Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
James Ramlall en cultuur: always on the go
door Hillary de Bruin
Acht uur ’s morgens, een werkdag in 2014. Telefoon, een opgewekte, licht opdrachtgevende stem: ‘Hillary, goedemorgen, goedemorgen, James hier. Hillary! Kan je Kleintje vragen, ik heb schoolkinderen uit Frans-Guyana, ze gaan morgen terug, kunnen jullie ze een rondleiding geven op Cultuurstudies?’ Kleintje is Dorothy, coördinator sectie Educatie. ‘Natuurlijk James, wanneer?’ ‘Straks om 10.00 uur. Ik stuur ze met bussen en een begeleider. Die gaat voor ze vertalen.’ ‘O!!… is goed, James, we zijn er.’ Hoe kan je zo iets weigeren? read on…
Inheemsen: Zuid-Amerikaanse klassieken
De thematiek in de verhalen en liederen van de verschillende inheemse volken in Zuid-Amerikaanse landen zouden we ‘klassiek’ kunnen noemen, zoals die in de klassieke werken van Griekse en Romeinse schrijvers die de orale vertellingen uit het verleden tot een geheel maakten en opschreven. Homerus met zijn Ilias en Odyssee is nog niet in het vergeetboek, evenals Ovidius die in de eerste jaren van onze jaartelling zijn Metamorphosen (gedaanteveranderingen) dichtte, gebaseerd op orale vertellingen uit en over het verleden. Het zijn wonderbaarlijke verhalen waarin, net als in de inheemse verhalen van Latijns-Amerika, mensen kunnen veranderen van gedaante. read on…
In Memoriam Max van der Bosch: een veelzijdige kunstenaar
door Hillary de Bruin
Op vrijdag 20 augustus jl is op 85-jarige leeftijd kalm en zacht van ons heengegaan: de heer Max van der Bosch. Een kalme, zachtmoedige man, maar een zeer veelzijdige kunstenaar die een begrip is in onze cultuurwereld.
Max Evert van der Bosch werd geboren op 16 januari 1925 te Paramaribo. Hij trouwde met Elsje Kamairo en er werden twaalf kinderen geboren die allen nog in leven zijn. Hij heeft de Lagere School doorlopen en heeft in verschillende beroepen gewerkt, waaronder als broeder in de verpleging. In 1949 trad hij in dienst van de Overheid en in 1980 bij het Ministerie van Cultuur, afdeling Cultuurstudies, waar hij werkte tot aan zijn pensionering in 1985. Hier was hij bezig met onderzoek naar de Inheemse cultuur, met name de Karaibse cultuur. Hij heeft veel informatie en muziek vastgelegd op geluidsband en schrift. Bij de Regerings Voorlichtingsdienst Suriname las hij in de jaren ’80 nieuws- en andere berichten voor in het Karaibs. Vanwege zijn flair en kennis trad hij ook vaak op als ceremoniemeester bij Inheemse activiteiten.
“Oom Max” was een creatieve kunstenaar en nationalist in hart en nieren. Al op jonge leeftijd begon hij met de ontspanningsvereniging KARONO (eenwording). En in 1953 richtte hij zijn eigen culturele groep op: Anna Nija Ware Maro, dit betekent de goede waakengelen. Via deze vereniging heeft hij met grote toewijding en enthousiasme de Inheemse cultuur uitgedragen en overgedragen; vele jongeren en ouderen hebben bij hem de typische liederen en dansen geleerd. En hij leerde hen steeds om waardering te hebben voor hun eigen cultuur. Hij was ook de eerste die zijn muziek op de plaat uitbracht onder de naam Anna Nija Ware Maro, Indiaanse liederen uit Suriname. Zijn pionierswerk is een prikkel geweest voor andere Inheemsen want de ene na de andere Inheemse zang- en dansgroep werd opgericht.
Oom Max heeft vele kunstwerken gemaakt die zowel in ons land als daarbuiten prijken. Zijn sambura-trommen en maraka’s zijn prachtig beschilderd en van de beste kwaliteit. Hij maakte verder halskettingen en andere souvenirs. Ook zijn houtsnijwerk was erg geliefd, zoals de kaimanbangi: de houten zitbanken in de vorm van de kaaiman. Men zag hem vaak in de stad lopen, met zijn eigengemaakte ketting om de hals en in zijn tas altijd een of meer maraka’s. Een van zijn opvallende eigenschappen was dat hij altijd bereid was te helpen als het hem werd gevraagd. “Maar”, zegt ex-Cultuurdirecteur James Ramlall, “Geld was voor hem niet het belangrijkste, dat kwam op de tweede plaats”.
Oom Max was erg gelukkig dat hij zijn cultuur zo vaak in eigen land en op buitenlandse podia mocht uitdragen. Samen met Henk Tjon en Wilgo Baarn zijn er theaterproducties tot stand gekomen die veel succes hebben geoogst. Ook zijn kennis als Inheemse priester mocht hij inzetten en bij de vele Carifesta’s kreeg hij de eer om het festival spiritueel in te zegenen. Oom Max zijn geliefde slangendans is door Henk Tjon verwerkt in het repertoire van het Alakondre dron spektakel. Deze dans staat symbool voor eenheid: alle bevolkingsgroepen bewegen door elkaar in een lange rij over het podium.
In de jaren ’80 kreeg Max van der Bosch een lichte beroerte, maar dit weerhield hem niet om door te gaan met zijn werk. In 2003 echter werd hij geveld door een hersenvliesontsteking waardoor hij jarenlang aan het bed gekluisterd was.
In 1997 ontving hij de Stonfutu Grani, van Elvira Rijsdijk, rubricist van De Ware Tijd Cultuur en Zo. In 2004 werd hij voor zijn bijzondere inzet gehuldigd door Torarica’s Light on an Artist. Zijn kinderen zullen hem zich altijd herinneren als een vader die van verhalen vertellen hield, echte tori’s met de nodige humor. Een vader die na zijn kantoorbaan direkt ging werken aan zijn muziekinstrumenten en souvenirs. Een vader om trots op te zijn, een Surinamer om trots op te zijn. Meneer Max van der Bosch: rust zacht.
Hillary de Bruin is directeur van de afdeling Cultuurstudies, Directoraat Cultuur, Paramaribo.