blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Campo Alegre

Fred de Haas – Jan Antonio uit Beesd, leraar te Curaçao

In Nederland was hij een lul[1]
(op Curaçao een hele knul) en
hij had ook een sproetenkop,
was een Makamba[2] op en top.

read on…

Campo Alegre wordt geveild

Willemstad – Er zijn verschillende gegadigden voor de op komst zijnde veiling van Campo Alegre, zo laat de woordvoerder van het Openbaar Ministerie (OM), Norman Serphos weten. Dat er meer dan één gegadigde is, is verheugend omdat de veiling dan grotere kans van slagen heeft. read on…

Campo Alegre: Een avondje uit in een Curaçaos hoerenkamp

door Chantal Journeys

 

Beeld je het volgende plaatje even in: een park vol met dezelfde genummerde huisjes, redelijk grote looppaden ertussen, veel bomen, een groot plein waaromheen alle gebeurtenissen plaatsvinden en een stamkroeg waar alle gasten zich ’s avonds neersettelen. Klinkt als Center Parks, nietwaar?

…de winkel in vakkleding…

Ik zit op de voormalige Antillen, en daar gaan de dingen net even iets anders dan wat we normaal gesproken gewend zijn in Nederland. Zo is deze Center Parks look-a-like op Curaçao geen braaf familie-vakantiepark met entertainment voor de allerkleinsten, maar een bordeel waar zo’n driehonderd vrouwen op gestationeerd zijn. Welkom bij Campo Alegre, waar het amusement vooral gericht is op de wat oudere mannen.

Gelukkig snappen ze hier het principe van nieuwsgierige Nederlanders en weten ze dat het overgrote deel van deze groep jong en van het vrouwelijk geslacht is. Daarom hebben ze dinsdagavond tot Ladies Night gebombardeerd, en zijn niet alleen opgewonden mannen welkom, maar mogen ook de vrouwen een kijkje nemen in het enige legale bordeel op het eiland.

bloemverzorging

Op een paar te vroeg aanwezige jongeren en een aantal loslopende prostituees zijn er nog maar weinig anderen, zo aan het begin van de nacht. Langzaamaan stroomt de overige meute binnen, variërend van jonge, Nederlandse jongens tot locals van middelbare leeftijd. Hoewel het officieel Ladies Night is vertonen vooral mannen zich in het publiek. We zijn de enige groep die voor het grootste gedeelte uit Nederlandse meisjes bestaat. Waar alle nieuwsgierige kijkers met name voor komen zijn de podiumshows. Een paar buitenlandse prostitués draaien een heleboel rondjes draaien om de paal en ontdoen zich langzaam maar zeker van hun toch al schaarse kledij. Daarna breekt echter hét moment van de damesavond aan: er komt een indiaan het podium op. Ja lieve mensen, jullie lezen het goed: een indiaan.

Althans, daar moet hij voor doorgaan. Men neme een donkere man, kleden hem geheel in witte kleding met gaten op plekken waar ze normaal niet horen te zitten en we zetten een verentooi op z’n hoofd. Een indiaan. Na een paar rondjes om de paal te bewegen, besluit deze weledele heer vervolgens om het publiek in te gaan. Aangezien wij nogal opvallen door onze blanke huidskleur, geslacht en plek vlakbij het podium, is zijn keuze niet zo heel lastig te maken waar hij het eerst heen zou gaan om zijn moves van dichtbij te laten zien. Een voor een krijgen we hem van heel dichtbij te zien, de ene keer met iets meer kleding aan dan de andere keer, maar hij houdt het nog best netjes. Tot hij een van mijn metgezellen het podium optrekt en nogal – tja – provocerende bewegingen maakt. Laten we het er maar op houden dat ik heel blij was dat ik a) een broek aan had getrokken en b) naar de bar was gevlucht voor een drankje na zijn eerste bezoek aan onze bank.

Naast een paar mannelijke prostitués, zijn er In het ‘kamp’ zo’n driehonderd meisjes werkzaam. Al die meisjes blijken hier een eigen kamer te huren voor een vast bedrag per maand en mogen voor drie maanden op het terrein blijven. Daarna moeten ze terug naar hun eigen land (veelal Colombia, Venezuela of de Dominicaanse Republiek). Wat ik heb begrepen van anderen is dat ze drie maanden blijven, dan drie maanden teruggaan en dan weer voor drie maanden komen. En zo blijft dat doorgaan. Anderen zeggen dat er elke drie maanden nieuwe meisjes komen. Hoe het precies zit weet ik niet. De huisjes zijn ingericht met een tweepersoonsbed, een nachtkastje en een spiegel. Of er een badkamer in zit kon ik van buitenaf niet zien. Zodra een meisje bezig gaat de voordeur dicht en gaat er buiten een rood lampje aan.

De eerste hulp-post

Wat me erg stoort is dat de meisjes echt worden neergezet als een nummer. Tijdens de podiumacts worden de meisjes constant omgeroepen met hun persoonlijke getal. Eerst staat daar nummer 29, later tweehonderd zoveel. Het valt me op hoe sommige meisjes kijken; totaal geen emotie in hun ogen en soms hebben ze zo’n ontzettend hulpeloze blik dat het lijkt alsof ze elk moment in tranen kunnen uitbarsten.

Dat maakt de avond nog meer memorabel. Aan de ene kant lach ik een scheur in m’n broek om alles wat er om me heen gebeurt, maar aan de andere kant voel ik me schuldig vanwege die meisjes die daar drie maanden zitten om hun geld te verdienen. Ook al zitten ze er officieel vrijwillig, je weet dat ze er vaak alleen maar werken omdat ze geen enkele andere uitweg meer zien.

[uit Columbus Magazine]
Behuizing

Katholieke kerk Curaçao hielp bij opzetten bordeel

De Rooms-Katholieke kerk op Curaçao heeft in de jaren veertig het megabordeel Campo Alegre op Curaçao helpen opzetten. Campo Alegre, adult resort zoals de officiële benaming is, is een hoerenkamp en is uitgegroeid tot het grootste openluchtbordeel van het Caribisch gebied.

Adult Saint

Het Amerikaanse leger, de Nederlandse staat, Shell en de RK-kerk waren voorstander van het oprichten van een staatsbordeel. Officieel kende Nederland wel een bordeelverbod en wees de rk-kerk prostitutie af. Maar stiekem hielp Nederland en de rk kerk mee aan de opzet van dit hoerenkamp. Met de inrichting van een bordeel kon het kwaad van de prostitutie worden ingedamd en konden geslachtsziekten bestreden. De klandizie van het staatsbordeel waren immigranten voor de olieraffinaderij, zeelieden en militairen. In het kamp mochten geen meisjes van Curaçao werken. Voor de arbeid werden prostituees uit de Dominicaanse Republiek en Colombia geronseld, voor maximaal drie maanden, zodat ze geen relaties konden aanknopen met hoerenlopers.

Veel van de Dominicaanse en Colombiaanse vrouwen die als slachtoffer van vrouwenhandel in de Nederlandse prostitutie zijn terechtgekomen, kwamen via Campo Alegre – vrolijk kamp – Nederland binnen.
[van Antillen.blogo.nl, Bron: Trouw]
Advertentie uit een oude Surinaamse krant

Suriname geliefd bij Braziliaanse “seks-mensenhandelaars”

Suriname staat bovenaan de lijst van de landen waar seks-mensenhandelaars de meeste van hun slachtoffers uit Brazilië naar toe smokkelen. De online krant Infosur Hoy en de Zwitserse website swissinfo.ch noemen Suriname samen met Zwitserland als de toplanden voor de illegale mensen-export, en wel op basis van informatie van het Braziliaanse ministerie van justitie. Van de 475 Brazilianen, van wie de meeste vrouwen, tussen 2005 en 2011 werden verhandeld, werden 337 ge-dwongen zich in de seks-industrie te begeven. Van die 475 belandden 133 in Suriname om te werken in bordelen, 127 in Zwitser-land. Spanje volgt daarna met 104 meldingen, en Nederland als nummer vier met 71. Vaak gaat het om meisjes die nog niet eens 17 jaar oud zijn.

[uit De West, 24 november 2012]

Coup Campo Alegre

door Judith Ramautar

Wijlen Giovanni van Ierland, ex-advocaat Leslie Franklin, de voormalige top van de politieke partij FOL zoals wijlen Nelson Monte, Anthony Godett en wijlen Ben Komproe. Ze voeren na bijna 10 jaar weer even de boventoon in het boek Coup Campo Alegre van ex-officier van justitie Wouter Tielkemeijer, thans advocaat, dat eind vorige maand verscheen bij de Walburg Pers.
…onderwereld & bovenwereld tegen elkaar…
Foto © T. Edwards
Ook geheim agent Burton Daal en de Colombiaan Trujillo Trujillo uit de Orion-zaak (de cocaïnesmokkel via een marinevliegtuig) en ex-politicus wijlen Bennie Demei hebben bijrollen toebedeeld gekregen. Vorig jaar werd al een eerdere publicatie in zakboekformaat uitgebracht. Uit de Nederlandse uitgave zijn de banale passages verwijderd, al heeft ook deze eindredactie niet alle storende slordigheden uit het boek weten te halen.
In zijn boek beschrijft Tielkemeijer het proces voor, tijdens en na de mega-onderzoeken naar de drugshandel en het witwassen van geld via het bordeel Campo Alegre en de verwevenheid tussen de onderwereld en bepaalde mensen uit de politiek rond de millenniumwisseling. Ook het onderzoek en de rechtszaken naar de fraude met overheids-nv’s en de visumontduiking voor prostituees die bij Campo gingen werken (Campo II-zaak) komen aan bod.
Wie deze ontwikkelingen destijds via lokale media gretig heeft gevolgd en het allemaal nog eens wil beleven komt met dit boek goed aan zijn of haar trekken. Al was het maar vanwege de integrale brieven die Leslie Franklin schreef en voorlas voor de rechter, met daarin tal van verdachtmakingen aan Tielkemeijers adres zoals het planten van bewijs, Tielkemeijers gespar met de raadslieden Eldon ‘Peppie’ Sulvaran en meester Abraham Moszkowicz, letterlijke tapverslagen van gesprekken tussen verdachten en de integrale persberichten die het Openbaar Ministerie in die tijd deed uitgaan.
Die brieven van Franklin leest Tielkemeijer dan vaak op de veranda van zijn huis, onder het genot van een glas ijskoude gin-tonic met laraha-sap en gezeten in een oude plastic tuinstoel waar de tanden van zijn honden instaan. Met deze sfeertekeningen, of zijn observaties in de rechtszaal, probeert hij een lichte toets te geven aan het boek.
“Pedroza bleef me aankijken als een derderangs acteur in een dito film, gebaseerd op een dito script, die op het punt staat een rivaal in de liefde te vermoorden. Hij was door de Campo-verdachten ingehuurd om mij van corruptie te beschuldigen, maar stond terecht voor het voorbereiden van cocaïnesmokkel tussen Curaçao en Nederland, die door bolletjesslikkers uitgevoerd moest worden. Bij het verlaten van de rechtszaal riep hij in het Spaans: ‘deze officier is corrupt’.”
Foto © T. Edwards

 

Ook aan de verslaggeving door de media over de onderzoeken en rechtszaken daarna besteedt de ex-officier aandacht. Tielkemeijer en het hele OM hebben het dan ook behoorlijk voor hun kiezen gehad in die jaren. Hij werd corrupt genoemd en zelfs bedreigd. Maar hij moest die kiezen tijdens die tijd bij het Openbaar Ministerie behoorlijk op elkaar houden. Dat Tielkemeijer nog tot 2011 bij de opsporingsdienst is gebleven en niet eerder advocaat is geworden, zodat zijn boek wellicht ook eerder gepubliceerd kon worden, is bijna bewonderenswaardig te noemen. Ondertussen hield hij wel minutieus zijn memoires bij van alles wat zich afspeelde rond het onderzoek en tijdens de processen.
Zo is Coupe Campo Alegre een soort ingekorte verzameling geworden van de honderden dossiers met hun duizenden pagina’s, met veel flashbacks naar onderzoeken die allemaal met elkaar gerelateerd zijn. Ongetwijfeld een feest voor de liefhebber maar voor de leek gelijk een aflevering van Law & Order op de late avond waar je bij de les moet blijven om de draad niet kwijt te raken.
Maar het boek biedt wel een mooi kijkje achter de schermen in het onderzoek naar de val van de drugshandel en witwaspraktijken door wijlen Giovanni van Ierland en huisadvocaat Leslie Franklin, met wie hij later gebrouilleerd raakte. Zoals die passage wanneer de zus van Leslie Franklin, voormalig directeur van het St. Elisabeth Hospitaal, die een gesprek wil bemiddelen tussen Tielkemeijer en haar broer, omdat deze bereid zou zijn diens aangifte tegen Tielkemeijer, wegens het planten van bewijs, in te trekken. Een aanbod waar Tielkemeijer niet op ingaat want ‘die vredespijp was een valstrik, dan had ik mijn hoofd gelijk op een hakblok kunnen leggen.’
Na een verkapte bedreiging in een lokale krant aan zijn adres bedacht Tielkemeijer wat hij tot nu toe in dat verband had meegemaakt aan beroepsmatige risico’s. “Behalve dikke klodders van kansarme NAC-supporters, de vrouw met het keukenmes in een Bredase achterbuurt, een steen door de ruit van mijn woonkamer en een bus rode verf over mijn auto.” Maar toen Tielkemeijer getipt werd door een collega dat een journalist hem had verteld dat er een Colombiaanse huurmoordenaar op het eiland was, kocht de officier toch maar een baby-Glock-pistool, waartoe hij wettelijk bevoegd was. “Niet dat ik verwachtte dat ik er veel aan kon hebben, maar het maakt je in spannende tijden toch sterker.”
Over de eindvonnissen in de Campo-zaak zelf is Tielkemeijer summier. De verdachten kregen 25 procent strafkorting ‘omdat de rechter vond dat de officier ernstige fouten had gemaakt, zoals het niet toevoegen van de kroongetuigenverklaringen aan het dossier. “Voor een deel kan ik het daar wel mee eens zijn, met de kanttekening dat een oordeel achteraf heel wat eenvoudiger is, dan een afweging op het moment van de beslissing.”
Het boek is niet uit wraak geschreven, zegt Tielkemeijer in zijn voorwoord. “Ik weet wat wraakgevoel is. Ik heb me door de in dit boek beschreven anti-justitie-strategie soms gekrenkt gevoeld en kwaad gemaakt, gescholden en gevloekt. ‘s Morgens vroeg in de badkamer. Maar wraak is niet het motief. Al was het maar dat omdat ik hiermee niemand wezenlijk kan treffen. Want het meeste dat erin staat is al door de media naar buiten gebracht. Dit boek moest geschreven worden om te verduidelijken in welke mate en hoe de onderwereld en de bovenwereld rond de millenniumwisseling tegen elkaar waren aangeschurkt.”
Een andere reden is dat het de gelegenheid biedt om een breed publiek een beeld te geven wat de functie van officier daadwerkelijk inhoudt. Het OM is niet scheutig met informatie naar buiten, om de procesgang van onderzoeken niet te verstoren. “De verhouding met de media is in mijn loopbaan met regelmaat bron van langdurige frustraties geweest en het boek schrijvende raakte ik iets van die frustraties kwijt, omdat ik nu mijn kant van het verhaal kwijt kon, wat zo vaak onderbelicht blijft.”
De moderne en mondige burger verlangt tegenwoordig echter ook transparantie van de rechtspleging en openheid in beleid, zonder dat deze instanties de toga als pantser of camouflage gebruiken. Tielkemeijers suggestie aan het College van Procureurs Generaal in Nederland is om de omgang met de media bovenaan de lijst van prioriteiten te zetten voor een nieuw OM-beleid.

 

De afloop
Giovanni van Ierland kwam in 2008 vrij. Hij voerde met Leslie Franklin, die in 2005 vrijkwam, rechtszaken over het beheer van Campo Alegre. Van Ierland werd in 2009 geliquideerd. De dader is nooit opgepakt. Ben Komproe, ex-FOL minister van Justitie, overleed voor het Campo II-proces begon na een ziekbed. Het hof beschikte niet lang daarna in een procedure dat het niet tot een vervolging kon komen in deze zaak wegens gebrek aan bewijs. Nelson Monte overleed eerder dit jaar na een langdurige ziekte. De FOL werd tijdens de Statenverkiezingen van januari 2010 weggevaagd, kreeg één zetel met de verkiezing in augustus 2010, maar kreeg tijdens de laatste verkiezingen in oktober geen zetel. Anthony Godett trad daarop, na 25 jaar in de politiek, af.
[uit Amigoe, 24 november 2012]

Vreemdelingen in het paradijs (8)

door Willem van Lit

Dit is het 8e deel van het vierde hoofdstuk van mijn nieuwe boek over de Nederlands Caribische eilanden. Ironie. Spot. Dat is ook een mechanisme voor de poging afstand te nemen van de tragedie van de herinnering, het verleden waar men maar niet van los kan komen.

De tragedie van de herinnering (vervolg)

Marcha en Verweel vinden – oh, ironie – op één van de aspecten van de apathie toch nog een positief punt en dit is – wat zij zelf noemen – de paradox van het zwijgen. Dit – het zwijgen – is een vorm van protest. Het zwijgen wordt gebruikt als “wapen tegen de veroorzakers van angst” .1) Ze beschrijven dit als een manier van afstand nemen zodat ze als het ware boven de dingen van de dagelijkse ellende staan; het is een poging onaanraakbaar te worden, onaantastbaar. Zo houdt de Curaçaoënaar zijn eigenheid en trots, waardoor hij in staat is de dingen op zijn eigen manier te doen. Het is volgens de schrijvers een bron van vitaliteit; de Curaçaoënaar kan zichzelf zo handhaven, sterker nog: uitgroeien tot een persoonlijkheid. En dit is – zoals Sloterdijk opmerkt – de positieve kant van de thymos, de energie die de puls tot leven op gang houdt, de andere kant van de destructieve woede.2) Bij dat afstand kunnen nemen komt ook onmiddellijk de kracht van de ironie naar voren. Marcha zegt: “Een eiland waar men met gevoel voor zelfspot zegt dat men kampioen is in het ten onder gaan”. 3)

Ironie als middel om van mensen zelfdenkers te maken. Zoals Socrates dat bedoeld heeft schreef Kierkegaard, waarbij men zichzelf leert kennen. Niet alleen de zwaar-op-de-hand-liggende-dreiging, de afschrikking in het priemend vragen stellen, maar juist ook de luchtige spot is het middel om de ellende op het voetstuk te laten bewegen, de ernst die onder de aandacht is, te laten verschuiven op het plateau. Juist degenen die in zuur gedrenkt blijven zitten en die niet in staat zijn zichzelf en hun eigen opvattingen te relativeren, zijn verdacht. Ook als we anderen in hun overtuigingen en positie onder elke omstandigheid ernstig nemen, zijn we niet in staat helder en klaar naar hun verrichtingen te kijken. Spot is een oefening in zelfrelativering, zoals Kierkegaard heeft opgemerkt (zie mijn hoofdstuk 3). Men zal niet vreemd opkijken dat ironie ook gevonden wordt bij het Antilliaanse en Curaçaose onbehagen; de tragedie wordt op zijn kant gezet. Hij wordt anders niet meer hanteerbaar. Dit vinden we regelmatig terug in de kranten. Zo staat in de Antilliaanse krant Amigoe regelmatig een stuk van Vaders, die in ernstige verwijzingen nogal eens de spot drijft met de gang van zaken. Ook Reinoud van den Berkhof legt in zijn columns in het Antilliaans Dagblad of bij Radio Nederland Wereldomroep veelal lichte ironie in zijn commentaar. Het tilt de zwaarte van de Antilliaanse dagelijksheden even over hun ernst heen.

“De zonen van het Noorderstrand leven vanuit een schuldcultuur; wij vanuit de schaamtecultuur. Niet wat we doen of laten is goed of slecht, maar wat anderen van ons te weten komen maakt iets goed of slecht. Het woord ‘alibi’ betekent ‘ergens anders’. De kunst is nu om altijd een alibi te hebben, en ergens anders te zijn geweest. Bij de dokter en niet in Campo Alegre, bij de apotheker en niet in Hotel Venezuela, bij je zieke moeder en niet in je bootje aan de blauwe rand”. 4)

Boeli van Leeuwen noemt zijn Curaçaoënaars geniale anarchisten. In dit stukje doet hij dat op humoristische wijze uit de doeken. Hij zegt dat je je pas hoeft te schamen als je betrapt wordt; eerder niet. Niet dát je iets verkeerd doet, is goed of fout. Je moet ervoor zorgen dat het niet bekend wordt. Je moet de schaamte te lijf gaan bij heterdaad. Hij schrijft dat de Curaçaoënaar een “strategische retraite als nobele onderneming” ziet, “die tot de Schone Kunsten gerekend dient te worden”. Hij noemt een aantal excuses:

“’Ze hebben mijn houten been gestolen’.

‘Mijn grootmoeder heeft een speelgoedtrein, waar ze op zat te sabbelen, ingeslikt’”. 5)

Maar het kan ook inktzwart zijn. Ironie die tot walging drijft en waarbij mensen in hun extreme spot geen grens meer lijken te kennen en het ijzingwekkend cynisme aan het oppervlak komt. Nadat Paul Rosenmüller en Cees Maas in september 2011 een kort onderzoek naar integriteit van bewindspersonen op Curaçao hadden afgesloten, werd op Facebook een aantal gemanipuleerde foto’s van o.a. Rosenmüller, minister Donner en de PVV-politicus Wilders geplaatst in Wehrmacht- of SS-uniformen of afgebeeld als nazibons. 6) In het Antilliaans Dagblad verscheen hierover een artikel met bijbehorende foto’s. De verwijzing en de boodschap zijn duidelijk. Zelfs Rosenmüller, die in Nederland zo ongeveer als de verpersoonlijking wordt gezien van politiek correct gedrag, is als nazi en racist afgebeeld. Onontkoombaar en ongenaakbaar brandmerkt men hem op een ontluisterende manier met de grote R van racist. Het is gitzwarte ironie, gemaakt door zelfgenoegzame nihilisten, die geen grens meer kennen. Men drijft de beschaming door tot troebele verwijzing tot het niveau van persoonlijk geweld.

We kunnen de redenering ook omdraaien. In de sfeer van het multicultureel samenleven zijn we in het Europese deel van het koninkrijk kennelijk iets vergeten: dat er ergens in de Caribische zee nog zo’n zes eilanden liggen die tot dit rijk behoren. Misschien hebben we iets over het hoofd gezien toen we aan de Noordzeekant druk waren met vechten voor gelijkwaardigheid en tegen racisme en discriminatie, anders zouden de huidige verhoudingen minder zwaar belast zijn met ruzies, waarbij een deel van onze rijksgenoten aan de overkant verwijzen naar (neo)kolonialisme, geschiedvervalsing, slavernij, onderdrukking en minachting. Een hele serie Nederlandse politici van toch onbesproken correct gedrag (zoals Roger van Boxtel, Thom de Graaf, Alexander Pechtold en Ank Bijleveld) heeft in hun verantwoordelijk voor koninkrijkszaken (een portefeuille zonder groot prestige zoals Miriam Sluis terloops wel eens opgemerkt heeft) mogelijk niet altijd overtuigend kunnen zijn in goede bedoelingen.

[vervolg klik hier]

1) Marcha en Verweel, De cultuur van de angst, pag. 117.

2) In hoofdstuk 1 van dit boek wordt dit door mij vermeld. Het komt uit Woede en Tijd van Sloterdijk, pag. 19.

3) V. Marcha, Emancipatie, beeldvorming en etniciteit, Nieuw leven op oude ruïnes, pag.

4) Boeli van Leeuwen, Geniale anarchie, pag. 78.

5) Boeli van Leeuwen, Geniale anarchie, pag. 79.

6) Rosenmüller, Maas en Hillebrink, Doe het zelf, rapport van de Commissie Onderzoek Curaçao, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 8 augustus 2011, 30 september 2011.

Klik hier voor deel 1 , 2, 3, 4, 5, 6 en deel 7.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter