blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: China & Chinezen

Op de vleugels van de draak

door Els Moor

De titel Op de vleugels van de draak van het nieuwe boek van de universele schrijfster van Vlaamse komaf Lieve Joris klinkt opwindend. Wie of wat is die draak? En wie vliegen mee op zijn vleugels? Al gauw wordt dat duidelijk. Het uit Europa overgekomen kapitalisme is de draak en op zijn vleugels vliegen China en Afrika een nieuwe toekomst binnen met veel onderlinge handel, welvaart en armoede, zakelijkheid, geweld en bedrog. read on…

Chinees Nieuwjaar nationale vrije dag in 2015

Paramaribo – In samenspraak met vicepresident Robert Ameerali en de Raad van Ministers heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken het besluit genomen om het Chinees Nieuwjaar in 2015 tot een nationale vrije dag te verheffen. Deze mededeling deed minister Soewarto Moestadja zondag in Nickerie, waar hij naar toe was afgereisd in verband met de viering van Phagwa. De bewindsman zei in zijn Phagwaboodschap onder meer dat we met elkaar mogen verschillen, maar wel samen, in gotong-royongverband, dit land moeten ontwikkelen.  

[uit de Ware Tijd, 16/03/2014]

Fa Tjauw Song Foei schenkt SRD 50.000 aan organisaties

De vereniging Fa Tjauw Song Foei heeft volgens de Chinese cultuur en traditie minderbedeelden in de samenleving SRD 50.000 geschonken. Dit gebeurde vrijdagavond bij de viering van het Chinees Nieuwjaar in restaurant Palm Palace. “Wij zijn de regering Bouterse/Ameerali zeer erkentelijk voor hun ondersteuning aan de Chinese gemeenschap in Suriname. In het bijzonder danken wij de regering voor het toekennen van een eenmalige nationale vrije dag ter ere van het Chinees Nieuwjaar. Wij hopen natuurlijk dat het een permanent karakter zal krijgen jaarlijks”, zei de voorzitter Allan Cheng van Fa Tjauw Song Foei.De organisaties die in aanmerking kwamen voor een donatie zijn: Stichting Rumas, die schoolverlaters opvangt, de Henk Abrahams stichting voor het harde werk bij de hulp aan de straathonden en de Green Heritage Fund, voor hun bijdrage aan de opvang van onder andere de luiaards, kapasi’s en dolfijnen. Deze organisaties hebben in het verleden ook hulp gekregen. Door het goede werk dat ze verrichten, kwamen ze weer in aanmerking voor steun. De samenleving is recentelijk opgeschrikt door een verwoestende brand te Winti Wai, waarbij talloze gezinnen dakloos zijn geworden. Daarbij heeft Claudett de Bruin hemel en aarde bewogen om de getroffenen bij te staan en heeft het bestuur gemeend om in navolging van haar actie SRD 10.000 te doneren. Samen met de districtscommissaris van Commewijne Ingrid Karta-Bink zullen dit jaar twee speeltuinen opgezet worden voor kinderen te Sorgvliet en Macreabo. Op voordracht van First Lady Ingrid Bouterse-Waldring heeft Huize TylTyl, dat kinderen met een lichamelijke beperking opvangt ook een donatie gekregen.

Cheng bleef ook stil staan bij de mijlpalen die de vereniging heeft bereikt het afgelopen jaar. De ondervoorzitters Chen JinHua en Stephen Tsang en secretaris Zhu Bao Gui hebben op voordracht van de Chinese ambassade bijeenkomsten in Beijing, Wuhan en Qingdao, bijgewoond. De vereniging is ambassadeur Yang Zigang erkentelijk voor de eer. Fa Tjauw Song Foei heeft een leeuwendans groep opgericht, tevens een basketbalteam, dat het kampioenschap behaalde van het basketbaltoernooi ter ere van 160 jaar vestiging Chinezen in Suriname. Beide ondervoorzitters van Fa Tjauw Song Foei hebben een onderscheiding gekregen voor hun bijdrage aan de Surinaamse gemeenschap. Chen JinHua is Grootofficier in de Ere-orde van de Palm, en Stephen Tsang is Commandeur in de Ere-orde van de Palm. “Wij laten een onrustig jaar van de Slang achterwege en verwelkomen wij het energieke jaar van het Paard”, zei Cheng.  

[uit Starnieuws, 1 februari 2014]

Chinees Nieuwjaar wordt nationale vrije dag

Vrijdag 31 januari wordt een nationale vrije dag in Suriname.Starnieuws verneemt dat de Chinese gemeenschap president Desi Bouterse benaderd heeft voor deze vrije dag.

read on…

Chinese vereniging zegent nieuwe leeuwenkoppen

door Audry Wajwakana

Paramaribo – Leeuwen hebben in de Chinese cultuur een speciale betekenis. In verband met nieuwjaar is de collectie leeuwenkoppen bij de culturele vereniging Kong Ngie Tong Sang met drie leeuwenkoppen aangevuld. Dinsdagavond zijn de nieuwe aanwinsten ingezegend.

read on…

‘Surplise!’ Aziaten in opstand

door Micky Chen

‘Ni hao!’ ‘Sambal bij?’ ‘Ching chang chong!’ Amsterdam, zeven uur. Ik word op spottende manier gewezen op mijn afkomst, voor de zoveelste keer. Ik ben de tel jaren geleden kwijtgeraakt. Want opmerkingen van dit soort zijn aan de orde van de dag.Dit is het verhaal van talloze Aziaten in Nederland. Het beperkt zich niet tot Chinezen alleen. Hoeveel Vietnamezen, Koreanen en andere Aziaten krijgen dagelijks ‘ni hao!’ naar hun hoofd geslingerd, ongeacht het feit dat zij nul procent Chinees zijn? Want ja, het is toch allemaal ‘een pot nat.’

Het gebeurt aan de lopende band, en omdat Aziaten conflictvermijdend zijn wordt aangenomen dat wij ons er niet aan storen. Het tegendeel is echter waar. Hoewel wij als tweede generatie ook de Westerse cultuur absorberen is het toch dat Aziatische in ons dat ons doet zwijgen iedere keer als er ‘sambal bij?’ naar ons wordt geroepen. We zijn er aan gewend geraakt. Het is de cultuur waarin wij anno 2013 leven. Onder het mom van ‘grapje, moet kunnen’, worden dergelijke opmerkingen onophoudelijk gemaakt. Ophef hierover is uit den boze. Want waar hebben we het over. Het is immers ‘maar een grapje’. Éen waarvan je, na hem talloze keren gehoord te hebben, toch zeker niet boos om dient te worden want, daar heb je hem weer: het is ‘maar een grapje.’Het fragment uit Holland’s Got Talent heeft veel stof doen opwaaien. Met name het ‘number 39 with rice’, een rechtstreekse verwijzing naar de vele Chinese restaurants die Nederland rijk is. Hoewel de eerste generatie Chinezen veelal restauranthouders zijn, is de tweede generatie hoogopgeleid en gaat een veelbelovende carrière tegemoet. Maar hij hoeft maar een keer naar HGT te komen of hij wordt er alweer aan herinnerd dat hij, PhD student of niet, altijd zal worden gezien als de Chinese ober bij wie nummer 39 besteld kan worden.

Gordon is slechts 1 uit duizenden. De onverschillige houding tegenover grappen gebaseerd op Aziatische komaf is zo diepgeworteld in de cultuur van velen dat men zelf de foutheid ervan niet inziet.

Aziaten zijn een apart volk in Nederland. Ze werken hard en komen nauwelijks in het nieuws. Juist daarom vormen zij een makkelijk doelwit. Het fragment uit HGT is verachtelijk omdat dit precies vertegenwoordigt waar Aziaten dagelijks mee te maken hebben. Het was de trigger die de toon zette voor de huidige opschudding. De tweede generatie maakt zich gezamenlijk sterk en weigert zich nog langer stil te houden. Weg met die denigrerende opmerkingen. En nu we toch aan het praten zijn geslagen: naar die nummer 39 met rijst kun je fluiten, Gordon (Chantal inclusief). Maar dat kwam vast niet als een ‘surplise.’

[van Metro, zonder datum]

Amatmoekrim en Tjon Sie Fat bij Veronsur

Op zondag 1 december interviewt Henna Goudzand Nahar de auteurs Karin Amatmoekrim en Paul Tjon Sie Fat bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam.
De man van veel  
In december 1939 wordt een Surinaamse man gedwongen opgenomen in een Haags gesticht. Aanvankelijk lijkt hij – op zijn afkomst na – niet veel anders dan de andere patiënten. In de gesprekken met zijn arts ontwikkelt zich echter een overweldigend beeld van een rijk, misschien wel te rijk, leven. Anton is banneling, schrijver, staatsvijand van de Nederlandse overheid en zwarte echtgenoot van de blanke, Haagse Petronella. Wanneer na zijn vrijlating de oorlog uitbreekt, gaat hij bijna te onder aan zijn idealen. In deze opzienbarende nieuwe roman van Karin Amatmoekrim wordt het verhaal van Anton de Kom, die zijn leven gaf voor het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog, voor eens en voor altijd uit de vergetelheid gehaald. De man van veel gaat over de waanzin van een man wiens plannen te groot lijken voor deze wereld.
Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname
van de fotojournalisten Ranu Abhelakh en Edward Troon, is een fotoboek, met meer dan 280 foto’s over het leven van personen met een Chinese achtergrond in Suriname. Het boek verschijnt ter gelegenheid van 160 jaar Chinese vestiging in Suriname. Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname kan worden gezien als de eerste uitvoerige Surinaamse fotoreportage van een cultureel-etnische groep in Suriname. Sinoloog Paul Tjon Sie Fat versterkt het geheel inhoudelijk met een inleiding, korte fototeksten en thematische samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk.
Zondag 1 december 2013
Van 15:00 – 18:00 uur
Vereniging Ons Suriname
Zeeburgerdijk 19a
1093 SK Amsterdam
T: 020-693 50 57
E: info@veronsur.org
(gratis parkeren | gratis toegang)

Het pyawspel in Suriname: nostalgie hardnekkig gekoesterd (2 en slot)

door William Man A Hing

Van de bestuurlijke perikelen bij de rechtshandhaving

De organisatie van de pyawspelen had reeds gerui­me tijd de aandacht van de autoriteiten.­ Het ging hier immers om een bij wet verboden ha­zardspel­ dat een ongemeen grote popula­riteit en grote versprei­ding had weten te bereiken onder de bevolking. Onbevestigde berichten hielden het erop dat deze gokactiviteiten ­zeer omvang­rijke omzetten voor een kleine groep chinese medeburgers zouden opleveren. Met de handhaving van het verbod op hazardspelen leek alles in orde. Regelmatig werden verdachte chinese burgers als agent/tussenpersoon en deelnemer aan pyawspelen aangehouden en aan de kantonrechter voorgeleid.

read on…

Het pyawspel in Suriname: nostalgie hardnekkig gekoesterd (1)

door William Man A Hing

[Eerste hoofdstuk vanVan de roemruchte teloorgang van de Chinese vereniging Kong Ngie Tong (1880-1930).]
 
Voor de bewoners van Paramaribo was het pyawspel tijdens de kommervolle periode van de economische depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw een spannende, zo niet lucratieve bezigheid. Talloze burgers konden dagelijks de verleiding niet weerstaan tot het aankruisen of aanstippen van de vreemde en onleesbare karaktertekens op de kleine witte briefjes in de verwachting maar eigenlijk meer nog in de hoop een mooie prijs in de wacht te slepen.
Het illegale gokspel kreeg zijn genadeklap door de opheffing van de vereniging Kong Ngie Tong bij een beschikking van het Hof van Justitie in 1930. Deze beslissing is vervolgens in 1932 bekrachtigd door de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag. De sluiting van het sociëteitsgebouw van de vereniging als logistiek centrum van de activiteiten betekende tevens het einde van de grootschalige activiteiten op het gebied van de pyawloterij. Daarna ging het spel op clandestiene wijze door in kleinere kring totdat razzias van de politie in 1947 (Pronk, 1962) een definitief einde maakten aan de organisatie van het spel.
Het volgende relaas vormt een beschrijving/weergave van de impact van het kansspel op de samenleving in de dagen van weleer.
Het pyawspel: verbreiding en omzet
In zijn studie Verkenningen op het gebied van de criminaliteit in Suriname (1962) heeft B. Pronk in een aparte paragraaf uitvoerig aandacht besteed aan het pyawspel van de Chinezen.(p. 135) Hij stelde vast dat “Het piauwspel deed omstreeks 1912 zijn intrede in de Surinaamse samenleving. Het werd hoofdzakelijk te Paramaribo gespeeld.”  Aanvankelijk door de Chinezen alleen, maar later ook door Creolen en “… tenslotte werd het aantal Creoolse deelnemers het grootst.”
Deze ontwikkeling was waarschijnlijk mogelijk doordat verschillende leden van de chinese vereniging Kong Ngie Tong, ertoe over waren gegaan om voor eigen rekening een pyawspel te orga­niseren. Daarbij werden de loterijbriefjes eveneens in het openbaar aan niet-Chinezen werden aangeboden.
Uit een Nota van de Inspecteur van Politie aan de Procureur-Generaal in 1928, citeerde Pronk voorts de volgende bijzonderheden: de organisatie bestond uit “… een 22 tal piauwbanken, van 2.000 tot 10.000 gulden sterk, gefinancierd door enige min of meer kapitaalkrachtige Chinezen die aandeelhouders in de bank waren, terwijl de distributie van de piauwloten plaats vond door een 200 tal piauw-agenten. De bruto-inkomsten schatte men op fl. 400.000 (d.i. Surinaamse guldens – WMAL) per jaar.” Hoe betrouwbaar de verstrekte cijfers zijn valt niet direct na te gaan, ook al omdat andere bronnen afwijkende aantallen en bedragen vermelden.
Over het spel had in 1927 al een zekere “Practicus” de volgende observatie in het nieuwsblad Suriname prijsgegeven: “Nagenoeg negentig percent van Paramaribo en omstreken nemen deel aan de piauw-loterij. De wensch tot deelneming is bij dat deel zóó hartstochtelijk, dat ik, met mijn leken verstand, de mogelijkheid niet meer kan inzien van het uitroeien van “piauw”.” En voorts over het netwerk: “Er zijn thans, naar ik verneem, veertien banken elk met fl.1.5­00,– kapitaal en ongeveer 90 agenten in de stad.”
Het nieuwsblad De Surinamer van 24 januari 1934 schreef een kritisch commentaar op een artikel in De West door ene H.M. Stephan. Onder de kop “Twee en twintig millioen” parafraseerde het een uitspraak van de genoemde auteur als volgt: “In alle toonaarden klaagt de Heer Stephan, dat sinds 1912 tot den huidigen dag de Chineezen een miljoen gulden per jaar uit de bevolking zuigen met hun piauw.”
Met dit soort aantijgingen was de toon gezet voor een jarenlange polemiek tussen de genoemde plaatselijke nieuwsbladen over de toelaatbaarheid en omvang van het pyawspel. In dit steekspel had nieuwsblad De West de zijde gekozen van de overheid en de wet en haar strikte handhaving, terwijl het ander kamp een sociaal pleidooi hield voor de Chinezen en de deelnemers met een beperkte mate van gedogen van het spel. En marge lieten de burgers zich overigens in de felle discussies niet onbetuigd en verdedigden ze daarbij een eigen standpunt.
De geciteerde Stephan was geenszins een willekeurige toeschouwer. Hij was in feite als ondernemer een belanghebbende die reeds in 1927 een vergunning had aangevraagd voor het organiseren van loterijen. Bij Gouvernements-Resolutie van 14 maart 1932 no. 868 werd hem pas na een eerdere afwijzing vergunning verleend “…tot het aanleggen en houden van geldloterijen op korten trekkingstermijn”. Deze loterij raakte bekend onder de naam “Stephan’s kwartjesloterij”.
Hoe indrukwekkend de geschatte omzetten van de chinese pyawbanken waren kan worden vastgesteld bij een vergelijking met de staatsinkomsten uit die periode. De landsbegroting van de jaren 1928 en 1933 bedroeg fl. 4.380.462 (GAB 1929, no. 8) respectievelijk fl. 3.542.291 (GAB 1934, no. 9).
Van de administratieve rompslomp en logistieke implicaties kan met cijfers uit de geciteerde Nota 1928 de volgende kwantitatieve reconstructie worden gemaakt. Met een jaarlijkse omzet van 400.000 gulden kwam het aandeel van de 22 pyawbanken elk op ruim 20.000 gulden per jaar. Het bedrag zou bij een gemiddelde deelname 50ct per formulier een berg van 800.000 briefjes per jaar kunnen genereren , exclusief de voorgeschreven duplicaten. Het distributienet bestaande uit 200 agenten had op de wijze per jaar dus gemiddeld 4.000 formulieren te verwerken per tussenpersoon.
Van de organisatie der pyawspelen
Er vonden per dag twee trekkin­gen plaats, één tegen het middaguur en één op de avond. Voor de noodzakelijke handelingen die betrekking hebben op het spel, zoals de administratie, de trek­kingen, de afdracht van de ingelegde gelden en de uitbetalin­g der prijzen, fungeerde het sociëteitsgebouw van de vereniging op de hoek van de vroegere Steenbakkersgracht, thans de dr Sophie Redmondstraat, en de Ladesmastraat, als centraal punt. Niet geheel duide­lijk geworden is of deze gang van zaken de toestemming dan wel instemming genoot van het bestuur van de vereni­ging.
Van verenigingszijde waren in elk geval geen afdoende maatrege­len ge­troffen om aan deze toestand een eind te maken zodat het bestuur op zijn minst de verdenking op zich had geladen de verboden activiteiten te hebben gedoogd.
Het pand met zijn markante architectuur kreeg in de volksmond weldra de naam van “karta oso”(gokcentrum). Het feit dat tijdens het proces voor het Hof van Justitie in 1930 een van de getuigen à charge, de inspecteur van politie Patrick Duncan Mac Donald, het (gewezen) bestuurslid van de Kong Ngie Tong de heer Woei A Tsoi een “machthebber op piauwgebied” en “houder van piauw­bank no. 6” noemde, ondersteunt de stelling dat de pyawloterij­en in een goed georgani­seerd ver­band werden geëxploiteerd.
Van de lokale trekkingsprocedure
De exploitant of organisator, genaamd de bank(ier), zette een aantal briefjes of formulieren uit bij het publiek. Dit vond op directe wijze plaats of via tussenpersonen, de z.g. agenten.
Deelnemers konden maximaal acht karakters met rode inkt aankruisen of aanstippen tegen een inzet van minimaal vijf cent per formulier. De agent maakte terstond een kopie van het inge­vulde formulier met vermelding van het nummer van de bank(h­ou­der), datum en tijd van de trekking.
Dit tweede exemplaar werd door de tussenpersoon tegen beta­ling van een commissieloon van 10% ingeleverd bij de betrokken bank(ier).
Voor een trekking waren de volgende hulpmiddelen benodigd: vier bussen, genummerd van 1 (één) tot en met 4 (vier); 120 briefjes die elk voorzien was van één der karak­tertekens van de tekst van de loterijbrief alsmede drie dobbelste­nen.
Deze 120 briefjes met elk een enkel karakter werden daarna op gelijke wijze gevouwen en op willekeurige wijze in vier groepen van 30 elk over de vier bussen verdeeld.
De bankhouder gooide zelf daarna de drie dobbelstenen telkens voor elk der bussen. De bus waarvoor de hoogste score was verkregen leverde de winnende (acht) karaktertekens.­
Deze regels over de trekking zijn ontleend aan “een verklaring van de politie” die als Bijlage 4(p. 259/260) is opgenomen in het geciteerde werk van Pronk. De procedure is ook in extenso overgenomen door het plaatselijk nieuwsblad Suriname (1930) en De Telegraaf in Nederland.
De eerste prijs was gereserveerd voor het lot met de acht tref­fers; in de prijzen vielen voorts deelnemers die minimaal vijf treffers hadden gescoord per ingeleverd formu­lier.
Volgens de uitleg in de hierboven genoemde bron leverde bijv. een inzet van 25ct. in geval van vijf treffers een prijs op van fl. 2,60; zes treffers een bedrag van fl. 26,–; zeven treffers een bedrag van fl. 260,– en de maximale acht treffers de hoge som van fl. 520,–.
[vervolg, klik hier]
Het boekje Van de roemruchte teloorgang van de Chinese vereniging Kong Ngie Tong (1880-1930) kost  15,00 euro inclusief portokosten en kan besteld worden door storting op rekening ING-bankno. 4221241. Besteladres bij de auteur W.L. Man A Hing, Marathonlaan 37, 1183 VC Amstelveen of op mijn emailadres: william.manahing@gmail.com. (Bestellen worden niet afgehandeld tussen eind november 2013 en eind december 2013.)

Slordigheden in boek over Chinezen

door William Man A Hing

Beyond the Shopkeeper’s Counter: Images of Chinese: Life in Suriname. Onder deze naam is van Ranu Abhelakh, Paul Tjon Sie Fat en Edward Troon vorige week een groot fotoboek over leven en werken van de Chinese bevolkingsgroep in Suriname verschenen. Na een voorwoord van Micle Fung You Kee (= 洪有记 )  worden de verschillende bezigheden van plaatselijke Chinezen in de loop der tijden in zeven rubrieken uitgebeeld en in het Engels en Chinees toegelicht.

read on…

Omu Sneisi

door Nicolaas Porter  

Eindelijk een mooi fotoboek over de Chinese gemeenschap in Suriname. Prachtige foto’s die ook het gewone dagelijkse leven van onze Chinese medeburgers in beeld brengen. In die zin niet echt een luxe te noemen omdat voor veel mensen de Chinese gemeenschap zal worden beleefd als een boeiend, rijk geschakeerd maar toch ook ondoordringbaar bolwerk van afgescheidenheid. Voor de meesten van ons zal een ontmoeting met de ‘Chinees’ neerkomen op het aanschaffen van noodzakelijke levensmiddelen bij een van de vele lokale supermarkten of een gang naar een van de eetgelegenheden om te genieten van de bijzondere Chinese keuken. Dat is in Suriname zo, maar zeker ook in de rest van de wereld.    

Dit fotoboek is absoluut een verrijking te noemen, doordat het op een knappe manier de schijnwerpers richt op een groep die een onlosmakelijk onderdeel vormt van het ‘palet Suriname’. En toch blijft er ook iets knagen. In de tekst (van Paul Tjon Sie Fat) tref ik een intrigerende zin aan: ‘Dit fotoboek is uniek omdat het beschouwd kan worden als een ontdekkingstocht van beelden van de Chinese gemeenschap maar die beelden geven eigenlijk een intieme blik op de Surinaamse gemeenschap’.      

Vanuit een bepaald perspectief zou deze uitspraak te rechtvaardigen zijn, immers maakt de Chinese gemeenschap deel uit van de gemeenschap in zijn geheel. Maar juist dat verwarrende gevoel van afgescheidenheid wat ik persoonlijk (en ik denk velen met mij) vaak beleef als ik in interactie wil treden met de Chinezen komt bij mij op, ook bij het doornemen van de foto’s in dit boek, dat ik ergens naar kijk waar ik niet echt een onderdeel van ben of makkelijk kan worden. De Chinese gemeenschap lijkt op de een of andere manier sterk naar binnen gericht. Dit is een verschijnsel dat bij de ‘nieuwe’ Chinezen veel sterker kan worden ervaren dan bij de ‘oude’ Chinezen. Dat gevoel zal ongetwijfeld nog worden versterkt bij niet aanwezige beheersing van andere talen dan het Chinees.

Toch biedt dit boek perspectieven. Het in beeld brengen van een bepaalde culturele groep kan als een eerste stap naar een verdiepte kennismaking worden ervaren, maar laten we niet uit het oog verliezen dat dit slechts een eerste stap is. Vanuit de Chinese gemeenschap zou het een aanleiding kunnen zijn zich meer open te stellen voor daadwerkelijke interactie. Voor de Surinaamse gemeenschap als geheel kan het aanleiding zijn zich meer te verdiepen in de culturele aspecten van deze boeiende groep binnen het totaal van onze gemeenschap. Samenleven heeft nadrukkelijk veel meer aspecten dan economische betrekkingen. Dit prachtige fotoboek getuigt hiervan.    

Ranu Abhelakh (photography), Paul Tjon Sie Fat (text), Edward Troon (photography): Beyond the Shopkeeper’s Counter. Images of Chinese Life in Suriname. ISBN 978-99914-7-233-1

De Chinezen in Suriname

In 2002 verscheen er een groot en zwaar boek, De Chinezen in Suriname. Een geschiedenis van immigratie en aanpassing 1853-2000, van G.C. Zijlmans en H.A. Enser. Alles wat er te weten valt over Chinezen in Suriname staat erin. Er zijn hoofdstukken over de immigratie in de loop van de tijd, over het leven van de Chinezen in Suriname, hun verenigingen en pers, hun politieke participatie, hun isolement, maar ook integratie, hun culturele activiteiten, hun religieuze leven en nog veel meer. En dat met honderden illustraties die al die elementen van het Chinese leven in ons land zichtbaar maken. Makkelijk voor onderzoekers zijn ook een lijst met alle feiten in chronologische volgorde met jaartallen en een uitgebreide bibliografie. Eenieder die voor onderzoek, onderwijs of gewoon uit interesse gegevens zoekt over de Chinezen kan dus terecht bij G.C. Zijlmans en H.A. Enser: De Chinezen in Suriname. Een geschiedenis van immigratie en aanpassing 1853-2000. Barendrecht: Batavia Publishing, 2002. ISBN 90 806 479 3 4.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter