blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Delchot Maurits

Op en top Surinaamse speelfilm Sing Song in première

door Diederik Samwel

In Amsterdam is zaterdag de speelfilm Sing Song van regisseur Mischa Kamp in première gegaan. Suriname en Surinaamse muziek staan centraal in deze vrolijke familiefilm waarin naast Kenny B en Glen Faria veel bekende gezichten uit Paramaribo opduiken. read on…

‘Hoe duur was de suiker?’

door Sergio Bunsee

Met een doos popcorn en een fles cola in mijn handen, nam ik plaats in de achterste rij, stoel elf. In gedachte was ik bij de titel van het boek en de film. In de hoop dat ik aan het einde van de film, zou begrijpen welke prijs betaald is voor de onmenselijkheid van blanken in de Surinaamse geschiedenis. Ik keek vluchtig om mij heen en zag een hoop bakras en een handje vol zwarten. Dat verbaasde me toch enigszins, omdat toch heel Surinaams Nederland erover spreekt. De film begon goed, een scene waarin twee bakra’s keurig om de beurt een slavin misbruikten. “Aah slavenleed” dacht ik, “seksueel misbruik is een hoge prijs” en keek in het donker een blanke toeschouwer met een valse blik aan. Zij hield geschokt haar handen voor het gezicht. Ik gniffelde zachtjes.

Mini Mini werd uit de verkrachting geboren. Over de rol van Mini Mini heb ik niets te klagen. Zij groeide op als huisslaaf bij masra en misi. Dat in de werkelijkheid huisslaven wel kleding droegen, al waren het lendendoeken en zij de hele film halfnaakt rondliep, maakte mij weinig uit. Dogla Mini Mini was met haar chocoladebruine huid en welgevormde borstjes een lust voor het oog.
De misi en masra spraken zo hun woordje sranantongo. Dat was in het begin toch echt wel vermakelijk. Maar het sranantongo van de Surinaamse acteurs was veruit beroerd, gemaakt, onecht en niet authentiek. Degene die er het meest uitsprong was rapper Negga. Nee geen nigga, maar Negga, van Neggativ. Ik hoor de casting al denken: “een neger is toch een neger en dan maakt het toch niet uit welke negers wij casten?”
Hoe hard Negga zijn best ook deed Sranantongo te spreken, het lukte hem niet zijn diep Amsterdams accent te verbergen.  De rol van Negga, de veldslaaf die uiteindelijk een opstandige Marron werd kon ik maar niet geloofwaardig vinden en leidde me gedurende de film constant af. Steeds vroeg ik me af wanneer Ali B in beeld kwam en zij zouden rappen over hoe ‘fucked up’ de slavernij wel niet was.
Kennelijk had de casting John Williams ook gevraagd om een van de slavenrolletjes op zich te nemen. Misschien de rol van de goedgemanierde slaaf die uiteindelijk werd beloond met ‘soe soe’ en opzichter van de andere veldslaven werd, maar kon John het niet verkroppen zijn V hals te verruilen met een panji.
Maar nee, niet alleen de negers in de film waren ongeloofwaardig, maar ook de Hollandse casting was belabberd. Zo heb ik nergens in de film de indruk gekregen dat het verhaal zich afspeelde in de 18e eeuw. Ook het taalgebruik van de Nederlanders was alles behalve oud Hollands. Mager, erg mager allemaal.
Toch ben ik het niets eens de Nederlandse Surinamers die vinden dat de onmenselijkheid van slaventijd niet goed is neergezet. Zij hebben waarschijnlijk niet begrepen dat de essentie van het boek en de film ging om het losmaken van onderdrukking. Zo raakte huisslaaf Mini Mini  emotioneel los van haar blanke Misi, ze nam haar eigen keuzes, begon haar borstjes te bedekken, leerde lezen en schrijven en kon uiteindelijk zelfs liefhebben.
Het boek was goed, de verfilming  helaas toch minder geslaagd. Het antwoord op de vraag, hoe duur was de suiker? heb ik gevonden. Tien vijftig, plus cola en popcorn maakt 16 euro. 16 euro voor ‘Hoe duur is de suiker?’ en  door de casting van rapper Negga geen cent meer waard.
[van nospang.com, maandag 30 september 2013]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter