blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Croes Betico

Arubadag

Nationale feestdag Aruba, dinsdag 18 maart 2014

Nationale vlag en volkslied dag. De vlag van Aruba werd officieel in gebruik genomen op 18 maart 1976, samen met het officiële volkslied, de ‘Aruba Dushi Tera’, omdat Nederland op die datum in 1948 Aruba het recht toekende om zelfstandig te worden binnen het Koninkrijk der Nederlanden.Arubadag is de dag dat de Arubanen in Nederland hun eigen “Dia di Himno y Bandera” vieren (Dia di Himno y Bandera = Dag van het Volkslied en de Vlag).

read on…

Een Nederlandse visie op dekolonisatie

door Jerry Egger

John Jansen van Galen heeft meer dan 600 bladzijden nodig om in zijn recent verschenen boek, Afscheid van de koloniën: Het Nederlandse dekolonisatiebeleid 1942 – 2012, te beschrijven hoe Nederland afstand deed van de meeste gebieden die het in de 17de en latere eeuwen wist te veroveren. Hij liet zich leiden door zijn centrale vraag: hoe de innerlijke strijdigheden in het Nederlandse dekolonisatiebeleid zijn te verklaren. Verder stelt hij de geladen vraag of zijn geboorteland het werkelijk zo slecht heeft gedaan. (p. 19) Soms geeft hij tot in de kleinste details weer hoe het eraan toeging en soms zijn het de grote lijnen. Het is wel steeds de Nederlandse visie. Bronnen uit de gebiedsdelen zijn maar weinig geraadpleegd. In de recente periode, vooral die na de jaren ’70 van de 20ste eeuw, kan hij gebruik maken van zijn eigen ervaringen als journalist die op reis ging naar Indonesië en de West en daar vaak leidende politieke hoofdrolspelers wist te interviewen.
Het vraagt veel uithoudingsvermogen om zo’n 577 bladzijden aan tekst door te nemen en dan nog de literatuurlijst (11 pp.) om te zien welke bronnen wel en welke niet zijn opgenomen. Het register (12 pp.) biedt de mogelijkheid om snel te zien waar de voornaamste spelers in dit hele proces voorkomen in het boek. Uiteindelijk heeft hij heel wat stof aangedragen om ermee in discussie te gaan, van mening te verschillen en andere dan de eigen conclusies te trekken. De nadruk in deze recensie ligt voornamelijk op ontwikkelingen in de West en minder op Indonesië, terwijl het laatste, zeker in de eerste helft van het boek, in ruime mate wordt beschreven.
Hoewel hij aangeeft dat de periode 1942- 2012 wordt behandeld, gaat hij terug in de tijd om het ontstaan van het Nederlandse koloniale rijk te verklaren. Bovendien geeft hij zijn eigen achtergrond. Die komt bekend voor: opgroeien in een klein dorp, Nederlands-Indië centraal stellen in het denken over de koloniën, studeren in Amsterdam en daar terecht komen in de linkse beweging, zelfs een relatie krijgen met een bekende Surinaamse schrijfster en meer van dergelijke ontboezemingen. Je zou hieruit de voorzichtige conclusie kunnen trekken dat Jansen van Galen zichzelf de beroerdste niet vindt om over dekolonisatie te schrijven. De contemporaine periode komt uitgebreid aan bod waarbij politici die nog in leven zijn, worden beschreven. We kennen allemaal de lange tenen van Caraïbische politici. Het zit wel goed in dergelijke handen gelet op zijn achtergrond.
Volgens Jansen van Galen begint het dekolonisatieproces op een nauwkeurig vast te stellen tijdstip. Het is 6 december 1942 wanneer de in ballingschap levende koningin Wilhelmina zich richt tot haar onderdanen vanuit Londen. Na de oorlog belooft zij een rondetafelconferentie waarbij het koninkrijk zal worden aangepast. Tot in de kleinste details vertelt de auteur hoe de rede tot stand is gekomen. Hij weidt uit over de aanval op Pearl Harbor precies een jaar voor die toespraak en geeft en passant ook nog aan dat Feyenoord van Ajax won in Rotterdam. Waar was de redacteur, vraag je je af, die de schrijver een klopje op de schouder gaf en vriendelijk zei dat het leuke details zijn, maar het rode potlood er doorheen haalde, want dat scheelde weer anderhalve bladzijde. Als het consequent was gedaan had dat een behoorlijk afgeslankte publicatie opgeleverd.
Een punt van discussie is de datum die Jansen van Galen gebruikt. De toespraak van Wilhelmina is het Nederlandse moment van dekolonisatie. In de voormalige koloniën kunnen andere tijdstippen worden gegeven. Als verzet een wezenlijk onderdeel is van de geschiedschrijving dan hebben in het geval van Suriname de marrons zich veel eerder vrij verklaard van de kolonisator. Curaçao kan het voorbeeld van Tula aanhalen die al uiting gaf aan de drang naar vrijheid. Dit wordt rigoureus door de auteur van de hand gewezen. Slavenopstanden waren in zijn ogen niet revolutionair maar hadden vaak meer te maken met heilsbewegingen. Latere nationalisten zoals Eddy Bruma en Helmin Wiels op Curaçao zouden de leiders van de opstanden ‘gebombardeerd’ hebben tot ‘boegbeelden van nationalisme en strijd voor onafhankelijkheid.’ (p. 76) Het is al eerder gezegd; dit is een Nederlandse visie op dekolonisatie. Er is weinig ruimte voor lokale perspectieven, initiatieven en opvattingen.
Van Galen gaat uitgebreid in op de voorlopers die tot 1942 probeerden de officiële Nederlandse opvattingen over de overzeese gebieden te beïnvloeden. Overdaad schaadt. Een selectie had beter gewerkt. De nadruk ligt bijna volledig op Nederlands-Indië. De West wordt in enkele alinea’s, soms enkele bladzijden, afgedaan. De couppoging van Killinger stelt niet veel voor en eigenlijk is hij een ‘operettefiguur’. (p. 129) Hierbij haalt hij de ‘Surinaamse’ historicus Hans Ramsoedh aan. Het is interessant dat hij expliciet verwijst naar de nationaliteit, iets wat hij niet doet bij andere historici. Waarom? Legitimeert dat de kwalificatie van Killinger? Als hij in de Surinaamse kranten van 1910 en 1911 had gekeken, was hij misschien tot een andere conclusie gekomen. Er bestond overweldigende belangstelling voor het proces want deze poging had behoorlijk wat losgemaakt in een kolonie die nauwelijks in de belangstelling van het moederland stond. Maar voor Jansen van Galen heeft ook dit geval niks te maken met dekolonisatie.
Lezers die niet veel weten van Nederlands-Indië worden door Jansen van Galen ingelicht over het opkomende nationalisme waarbij de islam een belangrijke rol speelt. De eerste helft van de 20ste eeuw is van belang om te begrijpen wat na de Tweede Wereldoorlog gebeurt. Verschillende nationalisten krijgen hun opleiding op Europese scholen of gaan zelf naar Europa. Een korte biografische schets van de latere leider Soekarno (pp.165-166) geeft een goed beeld van de ontwikkeling die hij doormaakt en hem uiteindelijk tegenover de kolonisator zal plaatsen. Vooral geschiedenislessen maken hem duidelijk dat de Nederlandse visie op de ontwikkelingen in zijn land wordt gepredikt terwijl de opstand van de Javaanse prins Diponegoro in Atjeh ‘als laaghartig verraad wordt voorgesteld.’ (p. 166) Deze schetsen die van meerdere spelers in het dekolonisatieproces worden gegeven, werken goed in dit boek. Er zijn ook portretten van onder anderen Henck Arron en Betico Croes.
De nadruk in het boek ligt op ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog. Het onbegrip over en weer speelt een belangrijke rol in het dekolonisatieproces. In het laatste hoofdstuk staat een interview uit die tijd met Willem Drees. Hij kijkt terug op de situatie in Indonesië en vraagt zich af of het anders had gekund. Nederland vond Soekarno na de oorlog een collaborateur met de Japanners. Hij pleegde voortdurend woordbreuk en de manier hoe alles verliep, inclusief de politionele acties, was onvermijdelijk. (p. 556) In zijn ogen had Nederland het zo slecht niet gedaan. Dat is juist het probleem. Er bestaat geen goede of succesvolle dekolonisatie omdat er geen goede of succesvolle verovering van gebieden bestaat. In het eerste deel van het boek suggereert Jansen van Galen min of meer hetzelfde: ‘Zo gaat het koloniale debat in Nederland steeds over het “beheer”, nooit over het “bezit” van koloniën.’ (p. 95)
In het geval van de verschillende Caraïbische eilanden verloopt het proces niet zoals Nederland het graag zou willen. Daar wil het juist heel graag de gebieden afstoten, maar de eilanden staan niet te springen om onafhankelijk te worden. Bovendien maken de Verenigde Staten zich zorgen over wat er zal gebeuren als Nederland zich terugtrekt. Op pagina 479 somt Van Galen problemen van vooral Curaçao en Sint Maarten op: corruptie, dubieuze financiering van projecten, vriendjespolitiek, verstrengeling van belangen en zo meer. Streep de twee Caraïbische eilanden door en zet enkele Zuid-Europese landen daarvoor in de plaats. Dekolonisatie is geen proces dat netjes verloopt.
Ten slotte een voorbeeld met betrekking tot Suriname dat veel zegt over de manier waarop Van Galen kijkt naar dit proces. Hij beschrijft de bouw van het Onafhankelijkheidshotel om gasten in november 1975 op te vangen. Deze bouw werd niet voltooid en uiteindelijk brandde die af, ‘en nog meer dan twintig jaar zal de geblakerde ruïne er in toenemende staat van aftakeling staan. Als het niet zo voor de hand lag zou je het symbolisch noemen.’ (p. 389) Helaas maakt hij zijn verhaal niet af. Uiteindelijk is het gebouw gesloopt. Daar staat nu Royal Torarica, helemaal op eigen kracht ontworpen, gefinancierd en opgezet. Dit laatste past niet in het plaatje van Suriname als het voorbeeld van een mislukte dekolonisatie.
John Jansen van Galen: Afscheid van de koloniën: Het Nederlandse dekolonisatiebeleid 1942-2012. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2013. ISBN 978 90 254 3530 1

Kranslegging Dia di Betico

Uit eerbetoon aan de Arubaanse vrijheidsstrijder Betico Croes heeft de club van Arubanen op Bonaire, Casibari, een krans gelegd bij het borstbeeld van Betico Croes. Gisteren was het Dia di Betico, de geboortedag van Betico Croes, een officiële feestdag op Aruba, die ook overal wordt herdacht door de Arubanen. Verschillende Arubanen en vrienden van Aruba, waaronder ook leden van het Bestuurscollege, waren bij de kranslegging aanwezig. In een korte toespraak stond de voorzitter van Casibari, Luis Boekhoud, stil bij de betekenis van Betico Croes voor Aruba en de Arubanen. Het was de zevende keer dat Casibari deze kranslegging organiseerde. Deze keer is de viering voor het eerst uitgebreid met een gezellige happening met muziek in de avonduren op de parkeerplaats bij het beeld van Betico Croes.

[uit Amigoe, 26 januari 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter