blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: creolen

Carry-Ann Tjong-Ayong – Fri Yeye

Gehuld in een kleurrijke eigen creatie met bijpassende angisa, schrijdt ze als een koningin, nee, een black goddess, de stenen treden af. In haar gevolg twee sierlijke, jonge meisjes, gekleed in op de koto geïnspireerde gewaden. Celestine Raalte, woordkunstenaar, dichter, schrijver, performer, modeontwerper en nog veel meer, die haar inspiratie haalt uit onze oude cultuur, staat op het punt haar eerste CD te presenteren aan het publiek waar zij het liefst voor schrijft, de gewone mensen uit het volk die houden van hun kulturu.

De locatie is perfect gekozen, het terrein van de wintigemeenschap Fiti Fu Wini. aan de oever van de Surinamerivier bij Boxel. De openingsact heet “Ingi Mma gran tangi”, een dankgebed aan de Inheemse oermoeder van Suriname, aan wie de zwarte mens pardon had moeten vragen, voor het binnendringen in haar territorium; de titel van de CD is Fri Yeye, en verwijst naar de bevrijding van de geest van haarzelf.

Celestine heeft 15 jaar gewerkt aan dit project en realiseert het nu met haar kinderen in Akwenda Productions. De gedichtenbundel (haar derde) en de modeshow met het Akwenda-label zijn in aantocht. Met haar warme stem en meeslepend taalgebruik roept zij aangrijpende beelden uit het verleden op. De zang en de muzikale begeleiding door haar kinderen past er uitstekend bij.

Fri Yeye is zowel in Suriname, als binnenkort in Nederland verkrijgbaar. Warm aanbevolen.

cat 26/7 011

Zwarte mensen vs. donkere mensen

door Bewaker

[reactie op het voornemen tot boekverbranding door Roy Groenberg – zie bericht hieronder]

Ik waag me zelden aan het soort gesprekken die te maken hebben met of gelinkt zijn aan de slavernij, want ook nu weer blijkt dat men er verdeeld over is, zie maar de verschillende reacties. Bovendien loop je ook nog het risico dat mensen zich kwaad maken om jouw persoonlijke (eigen) mening. maar nu probeer ik het ondanks dat risico toch maar weer eens. Of een persoon met duidelijke negroïde trekken, d.w.z. een zwart iemand met kroes haar en van nature volle lippen nou neger, zwart of donker genoemd zou moeten worden lijkt een knoop die voor een bepaald aantal mensen, en ik moet helaas vaststellen vooral voor Surinaamse mensen van Afrikaanse afkomst, onontwarbaar is. Voor sommigen is het ook nooit goed. Het ís al of lijkt een eeuwigdurend, zeer vermoeiend dispuut te gaan worden, in het Papiamentu net zoiets als een kansa hende-dispuut. Kansa hende betekent letterlijk “een of de mens moemakend” dispuut. Zonder ook maar iemand te willen beledigen, maar voor ondergetekende behoort dit specifiek onderwerp dus duidelijk tot 1 van de kansa hende-onderwerpen.

Ik kan me nog heel goed herinneren dat een oom wiens dochter in de jaren 60 van de vorige eeuw met een zwarte Surinamer in Curaçao in het huwelijk getreden was, geregeld met z’n Surinaamse schoonzoon aan het bakkeleien was over het woord neger en zwart. En dat zonder in ruzie te vervallen overigens. M’n oom vond namelijk dat een mens met duidelijke Afrikaanse trekken voor hem gewoon als zwart mens, in het Oapiamentu als hende pretu aangeduid kon worden. Wat trouwens gemeengoed was in Curaçao, d.w.z. tot er Surinamers naar Curaçao kwamen om bij de Shell en in het onderwijs te werken was de aanduiding voor mensen van Afrikaanse origine hende pretu in Curaçao heel normaal. Maar de zwarte Surinamers vonden het ongepast om als hende pretu aangeduid te worden, ze wilden liever als hende kolor skur benoemd worden. Hende kolor skur betekent “donkere mensen”. Dus men kan rustig stellen dat door de zwarte Surinamers die lang geleden naar Curaçao togen om te werken de term “donkere mensen = hende kolor skur” geïntroduceerd is geworden. Tot nu toe zijn er Curaçaoënaars die als ze het over negroïde mensen hebben, praten over hende kolor skur, alhoewel het gelukkig een minderheid is. Vaak zijn het Curaçaoënaars met Surinaamse roots maar ook wel zwarte Curaçaoënaars wier familiebanden al minstens 200 jaar op het eiland getraceerd kunnen worden, die het nu nog steeds over “donkere mensen = hende kolor skur” hebben in plaats van de enige juiste term hende pretu= zwarte mensen.

Als men de verschillende boeken die er over de slavernij gepubliceerd zijn, zeker over slavernij hoe die zich op Curaçao gemanifesteerd heeft leest, valt op dat men het over “gecreoliseerde negers/negerslaven” heeft. Met de term “gecreoliseerde afrikanen of negers” bedoelde men niks anders dan slaven of mensen van Afrikaanse afkomst die op het eiland geboren waren, dus dat waren autochtone zwarte Curaçaoënaars. Het is namelijk zo dat vanwege het klimaat en de kleinschaligheid van de slavernij in Curaçao men omstreeks 1740 geen Afrikanen meer behoefde in te voeren om als slaaf in Curaçao te werk gesteld te worden. Met andere woorden sinds omstreeks 1740 was Curaçao zelfvoorzienend, er waren genoeg “gecreoliseerde negers/slaven” voorradig, aldus in Curaçao geboren Afrikanen voor het te verrichten arbeid c.q. slavenwerk. Heel anders dan in bijv. Haïti en Suriname waar men voortdurend nieuw aangevoerde ladingen Afrikaanse slaven nodig had die bij bosjes stierven vanwege het zeer zware werk op de suikerrietvelden, de suiker, koffie en cacaoproducerende plantage-economieëen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het voor de slaven te Curaçao en Bonaire een pretje was om er als slaaf werkzaam te zijn, denk maar eens aan de zoutpannen. Maar de sterfte vanwege de zwaarte van de arbeid en ook het straffe regiem in Suriname en de Franse koloniën was gewoon bewezen moordend.

Dat wil geenszins zeggen dat er geen Afrikanen meer ingevoerd werden in Curaçao, zeker niet. Maar dat waren wel de Afrikanen die in de zogenaamde “Asientos” bij elkaar gebracht werden om verder verhandeld te worden in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika, ook wel de “Compagnieslaven” genoemd. de “Compagnieslaven” zijn trouwens zo af en toe ook tegen rebellerende Curaçaose slaven, dus de in Curaçao geboren Afrikanen, ingezet. Curaçao werd door de Hollanders namelijk zoals de meeste reageerders hier wel zullen weten, een tijdlang als dé slavenmarkt in het Caribisch gebied misbruikt. De term ‘creool’ had namelijk een heel andere oorsprong dan sommigen willen doen geloven. Het waren de Spanjaarden die in Spaans Zuid-Amerika en de Fransen die in het diepe zuiden van de USA geboren werden, die creolen genoemd werden of zich als creolen benoemden. Creool zijn had in feite weinig te maken met een of het Afrikaans uiterlijk. Vandaar men ook sprak over “gecreoliseerde negers of slaven”, dat eigenlijk dus niets anders betekende dan de in de Americas en of op de Caribische eilanden geboren Afrikanen. het woord gecreoliseerd of gecreoliseerden wordt niet meer als zodanig gebruikt of heeft in ieder geval niet meer z’n oorspronkelijke betekenis, anders zouden bijvoorbeeld alle kinderen van buitenlanders die geëmigreerd zijn naar bijvoorbeeld Europa, nu ook allemaal met creolen aangeduid kunnen worden. Want gecreoliseerd-zijn in de context van 200 jaren geleden betekende dus “de in het land geborenen”. Maar goed, ik ben hu al een beetje te diep ingegaan op het onderwerp, maar daarom is reageren op dit soort onderwerpen zo vermoeiend, men heeft de neiging (in ieder geval ik wel) er diepgravend op in te gaan. Maar kan het anders met zo’n voor sommigen erg zwaar beladen onderwerp?

Maar om terug te komen op het onderwerp neger, zwarte of donker? Voor mij persoonlijk is de term donker verwarrend, omdat eenieder met Afrikaanse roots in zowel de US en ook in Nederland als ‘zwarte’ aangeduid of benoemd wordt, ook al zijn ze nog zo gemengd als ze willen. Daar zijn voorbeelden van te over, Mariah Carey, erg lichtgekleurde mulattin, maar ook als zwarte vrouw benoemd. Vind ik prima hoor, zo erg vind ik dat niet. Ik ben het overigens eens met datgeen Anonymous schrijft, degenen die tevreden zijn met neger of degenen die zwart beter vinden verdienen beiden respect.

Ik ben zeer verheugd dat een groot deel van de zwarte Curaçaoënaars in Curaçao geen moeite heeft om zichzelf als hende pretu aan te duiden. Dat wás ook altijd al de gewoonte bij de oude zwarte Curaçaoënaars. Ook onze radiomensen praten gewoon over hende pretu, want als je zwart bent ben je gewoon zwart! Helaas nemen de zwarte Curacaoënaars in Nederland het van de Surinamers over om het over “donkere mensen’ te hebben, vind ik persoonlijk fout. want hun zwarte voorvaderen in Curaçao hebben zich nooit te min gevoeld om zich als hende pretu = zwarte mensen aan te duiden. Zwarte Surinamers zijn in dezen moeilijke mensen, de slavernij werkt inderdaad nog steeds door, maar om zich zo druk te maken over een benaming die volgens mij niemand schaadt, vind ik erg overdreven en wijst bovendien op een diepzittend onverwerkt complex. Dat boekverbranden is gewoon aanstellerij, aandachttrekkerij. en ook de zoveelste reden/aanleiding voor anderen om de zwarte Surinamer als de meest gecomplexeerde zwarte van het westelijk halfrond te kenschetsen.

In Curaçao hebben we de zwarte leider van Pueblo Soberano, Helmin Wiels, die ook wars is van alle gedraai om het woordje neger of zwart zijn. ook hij noemt zichzelf en alle andere Curaçaoënaars die van Afrikaanse afkomst zijn hende pretu! Zo is het ook, zo hebben de oude zwarte Curaçaoenaars zichzelf ook altijd benoemd. Wat is donker? Voor mij zijn Indianen ook donker, er zijn ook donkere volken in Azië, de Russen bijvoorbeeld noemen de volken ten zuiden van Rusland ook al eeuwen ‘donkere mensen”. Als een zwarte van negroïde afkomst zich als ‘donker mens’ presenteert, snappen de meeste mensen niet het waarom. Of je moet zeggen; ‘ik ben een donker mens van negroïde of afrikaanse afkomst’,dat lijkt mij duidelijker voor iedereen. Nee, ik ben definitief voor “zwart”, ook de zwarte Amerikanen noemen zich ‘blacks, black american of afro american. ik snap het probleem van Roy Groenberg echt niet!

De neger bestaat wel, maar dan gedraag je je wel als een neger, dat is een attitude, een manier van zijn. Welke zwarten kunnen rustig onder de term NEGER geschaard worden? Nou, dat zijn de zwarten die echt van alles doen om door bijvoorbeeld in dit geval, door de Hollanders leuk gevonden te worden, perse met alle macht door de Hollander geaccepteerd willen worden, geen zelfvertrouwen hebben, die het prachtig vinden om door de Hollander als intelligent geprezen en geduid te worden, dus de bekende aai over het kroeze bolletje, dat zijn de Curaçaose zwarten die geen vertrouwen hebben in eigen kunnen, zich tot in de lengte der eeuwen onder de paraplu van de voormalige kolonisator willen verschuilen en zelfs denken of geloven dat áls Nederland ooit ten onder mocht gaan, ook Curaçao en de zwarte Curaçaoënaars ten onder zullen gaan!?!
Kortom, typisch afhankelijk negergedrag vertonen in al hun presentaties!

En ja, natuurlijk zal wat ik hier beweer niet door eenieder in dank afgenomen worden, daar ben ik me heel bewust van. Maar goed, om af te sluiten wil ik ook nog enkele zeer bekende voorbeelden van Curaçaose ‘negers’ benoemen. Er zijn er nogal wat van, maar de bekendste Curaçaose negers, toevallig alle drie wel met Surinaamse roots behept (ik weet niet of het toeval is.), zijn de 3 L’s! O.m. John Leerdam, Omayra Leeflang en George Lichtveld. ook Dennis Jackson en andere Curaçaose negers! Ten eerste verzuimen ze om de Curaçaoënaars in te lichten dat de Nederlandse belastingbetalers allang niet meer voor ons eiland willen opdraaien én verzuimen ze ook aan de Curaçaoënaars mede te delen, die niet bepaald een leescultuur hebben, dat men in Nederland door de politiek en de Nederlandse media. door de jaren heen de Antillianen = de Curaçaoënaars tot de grootste criminelen ter wereld hebben gebombardeerd! Dus zij, die negers, vechten en krijsen om het hardst om de Curaçaoënaars onder Nederlandse vleugels te houden, dus om derderangs burgers te blijven in dit verdomde in feite racistisch koninkrijk. Het liefst willen ze ook nog dat de Curaçaoënaars de Nederlandse taal als moedertaal zullen gaan omarmen!!! En dát is pas heel erg negergedrag!!

[RNW, 19 juni 2011]

Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…

[reactie op het voornemen van Roy Groenberg om Het Negerboek van Lawrence Hill te verbranden; zie hier]

door Iwan Brave

Ik heb een interview met de schrijver [Lawrence Hill] gelezen. Slaven gingen in Canada destijds in het Book of Negroes met allerlei beschrijvingen over hun (lichaams)kenmerken. Dus alsof het vee betrof. De titel Het Negerboek is wat dit confronterende en pijnlijke historische feit juist en integer gekozen door de schrijver. Ik vind het als “Afro-Surinamer” of als “zwarte” persoon belangrijk om te weten hoe onze voorouders werden bejegend en bestempeld. Daar kunnen we allen (de mensheid) lering uit trekken. We hebben niets aan politiek-correcte titels die pijnlijke historisch feiten verhullen. En boekverbranding riekt naar barbaarse onverdraagzaamheid, haatzaaiing maar vooral het tekort schieten beargumentering.

Dit gezegd hebbende, vond ik de woordvoerster van de uitgeverij overigens klinken als iemand die niet van deze tijd is, en zogenaamd niet kon bevroeden dat de titel zoveel commotie teweeg zou brengen. Nederlandse hypocrisie: deze titel is natuurlijk commercieel beter voor het gemiddelde blanke lezerspubliek bij wie het woord “neger” nog altijd tot de superieure verbeelding spreekt. “Neger” niet als gelijkwaardig mens maar nog altijd als een “exotisch ding”, zoals in de trant van: “Een neger in de sneeuw”, “Een neger in mijn tuin” of “De neger op de hoek”.

Hier volgt een passage uit het interview (door Mirjam Bosgraaf) met schrijver Hill:

Kreeg u het idee voor deze roman door Aminata?

‘Nee, door een boek uit de boekenkast van mijn ouders. Een zeer academisch werk over de geschiedenis van de Black Loyalists of Canada in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Daar stond in dat alle slaven die konden aantonen dat ze voor de Britten hadden gewerkt, een vermelding kregen in het Book of Negroes. Geregistreerde slaven mochten mee op een schip naar Nova Scotia, waar ze zich vrij konden vestigen. Ik denk dat niet meer dan tien Canadezen en een paar hoogleraren iets van deze geschiedenis afwisten voor ik erover schreef.’

Hoe heeft u het ervaren om dat historische Book of Negroes, waar 3.000 slaven in staan vermeld, voor het eerst in te zien?

‘Vooral de manier waarop de slaven zijn beschreven, greep me aan. Dat gebeurde aan de hand van hun fysieke of economische waarde. Dan staat er: fellow past his labor, of lusty wench: ‘lustige deerne’. ‘John Cartwright, uitgeput en één oog troebel’. ‘Sarah Johnson, 22, gedrongen deerne, voorheen slaaf van gedeputeerde Smith’. Al die mensen vormen een verhaal.’

Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…

[van RNW, 20 juni 2011]

De kracht van de voorouders

De tot slaaf gemaakte Afrikanen hebben gedurende 300 jaar heel veel moeten doorstaan. “Ondanks de erbarmelijke omstandigheden waarin zij moesten leven hebben zij voor hun vrijheid gestreden. Door hun kracht en doorzettingsvermogen hebben zij dit systeem overleefd en hebben deze eigenschappen kunnen doorgeven aan hun nazaten. Vandaag kunnen wij dankbaar zijn voor wat zij ons hebben nagelaten”, aldus Nana Abrewa.

Doorzettingsvermogen, wijsheid, zelfreflectie, culturele gebruiken en vele andere vaardigheden en waarden die de voorouders hebben ontwikkeld stellen ons in staat om stevig te wortelen. Nana Abrewa zal u op haar persoonlijke wijze meevoeren op een ontdekkingstocht naar het verleden en de rijke erfenis van de voorouders huldigen.

Over de spreker

Mevrouw Helouise Held (1948), meer bekend als Nana Abrewa, is geen onbekende in de Amsterdamse samenleving. Als kenner van de Afro-Surinaamse cultuur, geboren in Paramaribo en sinds 1972 woonachtig in Nederland, is zij actief in veel culturele organisaties. Momenteel is Nana Abrewa voorzitter van de vereniging Kopro Beki Prodo, die jaarlijks de Bigi Spikri optocht op 1 juli aanvoert. In 2007 is zij door radio RAZO verkozen tot vrouw van het jaar vanwege haar sociale betrokkenheid.

Datum: vrijdag 10 juni 2011
Locatie: NiNsee, Linnaeusstraat 35f, 1093 EE Amsterdam
Presentatie: 18.00 – 18.45 uur
Vragenronde/ Discussie: 18.45 – 19.15 uur
Reserveren verplicht

Kleur bekennen in streekdracht en kotomisi

Kleur Bekennen in streekdracht en kotomisi, is de nieuwe tentoonstelling in het Nederlands Openluchtmuseum. Vanaf donderdag 2 juni toont de expositie een uitdagende ontmoeting van Nederlandse streekdracht en – niet eerder getoonde – historische Surinaamse kotomisikostuums. Bezoekers ontdekken hoe deze traditionele kleding een stukje van de identiteit van de dragers blootgeeft. Verborgen boodschappen die vaak verrassend herkenbaar zijn.

Identiteit
Met onze kleding vertellen we wie we zijn en waar we voor staan. Een skater kleedt zich anders dan een modeontwerper, een vrouw uit Spakenburg onderscheidt zich van een Nederlandse moslima. Kleur bekennen met wat je draagt is van alle tijden.

Streekdracht vertelt veel over mensen. Waar kwamen ze vandaan, naar welke kerk gingen ze, waren ze rijk of arm? Vierden ze feest of waren ze in de rouw? Wat deden ze voor de kost? Kleur Bekennen laat veelzeggende voorbeelden zien uit diverse delen van ons land. Ook een Surinaamse kotomisi weerspiegelt de omstandigheden van de draagster. Veel drukt zij uit met de keuze van de stof en het model waarin haar hoofddoek, de angisa, is gebonden. Met de vorm van de hoofddoek kan zij ook heel persoonlijke boodschappen overbrengen. Bekende vormen zijn ‘let them talk’ tijdens ruzies of, heel modern, ‘bel me op m’n mobiel’.

Informatie
‘Kleur Bekennen’ is een semi-permanente tentoonstelling. De kotomisikostuums zijn te zien t/m 2013 (150 jaar na afschaffing slavernij). Er zullen regelmatig nieuwe objecten uit de kledingcollectie van het museum te zien zijn.

Dagelijks open van 1 april t/m 30 oktober van 10.00 tot 17.00 uur
Entree: Volw. € 14,50, kinderen (4 t/m 12 jr) € 10,20 p.p. (museumkaart geldig)

Locatie
Nederlands Openluchtmuseum
Schelmseweg 89, 6816 SJ Arnhem

A Keba foe na waka waka libie foe Nelis

A Keba foe na waka waka libie foe Nelis van de groep Wie Na Wang wordt woensdag 1 juni, om 19:00 uur opgevoerd in het Bijlmerparktheater. Vrouwenlist gaat boven mannenkracht. Lol!!

Naks start binnenkort met cursussen

Paramaribo – De organisatie Na Afrikan Kulturu fu Sranan(Naks) gaat in de maand juni met de cursussen Singi neti en Puwema/odo van start. Singi neti is de avond voorafgaand aan de dag van de begrafenis. Volgens de organisatie is er sprake van vergrijzing, wat er toe kan leiden dat kennis over deze traditie verloren gaat. Ook wil zij de kwaliteit hiervan bevorderen en zorgdragen voor overdracht.

Daarom heeft Naks het initiatief genomen om samen met enkele kenners te buigen over singi neti. De cursus die twaalf weken zal duren, is bedoeld om onder andere jongeren en cultuurbeoefenaars te interesseren en klaar te stomen voor cultuurbehoud. Aan de cursisten zullen tools worden aangereikt om een singi neti cultureel waardig in te richten en te leiden. Enkele onderdelen van deze cursus zijn contact en afspraken met de familie, Kleding van de
singi neti-leiders, basisbenodigdheden en attributen, zang- en stemvorming, contact met publiek, etcetera.

Terwijl de voorbereidingen van de singi neti-cursus gaande zijn, bereidt de organisatie zich tegelijkertijd ook voor op de cursus Puwema/Odo die 6 weken zal duren.
Het doel hiervan is om talentvolle jongeren en volwassenen te inspireren tot het schrijven en presenteren van odo, het schrijven en presenteren van gedichten, het kleden en presenteren van de koto op waardige wijze. Odo’s schrijven en voordragen zullen de hoekstenen zijn van deze cursus. “Het voordragen van odo is ook mijn ding,” geeft Celestine Raalte (foto rechts) aan. “Tegenwoordig wordt het voordragen van odo over het algemeen gebracht alsof het iets “plats” is, dat is een vertekend beeld. Het kent een zeer plechtige geschiedenis. Een odo is een wijsheid, poëzie die onze voorouders hebben nagelaten.” Met deze cursus wil zij de odo in zijn eer herstellen. De dichteres, Celestine Raalte en cursusassistent Giesla Panka zullen zorgdragen voor deze cursus. Voor meer informatie over deze cursussen kunnen belangstellenden contact maken met de organisatie Naks.

[uit de Ware Tijd, 16/05/2011]

René Rosalia ontvangt onderscheiding in Venezuela

Willemstad / Coro — Oud-minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur René Rosalia is onlangs in Venezuela onderscheiden in de ‘Orde van José Leonardo Chirino’. Gouverneur Stella Lugo de Montilla van de Venezolaanse regio Falcón heeft hem de onderscheiding verleend.

De onderscheiding vond plaats tijdens de herdenkingsdag van de slavenopstand in Venezuela. José Leonardo Chirino was de leider van de opstand, die zich 216 jaar geleden afspeelde. Rosalia ontving zijn onderscheiding op een historische locatie, namelijk de plaats waar de rebellenleider in 1795 gevangen is genomen. Deze locatie in Caujarao de Santa Ana de Coro is ook naar de rebellenleider vernoemd. Curaçao kende ook een belangrijke slavenopstand onder leiding van Tula. Het verzet op Curaçao vond 99 dagen na het verzet in Coro plaats.

Rosalia heeft deze prijs ontvangen vanwege zijn verdiensten in de strijd om het Curaçaose volk politiek cultureel te emanciperen. Ook heeft Rosalia zich ingezet om de banden tussen de Venezolaanse stad Coro en Curaçao aan te halen. Hij werd eveneens geprezen om zijn streven om de Caribische samenlevingen ertoe te bewegen om meer onderzoek te verrichten naar de Afro-Caribische en Indiaanse gemeenschappen, die de slavernij en de koloniale repressie hebben meegemaakt .

Naast de Curaçaoënaar werden ook twee Venezolanen geëerd, namelijk José Manuel Medina en Norelys Lugo. Rosalia is de eerste Curaçaoënaar en ook de eerste buitenlander, die door de Venezolaanse overheid met deze prijs is geëerd. José Leonardo Chirino stamde af van een Indiaan en een Afrikaan. Deze rassenvermenging werd ‘zambo’ genoemd.

In zijn dankwoord refereerde Rosalia aan de Venezolaanse en Curaçaose helden en leiders, die in de 18e eeuw hebben gevochten voor de vrijmaking van het Caribisch gebied, waaronder de Curaçaoënaar van Congolese afkomst José Caridad Gonzalez en de Venezolaan Simon Bolívar, die zij aan zij met de Curaçaoënaar Pedro Luis Brion streed. “Wij die nu leven moeten het voorbeeld van deze leiders en helden volgen”, zei Rosalia.

“Iedereen is vrij geboren, ook zijn we allen gelijk”, aldus Rosalia. Ook benadrukte de oud-minister dat ieder volk het recht heeft om baas te zijn over zijn verleden, heden en toekomst. Als een volk wordt gehinderd om over zijn eigen toekomst te beslissen, dan begint het volk het proces van strijd om dat recht terug te veroveren.

[uit Amigoe, 13 mei 2011]

Afrikaanse afkomst centraal bij ban topa Naam

Willemstad — Stichting Naam heeft vrijdag de eerste Ban Topa Antropológiko van dit jaar gehouden. Aangezien Unesco dit jaar heeft uitgeroepen tot het Internationale Jaar van Mensen van Afrikaanse Afkomst, had de ban topa als thema de Afro-Curaçaose cultuur.

Spreekster was Lianne Leonora (foto links), manager van de afdeling Antilliana Caribiana van de Openbare Bibliotheek Curaçao. Leonora heeft onlangs deelgenomen aan de internationale conferentie van The South-South Exchange Programme for Research on the History of Development (Sephis) in Cartagena, Colombia. Het thema was Equity, Justice, Development: People of African Descent in Latin America in Comparative Perspective.

Het doel van de conferentie van Sephis was aandacht besteden aan de geschiedenis van mensen van Afrikaanse afkomst in zowel Latijns-Amerika als het Caribisch gebied. “De bedoeling was om zodoende deze groep zichtbaar te maken binnen voornoemde gebieden en om zo de aandacht te vestigen op het feit dat deze groep in de eigen ontwikkeling afhankelijk is van de ontwikkeling van andere etnische groepen. Op deze wijze hoopt Sephis een bijdrage te leveren, door mensen van Afrikaanse afkomst uit hun marginale positie te halen in de hoop dat er meer begrip ontstaat voor de Afrikaanse Diaspora. Door deze groep zichtbaar te maken wil Sephis een positieve ontwikkeling van mensen van Afrikaanse afkomst in Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en de rest van de wereld bevorderen, waarbij deze groep tevens de mogelijkheid heeft om te kunnen genieten van gerechtigheid en erkenning op alle niveaus van het leven”, aldus Naam in een persbericht.

De titel van Leonora’s presentatie was Nos ta Igual pero No Igual: E Historia Invisibel di e ‘Otro’ (We zijn Gelijkwaardig maar Niet Hetzelfde: De Onzichtbare Geschiedenis van de ‘Ander’). Door middel van de op de conferentie gepresenteerde thema’s gaf Leonora het belang aan van de geschiedenis van mensen van Afrikaanse afkomst van Curaçao om deze meer zichtbaar te maken in onze samenleving.

[uit Amigoe, 3 mei 2011]

Banya-spoken word bij Suriprofs

Op zaterdag 7 mei a.s zullen Dayenne Denneboom & Art-Chi in samenwerking met Stichting NAKS Nederland de openingsact verzorgen tijdens Suriprofs 2011. De act is een spoken word performance in de Banya-sfeer. Gesproken woorden, zang, muziek en dans zullen met elkaar worden verenigd.

Plaats: Sparta-stadion, Rotterdam
Tijd: 15.00-15.30 uur

Global Day of the Drum

Ian Douglas, de initiatiefnemer van de Werelddag van de Drum, bezoekt binnenkort Suriname, bij gelegenheid van de start van de Surinaamse manifestatie van IYPAD (International Year for People of African Descent).

De Facebook-pagina van IYPAD is hier

Wat niet kan, moet niet

Dit weekend première nieuw toneelstuk A Sa Go

Het nieuwe toneelstuk van A Sa Go genaamd San No Mang No Musu (Wat niet kan, moet niet) wordt dit weekend in theater Thalia in Paramaribo gespeeld. De eerste opvoering vindt vanavond plaats. “In dit stuk belichten we de gevolgen van het op na houden van slechte vrienden en wat het gevolg hiervan kan zijn”, vertelt Humphrey van Hetten de regisseur.
De hoofdrollen worden vertolkt door Jolanda Wassenaar, Max Moesan, Jerrel Vierklau en Mangalie Biervliet. Volgens van Hetten wil A Sa Go met dit stuk het bewustzijn van mensen verruimen en ze erop wijzen dat er consequenties verbonden zijn aan het nemen van foutieve beslissingen.

Voor de mensen die vanwege omstandigheden de eerste voorstelling niet kunnen bijwonen is er op zondag een tweede voorstelling eveneens in Thalia. De eerste theaterproductie van ‘A Sa Go voor dit jaar was “Te Dede e go na Sabana no bar’ tje poti’. Dit stuk had als hoofdthema de brutaler geworden jeugdcriminaliteit en haar gevolgen voor het individu, het gezin casu quo de familie van het slachtoffer. A Sa Go heeft plannen om haar vorige stuk naar de districten te brengen. Verder is het gezelschap ook bezig met het minsterie van Onderwijs te onderhandelen voor enkele opvoeringen voor de schooljeugd.

[uit de Ware Tijd, 02/04/2011]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter