te halen. “De donaties zijn van over de hele wereld gekomen” zegt een opgetogen filmmaker. “Toen we begonnen aan onze fundraising, wisten we totaal niet hoe het zou lopen. Het was de eerste keer dat wij dit deden en in de Caribische culturele blogs werden wij opgemerkt als ‘ambitieus’. Dat klopt natuurlijk ook, crowdfunding is relatief nieuw in de culturele wereld, zeker voor films.”
De twee grote sponsors die zich achter het project hebben gesteld komen uit Suriname en uit Trinidad. In Suriname verbindt zakenman Remy Vyzelman zich aan het project, met zijn bedrijf IntegraMarine &Freight Services en uit Trinidad is dat Shell Trinidad Limited. De filmmakers zijn opgetogen over het resultaat en hopen op een spoedige totale dekking van hun budget. “We hopen de resterende 5000 Euro nog binnen te halen, voordat de film in première gaat, aldus Does, die zegt nooit echt getwijfeld te hebben over het behalen van het doel. “Dat is geen achteraf gepraat, maar een sterke overtuiging die wij hadden bij de aanvang van het project. Wij wilden dit als onafhankelijke filmmakers doen en hebben het risico gedragen. Tot het einde toe blijft het een ‘labor of love’. Dat gevoel van liefde voor de Caribische geschiedenis , voor de kunsten en voor Derek Walcott’s poëzie is overgekomen. De donateurs en sponsors dragen ons.”
De documentaire film over Derek Walcott wordt geproduceerd door Ida Does Productions in samenwerking met Rebecca Roos Productions. Voor informaties en donaties: www.walcottfilm.com
Klik hier voor informatie over de première.
Steun voor documentaire over Nobelprijswinnaar Walcott
Documentaire Laga Bai in Cas di Cultura
Het Aruba Internationaal Film Festival (AIFF) vertoont op het maandelijks filmprogramma in Cas di Cultura op Aruba de documentaire Laga Bai. Deze documentaire zoomt in op het leven van Nassim, Rugeno, Nientje en Joory, allen jongeren uit Curaçao die de overstap maken naar Nederland. Voor uiteenlopende studies vestigen zij zich in Amsterdam. Vol goede moed gaan ze de uitdaging aan zich niet alleen aan te passen aan een nieuw land en klimaat, maar ook aan taal en tempo van de Nederlandse samenleving en onderwijsinstellingen. Wat wordt hun overlevingsstrategie en hoe liggen de kaarten na een jaar ? Zijn zij in staat heimwee en tegenslagen des levens te overwinnen?
Vier jongeren verlaten hun eiland Curaçao voor een studie in Amsterdam. De camera volgt hen vier seizoenen lang. Na een jaar maken zij de balans op.
Regisseur is aanwezig na de vertoning.
Filmprijs voor De Kom-film van Ida Does uitgereikt
Castries, Saint Lucia – Lucita Moenier-Alam, ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Trinidad en Tobago, heeft onlangs in de hoofdstad van Saint Lucia, Castries, de Award voor de Best Short Film van het Trinidad en Tobago Filmfestival 2012 aan filmmaker Ida Does uitgereikt voor haar film over Anton de Kom.
read on…Wat zou Suriname zonder Wij slaven van Suriname waard geweest zijn?
door Jerry Dewnarain
Eerherstel Anton de Kom
door Jan Gajentaan
Bij de première in Suriname van de documentaire Peace, memories of Anton de Kom van regisseur Ida Does, heeft Anton’s kleinzoon Marcel de Kom gepleit voor eerherstel van zijn grootvader. Daarmee doelde hij op de onterechte verbanning van zijn vader door de koloniale autoriteiten in Suriname begin jaren dertig en de lastercampagne, waarmee die verbanning gepaard ging.
Uiteraard ben ik in grote lijnen bekend met het leven en werk van Anton de Kom, maar net als vele anderen had ik zijn beroemde werk Wij slaven van Suriname uit 1934 nog nooit van A t/m Z gelezen. De afgelopen dagen heb ik die schade maar eens ingehaald. Het boek is een aangrijpend essay, een felle aanklacht tegen de slavernij en ook tegen het kolonialisme van na de slavernij. Een aantal vragen die De Kom stelt in zijn boek zijn nog steeds actueel, zowel in Suriname als in Nederland.
Kritiek op Nederland
Ik heb eerder wel eens gesteld in een artikel op Starnieuws, dat ik persoonlijk niet zo veel heb met geschiedschrijving vanuit een sterk ‘pro’ of ‘anti’ standpunt, omdat de antwoorden dan vooraf bekend zijn – of in sterke mate bepaald worden – door de manier waarop door de historicus informatie selecteert. Het kan leiden tot een eenzijdig beeld.
Dat neemt niet weg, dat ook de neutrale geschiedenisvorser – voor zover die bestaat – een kritische blik moet hebben op het verleden. Je hoeft geen felle anti-kolonialist te zijn om de koloniale excessen te veroordelen, net zoals je bijvoorbeeld geen anti-christen hoeft te zijn, om de heksenverbranding in de Middeleeuwen te verafschuwen.
Een groot gedeelte van het boek van Anton de Kom gaat over de excessieve wreedheid waarmee de slavernij in Suriname gepaard ging. De Kom had zich op dit vlak goed gedocumenteerd en geeft vele voorbeelden van straffen die in de koloniale tijd normaal werden geacht, zoals de ‘Spaanse Bok’ (een geraffineerde martelmethode), het afhakken van ledematen en zelfs het levend verbranden van degenen die als slaaf werden gehouden.
Anton de Kom trekt in zijn boek veel vergelijkingen tussen de Nederlandse slavernij en de Engelse en Franse slavernij. Hij weet aan te tonen, dat Nederland er in veel opzichten ongunstig van afkomt. Niet alleen duurde het langer voordat door Nederland de slavernij af werd geschaft (pas in 1863, terwijl Engeland en Frankrijk dat al in 1833 respectievelijk 1848 hadden gedaan) maar ook de excessen van de straffen pleiten in het nadeel van Nederland. Daarnaast duurde het in de Nederlandse kolonie veel langer totdat er onderwijs werd gegeven aan de onderdrukten.
De Surinaamse identiteit
In het boek van Anton de Kom worden ook een aantal vragen gesteld, die me van belang lijken voor de Surinaamse maatschappij van nu. Zo besteedt De Kom heel veel aandacht aan de vrijheidsstrijd van de marrons. De marronleiders zoals Boni, Baron en Joli-Coeur, worden door hem geëerd als ware verzetshelden. Toch denk ik, dat De Kom gemengde gevoelens zou hebben bij de instelling van een nationale vrije dag naar aanleiding van het vredestraktaat van 10 oktober 1760. In de ogen van De Kom waren die vredestraktaten een doelbewuste poging van de koloniale regering, om via een verdeel-en-heersbeleid de eenheid van de uit Afrika afkomstige Surinamers te ondermijnen.
Dat lijkt mij zeker een gedachte om stil bij te staan. Ook al erkennen we dat er nu eenmaal, als gevolg van de geschiedenis, verschillen zijn in de maatschappelijke positie en in de leefwijze van creolen en marrons, dan nog zou de overheid in Suriname een beleid kunnen voeren dat erop gericht is bij deze groepen zoveel mogelijk wederzijds begrip tot stand te brengen. Ik meen dat dit al gebeurt in het Surinaamse onderwijs. Een dergelijk beleid hoeft overigens mijns inziens niet een ontkenning in te houden van de grondenrechten van de in stamverband levende volkeren, waartoe de marrons net als de inheemsen gerekend moeten worden.
In zijn boek stelt De Kom nog veel meer indringende vragen over de Surinaamse identiteit, onder meer over de noodzaak tot eenheid van alle bevolkingsgroepen, maar door ruimtegebrek kan ik daar nu niet op ingaan. Om één punt te noemen: volgens De Kom heeft geschiedenisonderwijs waarin vrijwel uitsluitend blanke mannen fungeren als helden en voorbeelden, een funeste werking op het zelfbewustzijn van gekleurde mensen en kan dat zelfs leiden tot minderwaardigheidscomplexen.
Tot slot: Anton de Kom was een anti-fascist in hart en nieren en hij heeft daarvoor betaald met zijn leven (hij kwam in 1945 om in een Duits concentratiekamp). Als strijder voor vrijheid en rechtvaardigheid heeft hij een prominente plaats verdiend in zowel de Surinaamse als de Nederlandse geschiedenis. Ik hoop daarom, dat de Nederlandse regering niet doof zal blijven voor de roep van de familie De Kom om eerherstel.