blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Binnendijk Chandra van

Zwijgzaam en triest de last van het water verdragen

Geen weg terug – Sterk en verrassend romandebuut

door Chandra van Binnendijk

 

Een roman waarin nadrukkelijk een wezenlijk deel van de Surinaamse geschiedenis de hoofdrol speelt. Voor een schrijver lijkt me dat niet echt een gemakkelijke combinatie, zo een vervlechting van vastliggende historische feitelijkheden met de vrijelijk stromende verbeeldingskracht die je als auteur toch zeker behoort te hebben. Of misschien juist wel…? In elk geval is Iraida van Dijk-Ooft er goed in geslaagd om binnen het strakke raamwerk van de geschiedenis een levendig en menselijk verhaal neer te zetten langs verschillende verhaallijnen die samenkomen in een boeiende roman. Ze heeft hiermee tot leven gebracht wat voor veel mensen slechts een droog stukje uit hun geschiedenisboek is; en ze toont er overtuigend mee aan welke grote kracht literatuur heeft en hoe belangrijk die is, vooral voor jonge naties. read on…

Herinneringen aan Els Moor (I)

Woensdagmiddag, 9 maart, na 1uur kregen wij van de Openbare School Kwamalasamutu het bericht dat mw. Els Moor is heengegaan. Wij van de OS Kwamalasamutu leerden Els Moor kennen hier in het dorp waar ze de leerkrachten hielp met kindvriendelijk onderwijs en zoveel meer. read on…

Duman, Leven en werk van winti duman Elly Purperhart

door Els Moor

Elly Purperhart was lang Surinames bekendste winti duman. Jarenlang kregen duizenden mensen op oudejaarsdag op het Onafhankelijkheidsplein een ritueel kruidenbad van misi Elly. Met haar switiwatra ging men schoon het nieuwe jaar in. In haar lange loopbaan heeft Elly Purperhart veel nood opgeheven bij mensen en zij heeft historisch beladen plekken in Paramaribo spiritueel gereinigd. read on…

Elly Purperhart vereeuwigd in biografie

Stil en bescheiden zat Elly Purperhart te luisteren naar alle loftuitingen aan haar adres tijdens de presentatie van het boek Duman, Leven en werk van winti duman Elly Purperhart, zondag bij de culturele vereniging NAKS aan de Tompsonstraat. read on…

DSB: Verbonden, zichtbaar en betrokken 150 jaar dienstbaar aan de Surinaamse samenleving

door Jerry Dewnarain en Els Moor

Inleiding

Dit jaar is De Surinaamsche Bank (DSB) 150 jaar geworden. Ter gelegenheid van dit feit is een gedenkboek uitgegeven. Toen de bank 125 jaar werd, kwam er ook een gedenkboek uit. Dat boek heet Verbonden. Nu, vijfentwintig jaar later, schijnt de bank behalve verbonden aan ook zichtbaar voor en betrokken bij de Surinaamse samenleving te zijn. read on…

Oonya Kempadoo over de uitdaging van het schrijven

door Desiree Seebaran

 
De Guyanese schrijfster Oonya Kempadoo woont in Grenada. Ze vertelt in dit interview waarom het schrijven van haar derde roman All Decent Animals zoveel tijd in beslag nam, en over haar passie voor maatschappelijk ontwikkelingswerk. Oonya groeit op in een ‘alternatief’ gezin: haar ouders waren een soort hippie-socialisten die hun kinderen thuis zelf onderwijs gaven, met een internationaal curriculum. Daardoor werd ze iemand die de wereld wil onderzoeken, die probeert te zien wat niet gezien mag worden, zegt ze zelf.
‘Ik ben mijn ouders echt dankbaar voor het internationale perspectief dat ze ons hebben bijgebracht. Dat geeft mij het gevoel dat ik overal kan wonen, dat ik overal naar toe kan gaan en dat ik alles kan doen wat ik maar zou willen. Ik denk ook dat het me een innerlijke verplichting heeft gegeven om bij te dragen aan de samenleving, ongeacht waar ik ben.’
In Buxton Spicespeelt seksualiteit een belangrijke rol. In die periode zocht Kempadoo naar literatuur over hedendaagse Caraïbische vraagstukken en ongeromantiseerde levens. ‘Praten over seksualiteit is iets dat we in het Caraïbisch Gebied enorm omzeilen. Maar ik schreef er niet over om een statement te maken. Eerder om trouw te willen blijven aan de stem van het kind en aan delen van mijn eigen achtergrond – in mijn opvoeding werden we aangemoedigd om te discussiëren en te debatteren, en om op een heel liberale en experimentele manier over dingen te praten. Ik denk dat sinds het verschijnen van Buxton Spice seks in fictie meer is verkend en onderzocht, maar dan in een meer politiek correcte taal.
Mijn tweede boek, Tide Running, kwam uit in 2001. Ik werkte toen al aan All Decent Animals, maar dat liet ik liggen want ik voelde dat het een groter boek was dan ik kon schrijven als een derde roman. Maar ik denk vooral omdat ik schrijven toen nog als tamelijk vanzelfsprekend beschouwde. Misschien had ik er ook niet voldoende respect voor. Ik wilde op een directere manier bijdragen aan de Caraïbische samenleving en ik begon met maatschappelijke ontwikkelingsprojecten. Daarbij was ik ook nog steeds bezig een balans te krijgen tussen de druk van een parallelle carrière om daar een inkomen uit te krijgen en het schrijven. Want elke carrière vraagt een bepaalde hoeveelheid toewijding om het goed te kunnen doen. Met mijn consultancywerk kwam ik op een punt waar ik voelde dat ik moest kiezen tussen schrijven en maatschappelijk onderzoekswerk. En de keuze was schrijven, hoewel dat mijn leven wel moeilijker maakt.

Uiteindelijk, in 2010, legde ik al het andere werk neer en keerde terug naar All Decent Animals om het af te maken. Ik heb geaccepteerd dat ik altijd zal blijven schrijven – omdat ik ook blijf schrijven wanneer ik probeer om het niet te doen. Dus ik ga door met het zoeken naar creatieve manieren om het schrijven van fictie te verbinden met sociale ontwikkeling. Waar ik echt naar toe wil is grotere betrokkenheid bij het onderwijs en als beleidsmaker voor sociale ontwikkeling. Deze forums betrekken gewoonlijk geen kunstenaars. De maatschappij ziet schrijvers als kunstenaars en kunstenaars worden vaak alleen maar als entertainment beschouwd, niet als wetenschappers die van invloed kunnen zijn op besluiten die zijn gebaseerd op de realiteit. Maar multitasken kan ik niet. In elk geval niet in combinatie met het schrijven van fictie, nee. Alleen maar om weer terug te komen in de personages vraagt al zo enorm veel hoofdruimte. Ik schrijf nog steeds op de ouderwetse manier, met pen en papier. Typen is de eerste ronde van redactie. Ik wil zo waarheidsgetrouw zijn als ik maar kan met de personages, met hun omgeving, met details, met beelden, geluiden, aanrakingen, smaken.

Welk boek het moeilijkst was om te schrijven? Elk nieuw werk is iets op zichzelf, dus er is geen antwoord op die vraag. Ik denk dat dat de uitdaging is van het schrijven: gaandeweg verruim en verleg je je grenzen. Je duwt jezelf en je verbeeldingsvermogen echt naar nieuwe plekken’.
[uit Caribbean Airlines, May/June 2013. Vertaling/ bewerking: Chandra van Binnendijk]

Twee romans van Oonya Kempadoo

door Chandra van Binnendijk

Oonya Kempadoo (1966) groeide op in Guyana, het land van haar ouders. Na een kunstopleiding in Amsterdam keerde ze terug naar het Caraïbisch Gebied en woonde in Trinidad, St. Lucia, Tobago en tegenwoordig in Grenada. Haar eerste roman Buxton Spice verscheen in 1998, kreeg lovende recensies en werd in zes talen vertaald. Haar tweede boek Tide Running (2001) werd aan beide zijden van de oceaan goed ontvangen. Haar beide romans zijn genomineerd voor de Internationale Literatuurprijs IMPAC Dublin, in respectievelijk 2000 en 2003. Oonya Kempadoo is door de jury van de Orange Prize uitgeroepen tot ‘Great Talent for the Twenty-First Century’ en is winnaar van de prijs van Casa de las Americas. In 2011 kreeg ze een beurs toegekend voor het International Writing Program aan de universiteit van Iowa. Kempadoo wordt alom beschouwd als een begaafde representant van een nieuwe generatie in de Caraïbische literatuur.

read on…

Karin Amatmoekrim in Suriname

Afgelopen zaterdag, 19 oktober, hield Karin Amatmoekrim haar nieuwe, vijfde roman, De man van veel, ten doop in Suriname, in hotel Torarica. Het boek gaat over een psychotische periode die Anton de Kom in zijn leven doormaakte. Wat de biografische feiten betreft steunt het sterk op de De Kom-biografie van Rob Woortman en Alice Boots, maar Amatmoekrim gebruikt haar eigen verbeelding om op te roepen wat De Kom doormaakte.

Geschiedenis vrijmetselarij Suriname te boek gesteld

door Joop Vernooij

In november 2011 bestond de vrijmetselaarsloge Concordia, de oudste van Suriname, 250 jaar. De oorsprong van de vrijmetselarij in het algemeen ligt in de late middeleeuwen toen gildes, verenigingen van vakgenoten, ontstonden. De bouwvakkers gebruikten hun werkgereedschap als symbolen voor hun vereniging die zich rond 1717 – 1720 vormde en inmiddels is uitgegroeid tot een wereldbroederschap. Met een vakvereniging heeft de vrijmetselarij nu niets meer van doen.

read on…

‘TOR. A People’s Business’: ‘We zijn veel meer dan een hotel’

door Jerry Dewnarain

Torarica werd op 10 juli 2012 vijftig jaar. Het is een hotelbedrijf waar we niet omheen kunnen: het heeft een gevestigde reputatie. Het hotel heeft een 24 uurs-business en speelt een belangrijke rol in de Surinaamse samenleving. Bij het plannen van het jubileumjaar begin 2011 werd daarom besloten een gedenkboek uit te geven, een present voor de gemeenschap. Waarom een boek voor de samenleving? Hoe betrokken is Torarica bij de samenleving of andersom? TOR. A People’s Business. Een halve eeuw Hotel Torarica kwam uit in december 2012. Chandra van Binnendijk en Marieke Visser hebben een memorandum geschreven waarin de vijftig jaar geschiedenis van dit 100% Surinaams bedrijf is vastgelegd.

Cynthia Mc Leod gaf het boek een toegevoegde waarde met haar historische verhalen over de omgeving van Torarica, de Combé. Deze historische beschrijving van Torarica’s locatie maakt onder meer duidelijk dat de Combé vroeger een chique buitenplaats was voor rijken.

Het boek telt acht hoofdstukken en bevat interessante feiten, levendige interviews, prachtige pentekeningen, sfeervolle foto’s op glanzend papier en boeiende historische vertellingen en anekdotes. Zo’n anekdote staat op pagina 63: Aan de achterzijde van het Pool Terrace staat al tachtig jaar een bekende boom: een amandelboom. Deze amandelboom stond vroeger langs de oever van de Surinamerivier. De omgeving stond toen al bij velen bekend als de Kleine Combé. ‘In de periode 1920 – 1940 stond onder deze zelfde amandelboom een keet met een houten vloer. In het weekend speelde er een orkest en de jeugd van Paramaribo verzamelde zich hier bij deze uitspanning, Halikibe genaamd, om te genieten van de muziek en van elkaar. De naam Halikibe (…) roept bij vele senioren herinneringen op uit hun tienerjaren, bijvoorbeeld van jeugdliefde of van… Bububitsjori, een bekende fanatieke danser van toen. Hij was zo lelijk dat niemand met hem wilde dansen. “Je gedraagt je als een Halikibe-prinses!” was een verwijt aan al te uitbundige tieners. (…) Voor tien cent per persoon kon je één keer dansen in de keet Halikibe. (…) Het meisje dat “Halikibe-prinses” genoemd werd, was de favoriet.’

Het boek is voor zowel de huidige generatie als voor ons nageslacht een (sociaal) naslagwerk dat het ontstaan, de groei en de rol van een halve eeuw Torarica beschrijft en herinneringen oproept. TOR. A People’s Business vertelt niet alleen over de geschiedenis van Torarica als bedrijf, maar veel meer onderwerpen komen aan bod, zoals de kunstcollectie die het hotel heeft opgebouwd in de loop der jaren. Uiteraard komt ook de bouwgeschiedenis van het hotel ter sprake. Dat de samenleving betrokken is bij het wel en wee van Torarica blijkt uit het volgende. Als wordt besloten om bijvoorbeeld de lobby te renoveren, moet rekening gehouden worden met zijn originele kleur of de kleur van de stoelen, enzovoort. Deze ruimte met zijn meubels roept heel wat nostalgie op. Velen zijn getrouwd in dit hotel, feesten en shows zijn er georganiseerd. Veranderingen aan het gebouw kunnen dus niet zomaar plaatsvinden. Er wordt rekening gehouden met de gemeenschap. Er bestaat immers heel veel emotie van Surinamers en buitenlanders rond het begrip Torarica. Daarom ‘A People’s Business’!

Elk hoofdstuk maakt steeds een andere boeiende kamerdeur open. TOR. A People’s Business is geen standaard gedenkboek, het geeft geen opsommingen van allerlei bezettingsgraden van de hotelkamers door bezoekers. Een aantal facetten is in kaart gebracht. In het eerste hoofdstuk krijg je de 24 uurs-service te zien, alles wat er gebeurt achter en voor de schermen. Naarmate je verder leest, krijg je steeds meer pareltjes of gouden weetjes aangereikt, het wordt duidelijk dat vijftig jaar Torarica geworteld is in de Surinaamse samenleving en professioneel inspeelt op de behoeftes van toeristen en de economische ontwikkeling in het land zelf. Dit is een waardevol aspect dat door de schrijvers is vastgelegd. Bovendien leggen de foto’s van veel bekende artiesten, missverkiezingen en andere foto’s een stukje sociale geschiedenis van het land vast.

Zoals die van de jaren tachtig. In die periode beleefde het hotel een zeer slechte tijd en toch sloot het zijn deuren niet. Dit gedenkboek geeft veel meer informatie dan vijftig jaar geschiedenis. De samenstellers hebben zich namelijk ook beziggehouden met de vraag hoe het leven in Paramaribo was voordat Torarica bestond, vóór 1962 dus. Waar logeerden de toeristen voorheen? Middels interviews blijkt dat vele pensionnetjes, die hun eigen huisregels hadden, de toeristen opvingen. Hoge gasten zoals koninklijk bezoek, potentiële handelaren en investeerders werden opgevangen dankzij de Surinaamse gastvrijheid. Maar doordat er adequate en professionele opvang ontbrak, werd de roep om een goed hotel op te zetten groter. De bouw van de stuwdam (eind jaren vijftig) en andere sociaaleconomische ontwikkelingen zorgden voor een serieus plan om Hotel Torarica te bouwen. Die bouw duurde bijna twee jaar. Prinses Irene verrichtte op 10 juli 1962 de opening. Dat Torarica veel meer is dan een hotel komt goed uit de verf in dit gedenkboek. TOR. A People’s Business is een hebbeding voor elke boekenkast!

Chandra van Binnendijk & Marieke Visser: TOR. A People’s Busines. Een halve eeuw Hotel Torarica met historische verhalen van Cynthia Mc Leod. Paramaribo, 2012. ISBN 978-99914-7-183-9

Taalunie benoemt jury voor de Prijs der Nederlandse Letteren 2012

Het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie heeft de jury voor de 20e editie van de Prijs der Nederlandse Letteren ingesteld.

De jury bestaat uit:
· Herman Pleij (NL, voorzitter), emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, Universiteit van Amsterdam;
· Chandra van Binnendijk (SUR), publicist, redacteur (foto rechts);
· Leen van Dijck (B), directeur Letterenhuis Antwerpen;
· Iris van Erve (NL), docent Nederlands, hoofdredacteur Passionate Magazine, adviseur Nederlands Letterenfonds;
· Judit Gera (HON), hoogleraar moderne Nederlandse Letteren Eötvos Loránd Tudományegyetem Universiteit Boedapest, literair vertaler;
· Ruth Joos (B), radiomaker VRT;
· Michiel van Kempen (NL), bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren Universiteit van Amsterdam;
· Hans Vandevoorde (B), docent Nederlandse literatuur Vrije Universiteit Brussel.

De Nederlandse Taalunie kent de prijs om de drie jaar toe aan een auteur waarvan het werk een belangrijke plaats inneemt in de Nederlandstalige literatuur. Er is een bedrag van € 40.000 aan verbonden. De ene keer overhandigt de Belgische koning de prijs, de andere keer de Nederlandse koningin.

De prijs is voor het eerst toegekend in 1956, aan Herman Teirlinck. De laatste keer was in 2009. Cees Nooteboom ontving toen de prijs uit handen van Koning Albert II.

De Nederlandse Taalunie is een beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van de Nederlandse taal en letteren en het onderwijs in en van het Nederlands. De Taalunie ziet het als haar opdracht om ervoor te zorgen dat alle Nederlandssprekenden hun taal op een doeltreffende manier kunnen gebruiken. Meer informatie over de Taalunie is te vinden op www.taalunieversum.org.

Meer informatie over de Prijs der Nederlandse Letteren is te lezen op de website http://prijsderletteren.org/

Vrijmetselarij in boekvorm

Op woensdag 11 januari wordt Bouwstenen voor een betere wereld; 250 jaar Vrijmetselarij in Suriname gepresenteerd. Het boek is samengesteld door Chandra van Binnendijk en Marieke Visser.

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter