blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Caprino Mildred

Publieksgeschiedenis – Leren van geschiedenis 100

door Hilde Neus

Hoe leren we van geschiedenis? Dit honderdste nummer van deze rubriek heeft een wat andere insteek dan normaal. Bij het reguliere stuk stip ik eerst zaken uit de actualiteit aan, om dat vervolgens te combineren met informatie uit (voornamelijk) de achttiende eeuw. Dat doe ik omdat ik veel in de Surinaamse archieven zit, die overigens allemaal online in te zien zijn. En wel via: ga het na, om dan verder een relevant archief te kiezen, dat elk een eigen inventarisnummer heeft. Bijvoorbeeld de Raden van Politie (criminele en politieke zaken, 1.05.10.02) of de Notariële archieven, als je iets wil weten over testamenten (1.05.10.02). Ook het archief van de Sociëteit van Suriname bevat een schat aan gegevens (1.05.03). Die bakra’s van vroeger waren erg goed in het opschrijven van informatie. Dat ondersteunt het reconstrueren van onze geschiedenis, al is het middels de blik van de witte kolonisator. En laat zien dat er vaak niets veranderd is, of dat we juist een les kunnen leren uit hoe het er vroeger aan toe ging.

read on…

Lezing: leven op de plantages

Op zaterdag 28 oktober houdt kapitein Johannes Niavai een lezing met als titel ‘Hoe was het leven op de plantages tijdens de slavernij in Suriname.’ Inleider is Mildred Caprino.

read on…

NAKS Iconenkalender 2021

De Covid-19-pandemie en de economische crisis hebben de activiteiten van NAKS grotendeels stil gezet. Maar achter de schermen wordt hard gewerkt aan een van de meest succesvolle projecten van de afgelopen jaren: de NAKS Iconen-kalender.

read on…

Hoe verder met het project Teruggave Archieven Suriname?

Ter gelegenheid van de viering van de afronding van het project Teruggave Archieven Suriname op 19 januari jl. in het Nationaal Archief in Den Haag hield Peter Meel (Universiteit Leiden) de volgende lezing. read on…

Mildred Caprino over Poelepantje als plaats van herinnering

De “Stichting Fiti Fu Wini” organiseert op 31 januari een Opo Yari bijeenkomst met een presentatie van de historica Mildred Caprino, met als thema: “Puru Panyi, presi fu memre. Memre na sabi” (Poelepantje plaats van herinnering). read on…

Fiti Fu Wini wijdt eerste winti-priesteres in

De “Stichting Fiti Fu Wini” is een naar Surinaams recht opgerichte rechtspersoon, die zich onder meer bezig houdt met onderzoek, veredeling en conservering van de Afro-Surinaamse Cultuur en Religie in al haar facetten. read on…

‘Een baken in de samenleving’

door Christine F. Samsom

Wie op de website van de MAS gaat, zal verschillende berichten aantreffen over bakens en boeien waar iets mee aan de hand is. De bakens geven aan welke route voor de scheepvaart veilig is om de monding van een rivier in of uit te varen. Vaak zijn ze voorzien van lichten. Het Comité Christelijke Kerken (CCK) is al ruim zeventig jaar een lichtend baken in de samenleving. Opgericht in 1942 door initiatiefnemers uit de vier grootste christelijke kerken: de hervormde kerk, de evangelische broedergemeente, de evangelisch lutherse kerk en het rooms-katholiek bisdom Paramaribo, later uitgebreid met de anglicaanse kerk en het leger des heils, heeft het CCK een bijzondere plek veroverd in de Surinaamse samenleving. read on…

Een eigen geschiedenis vraagt om eigen geschiedschrijving

door Ruben Bakker
Geschiedenis kan ‘over’ Suriname gaan, maar is die dan ook ‘van’ Suriname? Voor geschiedschrijving (of historiografie) is het uitermate belangrijk vanuit welk perspectief gekeken wordt. Dit komt al naar voren in de ondertitel van de bundel Verkenningen in de historiografie van Suriname, die de ambitie aangeeft om te komen Van koloniale geschiedenis tot geschiedenis van het volk. Deze ambitie spreekt ook uit het symposium ‘Geschiedschrijving van Suriname’, gehouden in 2013, waar deze bundel uit voortgekomen is.
In een geschiedenis van het volk staat het volk centraal, dit in tegenstelling tot een koloniale geschiedenis, waar de relatie met de kolonisator centraal staat. Als men spreekt van dekolonisatie van de geschiedschrijving wordt bedoeld dat niet alleen het bestuur van een land, maar ook de geschiedschrijving onafhankelijk wordt. Maar wat betekent dit precies? En hoe kunnen we dat bereiken? Dit zijn de vragen die in de bundel centraal staan. De bundel bestaat uit 25 Nederlands- en Engelstalige essays, geschreven door Surinaamse en buitenlandse (vooral Nederlandse) historici. Hiermee beslaat de bundel – die in twee delen is uitgekomen –  zo’n 656 pagina’s in totaal.

read on…

Discussie rond perspectief Leusden-tentoonstelling

door Euritha Tjan A Way
 
Paramaribo – Econoom Armand Zunder is niet blij met de tentoonstelling Smart van een Slavenschip Scheepsramp op de Marowijne die vanaf begin november te zien is in Fort Zeelandia. De expo die in het kader van 150 jaar afschaffing van de slavernij naar Suriname gehaald is door de Nederlandse ambassade, vertelt niet de totale historie en is volgens de econoom een slachtofferverhaal.
“De geschiedenis van de tot slaafgemaakte begint bijvoorbeeld niet met slavernij. Dat is een historie van tienduizenden jaren waarin Afrikanen piramides gebouwd hebben, wetenschap ontwikkeld hebben en veel meer. De slavernij is slechts 500 jaar van die geschiedenis.” Ook is volgens Zunder niet verteld dat de Nederlandse regering deels eigenaar was van het gezonken schip Leusden en dat het land rijk is geworden door slavernij en slavenhandel.
Massamoord
Volgens Zunder is ook de naam incorrect. “Het is geen scheepsramp, het is massamoord op ongeveer 700 tot slaafgemaakten. De kapitein van het schip heeft massamoord gepleegd toen hij besloot de luiken dicht te spijkeren terwijl de gevangenen nog in het ruim waren.”
Ada Korbee die door de Nederlandse ambassade is aangetrokken om de tentoonstelling in Suriname op te zetten, is het eens met Zunder dat het verhaal vanuit een bepaald perspectief verteld is. “Maar het is een tentoonstelling die we hebben overgenomen van het Scheepvaartmuseum in Nederland. Hun museale belangstelling gaat dan ook uit naar het schip en we hebben wel wat kleine dingen aangepast, maar de teksten uit de panelen kunnen we niet veranderen natuurlijk.”
Cultuurbeleving
Volgens Zunder is het meer dan jammer dat Suriname het besef en het geld niet heeft om zulke projecten zelf te initiëren. “Je krijgt een situatie waarbij wie betaalt bepaalt. De Nederlandse ambassade betaalt en bepaalt daarmee de cultuurbeleving in dit land. En dat doen ze op steenworp afstand van het Kabinet van de President”, roept Zunder geïrriteerd.
De econoom kan het ook niet verkroppen dat kinderen die een rondleiding krijgen naast elkaar geplaatst worden om te aan te voelen hoe het eraan toe ging op zo een slavenschip. “Dat is vragen om trauma’s. Dat moet je niet doen.”
Zunder vergelijkt de slavernij met de Joodse holocaust wanneer hij zegt: “Zie je al dat Joodse kinderen gebracht worden naar Auschwitz en in de gaskamer geplaatst worden zodat ze kunnen ervaren wat hun voorouders hebben meegemaakt?”
Volgens Mildred Caprino, geschiedenisdocent op het Instituut voor de Opleiding van Leraren, haalt Zunder dat uit de context. “Wat gedaan wordt, is dat kinderen gesensibiliseerd worden voor wat zich heeft afgespeeld tijdens de slavernij. Daarvoor worden didactisch verantwoorde manieren gebruikt. De Joden hebben ook hun gedenkmonumenten waar ze een steen zetten toch?”
Volgens Korbee gaat de Nederlandse ambassade geen discussies uit de weg. “Daarom komt er in de tweede week van januari een debat bij de tentoonstelling. Daar mag iedereen aan meedoen en dan komen ook de gevoelige onderwerpen ter sprake.”
[uit de Ware Tijd, 29/11/2013]

‘Hoe duur was de suiker romantische weergave slavernij’

door Euritha Tjan A Way

Paramaribo – De verfilming van het boek Hoe duur was de suiker heeft gemengde reacties uitgelokt. Veel mensen zijn blij dat er eindelijk internationale aandacht is voor de slavernijgeschiedenis van Suriname, anderen zien de film als een eenzijdige visie op slavernij. Econoom Dew Baboeram (Sandew Hira) beschrijft in zijn column het boek: “Je denkt dat het verhaal gaat over slavernij, maar het gaat over liefde. Het beeld dat wordt geschetst, is dat slavernij één en al liefde was. De witte vrouwen zijn verliefd op de witte mannen. De zwarte vrouwen zijn verliefd op de witte mannen. De witte mannen zijn verliefd op de zwarte en witte vrouwen. De zwarte vrouwen houden van de witte vrouwen. En waar een zwarte vrouw en een zwarte man verliefd zijn op elkaar, laat de zwarte man de zwarte vrouw in de steek voor een andere zwarte vrouw. Dat heb je met zwarte mannen in koloniale verhalen.” Hij geeft aan de film echter nog niet gezien te hebben. [zie bericht hieronder]

Realiteit?

De website repeatingislands.com geeft in tegenstelling tot Hira aan dat het boek een diepzinnige weergave is van het leven in een Nederlandse slavenkolonie. ‘McLeod was excited that her book was turned into a movie that will take the reality of slavery to a world platform’ publiceert het medium en ‘The book presents a frank exposé of life in a Dutch colony’. [zie bericht hieronder]
Historicus Mildred Caprino is daar faliekant tegen. “Het is een geromantiseerde versie van de slavernij. Het is door de bril van de witte man verteld. Wat wij nodig hebben is een verfilming bekeken door de bril van nazaten van de tot slaaf gemaakten. Dat zal in een ander verhaal resulteren,” weet Caprino. Zij is zich er echter van bewust dat het nageslacht de film zal zien en dat het voor velen de eerste kennismaking is met het Nederlands / Surinaams slavernijverleden. “Maar ik geloof dat er een zekere bewustwording op gang komt. Na de serie Slavernij op NTR kwam er een beweging op gang die ageerde tegen het genuanceerde beeld dat daarin geschapen werd.”

Kans
Of er een Nederlandse regisseur te vinden is die het verhaal vanuit de visie van de tot slaaf gemaakten wil verfilmen betwijfelt Caprino. “We moeten het zelf doen,” zegt ze resoluut. Historicus Jerry Egger kan het boek waarderen en denkt dat de film de kans biedt aan velen om kennis te maken met een stukje geschiedenis. “Ik vind prima wat McLeod heeft gedaan. Ik denk echter dat mensen het boek en de film niet zullen beschouwen als documentaire. Het is een geromantiseerde versie en dat zegt de regisseur ook duidelijk,” legt Egger uit. Hij las in 1988 het boek voor het eerst en in één keer uit. “Ik vind het een prettig geschreven boek. Een historische roman en dat genre biedt trouwens velen voordelen. Een historische analyse bijvoorbeeld zou nooit zoveel verkocht worden”, aldus Egger.

[uit de Ware Tijd, 3/10/2013]

Oude waterbron opengesteld voor spiritueel welzijn

Paramaribo – “Water is leven en energie. De bron moet niet dicht blijven!” Vurige woorden van Jerrel Vijber die de spirituele boodschap heeft gehad dat de waterbronnen van Groot Paramaribo open moeten. “Ik ben een volksmens en heb me altijd beziggehouden met de noden van mensen. Dat is niet mijn keus. Ik word geestelijk gestuurd en begeleid. Dat is al zo vanaf mijn jonge jaren. Daarom ken ik de historie van dit gebied als geen ander. Het is kennis van bifo bifo bifo,” spreekt Vijber van wie de stemkleur dieper en het Sranan accent heel anders is dan normaal.

Antwoorden
Hij lijkt diep in gedachten verzonken wanneer hij de aanleiding vertelt voor het open stellen van deze waterbron. “Verschillende Afro- organisaties hadden een bijeenkomst hier in de V-Tunnel. Ze probeerden een culturele hervorming te realiseren. Ik zag dat de mensen elkaar niet konden vinden. Ik zag ook dat er veel nood was onder de mensen. Als lid van Fiti Fu Wini zag ik bij de eerste vergaderingen bijna tien jaar geleden, steeds weer dat mensen met zichzelf en met problemen zaten. Ik heb de vraag naar een oplossing aan mijn binnenste voorgelegd. Ik zocht naar antwoorden. ”
Spirituele bewakers
Uiteindelijk kreeg Vijber de antwoorden uit een onverwachte hoek. “De vier spirituele bewakers van dit gebied (lees omgeving Waterkant) brachten mij de boodschap. Zij zeiden aan mij dat het goede van dit land opgesloten zit in de waterbronnen. Water is van groot belang voor de mens, waarom zijn die putten toentertijd dichtgedaan? Ze moeten open”, benadrukt de boodschapper die op dat moment niet meer alleen is.
“Ik heb de boodschap aan de voorzitter van Fiti Fu Wini gegeven en samen zijn wij op onderzoek uitgegaan. Daarbij is gebleken dat deze bron niet alleen voor water zorgde voor het hele gebied rondom de Waterkant, maar dat mensen van heinde en verre kwamen om er water te halen. Er zijn meer bronnen, maar die hebben we nog niet gevonden. Deze is alvast van groot belang”, overtuigt Vijber die met steeds meer passie en nadrukkelijke gebaren praat.
Ook historicus Mildred Caprino is ervan overtuigd dat de bron een cultuur/historisch monument is. “De bron staat op een ontmoetingsplek waar mensen samen kwamen tijdens en na de slavernij. Ze kwamen nieuws uitwisselen en hun noden bespreken. Het is een gedenkteken waard en zeker als we nagaan dat de put altijd water heeft.”

Raar
Vijber maakte iets bijzonders mee toen de put de eerste keer werd opengedaan.”Mensen van de Brandweer, Openbare werken en vertegenwoordigers van culturele organisaties waren aanwezig toen het deksel verwijderd zou worden. Het is raar, maar geen van de mannen met grote hamers en bijlen konden de deksel er vanaf krijgen. De voorzitter van Fiti Fu Wini Claudetta Toney, kwam naar mij en vroeg aan mij te kijken wat ik kon doen. Ik ging naar het deksel toe, zei dat wat in me opkwam op dat moment, gaf er vier kleine slagen aan en de put ging open.” Vandaag om elf uur wordt de put met open hekwerk opgeleverd aan de Oude Hofstraat.

[uit de Ware Tijd, 15/06/2013]

Slavernij-invloeden (VI en slot): Eenoudergezinnen als ‘hebi’ uit de slavernij?

door Tascha Samuel

Het is vanuit sociaal maatschappelijk oogpunt verklaard dat tweeoudergezinnen de norm zijn voor het bouwen van sterke gezinnen, als basis voor een goede maatschappij. Vader en moeder hebben beiden een essentiële bijdrage in de vorming en opvoeding van een kind tot een stabiele burger. Men geeft in dezelfde theorie ook aan, dat het in eenoudergezinnen makkelijker verkeerd kan gaan.
Binnen de gemeenschap wordt weleens de stelling geponeerd dat het eenoudergezin een ‘hebi’ is uit de slavernij. Maar dat zou betekenen dat er zich geen ontwikkeling heeft voorgedaan sinds de afschaffing van de slavernij, nu al bijna 150 jaar geleden stelt historicus Mildred Caprino.
“Het is een vooringenomenheid. Wil dat zeggen dat men de trauma’s niet heeft verwerkt; niet erbij stil heeft gestaan dat zoals het toen was, niet meer zo moet?” Zij gaat zelfs verder door te stellen: wie bewezen heeft dat het eenoudergezin zo slecht is?

“Vele voorouders van Afro-Surinamers zijn zelf afkomstig uit een oudergezinnen, is het dan allemaal fout gegaan?” Caprino vertelt dat er ten tijde van de slavernij in ieder geval met het instituut gezin totaal geen rekening werd gehouden. “Als men al een gezin had gevormd, was het als de slavenmeester het toestond geen probleem dat de vader verkocht werd of dat een kind van haar moeder werd weggehaald. Pas toen het instituut slavernij afgeschaft was moest men meer rekening houden daarmee. Toen werden slaven een schaars goed waar je goed voor moest zorgen want je kon niet meer gaan halen.” Volgens Caprino zou men meer stil moeten staan bij wat we al hebben bereikt. “Misschien niet het absolute welzijn en welvaartsniveau, maar er zijn wel vorderingen gemaakt en dat op eigen kracht.”

[uit de Ware Tijd, 30 juni 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter