blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Brave Iwan

SIMUD over huiselijk geweld

SIMUD organiseert een voorlichtingsavond over huiselijk geweld.

Stichting SIMUD organiseert voor de buurtbewoners een interactieve voorlichtingsavond over huiselijk geweld, met bruikbare tips & advies! read on…

Brokstukken

door Iwan Brave

De ramp met vlucht MH17 heeft veel losgemaakt. Ook de discussie of een westers leven meer waard is. De Nederlandse Anti-Zwarte Pietactivist Quinsy Gario twitterde: ‘White lives matter more than brown ones… Premier Rutte is diep geschokt over vlucht #MH17’. Gario heeft het geweten.

De journalistieke bloedhond De Telegraaf beet ferm toe: ‘Quinsy Gario heeft geen respect voor slachtoffers’. read on…

Ambassadeur Kanhai mishandelt ex-partner

De Surinaamse ambassadeur gestationeerd in India, Aashna Kanhai, heeft zich op donderdag 23 januari schuldig gemaakt aan mishandeling in het openbaar. Het slachtoffer, tevens ex-vriend O.A., deed aangifte bij de politie ter zake mishandeling en belaging.    

read on…

Het ‘onvrolijke’ verhaal van Slory

door Iwan Brave

.

De documentaire-cd Aan de Waterkant met Michaël Slory, van Nederlandse radiomaakster Rogeria Burgers, opent met vrolijke dwarsfluitnoten van Ronald Snijders, uit ‘Ode aan Eddy Snijders’. Maar de ontboezemingen van Slory zijn verre van vrolijk. “Boos op de wereld, op het land en op al die vrouwen die maar niet met u willen zijn?”, vraagt de interviewster dan ook resumerend aan het einde van de dertig minuten. “Vooral in stamverband en groepsverband wordt er ontzettend gediscrimineerd door de Surinamers zelf”, zijn Slory’s openingswoorden. Daarmee is de toon gezet voor een verhaal over een leven vol afwijzingen en ondergewaardeerd voelen. read on…

Ons regenwoud, een Duitse droom

door Iwan Brave

Door hun droom te leven, zet een Duits liefdeskoppel Suriname positief op de wereldkaart. Met als tastbaar resultaat een bestseller van National Geographic met het Surinaamse regenwoud als hoofdbestanddeel. Hun droom werd hun missie. “Het regenwoud is onze levensverzekering.”
Dieter Schonlau (1963) en Sandra Hanke (1968) ontmoetten elkaar 25 jaar geleden in een disco. Het was liefde op het eerste gezicht en ze bleken dezelfde droom te hebben: het tropisch regenwoud zien. Ze lazen op een dag in National Geographic over ons vrijwel ongerepte tropisch regenwoud en besloten: daar willen we heen.
Schonlau over hun eerste keer in Suriname, in 1998: “Velen zeiden: ‘Waarom naar het binnenland? Je kunt in de stad blijven, want er zijn casino’s.’ Dus het was niet eenvoudig voor ons. Toen hoorden we over de postboot die vanuit Nickerie naar Apoera ging. Dat was het begin.” In Apoera ontmoetten zij inheemsen die gingen jagen en ze volgden hen. “Toen zagen we echt hoe ongelooflijk dit woud is.” Ze zakten diep af via de Kabaleborivier en kwamen op plekken die ook de jagers niet kenden.
Na twee weken kwamen ze terug in Apoera om vervolgens met anderen mee te gaan naar de Pakoerikreek. Ze bezochten ook de Raleighvallen en Brownsberg. Ze vertoefden ongeveer drie maanden in Suriname. “Dat was niet genoeg”, zegt Schonlau lachend. “Het kost nu eenmaal tijd, omdat het nooit vooraf georganiseerd is. Dan verneem je dat de motor defect is, dan weer geen brandstof, dus je moet tijd en geduld hebben. We vinden het ook belangrijk om de mensen en hun cultuur te leren kennen.”

Favoriet

Inmiddels zijn ze voor de zevende keer hier. Ze reizen de wereld rond als het om tropisch regenwoud gaat, maar Suriname is hun favoriete plek. “Het is uniek, ongerept en prestigieus. Als je een serieuze authentieke fotograaf wilt zijn, dan moet je meerdere malen terug gaan naar dezelfde plaats. Zeker als je wildlife wilt zien. In de regentijd en droge tijd zie je totaal verschillende insecten. Bovendien kan je met de natuur niet zeggen: ons programma is vandaag een jaguar en morgen een slang. Soms zie je niets en soms weer heel veel.”
Alles bij elkaar brachten ze tien jaren door in de regenwouden wereldwijd, waarvan twee in Suriname. In Duitsland toonden ze foto’s aan vrienden en deelden hun ervaringen. “Wat je meestal op televisie ziet, zijn alleen maar gevaren en verschrikkingen bij programma’s zoals’River Monsters’. We wilden een authentieke kijk geven op het regenwoud, maar ook laten zien hoe belangrijk het voor ons allen is; het is onze levensverzekering.” Hanke: “Natuurlijk kan je tegen iets aanlopen, maar ons is nog nooit iets overkomen, zoals piranha’s en krokodillen die je aanvallen of slangen die je willen wurgen.”
Ze leerden van inheemsen hoe te oriënteren, waar water te vinden, te jagen, te overleven. “We hebben lang niet zoveel kennis als de Indianen, maar we hebben veel geleerd. Ze hebben voor alles een medicijn of kruid. Ze worden in andere landen voor ‘primitief’ uitgemaakt, maar we hebben geen idee hoe belangrijk deze mensen voor ons wereldwijd zijn, ook in de toekomst. Hun kennis is onvoorstelbaar.”
 
 
 
Big screen
Vrienden spoorden hen aan ook presentaties te houden op scholen en in musea. Ingehuurd door de overheid, gaven ze deze op scholen voor wel duizend leerlingen. Ook werden ze door de Duitse overheid ingehuurd om op de VN Klimaattop een presentatie te geven. Zo groeide hun droom uit tot hun missie; behoud van het regenwoud. “We kunnen niet de wereld veranderen, maar we kunnen wel proberen ons best te doen. Deze mensen hebben ons niet gehuurd omdat we mooie foto’s hebben, maar de juiste passie”, onderstreept Schonlau.
Ze hielden op den duur grote presentaties door Duitsland in zalen met big screen. Het afgelopen jaar trokken ze maar liefst 19.000 betalende bezoekers. De laatste voordracht heette ‘Auf der Fährte des Jaguars’: op het spoor van de jaguar. Ook in Zwitserland, Oostenrijk en elders in Europa hielden ze presentaties. “Na onze presentatietour in Zwitserland belden mensen ons, omdat ze ook Suriname willen bezoeken; dat is perfect.”
Bestseller
Vijf jaar geleden kwam ook de book director van National Geographic op een presentatie in Hamburg. Die was diep onder de indruk. Dit resulteerde oktober vorig jaar in het boek Regenwälder – Leben im Dschungel (Regenwouden – het leven in de jungle). 224 pagina’s en circa 400 foto’s, voor het grootste deel gewijd aan het Surinaamse regenwoud. “National Geographic zou waarschijnlijk nooit zomaar een boek over Suriname maken”, stelt Schonlau. “Wat dat betreft doen landen als Peru en Brazilië het qua marketing beter. Maar ze wilden niet alleen mooie plaatjes, maar ook iemand die achtergrond heeft en zijn hart verpand heeft aan het regenwoud.”
Het boek werd een bestseller met maar liefst 8.000 verkochte exemplaren. Dit jaar nog komt een Engelse versie uit voor de ‘grote markt’. Schonlau: “Een Amerikaanse journalist die ons verhaal wilde, verzekerde ons: ‘Dat is waar Amerikanen graag over willen lezen. Hoe twee normale mensen verliefd zijn geraakt op het tropisch regenwoud.'” De voormalige marsepeinbanketbakker en serveerster kunnen nu leven van hun passie. “Maar we doen het niet voor het geld. Het was best moeilijk in het begin. We hadden al ons geld gespaard, geen huis, geen verzekering, niets. We namen gewoon onze rugzakken and go; living your dream!”
Uiteraard was het niet altijd zonneschijn. Hanke: “Soms heb je geen water, je hebt honger, muskieten steken je veel. Niet elke dag is het prettig, het is heet, we sjouwen inmiddels 25 kilogram aan apparatuur mee. Soms regent het de hele dag en kunnen we geen vuur maken om iets te eten. Het is soms afzien, maar daarna heb je wel iets unieks gezien.”
Trots
Samen hebben ze zitten schrijven, elke dag, een jaar lang. Schonlau toont zijn foto’s met trots. Zoals die bewegingsvolle van een jaguar tussen het groen. Een vage, zal een leek oordelen, vanwege al die vegen. “Maar het gaat juist om een beweging in het woud. Het mistachtige; als een geest.”
Of van die enorme anaconda op een rots, haarscherp weerspiegeld in het gladde water. “Ik zei: ‘Sandra, dit is de foto van mijn leven, stop de boot.’ Ik sprong in het water, zwom met mijn camera omhoog naar die anaconda. Toen heb ik mijn adem twintig seconden ingehouden, zodat het water weer spiegelglad werd en schoot dat plaatje. Als een slang op die manier ligt, dan is ze niet op jacht. We zijn niet bang, maar wel voorzichtig.”
Inmiddels is ook hun uitrusting professioneler en state of the art. “Je kunt de beste camera hebben, maar je moet vooral geduld en tijd hebben”, relativeert Schonlau. “Als je werkelijk verliefd bent geworden op je omgeving en je ziet door je lens een moment, een beweging van een dier: dat is het geheim van een goede foto.”
Workshop
Volgend jaar komen ze weer naar Suriname en willen ze een exclusieve workshoptrip organiseren voor fotografen met ‘passie voor de natuur’. Ze hebben daarom deze keer een vriend meegenomen om te filmen op het Arapahu eiland met zijn betoverende natuurlandschap. Het korte promotiefilmpje, met een mix van mooie muziek en regenwoudgeluiden, zal worden geplaatst op hun website (www.wildlifephoto.de) en YouTube. “Er is al een Zwitsers toerbedrijf dat met ons wil samenwerken om de workshopreis te organiseren”, zegt Schonlau.
Daarmee eindigt het niet. “Dit is nog maar het begin”, zegt hij lachend en veelbetekenend. “Soms maken we elke dag dezelfde route in het regenwoud, maar het is nooit saai. Dat maakt het regenwoud zo speciaal. Zijn evolutie is onvoorstelbaar; achttien miljoen jaren oud. Je kan twee maanden doen over vijfhonderd meter, want elke dag zie je wat anders.”
[uit de Ware Tijd, 27/10/2013]

From Routes to Crown: Een doordenker over het leven-vieren

door Iwan Brave

Choreograaf Gianni Grot is al anderhalve maand weer op Surinaamse bodem. Ter bekroning van de opofferingen van zijn slavenvoorouders werkt hij aan zijn tweede theatervoorstelling. From Routes to Crown gaat op 1 augustus in première in On Stage. “Ik maak gebruik van moderne tools om jongeren naar binnen te krijgen.”

read on…

Pim de la Parra naar Cuba voor ‘hommage’

door Iwan Brave

 
Paramaribo – Pim de la Parra vertrekt donderdag naar Cuba voor het bijwonen van de Nederlandse filmweek in Havana. Op het festival is er een ‘hommage’ aan De la Parra. Zowel de gerestaureerde en gedigitaliseerde versie van Wan Pipel (Un Pueblo) als de documentaire Parradox wordt vertoond.
Opname van Wan Pipel in het binnenland in november 1975. Uiterst rechts regisseur Pim de la Parra en links de hoofdrolspelers Willeke van Ammelrooy en Borger Breeveld.  Foto: Olga Madsen.
Ook geeft De la Parra een voordracht aan Cubaanse filmstudenten met als thema ‘Low budget film making in the Caribbean’.
“Ik vind het geweldig dat ik aan het einde van mijn filmcarrière naar Cuba mag”, zegt De la Parra enthousiast tegenover de Ware Tijd. Het zal bovendien de eerste keer zijn dat Wan Pipel in de Spaanstalige regio wordt vertoond.
“Als student had ik een abonnement op Cine Cubano. De Cubaanse film stond destijds in hoog aanzien. Voor mij komen begin en eind hiermee bij elkaar.”
Studenten van de Internationale Filmschool zijn ook uitgenodigd voor zijn lezing op maandag 20 mei. “Met studenten van overal, maar vooral uit Argentinië, Chili, Columbia en Peru”, zegt De la Parra. Daarbij wordt Het geheim van de Saramaccariviervertoond, maar ook zijn eerste minimal movie Lost in Amsterdam uit 1988. In beide speelt Kenneth Herdigein de hoofdrol. “Het is geen kattenpis om een film in elf dagen op te nemen. Aan de hand van vraag en antwoord zal ik in één uur de gehele trukendoos opendoen en de studenten de kneepjes van het vak bijbrengen.”
De vierde Nederlandse Filmweek (4ta Semana de Cine Holandés) duurt van 17 tot en met 25 mei. Op het programma staan succesvolle speelfilms zoals Kauwboy,Taped, Rabat en Süskind. Er is speciale aandacht voor sportdocumentaires zoals Johan Cruijff, en un momento dado. De Filmweek wordt georganiseerd door het Cubaanse Filminstituut (ICAIC) in samenwerking met Cinemateca de Cuba, de Nederlandse Ambassade en EYE International.
[uit de Ware Tijd, 13/05/2013]

Vaarwel van een koning

door Iwan Brave

De op 1 december 2011 overleden granman Gazon Matodja, grootopperhoofd der Aukaners, werd op 10 april naar zijn laatste rustplaats gevaren in Puketi, nabij Drietabiki in Oost-Suriname. De maandenlange ceremoniële voorbereidingen waren overeenkomstig zijn status. De 91-jarige Gazon, die vanaf 1966 ‘gaanman’ was, werd eind augustus gekroond tot ‘Koning der Aukaners’. Hij was drager van het Grootlint in de Ere-Orde van de Gele Ster en Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Zijn kroon en staf van massief goud behoorden tot de relikwieën die bij de kist met het gebalsemde lichaam waren opgesteld. Andere granmans, dorpshoofden, politici en zijn vrouwen, alsook duizenden andere belangstellenden staken zich in hun beste kledij om Gazon hun laatste eer te bewijzen.

[uit Parbode, 1 juni 2012]

Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…

[reactie op het voornemen van Roy Groenberg om Het Negerboek van Lawrence Hill te verbranden; zie hier]

door Iwan Brave

Ik heb een interview met de schrijver [Lawrence Hill] gelezen. Slaven gingen in Canada destijds in het Book of Negroes met allerlei beschrijvingen over hun (lichaams)kenmerken. Dus alsof het vee betrof. De titel Het Negerboek is wat dit confronterende en pijnlijke historische feit juist en integer gekozen door de schrijver. Ik vind het als “Afro-Surinamer” of als “zwarte” persoon belangrijk om te weten hoe onze voorouders werden bejegend en bestempeld. Daar kunnen we allen (de mensheid) lering uit trekken. We hebben niets aan politiek-correcte titels die pijnlijke historisch feiten verhullen. En boekverbranding riekt naar barbaarse onverdraagzaamheid, haatzaaiing maar vooral het tekort schieten beargumentering.

Dit gezegd hebbende, vond ik de woordvoerster van de uitgeverij overigens klinken als iemand die niet van deze tijd is, en zogenaamd niet kon bevroeden dat de titel zoveel commotie teweeg zou brengen. Nederlandse hypocrisie: deze titel is natuurlijk commercieel beter voor het gemiddelde blanke lezerspubliek bij wie het woord “neger” nog altijd tot de superieure verbeelding spreekt. “Neger” niet als gelijkwaardig mens maar nog altijd als een “exotisch ding”, zoals in de trant van: “Een neger in de sneeuw”, “Een neger in mijn tuin” of “De neger op de hoek”.

Hier volgt een passage uit het interview (door Mirjam Bosgraaf) met schrijver Hill:

Kreeg u het idee voor deze roman door Aminata?

‘Nee, door een boek uit de boekenkast van mijn ouders. Een zeer academisch werk over de geschiedenis van de Black Loyalists of Canada in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Daar stond in dat alle slaven die konden aantonen dat ze voor de Britten hadden gewerkt, een vermelding kregen in het Book of Negroes. Geregistreerde slaven mochten mee op een schip naar Nova Scotia, waar ze zich vrij konden vestigen. Ik denk dat niet meer dan tien Canadezen en een paar hoogleraren iets van deze geschiedenis afwisten voor ik erover schreef.’

Hoe heeft u het ervaren om dat historische Book of Negroes, waar 3.000 slaven in staan vermeld, voor het eerst in te zien?

‘Vooral de manier waarop de slaven zijn beschreven, greep me aan. Dat gebeurde aan de hand van hun fysieke of economische waarde. Dan staat er: fellow past his labor, of lusty wench: ‘lustige deerne’. ‘John Cartwright, uitgeput en één oog troebel’. ‘Sarah Johnson, 22, gedrongen deerne, voorheen slaaf van gedeputeerde Smith’. Al die mensen vormen een verhaal.’

Succes met de boekverbranding en daarmee met een historische realiteit…

[van RNW, 20 juni 2011]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter