blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: China & Chinezen

Albert Helman – De gek

Met groote gebaren stortte hij zich in de nacht.
Alsof hij de sterren vergaarde.

(Chang Wou Kien)

[uit De Gemeenschap, 1931]

Chinese soldaat bepaalt nu ook de wereldliteratuur

door Jerry Dewnarain

 .
De Chinese schrijver Mo Yan (1955) heeft de Nobelprijs-literatuur 2012 gewonnen. Mo Yan krijgt de prijs voor ‘zijn zinsbegoochelende realisme waarmee hij in zijn volksverhalen verleden en heden weet te versmelten’. De Nobelprijswinnaar is een van de belangrijkste en meest vertaalde Chinese schrijvers. Hij is tevens de eerste in China wonende Chinese auteur die de Nobelprijs voor literatuur in de wacht sleept.
Mo Yan werd in 1955 geboren als kind van boerenouders in de provincie Shandong. Hij begon met schrijven toen hij bij het Volksbevrijdingsleger zat. Door zijn sociale kritiek is hij een van de bekendste schrijvers van China en zijn werk is vaak illegaal verspreid. In het Westen verwierf Mo Yan bekendheid door de met een Gouden Beer bekroonde verfilming van zijn roman Het rode korenveld uit 1987, onder regie van Zhang Yimou. Zijn vertaalde boeken in het Nederlands zijn: De knoflookballades, Grote borsten en brede heupen,De wijnrepubliek en zijn laatst verschenen roman Leven en dood putten me uit. De vrije stijl in zijn werk wordt wel omschreven als ‘Chinees magisch realisme’.
Mo Yan verliet de school tijdens de Culturele Revolutie om te werken in een olieverwerkende fabriek. Op twintigjarige leeftijd werd hij soldaat van het Volksbevrijdingsleger en begon literatuur te studeren. Zijn eerste korte verhaal werd gepubliceerd in een literair tijdschrift in 1981. Zijn doorbraak kwam een paar jaar later met de novelle Touming de hong Lubao. De romans van Mo Yan zijn gebaseerd op zijn jeugdervaringen in zijn geboorteprovincie. Dit is duidelijk in zijn roman Het rode korenveld. Het boek bestaat uit vijf verhalen die gaan over de turbulente geschiedenis van Gaomi in de 20ste eeuw, de Chinese bandietencultuur, de Japanse bezetting en de barre omstandigheden die arme Chinese landarbeiders doorstaan. De roman De knoflookballades werd veroordeeld vanwege de scherpe kritiek op de hedendaagse Chinese maatschappij. Grote borsten en brede heupen (2004) geeft een breed historisch beeld van het 20ste-eeuwse China, bekeken vanuit enkele Chinese families. In de roman Leven en dood putten me uit (2008) wordt zwarte humor gebruikt om het dagelijks leven te beschrijven van de jonge volksrepubliek, terwijl het recentere Sandalwood Death een verhaal is van menselijke wreedheid in het afbrokkelende Chinese rijk. De nieuwste roman van Mo Yan, Kikkers, zal op 9 november in Nederlandse vertaling van Daan Bronkhorst bij uitgeverij De Geus verschijnen. Kikkers is een toegankelijke roman over de éénkindpolitiek in China. Mo Yan droeg de roman op aan zijn tante, een vroedvrouw, die verantwoordelijk was voor vele geboortes en abortussen in China. Het boek heeft tot veel discussie geleid.
‘Mo Yan’, wat in het Chinees ‘spreek niet’ betekent, is zijn pseudoniem. Zijn echte naam is Guan Moye. Hij koos dit pseudoniem om zichzelf eraan te herinneren op zijn woorden te letten om niet in de problemen te raken. De boeken van Mo Yan worden gekenmerkt door bedekte politieke kritiek en veel gebruik van symbolen en beeldende metaforen. Zijn personages zijn levendig en vuilbekken er doorgaans lustig op los. Veel van Mo Yans romans spelen zich af in halffictieve steden. In een recent interview met ‘Granta’ (Brits literair tijdschrift) legt Mo Yan uit waarom: ‘Nu mijn werk steeds meer uitgegeven wordt, heb ik niet meer genoeg aan mijn dagelijkse ervaringen, dus moet ik met een beetje verbeelding, soms zelfs fantasie, te werk gaan.’ In datzelfde interview gaf Mo Yan toe schatplichtig te zijn aan het werk van William Faulkner en Gabriel García Márquez. Hij las beide auteurs naar eigen zeggen voor het eerst in 1984 en merkte dat zijn eigen ervaringen grotendeels met die van de auteurs overeenkwamen. Als hij de auteurs voor 1984 had gelezen, zo stelt Mo Yan, had hij zijn schrijfstijl waarschijnlijk al eerder aangepast. Ook legt Mo Yan uit waarom hij sinds Het rode korenveld is afgestapt van historische, romantische romans: ‘Toen ik Het rode korenveldschreef, was ik nog geen dertig jaar oud, dus vrij jong. Toen zat mijn leven vol met romantische factoren als ik terugkeek naar mijn voorouders. Ik was inmiddels de veertig gepasseerd toen ik Leven en dood putten me uit schreef. Mijn leven was anders. Mijn leven is meer actueel, eigentijds en de gruwelijkheden van onze huidige tijd beperken het romantisch gevoel dat ik ooit voelde. Mijn boek Grote borsten en brede heupen is zeven jaar lang verboden geweest. China is nu erg veranderd.’
Mo Yan lijkt zich doorgaans te verliezen in zeer uitgesponnen beschrijvingen van zijn personages en hun omgeving, die hij letterlijk in geuren en kleuren weergeeft. Een verhaallijn lijkt van ondergeschikt belang: in Grote borsten… volstaat de chronologie van de geschiedenis. Veel Chinese romans, zowel klassieke als hedendaagse, ontberen een dwingende plot en bestaan eerder uit een lange reeks episoden waarin bepaalde motieven telkens terugkeren. Op dit punt verschilt de Chinese romantraditie misschien wezenlijk van de westerse. Mo Yan wil het leven in al zijn volheid naar de lezer overbrengen. Stel dat hij wil vertellen hoe hij naar het warenhuis gaat om boodschappen te doen. Hij is dan het type dat onderweg in alle winkeltjes kijkt en allerlei dingen koopt die hij van tevoren niet op zijn lijstje had staan. Misschien dat een ander recht op zijn doel afgaat, maar hij is ondertussen wel een hoop ervaringen rijker geworden, bij de bakker, de kleermaker, enzovoort.
Mo Yan vindt dat schrijvers een lastige verhouding met de politiek hebben: ze willen er steeds van wegkomen, maar kunnen er gewoon niet aan ontsnappen. Het leven is erdoor gebrandmerkt, het leven is politiek. ‘In de bijna vijftig jaar van mijn leven heb ik ondervonden dat alle facetten van het leven nu eenmaal te maken hebben met de politiek, met de Communistische Partij. Maar in romans moet je ook weer niet domweg de partij gaan aanklagen. Dat is niet de taak van een schrijver. Die moet te allen tijde bij zijn personages blijven; in de beschrijving van hun karakters komt tot uiting wat hij te zeggen heeft. Ach, de vorige Chinees die de Nobelprijs won in 2002, Gao Xingjian, is een Frans burger van Chinese afkomst. Een Nobelprijs is wat mij betreft niet meer dan een interessante tip. Zo van hé, ken je deze schrijver? Zo leerde ik het werk van de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk kennen en van de Joods-Hongaarse Imre Kertész. Voordien nooit van gehoord.’
Voor de Surinaamse lezer zijn de thema’s die Mo Yan in zijn werken gebruikt ook herkenbaar: partijpolitiek, perscensuur, het clandestien uitgeven van boeken en/of artikelen, angst voor het uiten van openlijke kritiek in prozavorm, het schrijnende leven van arme boeren in de districten en het verre binnenland. Mo Yans boeken bevatten voor zijn lezer absoluut geen morele boodschap. Integendeel, hij houdt ons een spiegel voor, dat ook in het grote China communisme stap voor stap plaats maakt voor het vrije, het liberale, voor democratie!

Chinees Mo Yan wint Nobelprijs voor de Literatuur

De Chinese schrijver Mo Yan heeft de Nobelprijs voor de Literatuur gewonnen. Dat maakte het Nobelprijscomité vandaag bekend in Stockholm. De schrijver verwierf in het westen vooral bekendheid door Het rode korenveld en De wijnrepubliek. Ook zijn boeken De knoflookballades, Grote borsten en brede heupen en Leven en dood putten me uit verschenen in het Nederlands. Het rode korenveld werd in 1987 verfilmd onder regie van Zhang Yimou, die met deze film de Gouden Beer op het Filmfestival van Berlijn won.

Mo Yan (57) is een traditionele auteur die in China veel gelezen wordt. Hij is onderscheiden voor de wijze waarop hij ‘met hallucinerend realisme volksverhalen, geschiedenis en het hedendaagse combineert’, aldus het comité. Peter Englund, secretaris van de Academie, zei voor de bekendmaking contact te hebben gehad met Mo Yan. ‘Hij zei verrukt en bang te zijn’, aldus Englund tegen persbureau AP.

Niet spreken
Mo Yan (57) is een pseudoniem en betekent ongeveer ‘niet spreken’. Zijn echte naam is Guan Moye. Hij koos dit pseudoniem om zichzelf eraan te herinneren op zijn woorden te letten om niet in de problemen te raken en om zich een andere schrijversidentiteit aan te meten toen hij tijdens zijn diensttijd de pen oppakte. Hij kwam in 1955 in de provincie Shandong ter wereld in een boerenfamilie.

De boeken van Mo Yan worden gekenmerkt door bedekte politieke kritiek en veel gebruik van symbolen en beeldende metaforen. Zijn personages zijn levendig en vuilbekken er doorgaans lustig op los. De vrije stijl waarvan hij zich bedient wordt wel omschreven als ‘Chinees magisch realisme’.

Crisis
Mo Yan krijgt een prijs van 8 miljoen kroon (928 duizend euro). Dit is een van de hoogste onderscheidingen in de literaire wereld. Van het prijzengeld is vanwege de crisis 20 procent afgeknabbeld. De winnaars kregen voorheen 10 miljoen kronen.

De Nobelprijs voor de Literatuur wordt sinds 1901 elk jaar uitgereikt. De prijs wordt op 10 december, de sterfdag van Alfred Nobel, in Stockholm overhandigd. Vorig jaar won de Zweedse dichter Tomas Tranströmer de prestigieuze prijs.

[uit de Volkskrant, 11 oktober 2012]

159 jaar Chinese Immigratie

Op 20 oktober is het precies 159 jaren geleden dat de eerste Chinese immigranten voet aan wal zetten in Suriname. Tien jaar voor de afschaffing van de slavernij kwamen de eerste Chinezen in Suriname aan. Deze waren echter niet afkomstig uit China, maar uit Java. Na de emancipatie kwamen er 2500 Chinese contractarbeiders naar Suriname tussen 1853 en 1870. Deze Chinezen kwamen uit China, de Hakka Chinezen uit Kwantung en de Hoklo Chinezen uit Fuchen. De eerste groep van 500 Chinezen was van regeringswege en daarna op particulier initiatief. In 1865 werd in Amsterdam de ‘Immigratie Maatschappij’ opgericht die 2000 Chinese contractarbeiders naar Suriname bracht.

Jozef Ling Nget Tet, ondervoorzitter van de Chinese Vereniging Kong Ngie Tong, vertelt dat zijn grootouders op zoek waren naar een betere toekomst en de oversteek waagden naar Suriname. Zijn ouders kwamen in 1951 hier aan. Op 15-jarige leeftijd liet Ling Nget Tet zijn geboorteplaats Poekat in het district Kanton in de Volksrepubliek China achter om voet op Surinaamse bodem te zetten. Nu heeft hij, zoals vele Chinezen, een supermarkt. Hij gaat wel met vakantie naar zijn geboorteland, maar zou niet voorgoed terug willen keren. Voor hem is China een vreemd land geworden.

Ling Nget Tet zegt dat de Chinese samenleving niet erg happig is om de immigratiedag tot een vrije dag te laten verklaren. Volgend jaar wanneer het 160 jaar wordt, dan hopen zij wel op een vrije dag. Voor de ondernemers is elke vrije dag verlieslatend voor de economie, dus vandaar dat er niet opgedrongen wordt om de immigratiedag te verheffen tot een nationale feestdag. Wel beijveren zij zich om het Chinees Nieuwjaar tot een vrije dag uitgeroepen te krijgen. Hij hoopt dat hun verzoek, dat sinds 2011 is gedaan, door de regering wordt gehonoreerd.

[uit Dagblad Suriname, 6-10-2012]

Chinezen schetsen Suriname bekendheid in

door Donovan Mijnals

Paramaribo – In de pure sereniteit die van de omgeving rond het Fort Zeelandia uitgaat, zit An Bin te schilderen. Het kunstwerk bevindt zich nog in de beginstaat, maar zal ongetwijfeld de historische contouren waartussen hij zit uitbeelden.

De kunstenaar vertoeft op aangeven van de Chinese Ambassade samen met een collega in Suriname om middels kunst het land bekender te maken in China. In Suriname werd via directeur Stanley Sidoel van Cultuur contact gemaakt met schilder Rinaldo Klas, die de twee buitenlanders zou bijstaan tijdens hun verblijf in Suriname. “Veel Chinezen kennen Suriname niet. Sommigen weten niet eens van het bestaan van het land af en daar willen we verandering in brengen”, meldt An Bin.

Expositie
Haperend en met geanimeerde armbewegingen maakt hij zich in het Engels verstaanbaar. De goedlachse artiest verbaast zich over de vele tradities, de rijke historie en cultuur van Suriname, die hij zoveel als mogelijk zal uitbeelden voor zijn volk. “Bij mijn terugkomst in China volgt er een expositie in Beijing met de werken die we gedurende drie weken hier gemaakt hebben”, belooft hij. Maar An Bin wil het niet bij de expositie laten. Hij trekt met ietwat verhulde trots een prentenboek tevoorschijn. Afgezien van kleurpotloden tekeningen die hij van verschillende mensen heeft gemaakt, heeft de kunstschilder ook hele pagina’s volgeschreven. “En dat wil ik allemaal in een catalogus plaatsen. Dan zal China Suriname vanuit mijn ogen kunnen bekijken.”


Belevingswereld
Voor de professor aan de Chinese Kunst Academie van Hang Zhou waren vooral de verschillen tussen kunstenaars in Suriname en China opvallend. “Het is hier allemaal veel kleurrijker.” Toch is dat volgens hem best begrijpelijk. “De kunstenaars daar schilderen vanuit hun belevingswereld. Je ziet daar niet zoveel zon en het stikt er van de wolkenkrabbers.” Maar daarbovenop is met inkt schilderen een ingeburgerd gebruik in China.

Stuwmeer
De schilders hebben zich niet beperkt tot Paramaribo om een beeld van Suriname uit het penseel te schudden. “We zijn onder meer naar Para en het Brokopondo stuwmeer geweest. Dat laatste was prachtig om vast te leggen met de bomen die uit het water steken.” An Bin hoopt dat er meer van dit soort projecten komen. Hij meent dat het goed zou zijn als ook Surinamers de kans krijgen in China rond te lopen en die cultuur en leefwijze in kunst uitdrukken.

[uit de Ware Tijd, 24/08/2012]

Boekpresentatie Liu Xiaobo

Boekpresentatie, vrijdag 3 februari 2012, 16:30 uur

Boekpresentatie Liu Xiaobo

Zware prijs voor de strijd voor mensenrechten
Uitgeverij De Geus en Amnesty International lanceren op vrijdag 3 februari in het Humanity House de Nederlandse versie van het boek Ik heb geen vijanden, ik ken geen haat van Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo. De literatuurwetenschapper, schrijver en docent won in 2010 de Nobelprijs voor de Vrede vanwege zijn lange en vreedzame strijd voor fundamentele mensenrechten in China. Een strijd die hem een gevangenisstraf van 11 jaar opleverde, die hij nog steeds uitzit. Het boek is een bundeling van alle facetten van zijn werk, beschouwingen over Chinese politiek, cultuur en gedichten. Waaronder ook het Manifest Charta 08; een oproep tot respect voor mensenrechten en meer democratie.

Ook al kan Xiaobo er niet bij zijn, 3 februari staat het Humanity House in het teken van deze bijzondere man. Met bijdragen van vrienden en collega’s die dicht bij hem staan en zich inzetten voor dezelfde strijd voor fundamentele mensenrechten.

Discussie over mensenrechten

Tijdens de boeklancering zie je een korte film die Xiaobo portretteert en dichter Yang Lian draagt een gedicht voor, opgedragen aan Xiaobo. Amnesty directeur Eduard Nazarsky geeft een mensenrechtelijke beschouwing over de manifesten, gevolgd door een ronde tafelgesprek onder leiding van schrijver René Appel (voorzitter van schrijversorganisatie PEN Nederland). René Appel gaat in gesprek met Tienchi Martin-Liao (voorzitster van het Chinese PEN; zij stelde tevens samen met de vrouw van Xiaobo het boek samen), schrijver Ma Jian en dichter Yang Lian. Sprekers die Xiaobo kennen en zich ook inzetten voor de mensenrechten.

De Geus en Amnesty International verbonden voor en door Xiaobo
Amnesty International adopteerde Liu Xiaobo in 1989 als gewetensgevangene. Sinds hij gevangen zit, voert Amnesty actie voor zijn vrijlating en vraagt aandacht voor het belang van zijn werk en inzet om de mensenrechtensituatie in China te verbeteren. De Geus onderscheidt zich binnen Nederland als uitgever van literair talent in de moderne multiculturele samenleving. De Geus brengt daarmee literatuur uit de hele wereld onder handbereik van de Nederlandse en Belgische lezers. Deze partijen hebben in het Humanity House een logische plek gevonden voor het organiseren van de boeklancering. Het Humanity House biedt een ontmoetingsplek en wakkert als platform de discussie over humanitaire hulp en mensenrechten aan.


Boeklancering bijwonen?
Mail naar aanmelden@humanityhouse.org o.v.v. ‘boeklancering Liu Xiaobo’. Je ontvangt van ons een bevestiging dat je op de gastenlijst staat. Reserveer snel, voor deze boeklancering is veel belangstelling.

Foyer open vanaf 16.00 uur
Start boekpresentatie 16.30 uur
Toegang gratis

2012 Jaar van de Draak

Paramaribo – Chinees Nieuwjaar, ook bekend als het Lentefestival of Lentefeest, is de belangrijkste van de Chinese feestdagen. Het Chinese jaar begint op de tweede nieuwe maan na de zonnewende van 21 december. Dit kan niet voor 21 januari en niet na 20 februari gebeuren. Het wordt gevierd op de eerste dag tot en met de vijftiende dag van de eerste maand van de Chinese kalender. Dit jaar valt het op 23 januari.
Het Chinees Nieuwjaar wordt traditioneel gevierd met de draken- en leeuwendansen. Dit jaar is héél speciaal: het is het jaar van de draak. Volgens Jozef Ling Nget Tet van de vereniging Kong Ngie Tong Sang is de draak heel belangrijk voor de Chinese gemeenschap. Achter deze dierenriem schuilt een grote mythe en het is het belangrijkste dierenteken voor de Chinezen. Ook in Suriname zal het feest groots gevierd worden.

De Chinese vereniging had een verzoek ingediend bij de president om het Chinese Nieuwjaar te verheffen tot een nationale feestdag. Het verzoek is niet gehonoreerd. Ling Nget Tet zegt dat hij hoopvol is gestemd en het geloof heeft dat hun verzoek uiteindelijk toch wel zal worden gehonoreerd.

[uit Dagblad Suriname, 20/01/2012]

Vrije Dag Chinees Nieuwjaar?

Paramaribo – Het uitroepen van 23 januari als nationale vrije dag in verband met het Chinese Nieuwjaar is nog niet duidelijk. Dit besluit is afhankelijk van president Desi Bouterse die momenteel uitlandig is.

De Chinese vereniging Kong Ngie Tong Sang heeft reeds een verzoek ingediend en wrijft de handen in elkaar in de hoop, dat het staatshoofd gunstig hierop reageert. De organisatie heeft eerder aangegeven er een grootse viering van te zullen maken. Wordt het verzoek niet gehonoreerd zal Chinees Nieuwjaar zeer bescheiden gevierd worden.

Behalve de Chinese bevolkingsgroep hebben de Javanisten ook een verzoek liggen bij de overheid om een vrije dag. Dit is nog steeds niet gehonoreerd.

[van GFC Nieuws, dinsdag 10 januari 2012]

Chinese mensenhandelaars hebben vrij spel in Suriname

door Ivan Cairo

Paramaribo – Chinese mensenhandelaars en hun handlangers in Suriname hebben vrij spel. Justitie kan hen maar niet aanpakken, omdat vermoedelijke slachtoffers de kaken uit vrees voor repressaille stijf op elkaar houden. De meeste slachtoffers uit China worden te werk gesteld in supermarkten, erotische massagesalons en de bouwsector. Zowel via legale als illegale wegen worden de slachtoffers naar Suriname gebracht. Zo blijkt uit een criminaliteitsbeeldanalyse van de politie.

Nieuw beleid
Een hooggeplaatste veiligheidsfunctionaris erkent, dat de Chinese maffia al jaren actief is in de mensenhandel in Suriname. Justitie lijkt echter aan handen en voeten gebonden en kan niet effectief optreden wegens gebrek aan bewijs. “We kennen de steunpunten en de handlangers hier, maar het is heel moeilijk om het sluitend bewijs tegen deze personen en organisaties te verzamelen”, zegt de functionaris in gesprek met de Ware Tijd. In een poging om de mensenhandel vanuit China te bemoeilijken en eventuele daders te kunnen aanpakken, worden nu nieuwe regels en beleidsmaatregelen voorbereid. Vooralsnog wil de veiligheidsambtenaar deze niet prijsgeven. “Wij werken er aan en zullen het met de nieuwe regels moeilijker maken voor deze criminelen”, wordt gesteld.

Wurgcontracten
In het rapport wordt onder andere gesteld dat wordt dat verschillende onderzoeken naar mensenhandel onder Chinezen in Suriname ‘hebben uitgewezen dat een Chinese organisatie actief is om Chinezen in China te recruteren’. Deze personen moeten een wurgcontract tekenen, waarbij ze aangeven akkoord te gaan dat ze voor een periode van twee jaar in Suriname zullen werken, zonder voor hun arbeid loon te ontvangen. Zulks als compensatie voor de kosten van huisvesting, voeding en vliegtickets. Het bedrag dat deze slachtoffers moeten terugbetalen, ligt tussen US$ 7.000 en US$ 10.000. Verder wordt aangegeven dat bepaalde slachtoffers als winkelbediende worden ingezet in supermarkten en van 8 uur ‘s morgens tot 10 uur ‘s avonds moeten werken.

Mensonterend
Sommige mannelijke slachtoffers worden uitgebuit in de bouw- en constructiesector. Daar worden ze gehuisvest in kleine barakken, waar sprake is van mensonterende toestanden. Andere vrouwelijke slachtoffers worden ingezet in Chinese erotische massagesalons. Onderzoek van de politie heeft de afgelopen jaren echter niet tot aanhouding van daders geleid. Als belangrijkste reden wordt opgegeven de taalbarrière tussen slachtoffers en rechercheurs en de weinig coöperatieve houding van slachtoffers. Ook wordt aangevoerd dat de verklaringen van slachtoffers ondanks het inzetten van vertalers niet betrouwbaar waren en weigerden ze meestal de namen van de mensenhandelaars of hun handlangers te noemen uit vrees voor represaille.

Veroordelingen
In gevallen waarbij onder andere vrouwen uit Brazilië, Guyana en de Dominicaanse Republiek , maar ook Surinamers in de seksindustrie werden uitgebuit, had justitie meer succes. In een aantal gevallen is het gekomen tot veroordeling van de mensenhandelaars en hun comparanten, onder wie ook buitenlanders. In één geval werd de kapitein van een vissersboot, een Koreaan, tot een langjarige gevangenisstraf veroordeeld voor het uitbuiten van Vietnamese arbeiders op zijn boot.

Niet op de hoogte
De overkoepelende Chinese organisatie in Suriname, Suriname Chinese United Association (SCUA), reageert geschokt op de berichtgeving over mensenhandel van Chinezen in Suriname. “Wij zijn hier absoluut niet van op de hoogte,“ zegt woordvoerder en bestuurslid Stephen Tsang tegenover de krant. “Als dit werkelijk zo is, betreuren wij dat mensen onder die omstandigheden naar Suriname worden gelokt”. Ook over de wurgcontracten die de Chinezen worden aangeboden, tast Tsang in het duister.

[uit de Ware Tijd, 27 en 28/12/2011]

Zie ook deze film van Masami Tsai Meu Chong over het uitgaansleven in Suriname

‘Westerlingen moeten vaker Chinese boeken lezen’

Schrijvers van Chinese boeken menen dat meer Chinese boeken vertaald zouden moeten worden en dat ideeën die tot nadenken aanzetten vaker in die boeken beschreven zouden moeten worden. De status van literair China zou op die manier verhoogd moeten worden. De auteurs spraken bij een evenement die de hoogstaande Chinese Mao Dun Literatuur Prijs promoot. Zij benadrukten dat de moderne Chinese literatuur nog niet veel westerse lezers weet te trekken, ondanks de wereldwijde economische aanwezigheid van het land.De Mao Dun-winnaar van verleden jaar, Mo Yan, zei dat Chinese auteurs verder zouden moeten kijken dan tot nu toe is gedaan en meer romans zouden moeten schrijven die tot nadenken stemmen. Yan schreef onder meer het boek Kikker, een verhaal over een vroedvrouw die instort na het decennia lang uitvoeren van gedwongen abortussen.

[uit Trouw, 26-8-2011]

 

Ken Mangroelal – Panta rhei (7)

Zhong guo da. Zhong guo hen da. China is groot. China is zeer groot

Zoals de busjes in handen van de Hindoestanen, zijn hier alle supermarkten in handen van de Chinezen. In de busjes klinkt Bollywoodmuziek en in de supermarkten wachten je beeld en geluid van een Chinese televisiezender. De Chinezen zijn de echte koelies. Zij werken zich te pletter. Ik heb menig Chinees achter de toonbank zien knikkebollen. Pogende slapend rijk te worden? Een dutje tijdens de arbeid, mogelijk; een normale nachtrust, een wensdroom.

Buiten de stad zijn er ook Chinezen die lange uren maken met het kappen van het oerwoud en koortsig zoeken naar bodemschatten. Dit land was kolonie af, met de komst van de Chinezen wordt het kolonie revisited. De Chinezen doen het nogmaals voor wat de bevolking hier zelf moet ondernemen. Begin zestiger jaren van de vorige eeuw, ja zo lang geleden, moet een zekere Dr. Jan Verhoeve in de hoofdstad van dit land in de herkansing een radiopraatje hebben gehouden over de koloniale samenleving. Naipaul nam een deel van die toespraak op in zijn boek The Middle Passage (1962). In die toespraak vond ik een stukje tekst dat wat mij betreft nog steeds opgaat: “A few exceptional people […] come to great achievements, but thereby lose their nationality [… ] And what goes for them does not go for them thousand others who must remain stuck in a soulless imitation, never achieving anything of their own. They learn to despise their own, but get nothing in its place.” Ondanks revolutie en onafhankelijkheid leeft men hier nog in tempo doeloe. “Met de Chinezen is het goed zakendoen” luidt hier de algemene kreet en “ze stellen geen lastige vragen en zeker niet aan je staatshoofd.”

De hoofdweg richting het centrum wordt opgesierd met stalletjes van sappelende burgers en lagere middenstand die hun schamele koopwaar aanbieden. Stalletjes met groente of fruit uit eigen tuin of kostgrondje, vis uit de rivier niet op ijs, hoe lang blijft dat vers in deze hitte, eten uit eigen keuken, zelfgemaakte kleding, ga zo maar door. Ik kan het niet nalaten rekensommetjes te maken. Ik kom uit op inkomens fluctuerend rond de armoedegrens. De schatkist is ook leeg. De regering wilde het onafhankelijkheidsfeest groots vieren. Geld daarvoor was er echter niet. De regering stuurde bedelaars langs de burgers en bedrijven om wat geld te hosselen. Een woord dat nogal met dit land wordt verbonden is ‘pinaren’. Etymologisch gaat het terug op het oudGriekse woord penía (armoede, gebrek, nood) en het Latijnse penúria (nijpend gebrek, grote verlegenheid). Dan vinden we het terug in het Nederlandse woord ‘penarie’. In de penarie zitten (geldzorgen hebben). Goed de mensen proberen hier oprecht het hoofd boven water te houden. Initiatieven te ontwikkelen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Maar deze struggle for life onder de blote hemel komt mij voor als laatste wanhoopsdaad. Het lijkt alsof de Chinezen deze marginalen uit de winkels de straat op hebben gejaagd of ze hebben daar zelf om gevraagd. Konden vroeger de conquistadores de Indianen in ruil voor spiegeltjes het goud ontfutselen, nu doen de Chinezen dat middels de aanleg van infrastructuur, in het bijzonder wegen, even strak en efficiënt als die van de Romeinen. En het plebus juicht.

[wordt vervolgd]

De Chinese Leeuwendans

Oorspronkelijk werd de leeuwendans alleen opgevoerd voor de keizer. Maar in de loop der jaren verspreidde de leeuwendans zich via het leger naar de burgers, en werd ze steeds meer onderdeel van het Chinese leven. Nu is de leeuwendans niet meer weg te denken: iedere feestdag, elke opening of het nu om een gebeurtenis of een bedrijf gaat… altijd wordt de leeuwendans opgevoerd. Deze verjaagt immers de boze geesten, en brengt geluk en voorspoed.

De leeuw
Een leeuw bestaat uit een groot hoofd van gekleurd en verstevigd papier rond een frame van bamboe en ijzerdraad. Binnen in het hoofd zitten koorden en hefbomen waarmee de danser de ogen, oren en mond van de leeuw kan bewegen. Achterlijf en staart worden gevormd door een lange, veelkleurige doek. Twee personen brengen de leeuw tot leven; zij dragen broeken die passen bij het achterlijf van de leeuw, terwijl hun bovenlichaam schuil gaat. De voorste persoon draagt het zware hoofd (en moet dus sterke schouders en armen hebben); de achterste persoon vormt voorovergebogen het achterlijf, waarvoor een sterke rug en sterke benen vereist zijn. Dat verklaart meteen waarom de leeuwendansen altijd door wushu-ers uitgevoerd worden: zij hebben de kracht, de flexibiliteit en het doorzettingsvermogen die nodig zijn voor een goede leeuwendans, en kennen de verschillende passen (kungfu-standen) die de leeuw uitvoert.

De inwijding van de leeuw
Het meest belangrijke moment in het leven van een leeuw is zijn geboorte of inwijding. Zonder deze inwijding is de leeuw niet meer dan een stuk verstevigd papier met een doek eraan, een pop; tijdens de inwijding neemt de geest van de leeuw bezit van het omhulsel, en krijgt de leeuw zijn betekenis. De dianjing of kaiguang (“het openen van de ogen”) wordt meestal uitgevoerd door de gastheer van een belangrijke gebeurtenis, door de meester van de wushu-school, door een taoïstische priester of door een ander hoogstaand en gerespecteerd persoon. Bij de ceremonie opent de inwijder de ogen, oren, mond en neus van de leeuw symbolisch door deze met rode verf aan te stippen; ook de staart en de poten worden aangestipt. Ook kan de leeuw gezuiverd worden door met een groene tak (liefst van de Bu-Look of pomeloboom) water over zijn lichaam te sprenkelen. Vervolgens krijgt de leeuw een rood lint om zijn hoorn gebonden, als symbool van moed en eer.

De leeuwendans
Een leeuwendans kent geen vaste volgorde; de dans wordt aangepast aan de gelegenheid en de situatie, en goede leeuwendansspelers improviseren veel tijdens de leeuwendans. Wel begint en eindigt de leeuwendans altijd met een drievoudige groet aan eigenaar/gastheer en gasten. Een aantal andere elementen: de leeuw verkent al snuffelend de omgeving, waarmee hij ongeluk en boze geesten verjaagt en geluk verspreidt. Daarna volgt vaak suai si, de slapende leeuw. De leeuw slingert met zijn hoofd alsof hij in slaap valt. De voeten van de dansers kruisen, en de leeuw valt terug in de paardenstand, alsof hij plotseling even wakker schrikt. Dan wint de slaap en gaat de leeuw liggen, waarbij het rollen van zijn hoofd duidelijk maakt dat de leeuw droomt. Andere elementen zijn het bijten naar vlooien, en het verzorgen van zijn toilet. Vervolgens wordt de leeuw langzamerhand actiever, krijgt hij honger en gaat hij op zoek naar eten. Daarmee start het belangrijkste deel van de leeuwendans: de chang.

De chang is het raadsel dat leeuw op moet lossen, of de uitdaging die de leeuw moet overwinnen. Vaak bestaat dit uit het vinden en eten van het voedsel. De belangrijkste vorm hiervan is choi chiang (“pak het groen”), waarbij ergens groene groente wordt opgehangen die de leeuw moet vinden en opeten. Naast de groente hangen vaak rode envelopjes met geluksgeld of de beloning voor de leeuwendansers. De chang laat zien dat geluk en voorspoed niet vanzelf komen: je moet er wel iets voor doen! Na het eten kauwt de leeuw een tijdje op zijn voedsel; vervolgens barst hij onder luid tromgeroffel uit en spuwt hij het eten (bladeren van de groente of de schillen van het fruit) om zich heen. Dit is een zegening; een teken dat de toekomst overvloedig zal zijn.

Muziek
Muziek speelt een belangrijke rol bij de leeuwendans. Meestal volgt de trommel de bewegingen van de leeuw; de andere instrumenten (bekkens en gong) volgen dan het ritme van de trommel. De verschillende bewegingen van de leeuw kennen elk hun eigen ritme.

[van website 100 jaar Chinezen]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter