blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Codfried Arlette

Schrijversgroep ’77 na 35 jaar op stabiele koers

door Audry Wajwakana

Paramaribo – De oudste auteursbelangenvereniging ‘Schrijversgroep 77’ viert op 31 oktober haar vijfendertigjarig bestaan. De laatste tien jaar maakt de vereniging een opleving mee in de productie van in eigen beheer uitgegeven literaire werken van haar leden. Daarom zal er op die dag een boekenexpo worden gehouden. Na veel ups and downs vaart de vereniging volgens de leden Arlette Codfried en Robby ‘Rappa’ Parabirsing een stabiele koers.

In de jaren ’80 en ’90 viel de vereniging in een winterslaap en werd na het succes van Hoe duur was de suiker van Cynthia McLeod wakker geschud. Mede door dit succes waren de oude leden gemotiveerd om de vereniging nieuw leven in te blazen. Er wordt een netwerk met internationale schrijvers onderhouden. “Elke laatste woensdagavond van de maand wordt een literaire presentatie gegeven, waarbij een schrijver zijn/haar product bespreekt met het publiek. Ook zijn er elke dinsdagavond radio-uitzendigingen, “vertelt Codfried. De leden worden via een digitale nieuwsbrief aangemoedigd mee te doen met de activiteiten en elkaars werk te becommentariëren.

Kritiek

Toch vinden sommige leden dat er niet kritisch genoeg naar elkaars producties in de vereniging wordt gekeken. “Kritiek van de leden wordt met enige discretie gegeven. Niet zo openlijk als in Nederland”, vindt Rappa. Maar dit is volgens hem begrijpelijk. “Wij zijn maar een kleine schrijversgroep, die geen enkele steun ontvangt om een literair werk te publiceren. Alles wordt uit eigen middelen gedaan. Dit in tegenstelling tot de buitenlandse groep die door fondsen worden gesteund. “Een lid merkt pas bij de verkoop of het boek wel of niet goed is”, zegt Rappa. In tegenstelling tot Rappa zegt Codfried dat de leden van de vereniging elkaar wel ondersteunen. “Als een lid advies nodig heeft, kan die wel advies krijgen vanuit de vereniging. Zo organiseren wij schrijfworkshops voor die zwakke schrijvers”, zegt Codfried. Volgens haar is het de taak van een recensent om een boek kritisch te beoordelen.

De Schrijversgroep ’77 viert ook de twintigjarige samenwerking met Tori Oso. Op die avond zullen filmopnames van Stanley ‘Sombra’ Slijngaard, Frits Wols, Ismene Krishnadath en Osje Braumüller worden vertoond.

[uit de Ware Tijd, 22/10/2012]

Arlette Codfried – De laatste

Hij was de laatste die stond
de anderen waren dood
Alleen een leeg en verminkt
lichaam was wat de nabestaanden
restte.

Er is voor eeuwig een gat
Geslagen in de geschiedenis
in de maatschappij.

Wij zijn de laatsten die
het aan de lijve hebben
ondervonden.
Wij zijn de nabestaanden van
Die 15 mannen + 1
die de laatste was.

[4-12-2001, Arlette schreef dit gedicht na het zien van de documentaire Zonen van Suriname]

Het schrijnende zwijgen van Schrijversgroep ’77

door Michiel van Kempen

Het zal weinigen ontgaan zijn: de Surinaamse regering/Bevel/Bouterse eist het Fort Zeelandia-complex op, gooit het Surinaams Museum en zijn zusterinstellingen eruit en wil het complex herinrichten voor eigen gebruik, onder meer als feestruimte (zie ook de berichten hieronder op deze blogspot).

De Schrijversgroep ’77 deelt in S77 Info van 25 mei 2012 onder de kop ‘Plannen ontruiming Fort Zeelandiacomplex’ over deze kwestie het volgende mee, ik citeer het bericht integraal:

“Paul Middellijn, cultureel adviseur van de president van Suriname, heeft een plan opgesteld om het totale Fort Zeelandia complex een nieuwe bestemming te geven. Onder andere is voorgesteld om in Huis 9, waar momenteel de Educatieve Dienst van het Surinaams Museum is gevestigd, zijn stichting, Sranan Tori Akademya, te vestigen en dit tevens tot Huis van de Surinaamse Literatuur te maken. Wat dit vooralsnog in de praktijk zal betekenen, en hoe dit Huis van de Literatuur zal functioneren is niet duidelijk. Het is jammer dat er bij het opstellen van dit plan zo weinig overleg geweest is met de stakeholders in het literaire veld en de Educatieve Dienst zelf. Paul Middellijn is in het culturele veld vooral bekend als storyteller en het verzorgen van workshops op dit gebied. Voor het veld is het nog onduidelijk hoe de functieverdeling is tussen de Directeur Cultuur en de cultureel adviseur van de president.”

Mij valt in dit bericht op dat de plannen door de Schrijversgroep ’77 al onmiddellijk als definitief en onweerlegbaar worden neergezet, en dus impliciet worden geaccepteerd. De Schrijversgroep maakt er zich vooral druk over dat de groep zelf (‘de stakeholders in het veld’)  niet is gekend in het opstellen van de plannen, dat het nog onduidelijk is wat de literatuurgroep er aan gaat hebben en vindt het reuze belangrijk hoe de functieverdeling is tussen de cultureel adviseur Paul Middellijn en de Directeur Cultuur. Terwijl de Schrijversgroep (met actieve mensen als Ismene Krishnadath, Alphons Levens, S. Sombra en Arlette Codfried) vaak voor zijn activiteiten een beroep heeft gedaan op het Surinaams Museum om het Fort ter beschikking te stellen voor manifestaties, staat in het bericht niet één woord van medeleven met deze culturele zusterinstelling. Dat het Museum voor een groot drama wordt gesteld en jaren en jaren aan hard werken met één pennenstreek vernietigd ziet worden: de Schrijversgroep wijdt er niet één (zegge: 1) woord aan. Niet alleen geen protest van een schrijversorganisatie die toch normaal gesproken kritisch zou moeten zijn naar alle geledingen van de maatschappij toe (en deze regering in het bijzonder), ook geen woord van solidariteit met de verdrevenen: het Nola Hatterman Instituut, Cultuurstudies, het Surinaams Museum en zijn Educatieve Dienst. Niet één. Het ontbreken van dat woord is veelzeggender dan een website vol woorden van de Schrijversgroep ’77.

2e poëziebundel in Jaar van de Poëzie

In het kader van het Jaar van de Poëzie wordt ter gelegenheid van 1 juli in Suriname een gedichtenbundel samengesteld met als thema ‘vrijheid’. Het wordt de tweede bundel van het Jaar. Dichters kunnen hun bijdrage zenden naar acodfried@sr.net. Per dichter mogen maximaal twee gedichten worden ingezonden. Arlette Codfried, die de eerste bundel samenstelde, zal de selectie van gedichten plegen. Alphons Levens heeft de taak van redacteur. Om de bundel voor een groter publiek bereikbaar te maken, wordt overwogen deze bundel wel ter verkoop aan te bieden.

Poëziebundel Uma, vrouwen, women

De definitieve versie is er. Na een grondige redactie van Alphons Levens is een professioneel ogende uitgave uitgekomen van Uma, vrouwen, women. Een gedichtenbundel ter gelegenheid van 8 maart 2012, de dag van de vrouw. De bundel, die is samengesteld door Arlette Codfried, bevat 43 gedichten van 32 dichters. Er zijn gedichten in het Nederlands, Engels, Sarnami, Javaans en Saramaccaans. Van de drie laatste talen is een vertaling van de gedichten opgenomen. De bundel is niet commercieel verkrijgbaar. De deelnemers zulen allen een exemplaar ontvangen. Verder hebben alle buitenlandse gasten van de Caribische literatuurconferentie The Caribbean, The Land and The People een exemplaar ontvangen.

Belangstellenden die een exemplaar willen hebben, kunnen zich wenden tot de coordinator van het Jaar van de Poëzie, de heer Johan Roozer via email: johanroozer@hotmail.com of telefoon: 520582

The Caribbean, the Land and the People

Van 8 tot en met 11 mei 2012 zullen tijdens de Caribische literatuurconferentie The Caribbean, the Land and the People 55 presentaties worden verzorgd. Er zijn 14 sprekers van lokale bodem. De overige wetenschappers/schrijvers zijn afkomstig uit andere Caribische landen of de landen van diaspora.

read on…

Veel hilariteit tijdens Harry Jong Loy tori neti

door Tascha Samuel

Paramaribo – In de vrij goedgevulde achtertuin van Tori Oso werd in het kader van ‘Wereld Verteldag’ een speciale tori neti gehouden met als centraal thema het werk van wijlen Harry Jong Loy.

read on…

Oproep dromenvertellers

De S’77 avond van april (25 april) staat in het teken van dromen. Arlette Codfried en Rappa presenteren dan een dromenboek, geschreven door Egmond Codfried, wijlen. Egmond is de vader van Arlette. Het boek geeft aanwijzingen voor droomverklaringen. Arlette en Rappa hebben het nagelaten manuscript geredigeerd en verder klaargemaakt voor publicatie.Naast de presentatie is er gelegenheid voor vertellers/dichters om werk voor te dragen. Het thema blijft dromen, maar dat moet geen probleem zijn, want tussen dromen en creatieve fantasie is er een nauwe relatie. Enthousiastelingen mogen zich opgeven bij schrijversgroep77@hotmail.com.


 

Harry Jong Loy tot leven gebracht

door Carry-Ann Tjong-Ayong

Arkiman, ini a foto, abra watra, a wans pe un de,
Radio Apinti, the Happy Station, e bari un wan odi

Met deze magische woorden van Harry Jong Loy, opende Schrijversgroep 77 op 27 maart de storytelling night in Tori Oso, 28 jaar na het overlijden van de bekende verhalenverteller, die sinds 1955 heel Suriname aan de radio gekluisterd wist te houden met zijn verhalen, Jorkatori, vertellingen, legenden
en andere orale overleveringen.

Acht dozen vol handgeschreven velletjes zijn er in het Nationaal Archief bewaard. Helaas geen geluidsbanden. Dus moest de zaal het hebben van de voordrachten in Nederlands en Sranan Tongo van Ismene Krishnadath, Frits Wols, Arlette Codfried, Sombra en Guillaume Pool, die elk op hun eigen wijze een verhaal van Harry Jong Loy brachten. Slory kwam nog met een gedicht, Annemarie Sanches vertelde over haar ervaringen als collega en Harry’s dochter over haar vader. Het archief was aanwezig om de toehoorders uit te nodigen een kijkje te komen nemen.
Een geslaagde avond die zeker navolging verdient.

Cat 28/3 2012

8 maart gedichtenbundel

In het kader van het Jaar van de Poëzie is op 8 maart een poëziebundel aangeboden aan Nadia Chong A Fong. Er is voor gekozen om de bundel aan te bieden aan een gewone Surinaamse vrouw, omdat gewone vrouwen vaak anoniem blijven, terwijl zij de pijlers vormen van de samenleving. De bundel werd aangeboden door Johan Roozer, voorzitter van de Trefossastichting en initiatiefnemer van het project, Arlette Codfried, samenstelster van de bundel en Sombra, commissielid ‘Jaar van de Poëzie’. De aanbieding is gefilmd door ATV. De bundel bevat 43 gedichten van 32 dichters. Er zijn gedichten in het Nederlands, Engels, Sarnami, Javaans en Saramaccaans. Van de drie laatste talen is een vertaling van de gedichten opgenomen.

De grafische vormgeving van het verzamelwerk had beter gekund. De teksten lijken zonder esthetische overwegingen op het vel geplaatst. Ook vreemd is het ontbreken van enige tekst op de omslag. Er is wel een fraaie Coroniaanse bloem te zien, maar geen titel of andere informatie. Ook een inhoudsopgave met de namen van de auteurs en gedichten had het boek overzichtelijker gemaakt. De bundel zal niet commercieel worden aangewend. Alle dichters van wie werk is opgenomen krijgen een exemplaar. Vermeldenswaard is dat Maria Landvoort (ps Sylvana Dankerlui) in deze bundel haar debuut maakt als poëet.

Walther Donner zoekt naar een remedie

door Walther Donner

Beste Arlette,

Naar aanleiding van de vele commentaren op je prachtige epistel even een korte notitie. [Het opstel van Codfried vindt u hier en hier; het antwoord van Pim de la Parra hier – red. CU.]

Een van de mooiste voorvallen uit de historie vind ik de ophanging van Oliver Cromwell. Oliver Cromwell (1599-1658) maakte in 1649 een eind aan de Engelse monarchie. Koning Karel I werd kopje kleiner gemaakt. Engeland werd kortstondig een republiek onder zijn bewind. Hij veroverde Ierland en Schotland, en regeerde als Lord Protector van 1653 tot zijn dood in 1658. Hij werd begraven in Westminster Abbey. Tijdens zijn bewind werden naar schatting een miljoen Schotten en Ieren als slaaf verkocht onder meer naar Barbados en Jamaica. Het aantal is misschien ietwat gechargeerd.
Zijn Commonwealth stortte na zijn dood in en de koninklijke familie werd gerestaureerd in 1660. Nadat de royalisten de macht heroverd hadden werd zijn lichaam opgegraven en met alle regelen der kunst alsnog opgehangen.

Na lezing van het commentaar van Pim de la Parra op je mening kwam ik op een briljant idee. (Als Nobelprijzen werden uitgereikt voor briljante gedachten kwamen Pim en ik als duo zonder meer beslist in aanmerking).

Een grondbrief van 1 Mei 1675 luidde als volgt: „Pieter Versterre, gouverneur van de provincie, rivieren en districten van Suriname, etc, vergunneende permittere mits dezen aen Jan N., omme op te neemen ende in vrijen eigendom te besitten een stuck lant, groot 800 ackers, waer hij hetselve bequaem sal vinden, mits niet doende tot nadeel van d’Indiaenen ofte eenige vorige concessiën, ende sal tselve ter behoorlijcker tijt ter secretarie laten prothocolleren. Actum Paramaribo, den 1 Mey 1675″.

Een andere, van 1683 (dus acht jaar later), luidde: „Laurens Verboom, commandeur van de provintie van Suriname, etc,

vergunnen en permitteeren bij deesen aen Andries Masserd

op te nemen en in vrijen eigendom te besitten de nombre van 1500 ackers lant in de riviere de Commewine,etc, mits niets doende ten nadeele van de Indianen ofte eenige vorige concessie“;

Ik kom op de volgende taalfouten bij vergelijking van de twee grondbrieven.

provincie, provintie

vergunneende, vergunnen

permittere, permitteeren

neemen, nemen

groot == nombre

tot nadeel ten nadeele

d’Indiaenen Indianen

concessiën concessie

Wat zouden Pim de la Parra en de heer Snijders van Parbode genoten hebben als ze in die tijd geleefd hadden. Ze zouden beslist overuren gemaakt hebben met het zoeken naar taalfouten. Is het geen goed idee om de ambtenaren die deze grondbrieven hebben geschreven alsnog op te graven en op te hangen? Daarmee doen wij hen een groot genoegen. Ik zorg ervoor gecremeerd te worden zodat ik niet hoef te worden opgehangen na mijn dood wegens mijn taalfouten.

Tot ziens

Don Walther Donner die nog steeds zoekende is naar een therapie tegen de krabbenziekte.

[van de site van Schrijversgroep ’77, 4 februari 2012]

Pim de la Parra antwoordt Arlette Codfried

Bestelieve Arlette,

Dank voor je mailbericht, waardoor ik de website {www.schrijversgroep77.org} kon begluren en de twee artikelen van jouw hand kon lezen.

Opvallend is dat de titel van het tweede deel verschilt van die van het eerste.
De eerste titel “Suriname gaat ten onder aan domheid” is taalkundig veel pakkender dan de tweede: “Suriname gaat aan domheid ten onder.”

Je vrees dat Suriname aan domheid ten onder zal gaan geldt voor alle landen op aarde en dus voor de totale wereldbevolking. Het is ook geen verschijnsel dat zich voor het eerst in de menselijke geschiedenis voordoet; het bestaat al lang voor de uitvinding van de boekdrukkunst. Vijfhonderd jaar geleden schreef Desiderius Erasmus er over in Lof der Zotheid. Domheid, in de zin van onwetendheid, is zelfs de meest kenmerkende eigenschap van onze soort, de human animal.

Een schrijver is iemand die een compleet beeld heeft verworven van de wereld van illusies waarin hij/zij leeft en van de mate waarin de zintuigen ons zelfbedrog veroorzaken. Dat doet hij/zij idealiter door kennis te nemen van schrijvers uit alle andere culturen. Wat tegenwoordig subliem mogelijk is, omdat vrijwel elke interessante roman of elk interessant essay – waar ook vandaan – al heel snel in het Engels is te lezen, en vaak genoeg ook in het Nederlands.

Zo’n schrijver wordt auteur wanneer er een kwantumsprong in Bewustzijn is volbracht: de overdreven aandacht voor de buitenwereld kantelt vanzelf en richt zich voor het eerst naar de binnenwereld.

De auteur wordt geboren wanneer de schrijver/schrijfster zoveel afstand van zichzelf (- zeg maar: van “zijn/haar” vermeende IK-identiteit & dus van zijn/haar Ego-structuur -) kan verwerkelijken, dat hij/zij opeens, zomaar & vanzelf. de zogenaamde subject-object-verwarring kan doorzien. En er de keuzeloze getuige van kan zijn, zonder enig willen… Dan is er pas sprake van een Kwantumsprong in Bewustzijn.

{{ Opmerkelijk is dat de Woordenlijst Nederlandse Taal, Het GROENE Boekje, dit woord “kwantumsprong” nog niet vermeldt. }}

Het meest pijnlijke vond ik tijdens het lezen dat “jij” nog steeds zo slordig omspringt met de taal waarin jij je toch het meeste uitdrukt: het Nederlands. Dat liet me denken aan een bekende uitspraak van Confucius: “If language is not correct, then what is said is not what is meant.” De tientallen taal-, schrijf- & stijlfouten in je twee artikelen doen mij als welwillende lezer – die jou notabene een warm hart toedraagt – erg veel pijn aan de ogen, zogezegd.

Daarmee ontkracht jij automatisch niet alleen je idealistische betoog, maar beschadig jij ook je eigen reputatie en betrouwbaarheid als schrijfster. Om maar niet te stellen dat ongecorrigeerde publicatie van deze twee artikelen op de website van een nationale SCHRIJVERSGROEP als “heel dom” kan worden beoordeeld…

Je geschrijf over “domheid” kaatst dus terug naar deze Surinaamse literaire vereniging; alsook naar jezelf, de Surinaamse schrijfster die niet eens de moeite neemt om haar teksten op deze letterkundige website te zuiveren van slordig taalgebruik…

Ook ontgaat het je kennelijk dat “jij” in je betoog zeer gedateerde, naieve romantische & idealistische motieven gebruikt ter staving van je vermeende inzichten in de “domheid” van alle Surinamers & van het land Suriname als natie.

Laat me de moeite nemen om een passage te citeren uit een opmerkelijk essay van Connie Palmen, getiteld Het geluk van de eenzaamheid, ondertitel: Over de roman, verschenen in 2010 bij uitgeverij Athenaeum Polak & Van Gennep, waarmee ik hoop over te dragen dat jouw ideeën over literatuur, & wat literatuur behoort te zijn, op zijn minst zeer gedateerd zijn te noemen.

Ook talloze andere tekstcitaten zou ik kunnen benutten, van Engelse, Franse, Duitse, Spaanse, Portugese, Poolse, Amerikaanse, Argentijnse en zelfs Surinaamse {!} & Antilliaanse (roman)auteurs, essayisten & taalwetenschappers, maar ik blijf liever binnen onze gemeenschappelijke Nederlandse taalomgeving, puur vanwege het gemak.

Onderstaand citaat valt te lezen op een van de laatste pagina’s (113) van bovengenoemd essay van Connie Palmen: “Onderwijzers, leraren, wetenschappers, recensenten, professionele critici en politici hebben een andere taak dan de kunstenaar. De roman is geen opvoeder van kinderen, hij is geen historicus, docent of journalist en al helemaal geen dienstmaagd van een tijdelijk landsbestuur. Kunst is autonoom. Juist omdat de literatuur, in tegenstelling tot de lectuur, zich niet bekommert om haar effect en, omdat ze origineel is, er geen idee van heeft wie ze zal bereiken en hoe een publiek zal reageren op een roman, kan zij niet dienen. Voor het originele bestaat geen markt. De schrijver dient de literatuur, de literatuur dient niemand.”

Geachte Arlette, het is niet mijn oogmerk om jou als persoon te kwetsen met behulp van neo-postmoderne literatuurconcepten uit Europa. Met deze brief reageer ik spontaan op de van jou ontvangen link naar de website van Schrijversgroep 77, ter aanbeveling van het lezen van jouw stukjes over domheid.

Als jij kunt inzien hoe “dom” het is om je te bekommeren over de “domheid” van anderen – van mensen, dingen & verschijnselen in je buitenwereld – dan leg je tenminste een basis voor het onderzoek naar je “eigen” domheid.

En dan zal je wellicht kunnen ontdekken dat het jouw eigen domheid is, die “jij” op anderen – op de buitenwereld – hebt geprojecteerd. Wat we menen te zien/denken/voelen/zeggen/schrijven/zingen… dat zijn we zelf.

The thinker is the thought. De denker & de gedachte zijn een & hetzelfde fenomeen.

# Deze brief verzend ik zoals je kunt zien in cc aan de voorzitter van Schrijversgroep 77, Ismene Krishnadath.

# Ook zal ik op een later tijdstip afschrift hiervan sturen naar enkele bevriende Surinaamse schrijvers/schrijfsters & literatuur-kenners & -liefhebbers, van wie de meesten ook tot de Schrijversgroep 77 behoren.

Het is mijn vertrouwen je hiermee uiteindelijk een ultiem genoegen te doen, lievebeste Arlette Codfried.

Dank voor je aandacht,

Parra de la Pim Sr.Jr.

[28 januari 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter