blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Bruin Claudett de

Prachtboek over de koto-klederdracht

door Peter Sanches

Prodo fu koto is het langverwachte boek van Christine van Russel-Henar. Een prachtig uitgegeven boek waarin de geschiedenis van de koto-klederdracht uit de doeken wordt gedaan. Prodo fu Koto kijkt naar de oorsprong van deze authentieke Afro-Surinaamse klederdracht, maar beschrijft ook de hedendaagse trends. Deze tonen hoe na anderhalve eeuw de koto nog steeds deel uitmaakt van de identiteit van de Afro-Surinaamse vrouwen en tot de verbeelding spreekt.

read on…

Fifty Shades of Nothing

door Claudett de Bruin

 Ik ben een leysi bakru, een boekenwurm. Een leysi bakru leest, leest véél. Nu weet ik niet of er een leysi bakru-hiërarchie is maar voor het geval die er is, behoor ik tot de leysi bakru-adel. En zoals elke edelman van tijd tot tijd werd geïnformeerd over het wel en wee van de horigen, zo is het voor leysi bakru’s goed om kennis te nemen van de laatste trends en kan het gebeuren dat ik af en toe boeken lees waar ik in eerste instantie mijn literaire neus voor optrek. Even bakru-royalty has to think outside the box so now and then, right?
 
Het overkwam me een aantal maanden geleden met de voorlaatste hype The Hunger Games. Fantasy/SF interesseert me niet echt, al die rare wezens op verre planeten met namen die ik niet eens in gedachten kan uitspreken… 


Toen een literaire vriendin (ook van adel) het boek op Facebook aanprees, heb ik dapper mijn zelfopgetrokken muur neergehaald en ik heb er geen moment spijt van gehad. The Hunger Games is een geweldige trilogie, meesterlijk geschreven en met zoveel fantasie dat je je afvraagt of de auteur een extra gen in haar DNA heeft. Ik beveel het dan ook van harte aan.
 Fifty Shades of Grey is een erotische roman en de boekenhype van 2012. Weer kwamen van alle kanten aanbevelingen. Als ervaren lezer weet ik heel goed wat ik wel en niet wil lezen. Dit boek wilde ik niet lezen. Toch heb ik de trilogie gedownload (illegaal, dus gratis!) met de bedoeling misschien weer een keer ‘outside the box’ te lezen.

 


Vanmiddag was het zover. Binnen een half uur had ik deel 1 en deel 2 leesmatig ‘gescand’. Deel 3 is niet aan bod gekomen omdat de ervaring leert dat bij populaire trilogieën het laatste deel meestal een slap aftreksel is van de voorgaande boeken. Erotiek in een roman kan ik zeer waarderen; ik lees daarom graag uit het Frans vertaalde boeken en kan genieten van de verfijnde erotiek in de oude Chinese en Japanse verhalen.  Wanneer ik echter tussen de erotiek het verhaal niet kan vinden, houdt het voor mij op. 

Deze trilogie is een duidelijk bewijs dat een bestseller niet noodzakelijkerwijs een literair meesterwerk hoeft te zijn. Overigens is dat ook niet wat de schrijver pretendeert! 


Dat het boek felle tegenstanders heeft, zal niemand verwonderen, SM-seks is nou eenmaal geen gezellig koffietafelonderwerp; niet veel mensen zullen er prat op gaan hoe ‘heerlijk hun geliefde ze de afgelopen nacht heeft afgetuigd’. Het verhaal overstijgt de bekende en populaire Bouquetreeks niet. Zelfs het format lijkt eender – timide studente solliciteert bij rijke, jonge en intimiderende zakenman –  alleen gaat de schrijver hier explicieter in op de seksuele daden. Clichés treffen je als zweepslagen met hun banaliteit, dialogen verrassen niet en moderne kreten als Holy shit! en Holy cow! ontsieren gecursiveerd menig alinea. Goed voor de verkoopcijfers maar OMG!, een bloody ergernis voor de verwende lezer.

Ik erken het bestaansrecht van alle soorten leysi bakru’s, smaken verschillen en lezen is nou eenmaal niet zo zwartwit. De liefhebbers moeten vooral blijven genieten van de boeken van E.L. James maar ik adviseer hen om af en toe outside the box te denken. Ik heb mijn digitale exemplaren zonder enige pijn gedelete. Er is nu weer ruimte in mijn adellijke box dus ik blijf daar nog even in de wetenschap dat Vijftig Maal Niets nog altijd gewoon niets is.

Fragmenten No. 3

De derde editie van Fragmenten, het blad van de Schrijversvakschool Paramaribo, is uit. Dit keer met bijdragen van Pearl Brunings, Claudett de Bruin, Karin Lachmising, Iraida van Dijk-Ooft, Sakoentela Hoebba. Mathilde Inge en Nadischis Semmoh. Een gevarieerd aanbod: dialoog, monoloog, recensies, overdenkingen, poezië en columns. Info: info@schrijversvakschool.org

Claudett de Bruin – letterlijk hersenspinsel

mijn neef is een nicht
en mijn nicht is een pot
allebei onder vuur
want die tori is hot

diep in de kast
zijn ze niemand tot last
maar nicht wil ook even
op stap met zijn neven
en die pot wil ook eens
naar de schuur.

goede raad is duur
wat is nep en wat is puur.
is het goed wat je doet
is het nodig dat je boet
voor vrolijk, vrolijk
vrolijk zijn.

(N.a.v. de discussie over homorechten in De Nationale Assemblee op 12 juli 2011)

The Blauwgrond Experience

door Claudett de Bruin

Vrijdagavond elf uur. Kop aan kont rijden de auto’s. Ogen spieden van links naar rechts. We zien warungs met namen als Rena, Ursie en Pawiro. Al langer dan vijf minuten rij ik met een sukkelgangetje achter een auto die ook zoekt: een geschikte warung, een goede parkeerplaats. Kom je vanuit de Wilhelminastraat, dan zijn de meeste eettentjes links van de weg op slechts een paar meter afstand van elkaar. Rechts is de bekende moskee met hier en daar een halal warung. Aan beide zijden van de weg zijn auto’s geparkeerd. Ik knal bijna op mijn voorganger die plotseling afremt omdat hij een geschikte plek heeft gevonden.
‘Zullen we ook maar hier gaan?’ roept iemand in de auto.
‘Nee, een stukje verder, hier zit bijna niemand.’
Ik rij een eindje door en dan roept ze enthousiast: ‘Daar, bij die tent moeten we gaan eten. Ik zeg je, hun saoto is wrééd lekker!’

Naar Blauwgrond ga je in de eerste plaats om te eten. Het eten in de J. Samson Greenstraat, de Louis Goveiastraat en de Jan Besar Rebostraat is er pretentieloos lekker en niet duur. In de tweede plaats ga je er voor de ongedwongen sfeer, er zijn geen kledingvoorschriften en zelfs tafelmanieren zijn niet dringend vereist. Dat je soms in een kleine file moet zitten, neem je voor lief. Je accepteert dat er ook andere mensen zijn die honger hebben. Sommigen hebben gewoon trek en weer anderen zijn komen ‘wandelen’.

We manoeuvreren langs een paar uitgelaten fietsers met wapperende rokjes, blond haar en rode hoofden die kennelijk net iets teveel sambal in de pittige kippensoep hebben gedaan! Maar joh, dat mag de pret niet drukken, want voor een paar luttele euro’s hebben ze hun buikjes vol gegeten… en bij ’t Vat staan de biertjes al koud.
Personenauto’s met gezinnen of met party-animals worden ingehaald door luidruchtige bromfietsers, meestal jongens van de buurt opYampi’s die een fatu komen nemen. Taxichauffeurs rijden rond met buitenlanders die ze trots deze kant van Switi Sranan laten zien. Fully equipped terreinwagens en zacht ronkende Mercedessen rijden zoekend langs en laten zich maar wat graag bekijken op weg naar eenspan-span nasi of een portie tjekèr, plakkerige kippenpoten. Waarmee duidelijk wordt dat Blauwgrond geen drempels kent. Alles en iedereen komt er. Je komt er je baas en je tuinman tegen. Je ex-vriend en je buitenvrouw. (Of je vrouw, het is maar net wie met wieis gaan ‘wandelen’ die avond!)

Een agent derde klasse brengt zijn nieuwe vriendin voor het eerst uit. Met een royaal gebaar zegt hij: ‘Schatje, bestel maar wát je wilt,’ terwijl hij met gekruiste vingers in zijn broekzak kraak houdt dat ze een kleine eter is, want het is pas de 23e van de maand. . .
Aan de andere kant van de vitrine waarin al het lekkers is uitgestald, trommelt een bekende ‘poeierjongen’ met zijn goudberingde vingers op het vrolijk gebloemde tafelplastic. Zijn overdadig gepimpte Hummer neemt teveel parkeerruimte in. Ongegeneerd slurpen hij en zijn tafelgenote van een knalroze dawet. Op tafel staan twee kommetjes saotosoep, twee tahoe lontong, vier rund- en vier kipsaté’s, en vier bakabana’s met pindasaus. Met een ‘Hallo mae, poppie, Poniyem, kan je twee bami-met-kip voor me inpakken?’ rondt hij zijn bestelling af. De dame achter de toonbank laat het zich met een glimlach welgevallen en neemt het geld in ontvangst terwijl ze de portiebakjes keurig ingepakt aan hem overhandigt.

Blauwgrond mag met recht het Javaanse culinaire hart van Suriname genoemd worden. Naar Blauwgrond kom je niet om aan een glaasje water te nippen. In feite ben je op bezoek bij de bewoners (de warungs zijn voor hun huis gebouwd) en zoals het traditie is bij Javanen, moet je flink dooreten. Goed, je moet er een kleinigheid voor betalen, maar de prijs is in verhouding met de kwaliteit van het eten aan de lage kant.
Vanaf een houten bankje (de laatste jaren verdrongen door de Jardinstoel) heb je uitzicht op het keukentje waarin je kan zien hoe met kippenbouillon, taugé, geplozen kip en een ei de lekkerste saoto’s worden bereid. Let er op dat de bouillon kokend heet is – niets is erger dan een lauwe saoto mét of zonder ei – en breng het op smaak met een lepeltje ketjapsambal of een lepeltje gemalen rode peper. Blazen is toegestaan maar let op als je een lepel soep naar je mond brengt: de taugésliertjes hebben de neiging – op je kleren – te spatten…
Tip voor een verbrande mond: dawet! Mét of zonder maizenasliertjes.

Elke eettent heeft zo zijn eigen fans, mensen die zweren bij een teloh met terie van die éne speciale warung en desnoods een kwartier in de auto blijven wachten tot er een tafeltje vrij is.
Kom in de stemming voor je gaat stappen. Of besluit een avondje uit met een ‘Blauwgrond-kiek’. Als je van die chique bedrijfsreceptie komt, waar je alleen champagne hebt gedronken en minitoastjes met zalm en olijven hebt geknabbeld, dan kan je honger hebben. Verfijnde hapjes zijn lekker maar den no e furu bere…
Op naar Blauwgrond dus, die gezellige wijk die zelfs in Nederlandse kranten zoals de Volkskrant en Trouw op de kaart is gezet als één van de culinaire wijken van Suriname. Je komt er oude vrienden tegen, want je gaat ook naar Blauwgrond om gezien te worden. Langzaam langs de eettentjes rijdend op zoek naar een geschikte plek, zie je iedereen en als je die getinte ruiten naar beneden draait, ziet iedereen jou!
Je kunt ook ‘op stand’ eten op Blauwgrond. Mirosso is een opvallend gebouw met een buitenterras, een speciale afhaalafdeling en twee eetzalen. Boven is de eetzaal soms zo koud dat de gasten rillend naar beneden rennen. Hier kun je – in tegenstelling tot de overige warungs – wel alcohol krijgen. Ook hier geen kledingvoorschriften, maar enige kennis van etiquette en tafelmanieren wordt er wel op prijs gesteld. Van de menukaart is af te lezen dat je iets meer betaalt dan bij de huiswarungs. Het eten is er overigens net zo goed, alleen mis je de essentie van de ‘Blauwgrond Experience’: eten op straat.

De meeste warungs zijn open van vrijdag tot zondag (een enkele is ook door de week open). Als je lekker wil eten zonder al te veel te betalen, ga richting Blauwgrond. Nyan switi, slamat makan!

Sterke vrouwen

door Claudett de Bruin

Hij kondigt haar aan als een sterke vrouw. Zijn moeder was een sterke vrouw. Vader en moeder tegelijk. Drie baantjes had ze. Alle vijf waren ze iets geworden in de maatschappij.
‘Welke boodschap heeft u op deze speciale dag?’
‘Voor wie?’ vraagt ze. Haar ogen zoeken de camera.
‘Voor alle Surinaamse vrouwen,’ antwoordt hij en kijkt in de camera. Waarom is hij niet bij de radio gebleven?

read on…

Nieuwe krant Schrijversvakschool

Fragmenten, krant van de Schrijversvakschool Paramaribo, wordt gelanceerd op de informatiedag van 7 augustus in de CCS Bibliotheek. De krant is gratis!
Fragmenten is een verzameling van uitgewerkte schrijfoefeningen die een thema of schrijftechniek uitvergroten. Het is een selectie van de leukste, de meest verrassende en met een eigen stijl geschreven teksten van studenten.

Zenobia N.V. is de sponsor van deze krant.

Auteurs:
– Sakoentela Hoebba
– Agnes Redjopawiro
– Iraida van Dijk- Ooft
– Mathilda Inge
– Claudett de Bruin
– Karin Lachmising
– Ronald te Vrede
– Carla Rees
– Jennifer Telting

Samenstelling: Ruth San A Jong
Vormgeving en correctie: Claudett de Bruin
Druk: Zenobia N.V.
Uitgave: Schrijversvakschool Paramaribo
Oplage: 200

Ook in het Sranan kan je limericks maken!

Wan yayo misi f’ Nyun Foto
ging dansen in een bigi koto.
A ben go nanga en pèl
d’ a ben weri heri stel.
Den ben go nanga limousien oto.

Èn pa Hendrik fu baka Konasi
kon niet meer met die misi haar fasi.
A wenke ben griti en
en baka ben priti en
A ben habi fu suku osopasi.

Tra dey f’en a misi nanga en koto
fen’ wan dansi tapu SMS-boto
A sma kap’ en tros
ze gooide alle remmen los.
Te fu k’ba a kapséis nanga a boto.

Pa Hendrik fu Konasi ben sari
bika en lobi fu omeni yari
ben gwe go lasi
tangi f’ yayo pasi
Èn tye, !dati ben hebi fu tyari.

Collectie van Trefossa naar Nationaal Archief Suriname

door Claudett de Bruin

Wanneer op 12 april a.s. het nieuwe gebouw van het Nationaal Archief Suriname (NAS) officieel in gebruik wordt genomen, wordt ook de nalatenschap van Trefossa – pseudoniem van Henri Frans de Ziel (1916-1975) – aan Suriname teruggegeven. Het literaire werk van deze Surinaamse dichter is van groot belang geweest voor de ontwikkeling en de opwaardering van het Sranan. De overdracht, die voor Suriname van grote cultuurhistorische waarde is, wordt gedaan door Cynthia Abrahams, voorzitter van de Werkgroep Nalatenschap Trefossa Nederland en Cherida de Ziel.

read on…

Het kind niet met het badwater weggooien

door Ruth San A Jong

Gisteravond zat ik in Tori Oso te luisteren naar een van mijn tweedejaarsstudenten van de Schrijversvakschool Paramaribo, Claudett de Bruin, die een literaire voordracht gaf. Ze las gedichten voor en gaf vooraf uitleg welke vorm die hadden. Ik vond ‘t goed te horen dat ze namen als Rondeel en Limmerick uitlegde. Je moet je publiek ook literair opvoeden. Uiteraard was ik trots want ze had van die verrassende en vooral spottende vondsten en een publiek dat hing aan haar lippen.
Als ‘jonge hond’ in het literaire leven in Suriname heb ik in publieke fora uitspraken gedaan die tegen de schenen schopten van de gevestigde auteurs. Ik had gezegd dat wat NU wordt geproduceerd niet van literaire kwaliteit was en zich middenmaats ontwikkelde en dat ook de oudere generatie daar bij hoorde (!!!). De stagiaire die toentertijd bij de Ware Tijd werkte, had het woord ‘nu’ eruit gelaten. Of het opzet was geweest van de eindredactie laten we in het midden. Ik heb het geweten! Kwade telefoontjes en boze gezichten wie Ruth San A Jong nu wel was om dergelijke uitspraken te doen. Die was toch geen schrijver? Hoeveel boeken had ze op haar naam? Hoe kon ze een oordeel vellen over de literaire kwaliteit? Ik moet dus iemand per se waarderen omdat hij een 300-tal pagina’s op papier heeft gezet.
Alhoewel de vraag blijft of ik me moest verontschuldigen, kies ik mijn woorden sindsdien zorgvuldig en wilde het tegendeel bewijzen.
Iedereen was het toch stiekem met me eens? (over die uitspraak met ‘nu’ erbij?) Iedereen met een beetje zelfkritiek was het toch met me eens dat er drastisch iets moest gebeuren aan de boeken die uit de printer kwamen met gelamineerde 250-grams vellen als kaft, de door neerlandici op taal gecorrigeerde teksten en door familie en vrienden gelezen manuscripten, de door de Riso-machine gehaalde kopieën zonder registratie bij het ISBN-kantoor? Eerlijk wezen, niet? Maar omdat ik het had gezegd en geen bestaansrecht had als auteur had ik mijn mond moeten houden.
Je gooit je kind toch niet met het badwater weg, bedacht ik achteraf. Ga dan iets doen om die kwaliteit omhoog te brengen. In mijn vijf jaar geworstel lukte het me eindelijk om schrijven tot vak te maken in Suriname en voor auteurs. We weten allen intussen dat talent overgewaardeerd is en dat als je regelmatig schrijft, herschrijft, schrapt, van kritisch commentaar laat voorzien, veel leest, je over technieken leert enzovoort, dat dat eigenlijk het schrijven is.
Dus toen ik gisteravond van de jury, die mij sterk deed denken aan de American Idols, de lofuitingen voor Claudetts werk gaf, ging een vleug van trots over me heen.
Meer nog omdat Frits Wols, die mij toentertijd persoonlijk die ‘bok’ had gegeven, complimenten maakte aan de Schrijversvakschool en ons aanmoedigde om zo door te gaan. Hij was blij te horen dat klassieke dichtvormen behandeld worden enz. Ik begon spontaan te klappen in mijn handen toen mijn student naar me keek vanachter de staander en gebaarde naar me. Want dat is wat je wil hebben, kwalitatief goede teksten voor je publiek, bij voordracht of in boeken. Claudett is overigens een van de meest ambitieuze studenten, neemt het vak serieus, is altijd aanwezig, eigenzinnig, maar staat vooral open voor goede kritiek. En geloof me de Schrijversvakschool maakt je bikkel tegen kritiek van lezers. Die zijn meestal genadeloos.

Zo hadden we de grootste literaire criticus als gastdocent, Michiel van Kempen, de boeman van vele auteurs. Critici zijn nooit geliefd, daar moeten we aan wennen en ik dacht toen ik hem uitnodigde om nu eens van hem te horen hoe die keek naar de ontwikkeling in die Surinaamse literaire keuken. Tenslotte is de man gepromoveerd op de Geschiedenis van de Surinaamse literatuur en willen wij als instituut niet het wiel weer gaan uitvinden en de man uitnodigen om ons te komen vertellen hoe dat in elkaar zit. Ik moet overigens nog een schriftelijke evaluatie van hem ontvangen, maar weet zeker dat we, hoewel hij Surinamistiek is komen doceren en niet schrijftraining, een goede beurt hebben gemaakt. Ik ben alleszins tevreden over de inzet en vooral de manier waarop hij de literaire geschiedenis in perspectief voor de studenten heeft geplaatst met gebruik van illustraties, cijfers en dergelijke. We zijn er nog niet, want de opleiding is 4 jaar en pas na die periode zullen we kunnen oordelen of een opleiding in Creatief en Literair schrijven daadwerkelijk goede en blijvende auteurs oplevert.
We gooien het kind niet weg met het badwater. In essentie gaat ‘t er erom: kritiek geven mag, maar doe er iets aan om de situatie te verbeteren, de kwaliteit omhoog te brengen en hoog te houden. Tenslotte plukken we allen inspiratie uit Suriname.

Schrijversgroep eert de vrouw

Woensdag 31 maart wordt een bijzondere avond van de Schrijversgroep ’77 in Tori Oso in Paramaribo, speels maar toch met een stevige inhoud. Presentaties van vrouwen, gedichten over vrouwen, commentaar van mannen en het laatste woord voor de vrouw. We beginnen stipt om 20.00 uur. Conferencier: Anne-Marie Sanches.
Programma:
Alphons Levens met zijn gedicht LEVEN
Ismene Krishnadath met het verhaal Eens op een einde
Panelcommentaren door Frits Wols, Eddy van der Hilst en Roué Hupsel
Arlette Codfried met kort proza
Panelcommentaren
Jeanette Vonsee met een poëtische verbeelding van een moeder
PAUZE
Michiel van Kempen met drie odes aan de vrouw en de liefde
Hilde Neus met een diversiteit aan petten
Panelcommentaar
Claudett de Bruin met limericks
Panelcommentaar
Alida Neslo met observaties en column
Panelcommentaar
Afsluiting

[Bericht van Schrijversgroep ’77]

Gedichten bij kerst en oudjaar 2009

Plastic rituelen

Weer rituelen van verpakkingen
rode poppen met witte baarden
van boompjes die nooit verteren
kalkoen en ham gelukkig wel

weer rituelen van wat is gedaan
wat nog zal
wat nog echt moet
voor volgend jaar

weer verdrijven van onrustige geesten
in roodwaterwasjes
met rood geluidgeweld
rode sirenes
en rode hanen

een cup Fayalobi
leeft zijn onverteerbaar einde in verweerde staat
op het graf
linten lezen ‘we zullen je nooit vergeten’

alweer plastic rituelen

Ruth San A Jong
December 2009


Lieve Ruth,

Je hebt mijn ‘Malle Muze’ getriggered met je gedicht.
En zoals je op een mato-neti ‘doorsneden’ zou worden, zo kom ik in met het onderstaande:

en rode hanen…
die zich eenzaam koning wanen
in een lege kippenren.
Want de pommen en pasteien,
de kroket en pindasoep
zitten boordvol geliefden
van de leider van die troep.

Dus nu kraait hij uit frustratie
vaker zelfs dan wenselijk is:
“Laat ze schieten, laat ze branden!
Op naar de verdoemenis!
Als ik niet meer lief kan hebben
en geen kindjes meer ontvang
wat kan mij het leven schelen,”
en ons haantje werd toen bang

Stiekem liep hij naar misi Elly
op het grote Mensenplein
met zijn rode kop gebogen
waar die moordenaars ook zijn.
Hij liet zich spatten, liet zich baden
waste hanenhebi’s weg
sprak een mondje voor de yorka’s
en verdomme, hij had pech…

Want de auto week niet uit
voor een pas ‘gewassen’ haan
die verwoed begon te kraaien.
Alles toen in lichterlaaie
heel die houten binnenstad.
Dood lag hij daar, op zijn gat.

En we zullen je gedenken
met een lachje en een traan
vreemd hoe ‘t leven toch kan lopen
voor een oude rode haan!

Claudett de Bruin

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter