blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Bye John H. de

Schrijver en chirurg John de Bye heengegaan

John Herman de Bye was als chirurg decennialang verbonden aan het ‘s Lands Hospitaal te Paramaribo en publiceerde zowel romans als historische studies. Hij heeft op 5 maart na een kortstondig ziekbed het tijdelijke met het eeuwige verwisseld in zijn geboorteplaats Paramaribo, op de leeftijd van 79 jaar.

read on…

Het nieuwe lezen en de vernieuwing van het leesonderwijs in een post-koloniale wereld

door Michiel van Kempen

Als literatuur altijd in beweging is, dan volgt daaruit dat literatuurgeschiedenis en literatuuronderwijs ook altijd meebewegen. Dat is ook altijd zo geweest. Het denken over literatuuronderwijs lijkt op dit moment hevig in beweging te zijn, maar dat is op zich niet zo uniek. Ook dat dat denken mede ingegeven wordt door de vrees voor ‘ontlezing’ is op zich niet zo uniek: inherent aan literatuuronderwijs is de doelstelling om diegenen die niet lezen te bewegen om boeken ter hand te nemen. Voor wat betreft het literatuuronderwijs in het Nederlands is wel een nieuw element dat de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën en als ‘afgeleide’ daarvan de migrantenliteratuur bijzondere aandacht vraagt.

read on…

Op zoek naar het Kordonpad

Het Kordonpad is een 94 km lang tracé aangelegd aan het eind van de achttiende eeuw. Militaire posten langs het pad moesten de plantages langs de Commewijne- en Surinamerivier beschermen tegen aanvallen van de Marrons uit het zuiden en oosten. Toch heeft het pad nooit de functie vervuld waar het voor bestemd was.

read on…

Surinaamse joden, gestorven in Holocaust en oorlog (1)

In 2002 publiceerde de Surinaamse chirurg John de Bye in zijn Historische schetsen uit het Surinaamse Jodendom (Schoorl 2002) de namen en enkele gegevens van Surinaamse joden die slachtoffer waren geworden van de Holocaust (p.245-248). Over sommigen van hen of hun families zijn nadere bijzonderheden in de Schetsen te vinden. De lijst met slachtoffers bleek De Bye ontleend te hebben aan het voormalige blad Teroenga. Dit maandblad ten behoeve van de Israëlitische Gemeenten in Suriname, publiceerde tussen november 1947 en februari 1948 de namen en enige bijzonderheden van de Surinaamse slachtoffers. Auteur is H.A. Samson. De heer Samson ging uit van de personen die in Suriname waren geboren, maar nam ook familieleden op die elders werden geboren. De redactie van dit blad gaf deze en andere vergelijkbare berichten de titel ‘Lo Tisjkach’ (‘Gij zult niet vergeten’) (Deut. 25,19). De heer De Bye nam deze titel over en maakte ook een Engelstalige internetversie (zie ‘Lo Tisjkach’). read on…

John H. de Bye

Portret van de Surinaamse schrijver John H. de Bye, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 152 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. Voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.

Slavenliefde bij John de Bye en Isabel Allende

door Hilde Neus

Op de achterflap van het nieuwe boek van John H. de Bye, Liefde in slavernij, staat: ‘Deze roman speelt zich af in Suriname tijdens de slavernij’, terwijl de auteur zelf in zijn nawoord beweert dat het boek niet primair een literair document is. Kunnen we het dan een roman noemen? Vlees noch vis? Dit is het centrale probleem van dit boek: de auteur heeft geen keuzes gemaakt. Fictie en non-fictie, hij husselt het door elkaar en er zit geen lijn in. Wat de centrale romanstof zou moeten zijn, de liefde van een der stamvaders, wordt steeds weer onderbroken door andere verhalen. De Bye heeft uit de vele historische stof die hij verzameld heeft, geen keuzes gemaakt die functioneel zijn voor de plot van de roman. De Bye heeft eerder historische romans geschreven (Ter dood veroordeeld in 1999 en Geloof, Hoop en Liefde in 2002). Daarnaast publiceerde hij ook Historische schetsen uit het Surinaamse jodendom (2002). Een duidelijke scheiding in genre.

De auteur wil het verhaal vertellen van de liefde tussen een van zijn voorvaderen en een gekleurde vrouw, voormalige slavin. We lezen over het leven van de stamvaders van de familie De Bye, Pieter Hendrik en Jan Willem de Bye, die allerlei wederwaardigheden meemaken in het achttiende-eeuwse Suriname. De centrale liefde in de roman is die tussen Pieter en de vrije mulattin Marianne die huishoudster was bij zijn broer, toen hij na zijn aankomst in Paramaribo bij hem woonde en die met hem meeging toen hij zijn eigen huis betrok. Ze werd de moeder van zijn kinderen. Had hij het daar maar bij gelaten. De titel Liefde in slavernij dekt de lading dus niet. De liefdesgeschiedenis is maar een klein gedeelte van het verhaal, waarin veel, veel facetten van het leven in de kolonie van die tijd worden beschreven, ook middels andere personages. Bovendien verwerkt De Bye een grote hoeveelheid geschiedenisfeiten in de tekst, als saaie opsommingen. Hij voert personages en genealogische lijnen op die niets aan het verhaal toevoegen omdat ze verder geen rol spelen. In het boek staat een afbeelding van Mauricius die allang vertrokken was uit de kolonie toen Pieter aankwam. Verder geeft hij in een essayachtig nawoord zijn visie op de vroegere en huidige slavernij, met als conclusie dat de nazaten van Surinaamse slaven zich beter druk kunnen maken over de mensenhandel en de vele miljoenen slaven die heden ten dage in deze wereld nog worden uitgebuit.
Onderaan de pagina’s staan veel noten. Die doen mij de wenkbrauwen fronsen. Je plaatst ze normaliter om aan te geven waar je bepaalde informatie vandaan hebt (de bronnen) of om een begrip of zaak toe te lichten. Als De Bye op pagina 158 bijvoorbeeld in een noot zegt dat in de notulen van de Raden (van politie) door de geestelijkheid geklaagd wordt over de losbandigheid van de mulattenmeisjes maar dat trouwen met zo’n meisje verboden was, is dat natuurlijk interessante informatie. Ik zou dat door het verhaal gevlochten hebben, plus dat ik hier ook zeker zou willen weten waar De Bye die informatie vandaan heeft. Zulke noten hebben geen enkele toegevoegde waarde voor de ‘roman’.Het boek bevat zeker interessante stof over de historie van de 18de eeuw. De kwaliteit is echter beneden peil. Een de plot ondersteunende structuur en spanning ontbreken, en die zijn toch bepalend voor de kwaliteit van een roman. Verder is de taal vaak te wijdlopig en zijn er zelfs fouten. Ik vraag me af of de auteur is begeleid door een redacteur van de uitgeverij. Een deskundige uitgever begeleidt de schrijver op beide fronten: het romantechnische, maar ook het aanmaken van een zinvol notenapparaat.

Het eiland onder de zee door Isabel Allende
Nee, dan Het eiland onder de zee (2010) van Isabel Allende! Zij is een groot romanschrijfster afkomstig uit Chili, het land dat ze moest verlaten vanwege de politieke situatie in de zeventiger jaren. Tegenwoordig woont ze in Californië-U.S.A.. Haar eerste zeer bekende roman was Het huis met de geesten (1982), waarna er vele volgden. Is het eerlijk twee schrijvers van zo’n divers kaliber te vergelijken? Ik vind van wel, omdat de thematiek van de boeken dezelfde is. Allende bouwt literaire kunstgrepen in om de lezer te boeien. Zo verwisselt ze het perspectief van de hoofdstukken. De titels geven normaliter het verloop van de fabel aan. Maar er zijn hoofdstukken onder de kop ‘Zarité’ waarin het hoofdpersonage van dezelfde naam haar versie van de gebeurtenissen belicht. Dit geeft een spanningsveld tussen de blanke, alwetende verteller en het persoonlijke woord van de slavin, de mulattin Zarité, die als klein meisje (Tété) bij een slavenhouder terechtkomt en de revolutie op Haïti meemaakt met al zijn verschrikkingen. Uiteindelijk strijken ze neer in New Orleans waar haar meester haar na bijna dertig jaar slavernij en oneindige manipulaties de vrijbrief geeft.

Allende vertelt het verhaal chronologisch, maar houdt de lezer op het puntje van de stoel door Zarité in haar versie van het verhaal de pijn van de slavernij weer te laten geven, maar tevens terug te laten blikken naar het verleden (Zo herinner ik het me. Zo is het gegaan). En om het helemaal spannend te maken, kijkt ze af en toe ook vooruit, zonder prijs te geven waar het over gaat (En zo heb ik het gedaan). Je bent als lezer zo benieuwd naar hóé ze het gedaan heeft, dat je bereid bent dit 450 pagina’s tellende boek te lezen. De personages zijn allemaal functioneel met elkaar verbonden. Nevenpersonages zijn historische figuren waar iedereen die een beetje thuis is in de Caraïbische geschiedenis wel van heeft gehoord. Allende houdt het in een kleine kring, waardoor het verhaal goed te volgen is. Naast het verwerken van geschiedenis op een heel prettige wijze, benadert ze ook alle facetten van de slavernij. Verkrachting met als resultaat ongewenste kinderen, maar ook kinderen uit liefde geboren. Verloren liefdes, foute liefdes maar ook liefdes die niet kapot te krijgen zijn. Toch heeft de titel het niet over liefde. Zarité vertelt over de Place Congo in New Orleans waar de slaven dansen. Tijdens de trance bezoeken ze de gestorvenen op het eiland onder de zee. Dit is de titel en tevens de afsluitende zin van de roman.
Ik hoop dat John de Bye dit boek leest, ziet hoe je een literaire roman opbouwt en welke elementen je kunt gebruiken om de lezers een aangenaam verpozen te bezorgen. We kunnen per slot van rekening slechts leren over kwaliteit door te vergelijken.

John de Bye: Liefde in slavernij. Een familiegeschiedenis in het achttiende-eeuwse Suriname. Schoorl: Uitgeverij Conserve, 2010. ISBN 978 90 5429 302 6
Isabel Allende: Het eiland onder de zee. Amsterdam: Uitgeverij De Wereldbibliotheek, 2010   [eerder in de Ware Tijd Literair, 29 januari 2011]

‘Richt je op de slavernij van nu’

Richt je niet op het slavernijverleden, maar richt je op de slavernij die nu nog steeds plaatsvindt. Dat vindt de Surinaamse auteur John de Bye, die in het dagelijks leven medicus is. “Die is veel erger dan de slavernij van toen, omdat we nu veel meer slaven op de wereld hebben dan we ooit gehad hebben.”

read on…

Ralicon geeft 30e boek uit

door Rihana Jamaludin

Uitgeverij in Suriname
Voor uitgeverijen in Suriname is het hard timmeren aan de weg. Gebrek aan middelen, aan kapitaal en valuta, aan distributiesystemen en zelfs aan kopers, ontmoedigen ondernemende schrijvers echter niet. De meeste schrijvers geven in eigen beheer uit en in sommige gevallen richt een schrijver zelf een uitgeverij op, om vooral het eigen werk te kunnen publiceren. Zo zijn er Publishing Services Suriname (start 1989) van Ismene Krishnadath en van Gerrit Barron de uitgeverijen Sorava (vanaf 1983) en later Afaka (1999).

Sinds eind 1999 is daar uitgeverij Ralicon van Robby Parabirsing (Rappa) bijgekomen. Naast enkele titels van schrijver Rappa zelf, heeft Ralicon voornamelijk werk van nieuwe auteurs in het fonds. De Ralicon Collectie bestaat uit boeken van uiteenlopende aard, zoals romans, short story’s, poëzie, jeugd- en kinderboeken, en werken met een culturele of geschiedkundige invalshoek. Ondanks alle tegenwind heeft Ralicon lezers in Suriname en Nederland weten te bereiken en is inmiddels aan de dertigste uitgave toe. Het wordt een jubileumboek, getiteld 41 Spontane reacties op het gedicht ´Recreëren te Domburg`.

Rappa
Robby Parabirsing is docent Nederlands en bekend als schrijver en columnist onder het pseudoniem Rappa. Hij is verder secretaris van de Schrijversgroep ´77. Ook beheert hij al jaren een thuisbibliotheek, waar men terecht kan voor ontspanningslectuur, maar waarvan vooral scholieren uit de examenklassen gebruik maken om boeken voor hun literatuurlijst te lenen. Zodoende biedt Rappa een extra studieservice, geen onnodige luxe in Suriname.

Duizendpoot Parabirsing is ook directeur van uitgeverij Ralicon in Paramaribo. Bij Ralicon kunnen vooral aankomende schrijvers terecht; hun manuscript wordt er geredigeerd en waar nodig samen met de auteur bewerkt. Volgens het systeem van ‘Printing On Demand’ kan het werk dan in kleine oplagen uitgegeven worden, ideaal voor het kleine lezerspubliek in Suriname.

30e uitgave
Dit najaar komt bij Ralicon het 30e boek uit, een jubileumboek waarvan de basis gelegd werd, toen leden van de Schrijversgroep ´77 spontaan reageerden op het gedicht ‘Recreëren te Domburg’ van Alphons Levens. De reacties, die via e-mail binnen de Schrijversgroep circuleerden, bleken zo divers, kritisch, humoristisch, maar ook leerrijk, dat uitgeverij Ralicon besloot om deze in overleg met de leden en met Alphons Levens uit te geven. Het geheel is zodoende een gezamenlijke ode geworden aan het schrijven als vak.

Terugblik
Na ruim tien jaar Ralicon en dertig boeken later, is het tijd voor een terugblik en een gesprek met Robby Parabirsing. Het eerste boek van Ralicon kwam in november 1999 uit, Oompie Sem Kleuters van Orlando Emanuels, een verzameling gevatte kinderuitspraken.

Hoe kwam Rappa op het idee van Ralicon?
‘Al jaren was ik bezig met het corrigeren, screenen en bewerken van uiteenlopende manuscripten. Vaak kwam dan van de schrijvers de vraag of ik hen niet kon helpen bij het uitgeven. Maar dat stuitte op het probleem van de financiering. Een drukker gaat z´n machines niet in werking zetten voor 100 exemplaren. Hij drukt minstens 500. Maar waar ga je in Suriname in een jaar tijd 500 boeken kwijtraken?’

Er waren op dat moment al meerdere uitgeverijen in Suriname, maar de meeste kwamen en gingen, vooral vanwege de hoge drukkosten en de kleine afzetmarkt. En voor de Nederlandse markt waren de Surinaamse werken niet aantrekkelijk. Toen de technische mogelijkheid van Printing on Demand (POD) zijn intrede deed, werd het mogelijk kleine oplagen op de markt te brengen. Samen met het bedrijf Office World heeft Ralicon aan de wieg gestaan van POD-publicaties in Suriname.

Ralicon
De naam Ralicon is samengesteld uit een afkorting van de woorden RAppa’s LIteratuur CONsultancy. Onder Ralicon vallen ook activiteiten zoals tekstredactie voor afstudeerscripties van universiteitsstudenten, van manuscripten voor andere uitgeverijen en divers ander tekstwerk. Ralicon is een eenmanszaak, maar de technische onderdelen als lay-out en omslagontwerp worden uitbesteed. Wat is Ralicons best verkochte boek? Dit blijkt een gedeelde eerste plaats voor drie uitgaven: de roman De vlek uit het verleden van Rappa, en in het genre cultuur August, een bonoeman van Juliën Zaalman en de bundel vertellingen Vreemde dingen uit Mariënburg van Ronald Haselhoef.
De voorkeur van de uitgever zelf, gaat uit naar waar gebeurde verhalen uit het verleden van Suriname, met veel tot de verbeelding sprekende anekdotes.

Op de vraag of Ralicon wel eens een manuscript weigerde, is het antwoord: ‘Ja, dat ging toen over een bundeling van e-mails tussen mensen met allerlei extreme seksuele voorkeuren. Andere manuscripten vereisten heel wat werk om ze ‘up te graden’ en de aanbieders wilden de tijd daarvoor niet uittrekken. Ik doe veel werk in mijn vrije tijd, als een soort sociale steun, maar die vrije tijd is soms zo beperkt, dat zulke manuscripten bleven liggen. Ook zijn er wel redelijke manuscripten die halverwege de bewerking bleven liggen, omdat de aanbieder dacht dat ik de rest van het werk ‘fu soso’ (voor niets) zou doen. Meestal bewerk ik één hoofdstuk als voorbeeld en als de aanbieder dan zegt: “Ja, dat is wat ik wil, gaat u maar door”, dan moet er wel wat over de brug komen. Ik moet toch ook surviven en ik lever kwaliteit. Dat is o.a. gebleken bij Ter dood veroordeeld van John de Bye, de derde uitgave van Ralicon, die in Nederland zowat ongewijzigd is heruitgegeven bij uitgeverij Conserve.’

Crisis
Hoe ging het tijdens de crisisjaren met Ralicon? Werden er wel boeken uitgegeven?
‘Het systeem is juist ontstaan als antwoord op de crisisjaren (1991 – 1997), toen we een hyperinflatie kenden. Omdat het Surinaamse geld toen dagelijks in waarde daalde, ontstond er een groot verschil tussen de eerste prijscalculatie van de drukker en de uiteindelijke afrekening bij het drukken van het boek, weken later.
Ook berekenden de drukkers hun kosten in US dollars of in de toen geldende Nf. Bij afrekening werden dan liefst dollars of Nederlandse guldens gevraagd, want dan kon de drukker daarmee direct weer z’n importen betalen. In deze periode was het zowat onmogelijk om boeken uit te geven, of je moest over harde valuta beschikken.
Vandaar dat Ralicon na deze periode stapje voor stapje begon met uitgeven, in kleine oplagen, dankzij het POD-systeem. Je kostprijs per boek is wel wat hoger dan bij de drukker, maar je kunt bij wijze van spreken met vijf exemplaren beginnen en daarmee bestellingen binnenhalen. Loopt de afzet terug, dan print je minder. Bij de drukker zat je gelijk met minstens 500 exemplaren en een af te lossen schuld in je maag, en dan nog wel in een kleine markt met een fragiele koersstabiliteit, waar boeken echt niet behoren tot de eerste levensbehoeften.’

Toekomst
Is de situatie nu verbeterd voor uitgeverijen in Suriname?
‘Wat betreft stabiliteit van de koersen is de situatie nu wel verbeterd. Verder is daardoor ook een grotere koopkracht dan tijdens de crisisjaren, maar die wordt voor het merendeel consumptief besteed.
Uit de jaarlijkse activiteiten van het Kinderboekenfestival blijkt wel duidelijk dat er onder de jeugd, vooral in de gebieden buiten de stedelijke vestigingen, een enorme leeshonger is. Deze honger wordt echter voornamelijk gestild met boekjes en boeken uit Nederland, veelal afgeschreven titels van Nederlandse bibliotheken. Dat is tenminste wat, maar ideaal is dat niet. Het Surinaamse kind vervreemdt daardoor eerder van zijn eigen omgeving en achtergronden, waardoor de band met het eigene, ondergeschikt wordt aan de betrokkenheid met Nederland en de Nederlandse cultuur. En dat maakt dat ons land met zoveel mogelijkheden, toch achterblijft in zijn ontwikkeling.
Uit de actie van Ismene Krishnadath om de boeken van Surinaamse auteurs naar de scholen toe te brengen en middels een bestellijst aan te bieden, blijkt dat er wel verkocht wordt als het boek naar de leerlingen toe gebracht wordt.’

41 Spontane reacties op het gedicht ‘Recreëren te Domburg’
Het 30e boek uit de Ralicon Collectie, getiteld 41 Spontane reacties op het gedicht ´Recreëren te Domburg` (72 blz.), verschijnt eind november in een beperkte oplage en zal in de boekhandels in Paramaribo verkrijgbaar zijn voor de prijs van 36 srd. (of 8 euro, excl.verzendkosten)

Voor de volledige Ralicon Collectie klik hier
Voor bestellingen van boeken en het aanbieden van manuscripten:
e-mail rappa.stripbieb@gmail.com of litap@cq-link.sr Tel: 00-597- 464725.

Slaven (en geen tot-slaaf-gemaakten), negers (en geen Afro-Surinamers)

“Ik heb geleerd dat je de slavernij moet bekijken met de normen van zijn tijd. Als je naar de Gevangenenpoort in Den Haag gaat zul je zien dat blanke Hollanders daar de vreselijkste martelingen moesten ondergaan door andere blanke Hollanders. Zwarte slavenhouders in Suriname hielden zelf zwarte slaven. Slavernij heeft niets te maken met huidskleur, ras of etniciteit. Nu, op dit moment, anno 2010, zijn er wereldwijd 27 miljoen slaven. Dat is meer dan er ooit zwarte Afrikanen in slavernij naar de Nieuwe Wereld zijn gevoerd. Maar ik hoor de mensen die herstelbetalingen eisen, nooit over die slavernij die er nu is.”

Dat zei John H. de Bye (geboren in Paramaribo in 1942) bij de presentatie van zijn nieuwe historische roman Liefde in slavernij in Afro-Surinaams cultureel centrum Kwakoe in Amsterdam op 31 oktober j.l. Een redelijk gevulde zaal luisterde eerst naar het voorlezen van fragmenten uit het boek door Noraly Beyer en Alida Neslo. Daarna kwam de auteur zelf aan het woord, niet echt een soepel verteller, maar je kon een speld horen vallen. De Bye heeft niets met gemakzuchtige verhaaltjes. Een dame in het publiek kreeg lik op stuk, toen ze de opmerking maakte dat het woord ‘neger’ denigrerend is. Onmiddellijk haalde John de Bye er Frank Martinus Arion bij, die tijdens een discussie bij het festival Winternachten in 2002 zei: ‘Ik ben er trots op een neger te zijn.’ De Bye had ook Edgar Cairo kunnen citeren, of Rellum, of Dobru. John de Bye gebruikt dus het woord ‘neger’ in zijn boeken, en hij gebruikt ook het woord ‘slaaf’ want van het krampachtige ‘tot slaaf gemaakten’, dat je tegenwoordig zo vaak bij de politiek-correcten hoort, moet hij niets hebben. En in zijn boek zegt hij nog meer: ‘Wat kan het Nederlandse volk nu, honderden jaren later, verweten worden? Dat ze in slaven gehandeld hebben die door zwarte slavenhalers aangeleverd werden? In een tijd waarin zulks geheel normaal was en niemand anders wist? Laat me niet lachen.’

Je zou denken dat de ‘herstelbetalers’ wel flink tegengas gaven. Maar dat gebeurde niet. Niks van een debat. De ‘herstelbetalers’ bleven weg. Met het ‘nu’ kun je niet veel, dan komt het te dichtbij, dan word je aangesproken op je ethiek van alledag. Geen gezelliger melkkoe dan de geschiedenis van de slavernij.

John H. de Bye, Liefde in slavernij. Schoorl: Conserve, 2010, € 17,95.

.

.


 

Foto’s: @ Michiel van Kempen

Liefde in slavernij

Een familiegeschiedenis in het 18de-eeuwse Suriname, van John H. de Bye

Halverwege de achttiende eeuw kwamen de stamvaders van de Surinaamse familie De Bye in Suriname aan. Jan Willem en Pieter Hendrik de Bye. De auteur, die behalve het historische naslagwerk Historische schetsen uit het Surinaamse Jodendom ook de historische romans Ter dood veroordeeld en Geloof, hoop en liefde op zijn naam heeft staan, reconstrueerde uit de ter beschikking staande gegevens het leven van Pieter Hendrik de Bye, Raad van Politie en Civiele Justitie in Suriname, na het graf van deze notabele in de Nieuwe Oranjetuin teruggevonden te hebben.

Deze roman speelt zich af in Suriname tijdens de slavernij, een tijd die niet alleen voor de negerslaven ruw en wreed, maar ook voor vele blanken nauwelijks uit te houden was, een feit dat velen over het hoofd zagen en uitgebreid wordt toegelicht in een nawoord van 16 pagina’s aan het slot van het boek.
De mens kiest heeft vaak zelf geen invloed op zijn of haar eigen lot. De zwartgekleurden niet, de geelgekleurden niet en de witgekleurden ook niet. Dat de paters die naar Suriname uitgezonden werden het gemiddeld maar twee jaar uithielden voor hun begrafenis. Dat 18 procent van de zeelieden op de slavenschepen de reis niet overleefden en onvrijwillig doodgingen, dat de matrozen in Suriname nauwelijks beter behandeld werden dan de slaven (zie Stedtman) en dat de martelwerktuigen in de Gevangen Poort in Den Haag niet voor slaven bedoeld waren. Dat er in Afrika ook slavernij was en is onafhankelijk van de aanwezigheid van blanken en dat in het leven de sterksten en de rijken het altijd voor het zeggen zullen hebben onafhankelijk van hun huidskleur.

John H de Bye werd in 1942 in Paramaribo geboren. Na de middelbare school in Suriname, studeerde hij medicijnen aan de Universiteit van Utrecht. Hij deed zijn artsexamen in Rotterdam waar hij zich ook in de algemene chirurgie specialiseerde. In 1974 keerde hij terug naar Suriname en vestigde zich als chirurg in Nickerie en later in Paramaribo bij ’s Lands Hospitaal.

John H de Bye – Liefde in slavernij – Een familiegeschiedenis in het achttiende-eeuwse Suriname, (met nawoord 16 pagina’s). Schoorl: Conserve, 208 pagina’s, ISBN 978 90 5429 302 6, Prijs € 17,95.

De presentatie vindt plaats op 31 oktober om 13.00 uur in Podium Kwakoe, Frissenstein 78 in Amsterdam-Zuidoost. Noraly Beyer leest voor uit het boek waarna ze van John de Bye het eerste exemplaar ontvangt.

Nieuwe roman John de Bye

Op zondag 31 oktober presenteert uitgeverij Conserve in samenwerking met Ninsee, de nieuwe roman van de Surinaamse auteur John H. de Bye, Liefde in slavernij – Een familiegeschiedenis in de achttiende eeuw

Plaats: Muiderslotkerk
Tijd: 14.30
Nader bericht volgt

**Locatie gewijzigd!, klik hier**

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter