blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: digitalisering

Nederlandse onbeperkte e-booksdienst dit jaar van start

door Jeroen Kraan

Uitgeverijen WPG en LannooMeulenhoff willen nog dit jaar een onbeperkte e-booksdienst starten. Zo willen ze digitaal lezen toegankelijk en aantrekkelijk maken voor een groot publiek.

read on…

FLA-symposium over de opkomst van digitale journalistieke kanalen.

Kranten en bladen worden meer en meer in hun bestaan bedreigd. Tegelijkertijd werd in 2013 het ene na het andere digitale publicatiekanaal gelanceerd. Wat betekent deze ontwikkeling voor freelance journalisten? Wat kunnen ze in 2014 verwachten van deze kanalen en hoe wordt bijvoorbeeld het auteursrecht gehandhaafd? Wat willen uitgevers, welke content heeft overlevingskans en welk type journalist weet zich in de toekomst staande te houden? Tijdens het symposium Valt er iets te kiezen? geven uitgevers, journalisten en mediadeskundigen hun visie op deze ontwikkeling. Het programma wordt afgesloten met een debat.
Datum: 10 februari 2014
Tijd: 14.00 – 17.30 uur (aanvang borrel)
Locatie: Debatcentrum De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10, Amsterdam
De Balie is te bereiken met tram 1, 2, 5, 7 en 10 (halte Leidseplein).
Toegang: gratis; aanmelden verplicht via formulier
Programma
14.00 zaal open
14.30 opening door Wijbrand Schaap, voorzitter FreeLancers Associatie (FLA).
14.40 lezing Paul Disco docent aan de Hogeschool van Amsterdam. Als directeur van De Groene Amsterdammer trok hij het blad begin deze eeuw uit het dal. Onlangs publiceerde hij een artikel over de verdienmogelijkheden met losse artikelverkoop op De Nieuwe Reporter.
15.00 lezing Piet Bakker lector aan de Faculteit Journalistiek en Communicatie van de Hogeschool Utrecht en bekend van zijn berichten over bereik- en lezersstatistieken van kranten en tijdschriften.
15:25 presentaties digitale kanalen: Blendle door Marten Blankesteijn, eLinea door Michel Suijkerbuijk, Myjour door Jan Verheul en The Post Online door Jan Jaap Heij.    pauze 

16.15 forumdebat met Paul Disco, Hanneke Verschuur (Lira), Wijbrand Schaap (FLA), Miloe van Beek (freelance journalist) en Rick van Dijk (Stimuleringsfonds voor de Pers). Debatleider: Piet Bakker.
17.30 borrel

Meer informatie: fla@vsenv.nl; 020  6240803Aanmelden klik hier

Facebook-pagina voor e-dichtbundels

MartsArts PoetryPictures is een aparte facebook-pagina gestart voor het toegankelijk maken en promoten van e-gedichtenbundels. Dit omdat ik er regelmatig mooie voorbij komen. Dus als jíj ook een e-bundel ergens beschikbaar hebt of er goede weet, plaats ze op deze pagina en help deze pagina bekend te maken onder jouw fb-contacten!

Kijk op Facebook op Poëzie gebundeld
of maak contact via infoi@martsarts.nl

4 redenen waarom de taal niet door de sociale media wordt aangetast

door Marc van Oostendorp

De sociale media zoals Twitter en Facebook zijn een bron van zorg en hoop. Ze zouden voor maatschappelijke verruwing zorgen, of juist voor meer onderling begrip. Ze zouden ons mensen eenzamer maken, met allemaal meer aandacht voor hun telefoon dan voor elkaar; of ze zouden ons juist dichter bij elkaar brengen. De mensen zouden er dommer en minder belezen van worden, of juist slimmer en actiever. Ze zouden de taal over het randje van de afgrond doen storten; of ze zouden juist zorgen voor een ongehoorde explosie van taalcreativiteit.

Je kunt natuurlijk eindeloos over dit soort zaken twisten, liefst dan natuurlijk via Twitter, en dat geeft ongetwijfeld veel vreugde aan alle betrokkenen. Maar je kunt de zaken ook eens nuchter bekijken. Van de invloed op de maatschappij of de individuele mens heb ik geen verstand, maar wat de taal betreft lijkt er mij weinig reden voor overdreven optimistische verwachtingen; maar ook niet voor pessimistische.

Hier zijn vier redenen voor een wat nuchterder kijk op de sociale media dan de gangbare.

1. Media beïnvloeden de taal zelden of nooit. Dat ‘nieuwe’ media de taal beïnvloeden wordt al heel lang gedacht. Bij de introductie van de telefoon werd al gemopperd omdat ‘huisvrouwen’ dat medium alleen maar voor oppervlakkig gebabbel zouden gebruiken. Ook de speelfilm, de radio en de televisie werden allerlei invloeden toegeschreven, maar daar is maar weinig van gebleken. Neem de televisie en wees eens eerlijk, welke langdurige invloed heeft dat medium nu op onze taal gehad?

Akkoord, Van Kooten en De Bie hebben onze woordenschat verrijkt met regelneef en Jiskefet met lullo, maar dat kun je toch geen serieuze invloed noemen? Een paar woorden die sommige mensen af en toe gebruiken? Of gebruikt u die woorden wél regelmatig? (De journalist Ewoud Sanders maakte vijftien jaar geleden een heel boekje met woorden die het eerstgenoemde duo aan de taal hadden toegevoegd. Maar wie dat nu doorbladert, ziet hoeveel van die vondsten inmiddels alweer lijken te zijn weggezakt.)Wat echt van belang is bij taalverandering is de vorm die we al het langst gebruiken: het onderlinge contact tussen mensen die zich fysiek in dezelfde ruimte bevinden. Dat gaat niet snel – maar er zijn ook geen aanwijzingen dat de taal nu sneller verandert dan in het verleden, als zoiets al te meten zou zijn.

2. De sociale media veranderen veel te snel. Daarbij komt dan nog dat de sociale media zélf veel te snel veranderen. Dit jaar maakte woordenboekmaker Van Dale bekend dat het werkwoord msn’en uit de woordenlijst zou worden verwijderd omdat het niet meer werd gebruikt. Nog maar een jaar of vijf geleden was msn dé manier waarop jongeren met elkaar communiceerden. Inmiddels is dat alweer vervangen door allerlei andere vormen. Ik durf ze hier niet eens te noemen, want voordat ik de namen heb uitgetikt, is de jongste generatie alweer overgestapt op iets anders. Dat betekent ook dat de ‘invloed’ van die nieuwe media steeds maar verandert. Nog maar kort geleden kon je denken dat nieuwe media impliceerden dat ‘we’ steeds meer afkortingen gingen gebruiken: sms-taal. Inmiddels is sms goeddeels vervangen door Whatsapp, waarop je technisch veel minder gebonden bent aan verkorte vormen. Die verkorte vormen worden dan ook minder gebruikt.
 
3. De sociale media passen zich eerder aan de taal aan dan andersom. Doordat de sociale media zo snel veranderen, is het logischer dat zij iedere keer net iets beter zijn aangepast aan de eisen die de taal stelt, dan dat het logge en eeuwenoude taalsysteem dat we al eeuwenlang hebben zich van de ene dag op de andere aan de nieuwste technische gril voegt.

Hoe passen de media zich aan de menselijke taal aan? Om dat vast te stellen zou je moeten begrijpen waar die taal eigenlijk, van oudsher, voor dient. Waarvoor gebruikten de jagers en verzamelaars op de prehistorische steppe eigenlijk taal? Niet om fraaie volzinnen te construeren, of uitgebreide betogen waarin de ene alinea een logisch verband houdt met de vorige een de volgende; maar waarschijnlijk veel eerder om elkaar in korte zinnetjes verslag te doen van onze alledaagse werkzaamheden.Precies die functie is altijd de belangrijkste gebleven, in ieder geval kwantitatief: luistert u maar eens om u heen hoe de mensen de taal vooral gebruiken. Wat dat betreft is de tweet dus veel beter geschikt voor de taal in haar natuurlijke staat dan de handgeschreven brief of het weloverwogen pleidooi.

 4. De mensen kunnen best schakelen. Er zijn dus weinig redenen om je zorgen maken, net zoals er weinig redenen zijn om overdreven hoopvol te zijn: de sociale media zijn te vluchtig om zoiets fundamenteels te veranderen. De spijkerbroek heeft onze manier van lopen ook niet veranderd, en de iPhone heeft er niet voor gezorgd dat we een andere stem opzetten.Het is dan ook niet verbazingwekkend dat mensen ook best kunnen schakelen tussen verschillende media. Dat hebben ze ook al heel lang moeten doen: het verschil tussen schrijf- en spreektaal was honderd jaar geleden niet per se kleiner dan dat tussen de sollicitatiebrief en de Facebook-statusupdate.

Hoewel er natuurlijk wel wat anekdotes zijn over mensen die ff schrijven in een officieel briefje, komen dat soort missers in de praktijk ook weinig voor. En waar ze wel plaatsvinden, wijzen ze niet per se op invloed van de sociale media op ‘de taal’. De taal is oud en rijk en veelvormig. Ze is nog altijd het allerkrachtigste communicatiemiddel dat we hebben, dat op geen enkele manier geëvenaard kan worden door wat dan ook. En dat zeker niet kan worden veranderd door zoiets onbenulligs als een touchscreen.

Zie ook de Taalcanon over dit onderwerp.[van Neder-L, 10 januari 2014]

Hoe uitgevers en boekhandels hun plek verliezen

door Geert Poorthuis

Wie denkt dat hij over een jaar of vijf in de Nederlandse boekhandel nog het complete actuele aanbod van nieuwe boeken aantreft, heeft het mis: een groot deel van de boeken verschijnt dan nog alleen digitaal. Die trend is nu al zichtbaar in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Daar is een kwart van de boeken op de digitale bestsellerlijsten afkomstig van auteurs die aan ‘self-publishing’ doen, zonder tussenkomst van uitgeverijen en boekhandels.  

read on…

Out of Print, Maybe, but Not Out of Mind (3 and final)

by David Streitfeld

Multimedia

The author liked the result. “I was stunned by the amount of work Citia did,” Mr. Kelly said. “They wrote a digest of the entire book, idea by idea.”   And yet, he wrote What Technology Wants to present his ideas.

read on…

Out of Print, Maybe, but Not Out of Mind (2)

by David Streitfeld

With the new era so slow to arrive, some experts in the future of the book seem to be getting a little weary of the topic.   Bob Stein, a pioneering digital innovator, wrote recently that “people often ask me to expound on the ‘future of the book.’ ”

read on…

Out of Print, Maybe, but Not Out of Mind (1)

by David Streitfeld

San Francisco — Books are dead. Long live the book. Even as the universe of printed matter continues to shrivel, the book — or at least some of its best-known features — is showing remarkable staying power online. The idea is apparently embedded so deeply in the collective unconsciousness that no one can bear to leave it behind.  

read on…

Overleeft de schrijver de digitale storm?

Overleeft de schrijver de digitale storm? Is er hoop voor de letteren, wat kan de auteur zelf doen en hebben dichters nog een plekje, over tien jaar?
Kom voor het antwoord naar het Digiposium van de Vereniging voor Letterkundigen en krijg antwoord.
1 november 2013 in Pakhuis De Zwijger te Amsterdam.
www.vvl.nu • vvl@vsenv.nl • 020-6240803

Veel tijdschiften verdwijnen

De komende jaren verdwijnen er in Nederland veel dagbladen en tijdschriften. De markt is verzadigd. Er zijn te weinig lezers voor zoveel titels. Bovendien eist de razendsnelle digitalisering haar tol. Dat staat in een rapport van adviesbureau Price Waterhouse Coopers.

read on…

Grote behoefte aan kennis digitale kunstvorm

door René Gompers

Liefhebbers en producenten van animatiefilms zijn tijdens Carifesta XI ook aan hun trekken gekomen. Drie dagen lang zijn in TBL Cinemas workshops verzorgd in 2D, 3D en Stop Motion animatie. De cursussen waren goed bezocht en legden de grote behoefte aan onderwijs in de digitale kunstvorm bloot.
De workshops zijn verzorgd door top animators uit Trinidad & Tobago die hun sporen hebben verdiend in de westerse animatie industrie. De groep cursisten bestond uit kinderen en volwassenen. Individueel en in groepsverband werden er in sneltempo, maar toch nog in een gezellige sfeer projecten uitgevoerd. In 2D konden tekenaars zich helemaal uitleven en kregen de basistechnieken van digitaal tekenen mee. De 3D klas was uitermate goed bezocht door zowel leken als professionals. De Surinamers lieten merken dat het niveau van virtueel bouwen en tot leven brengen van creaties, boven het gemiddelde zit. Bij Stop Motion werden de deelnemers gedwongen van achter de computer te stappen en zich fysiek in te zetten. Zij bouwden hun objecten met klei en papier, lieten deze volgens een script ‘acteren’, legden de momenten op de foto vast, voordat zij terugkeerden achter de computer.
Bewustzijn vergroten
“We zijn niet alleen gekomen om basistechnieken aan te leren, maar ook om het bewustzijn over animatie te vergroten”, geeft Shane Young Sing, 2D animator, aan. “Animatie doet nu pas een opmars in het Caribisch gebied. Om ver te komen, hebben we mensen nodig die zich tot het uiterste inzetten. Het doet goed om te weten dat er hier mensen zijn met die instelling.” Kylie Homer is 3D animator en vult aan dat het belangrijk is om de eigen identiteit te behouden. “We worden overspoeld door westerse producten en zien haast nooit animaties waarin wij ons terug kunnen vinden. Wij werken er aan om Caribische animators bewuster te maken over hun eigen omgeving om dat te verwerken in hun producties. Het wordt tijd dat we zelf onze eigen verhalen vertellen.”
Camille Selvon Abrahams, is docent Animatie op de universiteit van Trinidad & Tobago. Zij stelt voor dat animatie onderwijs in het curriculum wordt opgenomen. “Er is duidelijk grote honger ernaar. “Het is niet alleen maar een kunstvorm maar ook een bron van inkomsten. De grootste industrieën zitten in Japan en Amerika. Zij op hun beurt besteden het werk uit aan talenten uit andere delen van de wereld.”
Selvon Abrahams is ook oprichter van het Animae Caribe Animation and New Media Festival. Dit is een platform voor Caribische animators. Hier kunnen zij netwerken, informatie uitwisselen, en producties laten zien. Ook bestaat de gelegenheid om te leren van deskundigen van Nickelodeon, Pixar en Dreamworks. Het belangrijkste doel van het festival is om de Caribische identiteit te behouden en te presenteren aan de rest van de wereld. Tot nog toe is de Jamaicaanse Cabbie Chronicles de eerste animatieserie die de Caribische cultuur weergeeft. “Er is genoeg talent en goede inborst aanwezig. We hebben toch nog een lange weg te gaan als wij ons met bijvoorbeeld Pixar willen meten”, geeft Abrahams aan. “Laten we daarom alles op orde zetten nu er nog tijd is. We komen er wel.”
[uit Starnieuws, 23 augustus 2013]

Database The Dutch in the Caribbean World, 1670-1870

Met The Dutch in the Caribbean World, C. 1670-C. 1870 levert het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar het slavernijverleden van Nederland overzee. Vanaf 1 augustus is het project online toegankelijk via de website dutch-caribbean.huygens.knaw.nl.
In de eerste helft van de zeventiende eeuw ondergingen de Nederlandse koloniën in het Atlantische gebied een turbulente periode van oorlogvoering. Vanaf omstreeks 1670 kwam de West in rustiger vaarwater en werd geleidelijk aan een ‘nieuwe maatschappij’ gecreëerd. Daarbij ging het in het Caraïbisch gebied om de Nederlandse Antillen (Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba) en om vestigingen aan de Wilde Kust (Suriname, Berbice, Essequebo en Demerary). In deze gebieden werden plantages in allerlei soorten en maten aangelegd, die slechts konden renderen door de inzet van uit West-Afrika aangevoerde slaven. Het eigendom en het management van de plantages en van andere bedrijven waren niet alleen in handen van Nederlanders, maar ook van onder meer uit Brazilië afkomstige Sefardische Joden, van Franse Hugenoten en van Engelsen. Als gevolg van deze situatie ontstond een rijk geschakeerd palet aan multiculturele relaties, dat niettemin sterk gelaagd was naar juridische status (vrij of onvrij), kleur, rijkdom en godsdienst. In 1814 moest Nederland, ten gevolge van de oorlogen van de Franse Revolutie en Napoleon, bij verdrag de vestigingen Berbice, Essequebo en Demerary aan Engeland afstaan. Deze gebieden werden door de Engelsen samengevoegd in Brits Guyana. Met de afschaffing van de slavernij in 1863 werd een fundamentele stap gezet op de weg naar de ontmanteling van deze ‘klassieke’ maatschappelijke formatie van de West-Indische koloniën.
Het project The Dutch in the Caribbean World, C. 1670-C. 1870 bestaat uit twee delen. Enerzijds de voornamelijk Engelstalige archiefgids met relevante bronnen, die referenties aan archiefcollecties berustend in binnen- en buitenland (Nederland, Suriname, Curaçao, Engeland en Guyana) bevat. Anderzijds de Engelstalige samenvatting van de voor de slavernij en de multiculturele verhoudingen belangrijke wet- en regelgeving, die zich alleen richt op de Antillen en Suriname.
Het Huygens Instituut verwacht in 2014 een integrale digitale editie van de plakkaatboeken van Berbice, Essequebo en Demerary beschikbaar te stellen.
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter