blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Breeveld Hans

Sranantongo-spelling wordt geëvalueerd

door Tascha Samuel

PARAMARIBO – “Het is de hoogste tijd dat men zich in stad en land en ook daarbuiten bewust gaat worden van de correcte spelling van het Sranan. Kijk, aan de uitspraak kan je soms niet komen, zoals u weet kunnen mensen dingen verschillend uitspreken, naar gelang de verschillende dialecten, maar de taal spellen heeft een vaste structuur nodig”, meent Hans Breeveld. read on…

Mediastrijd om Suriname: uitvoerig en verdienstelijk

door Hans Breeveld

In haar boek Mediastrijd om Suriname, de handelseditie van haar proefschrift, vergelijkt Ellen de Vries de wijze van berichtgeving door de Surinaamse en de Nederlandse media over de verhouding van deze landen in de periode 1980-1992. Als ondertitel gaf zij haar boek mee: Van mythemakers tot nieuwsverduisteraars. read on…

Lezing “De zoektocht naar de eigen identiteit van de Surinaamse literatuur”

De Henri Frans de Ziel Stichting nodigt belangstellenden uit voor een lezing door Drs. Ismene Krishnadath: “De zoektocht naar de eigen identiteit van de Surinaamse literatuur”. read on…

NAKS: Sranantongoneti, Tak’ Tangi en Prisiri Banya

door Jerry Dewnarain

NAKS, hét Afro-Surinaamse cultureel centrum van Suriname voor kunst, cultuur, wetenschap en gemeenschapswelzijn, hield op vrijdag 23 juni jongstleden zijn tweede Sranantongoneti. Het thema van de avond was ‘Suma na wi’. Dat weet je onder andere als je ook je eigen taal, jouw moedertaal, weet te spreken. read on…

Hans Breeveld – Dansi

Ef‘ wan wiki
ab‘ sebi dey
sande un b’o dansi
n‘a k’ba
f’a wiki nomo? read on…

Jack Pinas, kunstenaar, kenner, maar bovenal nationalist

door Hans Breeveld

Er zijn mensen die aan jouw leven zoveel meer waarde toevoegen, eenvoudig doordat je ze gekend hebt. Jack Pinas is zo een persoon geweest. Als jong politicoloog leerde ik hem kennen in mijn eerste werkkring, na mijn terugkeer uit Nederland, het Planbureau. Jack imponeerde vooral vanwege zijn grote kennis van Suriname en Surinamers. Als coördinator van de OPO-projecten had ik het voorrecht nauw met hem samen te mogen werken. Vaker bezochten wij samen met o.a. Ettiré Linger, August Hok A Hin, Iwan Sewberath Misser en Cyrill Jacott, verschillende plaatsen waar deze projecten waren geprojecteerd. Tijdens deze reizen genoot ik met volle teugen van de verhalen die Pinas ons over de Surinaamse politiek, cultuur, religie en nog vele ander facetten vertelde. Jack was een boeiende verteller. read on…

Nummer zes van His/Her Tori, Tijdschrift voor Surinaamse geschiedenis en cultuur

door Christine F. Samsom

Het Instituut voor Maatschappijwetenschappelijk Onderzoek (IMWO) van onze Universiteit kwam in november 2015 uit met, hoe kan het ook anders, het nummer 40 jaar staatkundige onafhankelijkeid; Wi mu seti kondre bun van His/Her Tori, Tijdschrift voor Surinaamse geschiedenis en cultuur. Het siert de redactie, bestaande uit de wetenschappers Jerome Egger, Eric Jagdew en Hilde Neus-van der Putten, dat zij tegen de klippen opvarend, toch weer met een prachtig nummer is uitgekomen, een niet geringe prestatie na het eerste-lustrum-nummer over de Grondenrechten. Want in deze tijd in Suriname uitkomen met een boek, zo’n dik tijdschrift kan je gerust een boek noemen, getuigt van moed, doorzettingsvermogen en geloof in eigen kunnen, zullen we maar zeggen! read on…

Lobitori Neti

Ook dit jaar komt er bij Schrijversgroep 77 in Paramaribo een Valentijnviering onder de titel Lobitori Neti. Het is vijf jaar geleden begonnen als initiatief van Hilli en Gilli (Hilli Arduin & Guillaume Pool). read on…

Drie biografieën over Surinamers

door Hilde Neus

Sophie Redmond was een auteur die met haar voeten diep in de Surinaamse klei stond. De biografie die over haar werd geschreven door Sylvia Marie Kortram, wordt elders op Caraibisch Uitzicht besproken. Het is goed te constateren dat er steeds meer biografieën verschijnen over Surinamers die een rol gespeeld hebben in hun tijd. Eerder verschenen biografieën die over Wim Bos Verschuur, Dobru en Anton de Kom, waarover in het kort hieronder. read on…

Jong geleerd is oud gedaan

door Jerry Dewnarain

De titel van dit artikel is gehaald uit het voorwoord van de lesbrief Democratie en ik. Deze lesbrief is een onderdeel van het project Democracy Education for Youngsters: Democratic Signs in People’s Mind en is gefinancierd door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). De redactie lag in handen van Hans Breeveld en de uitgever is Democracy Unit. Het bovenstaande gezegde moet vooral gezien worden als aansporing bij de lesbrief: in het boek leren de kinderen van de lagere school dat democratie overal moet zijn. read on…

André Loor vertelt…

Donderdagavond 19 september, heeft om 19.30u in het Hoekhuis aan de Waterkant in Paramaribo in kleine kring de officiële presentatie plaatsgevonden van André Loor vertelt…, Suriname 1850-1950. Deze nieuwste VACO-uitgave is geschreven door de welbekende en alom gerespecteerde historicus André Loor, die talloze onderscheidingen ontving, die vereeuwigd is met een bronzen kopstuk en die recentelijk te horen heeft gekregen dat een straat naar hem vernoemd zal worden. De heer Loor is vooral bekend als verteller – hij was jarenlang op televisie te zien met een programma waarin hij vertelde over de geschiedenis van Suriname – en als leraar geschiedenis. Een deel van zijn vermaarde kennis is nu opgenomen in dit boek, waarin hij op de hem zo typerende wijze verhaalt over het Suriname van die jaren.
Tijdens de presentatieavond werd de heer Loor voor het voetlicht geplaatst door de heren Walther Tjon A Tjieuw en dr. Hans Breeveld, die de auteur ieder in een andere hoedanigheid hebben leren kennen. Hierna gaf ceremoniemeester Deryck Ferrier het woord aan de heer Loor. Deze vertelde over de totstandkoming van het boek en overhandigde vanwege het belang van dit boek voor de samenleving het eerste exemplaar aan minister Moestadja van Binnenlandse Zaken. Ook mw. R. Tjien Fooh van het Nationaal Archief Suriname mocht een exemplaar in ontvangst nemen.
Over het boek:
De jaren 1850-1950 vormden een keerpunt in de geschiedenis van Suriname. Centraal stonden onder andere de afschaffing van de slavernij, de komst van vele immigranten uit verschillende delen van de wereld, de invoering van de leerplicht en het beschikbaar komen van gas en elektriciteit waardoor het dagelijks leven gemakkelijker werd. Het straatbeeld veranderde door de komst van fietsen en auto’s en het verdwijnen van paard en wagen. Er verschenen verschillende kranten en meer mensen leerden lezen. Ook kwam de eerste radio-omroep tot stand en de winning van goud en bauxiet ontwikkelde zich door industriële productie.
[uit Dagblad Suriname, 20-09-2013]

Carifesta in perspectief

door Hans Breeveld

The song is ended but the melody lingers on. Dit geldt zeker voor CarifestaXI. De organisatie van deze manifestatie vindt dat ze de lat hoog heeft gelegd. Er zijn aardig wat mensen die deze visie onderschrijven. Maar is deze wel juist? Dit artikel is een voortvloeisel van een discussie of Carifesta XI wel of niet geslaagd is.

Zeker heeft Carifesta XI vele prachtige momenten gekend, maar zijn deze voldoende om – nog voor een kritische evaluatie – vast te stellen dat Suriname een goede job heeft gedaan?  Nog lang zal gesproken worden over de spectaculaire opening en de prachtige sluiting. Maar Carifesta is nu eenmaal veel meer dan een opening en sluiting alleen.
Aangezien het hele gebeuren – volgens bekomen informatie – tussen de SRD 17 en 20 miljoen heeft gekost, moet er zeker een kritische evaluatie volgen, waar elke burger – direct dan wel indirect – aan deel zou moeten kunnen nemen. Het uitgegeven, dan wel uit te geven geld is – voor zover mij bekend – voor het grootste deel opgebracht door het Surinaamse volk.
Carifesta, wat staat voor Caribbean Festival of Creative Arts, kreeg deze keer als slogan mee: Culture for development.  Hoewel men bij Carifesta cultuur gemakshalve wil beperken tot kunstuitingen, weten wij dat cultuur veel meer omvat. Normen, waarden en gewoonten (gwenti) zijn daar essentiële onderdelen van.  Gewoonten zijn niet altijd even gemakkelijk te veranderen. Maar als we merken dat deze gewoonten ontwikkeling in de weg staan, zal er een cultuuromslag moeten plaatsvinden.
Doelstelling Carifesta
Carifesta kreeg bij haar oprichting de volgende doelstellingen mee:
i. to expose the peoples of the region to each other’s culture through creative activity, thus deepening their knowledge and awareness of the native aspirations of their neighbours;
ii. to forge through cultural participation closerrelations between people of the region;
iii. to demonstrate the importance of the arts as a unifying force in building a wholesome society and
iv. to develop the content of our regional culture as a well as its aesthetic forms.
Tijdens de Carifesta’s waar ik aan heb deelgenomen, werd tijdens de symposia steeds aangegeven dat het streven van Carifesta is om excellente performances te presenteren.
Carifesta en het amateurisme
De eerste edities van Carifesta heb ik niet meegemaakt, maar bij de Carifesta’s die ik bewust heb beleefd was amateurisme en provisorisch handelen steeds troef. Het begint met het feit dat deelnemende landen het Carifesta-gebeuren incidentalistisch bekijken en benaderen. Er zijn geen permanente structuren. Op het laatste moment wordt er een nationale commissie samengesteld, al dan niet met een gewichtige naam. Als het goed is, wordt er gesproken over een budget. Weinigen zien echter geld. Van de meeste deelnemende individuen en/of groepen wordt verwacht dat zij de door hen gemaakte – of te maken – kosten voorschieten. Dit leidt tot stagnatie en onzekerheid. Dit heeft gevolgen voor een vlotte voorbereiding. Landen wachten tot het laatste moment om zich te registreren, vele overschrijden deadlines.
Door deze werkwijze is het moeilijk voor het organiserende land om te plannen.Tot het laatste moment blijft dat landen niet kunnen aangeven of en met welke sterkte ze zullen deelnemen aan Carifesta.
Het organiserende land blijft tot het laatste moment in het ongewisse wat betreft het aantal landen dat daadwerkelijk zal deelnemen aan Carifesta. Wat de respectieve landen zullen presenteren, is onduidelijk. Delegaties van landen die uiteindelijk wel komen, blijken veel groter of kleiner te zijn dan aanvankelijk was opgegeven. Hoe kan je dan plannen? Plannen, een wezenlijk onderdeel van het proces tot ontwikkeling. Om maar even te refereren aan het thema van Carifesta XI. Doordat de meeste landen zich te laat melden en hetgeen ze zullen presenteren maar summier bekend is, kan er ook geen programma door het organiserende land worden gemaakt.
Carifesta XI
De opening van Carifesta XI was schitterend, maar werd ontsierd door de late aankomst van het staatshoofd en het feit dat grote delen van het volk – waar Carifesta om begonnen is – als apen achter dranghekken moesten worstelen om nog een glimp van al het moois op te vangen. Als organisatie kan je het niet maken dagenlang het volk op te roepen om bij de opening aanwezig te zijn. Vervolgens laat jij je eigen burgers elkaar verdringen achter de dranghekken, omdat ze een kaart – waar de organisatie nooit over gesproken heeft – niet kunnen tonen. Wanneer de organisatie wekenlang bezig is met het bouwen van een podium met een zeer beperkt aantal zitplaatsen, dan kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de opening een moedwillige uitsluiting van het volk is geweest.
Geen programma
Aan de dame bij de balie van het Carifesta ‘Head office’ vroeg ik om een programma. Ze kwam haar belofte keurig na. Die middag nog ontving ik een mailtje. Maar dat was geen programma. Het was een opsomming van activiteiten waarvan bij de meeste de plaats en aanvangstijd niet waren vermeld en waarvan – zoals later zou blijken – vele geen voortgang zouden hebben of op een andere locatie dan op die lijst was aangegeven zouden plaatsvinden.
Het lijkt wel een voetbal WK waarbij in het programmaboekje staat dat in een bepaald stadion Brazilië tegen Duitsland zal spelen. Als je aankomt, blijkt het te gaan om een wedstrijd Uruguay tegen Japan.
Notoire laatkomers
Vele activiteiten begonnen steevast later dan het tijdstippen, welke dagelijks werden gepubliceerd. In DWT las ik dat de voorstelling van Tropicana, uit Cuba, stipt om 20.00 uur begon. Ik dacht: dat is dan iets waar ik naartoe moet. Ik was er om 19.40. Precies om 20.00 uur kwam er echter een mededeling die boekdelen sprak. Aan de honderden mensen die keurig een kaartje hadden gekocht en op tijd aanwezig waren, werd meegedeeld dat het optreden vandaag wat later zal aanvangen, omdat er op wat hoogwaardigheidsbekleders wordt gewacht. Duidelijker kon men zich niet distantiëren van dit onfatsoenlijke en ondisciplinaire gedrag van onze ‘hoogwaardigheidsbekleders’. De Cubaanse organisatie wilde aan dit wangedrag part noch deel zijn. De doelstellingen geven aan dat het bij Carifesta primair om de Caribische volken gaat. Bij Carifesta XI kreeg ik vaak onwillekeurig het gevoel dat het festival tot meerdere glorie van hoogwaardigheidsbekleders was georganiseerd en dat het volk als entourage mocht meedoen.
In de geest van het thema van dit Carifesta kan worden gesteld dat hoogwaardigheidsbekleders het nu eindelijk moet beseffen dat notoire laatkomers het woord ‘ontwikkeling’ niet in de mond mogen nemen. Hen moet eerst discipline worden bijgebracht. Anders blijven ze obstakels op weg naar ontwikkeling.
De hoogte van de lat
Ik ben het niet eens met hen die stellen dat wij de lat hoog gelegd hebben. De lat is onder andere pas hoog gelegd:|
wanneer deelnemers over een betrouwbaar programma boekje beschikken;
wanneer geprogrammeerde activiteiten op tijd beginnen;
wanneer naast de performers ook een groot aantal personen uit de deelnemende landen het Carifesta bezoeken;
wanneer via Carifesta het volk van het Caribisch gebied nader tot elkaar komt.  De lat kan door geen enkel organiserend land alleen hoog gelegd worden zolang de deelnemende landen incidentalistisch blijven kijken naar Carifesta.
Aanbevelingen
Om professionalisme te bevorderen, zal Carifesta moeten werken aan een permanente structuur, zoals bijvoorbeeld Fifa bij de voetbalsport en IOC bij de Olympische spelen. Carifesta moet een lerende organisatie worden. Het herhalen van fouten van voorgaande Carifesta’s brengt ons verder van de doelstellingen.
Er moeten aan deelnemende landen duidelijke deadlines worden gesteld. Qua deelname en presentaties. Aan deze deadlines moeten – bij niet naleving daarvan – sancties worden opgelegd.  Er zullen minder ‘venues’ moeten zijn, terwijl het professionalisme moet worden opgevoerd. Bij vele Carifesta’s worden te veel activiteiten voor te weinig mensen opgevoerd.
De bevolking van het organiserende land moet het respect ontvangen dat het verdient en niet stiefmoederlijk achter dranghekken worden gestopt. Het gaat bij Carifesta nu eenmaal primair om het volk.  Carifesta moet – op den duur – door private organisaties worden georganiseerd, waarbij aan de overheid slechts een faciliterende rol wordt toebedeeld. Deelnemende landen moeten het bevorderen dat behalve de deelnemers ook een groot aantal inwoners van die landen naar Carifesta afreizen om zodoende de interregionaliteit te bevorderen.
Dr. Hans Breeveld is politicoloog.
[uit de Ware Tijd, 14/09/2013]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter