blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: China & Chinezen

‘Chinezen zijn onze broeders en zusters’

door Jerry Dewnarain

Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat er in de krant een artikel staat over de Chinese economie. Ook verschijnen er boeken over dit land met zijn wereldwijd toenemende macht op zowel economisch als politiek gebied. Zo een boek is China en Europa. Waar twee werelden elkaar raken, geschreven door Fokke Obbema.

read on…

Chinese verhalen op Tori Oso-avond 30 oktober

Op 30 oktober is er in Tori Oso aandacht voor Chinees/Surinaamse verhalen. Heel toepasselijk in het licht van 160 jaar Chinese immigratie. Voor de pauze presenteert Irene Welles haar boek over de geschiedenis van een maatschappelijk werkster die jarenlang twee verwaarloosde Chinese jongetjes opving. Na de pauze vertellen Walther Donner, Willy Alberga en Ismene Krishnadath Chinees/Surinaamse verhalen. Verder is er op het programma ruimte ingeruimd voor Alphons Levens die zijn boek Ik zal leren totdat ik moe ben aan S’77 zal aanbieden. Ook de nieuwe flyer van Publishing Services Suriname voor de scholenactie 2013/2014 wordt gelauncht. De scholenactie wordt jaarlijks gehouden. Dit jaar staan er 61 titels van lokaal geproduceerde boeken op de lijst. De boeken zullen ook op de avond te koop zijn en kopers kunnen dan profiteren van een speciale korting van 10%. In de pauze signeren Alphons Levens, Irene Welles en andere aanwezige schrijvers hun boeken. Ceremoniemeester van de avond is Sombra.

Plaats: Tori Oso, Frederik Derbystraat 76.
Inloop: 19:30u. Tijd: 20.00 – 22.00u. Info 8784120.

[Mededeling Schrijversgroep ’77]

Chinezen in Suriname: ‘Alsof ik in mijn vorig leven hier was geboren’

door Charles Chang

Honderdzestig jaar geleden arriveerde het eerste groepje Chinezen in Suriname. Sindsdien hebben zich er steeds meer permanent gevestigd. Een van hen is Roy Ong Sioe Khing (65), eigenaar van restaurant Sarinah. Hij werd niet geboren in China of Hongkong, maar in Indonesië. En hoewel hij een Braziliaans paspoort bezit, heeft hij in Suriname zijn thuis gevonden.

Lees hier verder in Parbode

Chinezen: Taalbarrière grootste boosdoener

door Wytske van Tilburg

Paramaribo – Ter gelegenheid van 160 jaar Chinese vestiging in Suriname organiseerde de Suriname Chinese United Association (SCUA)een lezing in Royal Torarica. De belangrijkste boodschap: ‘Er is niets aan de hand met Chinezen in Suriname’. Maar de problemen die bij de Chinese immigratie ontstaan, worden ook niet ontkend.
De taalbarrière wordt als de belangrijkste boosdoener beschouwd. Volgens de sprekers maandagavond zijn er twee verschillende taalbarrières. De eerste omvat communicatieproblemen tussen westerlingen en Chinezen en de tweede behelst de diverse dialecten die eveneens zorgen voor problemen tussen de Chinezen onderling.
Begrip en geduld
Steven Tsang, voorzitter van SCUA, beschrijft de communicatieproblemen tussen de westerling en de Chinees. “De problemen zijn bij iedereen bekend. Het is niet dat de Chinezen niet willen leren, maar ze willen niet opvallen.” De SCUA wil de problemen rond Chinese immigratie actief aanpakken. Tsang pleit onder meer voor een Chinese immigratiecursus en wil samen met de regering de stroom van immigranten begeleiden. “Wij vragen Surinamers om begrip en geduld bij het oplossen van dit vraagstuk. Het is een kwestie van tijd. Wij willen helpen bij de opbouw van Suriname.”
Oude en nieuwe Chinezen
William Man a Hing, jurist en naamkundige, heeft het vooral over de taalbarrière tussen de oude en de nieuwe generatie Chinezen. Volgens Man a Hing is dit is een continu proces, omdat er altijd nieuwe Chinezen zullen blijven komen. “Door de verschillende dialecten verbrokkelt het contact tussen de kinderen en de ouders.” Zijn oplossing: ‘hard aan het werk gaan met z’n allen!’ “We moeten niet bang zijn voor de nieuwe generatie Chinezen, maar die juist verwelkomen.” Zowel de oude als nieuwe generatie Chinezen heeft elkaar nodig en kan elkaar maar beter ondersteunen.
Kunstenaar Paul Woei vindt dat er te veel misverstanden zijn rond de Chinezen en tussen de Chinezen onderling. Hij vertelt veel liever over de inbreng van de Chinees in de ontwikkeling van Suriname. Zijn enthousiasme blijkt uit de vele zijsprongen in z’n verhaal, af en toe is hij zelf even de rode draad kwijt. De meeste gasten hangen aan zijn lippen, anderen lijken hem niet meer te kunnen volgen. Wegens het strakke schema kan Woei zijn verhaal niet afmaken, maar na afloop is er nog gelegenheid om Woei zelf te spreken. De meningen over de lezing zijn verdeeld. Esther Lai-A-Fat hoopte meer te weten te komen over haar voorouders. Ook vind ze de lezing van Woei ‘een beetje warrig’. Stanley Tjin noemt beide lezingen juist ‘boeiend en geestig’.
Na de lezingen opent minister Ashwin Adhin van Onderwijs en Volksontwikkeling de fototentoonstelling over 160 jaar Chinese vestiging. De tentoonstelling, samengesteld door Woei, is vandaag nog voor het laatst te bezichtigen in Royal Torarica. Daarna verhuist de tentoonstelling naar het Nationaal Archief.
[uit de Ware Tijd, 16/10/2013]

Fotojournalisten geven kijk op leven Chinezen in Suriname

De fotojournalisten Ranu Abhelakh en Edward Troon presenteren een boek met ruim 280 foto’s over het leven van personen met een Chinese achtergrond in Suriname. Dit boek verschijnt ter gelegenheid van 160 jaar Chinese vestiging in Suriname.

Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname wordt op 16 oktober 2013 gepresenteerd in Riverside Shadien. De fotojournalisten stellen dat het boek gezien kan worden als de eerste uitvoerige Surinaamse fotoreportage van een cultureel-etnische groep in Suriname. In dit fotoboek staat centraal dat de foto’s de verhalen van de mensen vertellen. Abhelakh en Troon hebben de geportretteerden steeds vastgelegd als Surinamers.
Sinoloog Paul Tjon Sie Fat versterkt het geheel inhoudelijk met zijn inleiding, korte fototeksten en thematische samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk. Hij beschrijft aspecten van het dagelijkse leven, de economische activiteiten en de jaarlijkse hoogtijdagen van deze bijzondere groep Surinamers en ingezetenen. Het is de eerste Surinaamse publicatie die in twee wereldtalen verschijnt: Engels en Chinees.
Tegenwicht
De makers geloven dat hun werk een tegenwicht kan zijn voor de stereotypering van bevolkingsgroepen – in dit geval de Chinezen – in Suriname. Met hun werk tonen zij namelijk aan hoe volledig ingeburgerd de Chinese cultuur en afkomst geworden zijn in de Surinaamse realiteit; vaak is de grens tussen ‘wij’ en ‘zij’ nauwelijks te trekken.
Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname is interessant voor een ieder met belangstelling voor het huidige Suriname. Met deze publicatie, die een visuele tijdsopname is, hopen de auteurs, een bijdrage te leveren aan de documentatie van één van de vele gezichten van de Surinaamse identiteit.
[van Starnieuws, 12 oktober 2013]

Villa Zapakara bundelt Chinese levensenergie

Paramaribo – Met een slag op de gong opende first lady Ingrid Bouterse-Waldring zaterdag de derde interactieve tentoonstelling van kindermuseum Villa Zapakara: ‘De Qi van China’. “Villa Zapakara brengt de wereld naar de kinderen en de kinderen naar de wereld”, sprak ze even daarvoor.

Op het nagalmen van de gong ontsloten de Chinese ambassadeur Yan Nansheng en de Nederlandse zaakgelastigde Ernst Noorman de met gouden punten beslagen deuren.
Kracht van China
De drie rondleiders die daarachter verschenen, introduceerden het begrip qidoor de toeschouwers een denkbeeldige bal levensenergie toe te werpen. “Breng de bal omlaag en vul hem met de qi van de aarde. Breng hem dan omhoog en vul hem met de qi van de zon. Qi zit in alles wat leeft en niet leeft en is de kracht van China.” Het woord moet natuurlijk wel goed uitgesproken worden: een kort en krachtig ‘tsjie’, want anders betekent het ‘zeven’, ‘opstaan’ of ‘vlag’.
Elementen
Inhoudelijk directeur Dakaya Lenz: “Het is moeilijk om eeuwenoude tradities met alle stappen en regels die daarbij horen uit te leggen aan kinderen vanaf zes jaar, en dat in een rondleiding van 75 minuten. Maar je hoopt dat ze daarna elementen herkennen.” Aan Cher Spalburg, één van de gidsen, is die taak wel besteed. Begeesterd door qi leidt ze kinderen en hoogwaardigheidsbekleders in slechts vijftien minuten langs godenbeelden, kungfuwapens en acupunctuurnaalden. In de langere, reguliere rondleiding krijgen kinderen bijvoorbeeld de kans om zelf dumplings te maken en de theeceremonie bij te wonen.
Drakendans
De elfjarige Ava en Sigi zijn het erover eens: de tentoonstelling is heel leuk. Sigi vindt de karaokebar gezellig, al was er dit keer geen tijd om te zingen. Ava is onder de indruk van het terracottaleger. Niet voor niets is het museum het komende schooljaar doordeweeks al volgeboekt met klassen. Volgens Lenz is de kracht van Villa Zapakara de manier waarop er met kinderen wordt omgegaan. “Je geeft ze het idee dat ze dingen zelf doen, maar je stuurt ze onzichtbaar. Zo kan tegen een druk kind gezegd worden, ‘Je qi gaat alle kanten uit, probeer die nu eens één kant op te richten’.” Bij de drakendans waarmee de avond begon, kon de energie gebundeld worden door te wijzen naar het pluizige staartje en te lachen om de rondvliegende paksoi. Maar een enkeling kon het niet laten om tijdens de toespraken toch alvast even aan de gong te hangen. Nadat de rondleiding was afgerond en het vuurwerk afgeschoten, was de qi van de meesten wel op.
[uit de Ware Tijd, 05/08/2013]

Bouterse geeft lezing over wereldvrede in China

Desi Bouterse brengt eind deze maand een officieel bezoek aan China. De president van Suriname is daarvoor uitgenodigd door Xi Jinping, zijn Chinese collega. Op het programma staat onder meer een toespraak over de wereldvrede, die Bouterse zal houden aan de universiteit van Beijing.
Bouterse reist op 25 juni naar de Chinese hoofdstad. “De eerste dagen van het bezoek zal hij bilateraal overleg hebben met president Xi Jinping. Er zal gesproken worden over samenwerking op vlak van landbouw, infrastructuur en de samenwerking tussen China en het Caraïbische gebied”, bevestigt minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken aan Novum Nieuws.
 .
Keynotespreker
Na die gesprekken geeft Bouterse 27 juni een lezing voor de universiteit van Beijing, waar op dat moment een conferentie plaatsvindt met ‘wereldvrede’ als onderwerp. Volgens minister Lackin is Bouterse gevraagd om als keynotespreker die bijeenkomst te openen.
 .
Visie
“Ten overstaan van heel wat hoge genodigden en voormalige staatshoofden zal Bouterse er de visie van Suriname geven op de wereldvrede”, legt Lackin uit. “We zijn daartoe niet alleen gevraagd omdat ons land een multiculturele samenleving is en gezien wordt als een van de meest vredige landen in onze regio. Dit jaar is het ook precies 160 jaar geleden dat de eerste Chinese immigranten naar Suriname kwamen.”
 .
Warme banden
China en Suriname onderhouden warme banden met elkaar. Eerder deze maand had Bouterse al een ontmoeting met Xi Jinping, toen die een staatsbezoek bracht aan Trinidad en Tobago. De Aziatische reus is de grootste buitenlandse donateur van Suriname en is in het land vooral actief met grote infrastructuurprojecten en houtkap. Naar schatting tien procent van de Surinaamse bevolking is afkomstig uit China.
[uit Versgeperst.com, 7 juni 2013]

Nieuw boek Irene Welles

door Ismene Krishnadath
Een ontroerend verhaal, waarvan de lange titel Mildred Vlaming vertelt: Xiao Wen en Xiao Li, mijn chineesjes al veel weggeeft. Op de omslag zijn de chinese namen ook in chinese karakters gedrukt over een roodglimmende chinese lamp op een gele achtergrond, helaas minder goed leesbaar. Maatschappelijk werkster Mildred Vlaming had drie jaar lang de zorg over twee verwaarloosde Chinese kinderen. Dit deed zij met veel liefde, tot de kinderen door hun opa werden teruggehaald naar China. Centraal in het boekje is de liefdevolle relatie tussen het gezin van Mildred en de kinderen. Ook over cultuurbotsingen lezen we veel. Minder leuk vond ik dat Mildred de jongens onmiddellijk Surinaams/westerse namen gaf. Het deed me denken aan de slaventijd, toen de slaven door hun meesters nieuwe namen kregen om hun eigen identiteit te vergeten. Gelukkig heeft Irene wel de chinese namen in de titel opgenomen en we leren in het boek dat ‘xiao’ de betekenis heeft van ‘kleine’. Dit herkende ik terug in de namen van sommige chinese winkels. Het verhaal van de jongens is een prachtig gegeven dat uitgewerkt kan worden tot een volwaardige roman. Dan zouden ook de voorgeschiedenis van de jongens en de zoektocht van de chinese opa moeten worden uitgewerkt.

Chinese Kunst toont krachtige expressie

Paramaribo – Een leeuwendans, die goed geluk moest voorstellen, ging vooraf aan de opening van de expo Crossing Borders in De Hal. Thea Valk mag woensdagavond het rode lint doorknippen en geeft in haar openingsspeech aan, dat er tijdens de Nationale Kunstbeurs (NK) altijd wel Chinese kunst vertegenwoordigd is.

“Maar dit gaat een stap verder”, bevestigt de vertegenwoordiger van NK. Ook Marijke Lie, de curator van de expo, is zeer enthousiast, dat zij eindelijk de expo mag openstellen. “Het is een wens die in vervulling is gegaan, waarmee ik hoop een dialoog op te starten tussen de Westerse en Chinese kunst hier in Suriname.”
Chinese sfeer
De gevierde Chinese kunstenaar Paul Woei geeft een korte inleiding over Chinese kunst. Klassieke Chinese muziek klinkt sfeervol door de expositiehal. Rode lampionnen en een bak met ‘fortune cookies’ maken de sfeer compleet Chinees. De zaal is in tweeën opgedeeld. Het eerste gedeelte laat traditionele kunst zien. “Om de mensen op te warmen en in de Chinese sfeer te brengen”, legt Lie uit. “Zou je direct binnenkomen bij de ‘echte’ expo, dan zou China je niet als oorsprong te binnen schieten. Wie geen kennis heeft van de Chinese filosofie met betrekking tot kunst, ziet gewoon Westerse kunst.”
Beeld van China
Maar de werken van de vier kunstenaars spreken wel aan. Soms onbegrijpelijk, sprekend en heel vaak indrukwekkend. De vlakken van Qiao Leikai zijn ingevuld met talloze stippen en strepen die een onduidelijk patroon vormen. Maar de honderden stippen in goudverf op een zwarte achtergrond hebben duidelijk kunnen bekoren, want hij blijkt al verkocht te zijn. De strakke korte strepen van Qiao Liang vormen een waar abstract kleurenspektakel. Even komt het typisch herkenbaar Chinese terug in de vrouwelijk naaktschilderijen van Zhang Jianqiang. Slanke, mollige, tot hele dikke vrouwen zonder gezichten, worden door de kunstenaar op doek uitgebeeld. De gezichtloze figuren zijn echter geaccentueerd met ragfijne zwarte strepen. Toch zijn het vooral de sprekende gezichten van Yin Da die het publiek naar zich toetrekken. Gezichten ‘gevangen’ in een autospiegel. Zeer expressievol, met levendige ogen en groot detail geven deze werken een beeld van China zoals de kunstenaar het ervaart.
[uit de Ware Tijd, 21/02/2013]

Chinese kunstexpositie naar Suriname

door Tascha Samuel

Paramaribo – Suriname beleeft de komende week een historische gebeurtenis. Voor het eerst wordt er in Paramaribo een expositie gehouden over de hedendaagse Chinese kunst. In deze groepstentoonstelling worden werken getoond van drie Chinese kunstenaars. De curator van deze tentoonstelling is Marijke Lie, zij is eigenaar van de Nederlandse kunstgalerie ESTeeLIE Contemporary. “Ik was voor het eerst in China en liep rond in Beijing. Ik kwam toen een jonge Chinese kunstenaar tegen die mij in contact bracht met anderen. Van hun werken raakte ik enorm onder de indruk”, vertelt Lie. Van 20 tot en met 24 februari 2013 wordt de expositie Crossing Borders hedendaagse Chinese kunst gehouden in De Hal aan de Grote Combéweg. Verder is er op vrijdag 22 februari een ondersteunende lezing met interessante achtergrondinformatie over de ontwikkeling van de moderne Chinese kunst.

Andere wereld

Van huis uit is Lie civiel ingenieur. Zij vertrok ruim veertig jaar geleden voor studie uit Suriname naar Nederland en is daar blijven wonen. “Na meer dan twintig jaar mijn beroep uitgeoefend te hebben, besloot ik dat het eens tijd was geworden om wat anders te doen. Zelf ben ik kunstliefhebber en ga ik graag naar exposities. Nadat ik in contact was gekomen met Chinese kunst ging een andere wereld voor mij open. Het verhaal achter de moderne Chinese kunst en haar ontwikkeling is zo mooi en krachtig. Dat raakte een gevoelige snaar bij de Chinees in mij, dus besloot ik daar wat meer mee te doen. Daarnaast was de artistieke kwaliteit zeer hoog.” Tijdens een groot aantal daaropvolgende bezoeken aan China maakte zij kennis met vele andere kunstenaars waaruit warme vriendschappen voortsproten.
Prominente plaats
Zij maakte van nabij mee hoe de aandacht voor hedendaagse Chinese kunst is toegenomen en hoe die een prominente plaats heeft ingenomen in de internationale kunstscène in de VS en Europa. “Zo ontstond bij mij het idee om deze jonge veelbelovende kunstenaars te helpen hun kunst te promoten en te vertegenwoordigen buiten China, dus crossing borders. Daartoe richtte ik in 2007 ESTeeLIE Contemporary op. Dat is alweer vijf jaar geleden en in dat kader wilde ik graag deze kunst ook in mijn geboorteland laten zien. Over de grenzen heen is nu erg ver gegaan, want de veertien werken gaan vanuit China naar Nederland en dan naar Suriname”, verklaart Lie. Via haar galerie neemt zij deel aan vele tentoonstellingen en kunstbeurzen in Nederland.
Chinese filosofie en esthetica
De werken van Yin Da, Qiao Liang en Qiao Leikai hebben elk een eigentijds Chinees verhaal. “Deze expositie is wellicht de start van een interessante dialoog tussen Westerse en Chinese kunst en cultuur in Suriname. Met deze werken zal het Surinaamse publiek eigenlijk voor het eerst kennismaken met echte hedendaagse Chinese kunst. Het verschilt heel erg van de bekende ‘Chinese kalenderkunst’ die de gemiddelde Surinamer kent. Landschappen en dieren met kaligrafie gemaakt op waterverf. Dat is echt de traditionele kunst. Maar met deze werken geeft elke kunstenaar zijn kijk op de werkelijkheid van het nieuwe China. De gepresenteerde werken ogen op het eerste gezicht Westers. Maar kijk je verder dan zal je merken dat de gehanteerde beeldtaal gebaseerd is op de Chinese filosofie en esthetica. De toeschouwer wordt daarom verzocht verder te kijken dan het beeld zelf, om zo de ware betekenis te kunnen achterhalen.” In de traditionele kunst zijn er vaak grote vlakken leeg. Dit is deel van de kunst. “Het is bedoeling dat de kijker zich in het schilderij verliest. Dit element zal je terugvinden bijde werken van één van de kunstenaars.” Lie is heel gepassioneerd en enthousiast over deze expo. Ze hoopt dan ook dat de bezoekers de Chinese schoonheid die zij ervaart zullen proeven.
[uit de Ware Tijd, 14/02/2013]

Wat er gebeurde na de Columbiaanse Uitwisseling

door Karwan Fatah-Black
Na Charles Mann’s boek 1491 over Amerika vóór de Columbiaanse Uitwisseling, verscheen in 2011 zowel de Engelstalige editie als de Nederlandse vertaling van 1493 over de wereld ná de Columbiaanse Uitwisseling. Het boek van Mann is een indrukwekkende geschiedenis over de mondiale gevolgen van de uitwisseling van mensen, ziekten, dier- en plantensoorten die op gang kwam nadat Colón (Columbus) in 1492 van Europa naar Amerika en terug voer.
Deze uitwisseling is na 420 jaar nog niet voltooid en 1493 is dan ook niet alleen een historisch boek. Mann profeteert over het verwoestende effect dat de schimmel Microcyclus ulei zou kunnen hebben zodra die vanuit de Amazone de rubberbomen achterna zou reizen naar de onmetelijke monoculture rubberplantagegebieden in Zuidoost-Azië (pp. 351-362). Er zijn nog geen directe vluchten tussen de Amazone en deze gebieden, waardoor de schimmel de oversteek nog niet heeft gemaakt. Maar zodra de verbinding er is, zou de schimmel industrie en mobiliteit op grote schaal kunnen ondermijnen. Het massaal afsterven van rubberbomen zou bijvoorbeeld betekenen dat er geen betrouwbare banden meer geproduceerd kunnen worden waarop vliegtuigen veilig kunnen landen. Dat scenario is apocalyptisch, maar sluit naadloos aan op zijn bespreking van voorbeelden uit de geschiedenis van de catastrofale effecten van Plasmodium vivax uit Europa, Plasmodium falciparum uit Afrika (beide zijn vormen van malaria) of Phytophthora infestans (aardappelziekte) uit Amerika.
Mann vraagt zich af of deze en andere ziekten het ontstaan van de trans-Atlantische slavenhandel en de moderne landbouw op hun geweten hebben. Hij baseert zich in zijn boek op recent wetenschappelijk onderzoek en is de wereld rondgereisd om de plekken te bekijken waarover hij schrijft. Zijn journalistieke pen in de Engelse editie is vlot, en ook de Nederlandse vertaling van Bart Voorzanger is uitstekend. De 145 pagina’s aan voetnoten en literatuurverwijzingen onderstrepen hoezeer Mann (journalist bijScience) voor zijn boek de state of the art van de wetenschap weergeeft. Hoewel het belang van de Columbiaanse Uitwisseling al langer onderkend wordt, is Manns aandacht voor het effect daarvan op Azië verfrissend.
                Hij ziet niet alleen grote ontwikkelingen, maar heeft ook oog voor details. Mann ontrukt de honderdduizend Chinezen aan de vergetelheid die als slaven een bijrol hadden in de menselijke geschiedenis door voor de kust van Peru de soms wel twaalf verdiepingen hoge eilanden van vogeluitwerpselen af te graven ten behoeve van de Europese landbouw (met wellicht als onbedoeld gevolg het uitbreken van de Ierse great famine). Mann zoekt de global history op met zijn bespreking van de bijdrage van de Uitwisseling aan het verwijden van de kloof tussen het machtiger wordende Westen tegenover het terugvallende China. Hij volgt hoe het verbouwen van aardappelen en maïs China politiek en ecologisch veranderde en suggereert een verband met de tanende macht van het keizerrijk.
Het boek is niet alleen een onbedoelde-gevolgen-geschiedenis van biologische uitwisseling. De verspreiding van desastreuze ziekten of van gewassen zijn in de visie van Mann niet losgezongen van de sociale context. Phytophthora infestans is op zichzelf geen natuurramp, maar werd een catastrofe omdat Ierse boeren vanuit Engeland gedwongen werden tot schaalvergroting. Het opgeven van hun oude landbouwmethode had als bijkomend effect de snelle verspreiding van de ziekte. Mann betrekt in zijn verhaal ook de ontwikkelingen in de landbouwcultuur, urbanisatie en etnische verhoudingen. Hier laat Mann zich van een heel andere kant zien. Met gevoel voor deze beladen debatten schetst hij aan de hand van voorbeelden uit het Spaanse rijk hoezeer de racialisering van sociale verhoudingen pas in de loop van de Columbiaanse uitwisseling vorm heeft gekregen.
Het verhaal schakelt moeiteloos over van de levenscyclus van muggen en schimmels naar biografieën van geplaagde ontdekkingsreizigers en uitvinders, naar ontwikkelingen in staten en naar herschikte sociale verhoudingen. Die onderwerpen hebben bij Mann allemaal een rol in de enorme breuk in de geschiedenis die de Uitwisseling volgens hem is. De verandering van de wereld na 1492 is volgens Mann zo groot dat er met het begin van de Uitwisseling een nieuw tijdperk is aangebroken: het homogenoceen. Dit homogenoceen is het herstel van een verbonden wereld die met het uiteendrijven van Pangaea verloren was gegaan en is ‘wellicht wel de belangrijkste gebeurtenis sinds het uitsterven van de dinosauriërs’ (p. 25).
Wat zou dit goed ontvangen en breed verspreide boek kunnen betekenen voor de Surinamistiek? Mann heeft een paragraaf over Suriname waarin malaria een hoofdrol krijgt toebedeeld als veroorzaker van Europees absenteïsme op de plantages en het goeddeels mislukken van de Europese veldtochten tegen de marrons. De relevantie van het boek zit niet in deze wat willekeurig aandoende pagina’s (pp. 471- 475). Interessanter is het idee van een mondiale verbondenheid sinds de Columbiaanse Uitwisseling, en dat deze uitwisseling nog steeds gaande is. In dit global history-perspectief gaat het niet om een eenzijdige beïnvloeding, maar om een wederkerig proces waaraan niet alleen de Atlantische kustregio’s, maar ook die aan de Pacific deelhebben.
Charles C. Mann, 1493; Hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2011. 688 p., isbn 978 90 46810 34 7, prijs € 34,95.
[uit Oso 2012,1]

De avonturen van Todobere

door Jerry Dewnarain

De nieuwste roman van Mo Yan, die de Nobelprijs Literatuur 2012 won, Kikkers, is op 9 november 2012 in Nederlandse vertaling bij uitgeverij De Geus verschenen. [Het gaat overigens niet om de nieuwste roman van Mo Yan; dat is Veranderingen, verschenen bij dezelfde uitgeverij in een vertaling van Daan Bronkhorst – red. CU].
Kikkers is een roman over de éénkindpolitiek in China. Mo Yan draagt de roman op aan zijn tante, een vroedvrouw, die verantwoordelijk was voor veel geboortes en abortussen in haar geboorteland. Tijdens haar 50-jarige loopbaan heeft ze talloze vrouwen geholpen. Maar ze kreeg ook te maken met de éénkindpolitiek en heeft talloze abortussen uitgevoerd.
Op een avond loopt ze langs drassige velden en wordt zowat gek van de vele kwakende kikkers. Gekweld door wroeging trouwt ze met een volkskunstenaar die poppetjes boetseert. Die beeldjes staan volgens haar symbool voor de vele baby’s die door haar toedoen nooit ter wereld zijn gekomen. Tante is ook de eerste vrouw in de provincie die een opleiding tot verloskundige heeft afgerond. In die tijd gingen onwetende vroedvrouwen op de buik van de zwangere vrouw zitten om het kind uit de buik te drukken. Tante wordt in het dorp geëerd. Zij brengt meer dan tienduizend baby’s ter wereld, maar op een gegeven moment kondigt de Partij (de communistische partij van China) de éénkindpolitiek af. Dan wordt ‘Tante’ door het dorp als de duivelin beschouwd. Als vroedvrouw heeft zij veel gezinnen gelukkig gemaakt en wat ze nu moet doen van de overheid is het tegenovergestelde. Tante wordt een politieke volgeling die erop toeziet dat de éénkindpolitiek wordt nageleefd in het dorp Gaomi. Ze is genadeloos. Geen enkele vrouw of onwettige foetus ontsnapt aan haar aandacht. Ze voert aan de lopende band abortussen uit, soms zelfs ten koste van het leven van de moeder. Tantes morele overwegingen geven de meerwaarde aan dit boek: overwegingen die vooral afhankelijk zijn van de tijd en de omstandigheden. Maar Tante zelf is een ingewikkeld personage, een vrouw die haar hele leven kinderloos blijft, in wier handen het lot van veel baby’s ligt, en die aan het eind van haar leven met een enorme schuldvraag zit.
Het verhaal gaat ook over het leven van Kikkervisje zelf en wordt verteld door Voet Wan, die de bijnaam Kikkervisje kreeg. Hij is een observator: hij neemt de dingen waar en ondergaat ze, maar onthoudt zich van commentaar. Op die manier schetst hij een kraakhelder tijdsbeeld met een breedte en diepgang die de roman een verhalend karakter geven. Daarnaast laat Mo Yan zien hoe de schoolvrienden in veertig jaar veranderen: opportunisme gaat ten koste van loyaliteit, eigenbelang vervangt de vriendschap en het geconfronteerd worden met vragen over goed en kwaad, schuld en onschuld.
Via de lotgevallen van de gynaecologe (Tante) en haar familieleden en dorpsgenoten lezen we over de recente geschiedenis van China, bijvoorbeeld over hoe hongerige kinderen in de grote hongersnood na de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ ontdekken hoe lekker steenkool toch wel niet is, of we lezen hoe Tante door de Rode Garde wordt mishandeld. Maar hoe indringend die geschiedenis ook kan zijn, ze blijft toch op de achtergrond. Het zijn de personages, hun karakters, hun beweegredenen, die centraal staan. Die personages tonen hun goede en slechte kanten en laten hun dilemma’s zien. Ze leven. Mo Yan psychologiseert daarbij nauwelijks, de lezer moet zelf uit de gebeurtenissen, handelingen en uitspraken van de personages zijn conclusies trekken. De titel verwijst naar de ambigue betekenis van het Chinese woord ‘Wa’, dat zowel ‘kikker’ als ‘baby’ betekent. In de Chinese mythologie is de kikker het symbool voor vruchtbaarheid. Het thema van de roman is dan ook de controversiële éénkindpolitiek. Deze politieke maatregel werd ingevoerd om de massale bevolkingsaanwas in de hand te houden.
De éénkindpolitiek is een gevoelig onderwerp, en toch slaagt Mo Yan erin op een weloverwogen manier zijn visie daarop en op China neer te schrijven, zonder iemand tegen de haren in te strijken. Dat komt doordat hij beschrijft, zonder expliciet commentaar te leveren. De lezer moet zijn conclusies trekken. Al voel je onderhuids toch een ingehouden verontwaardiging. Mo Yan schuwt geen politiek gevoelige thema’s. Hij geeft levendig het onbegrip van de bevolking weer en hun niet aflatende wens om ondanks het verbod toch een tweede kind te krijgen. Daarnaast toont hij ook dat jaren later het éénkindbeleid nog steeds van kracht is, maar dat het met genoeg geld omzeild kan worden. Het is bewonderenswaardig hoe Yan heel die thematiek toch op licht verteerbare wijze weet weer te geven. ‘Kikkers’ kent overigens een wat merkwaardige structuur.
De roman bestaat uit vijf delen, de eerste vier beginnen met een korte brief aan een Japanse schrijver (Kenzaburo Oe met wie Mo Yan bevriend is), die de verteller aanmoedigt in het schrijven van het verhaal van zijn tante. Aansluitend op die brieven volgt in deze vier hoofdstukken het levensverhaal van Tante. Meteen in de eerste brief uit de verteller – die ondertekent met zijn pennaam Kikkervisje – ook zijn bewondering voor de toneelstukken van de Franse schrijver en existentialistische filosoof  Jean Paul Sartre (1905-1980), zoals Vliegen en Vuile handen, en de wens om het verhaal van zijn tante in zo’n soort toneelvorm op te schrijven. Dat doet hij dan in het vijfde deel. Kikkers lijkt dan ook een roman in de lijn van Sartre, over de persoonlijke verantwoordelijkheid van een mens voor zijn leven en zijn daden. Had Tante ‘nee’ kunnen zeggen tegen wat haar werd opgelegd? Had de verteller, wiens vrouw met zeven maanden wordt geaborteerd, waarbij hij vrouw en kind verliest, zich niet gewoon tegen de abortus moeten keren, met alle gevolgen van dien voor hun verdere leven? Waarom deed hij dat niet? Waarom riskeerde zijn vrouw haar leven door illegaal zwanger te worden?
De anekdotische verteltrant maakt Mo Yan ook tot een toegankelijke auteur. Kikkers gaat over schuld en verantwoordelijkheid. Mo Yans boeken spelen meestal in het China van de twintigste eeuw en laten vaak zien wat voor enorme veranderingen die eeuw met zich mee heeft gebracht en ze tonen volgens de vertaalster van de roman, Silvia Marijnissen, een grote maatschappelijke betrokkenheid. Maar dat betekent niet dat Mo Yan daarom een politiek geëngageerd schrijver is. Hij is bovenal schrijver.
Mo Yan: Kikkers, gebonden met stofomslag, 415 pp., vertaling: Silvia Marijnissen. Breda: De Geus, 2012. ISBN 9789044518351
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter