blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Bijlsma Aliefka

Wat is Nederlands-Caraïbische literatuur?

Eén vraag, meerdere antwoorden

door Michiel van Kempen

Het eenvoudigste antwoord op de vraag wat Nederlands-Caraïbische literatuur is, luidt: alle literatuur uit de voormalige Nederlandse koloniën in het Caraïbisch gebied, dat wil zeggen uit Suriname en de zes Nederlands-Caraïbische eilanden. Toch is de kwestie veel complexer. Suriname is onafhankelijk van Nederland sinds het in 1975 een onafhankelijke republiek werd. De eilanden behoren nog tot het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Curaçao en Sint Maarten als landen, Bonaire, Saba en Sint Eustatius als bijzondere gemeenten. 

read on…

Aliefka Bijlsma’s The Consul General’s Wife

Dear friends and acquaintances,

I am excited to announce that my second published novel – The Consul General’s Wife – is now available in English as an eBook, see the attached press release!

Next step is to meet my personal goal, which is to pay the investors back who made this translation possible. With your help, I might actually manage. Please don’t underestimate your influence in this digital world. Your individual “tag & like” (see beneath) makes a huge difference on amazon’s ranking lists. So here are five suggestions of things you could do to help out.

1.Buy the book on amazon as mobi (for Kindle)* here:

http://www.amazon.com/The-Consul-Generals-Wife-ebook/dp/B0095KBL90/

2.Or buy on my website as ePub (for iPad/iPhone)* here:

http://www.aliefka.com/book/mede-namens-mijn-vrouw/?lang=en

3. Tag & hit agree (scroll down) my eBook on amazon as literary fiction and/or contemporary and like it (top right)

http://www.amazon.com/The-Consul-Generals-Wife-ebook/dp/B0095KBL90/

4. Review it for the newspaper/magazine you work for, on facebook, twitter, your blog, on amazon . And share.

5. Forward the beneath press release to bloggers, reviewers, friends who like to read. If you know people in the ex-pat scene such as board-members of international clubs, embassies, diplomats, people who work for NGOs and so on, you could specifically bring my book to their attention as this book is set within their scene.

If you jump in, you’ll add to the adventure and to the magic. But most of all: you’ll be helping me, for which I am really very grateful in advance. Don’t forget to let me know what I can do for you in return!

Love to you all from,

Aliefka

Aliefka Bijlsma

Portret van de Curaçaos-Nederlandse schrijfster Aliefka Bijlsma, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 39 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. De foto op groot formaat is ook te bestellen bij de fotograaf; voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.

Een standbeeld voor Niemand

Talkshow Mondiaal Literair met Juan Manuel Roca (Colombia) en zijn vertaler Stefaan van de Bremt, met vertaler Fred de Haas over Elis Juliana (Curaçao) en met schrijfster Aliefka Bijlsma (Curaçao).

Juan Manuel Roca is iemand, zelfs in het land van Gabriel García Márquez. Hij is er uitgegroeid tot een nieuwe nationale beroemdheid. In september 2011 is hij voor het eerst in Nederland, en wel bij Mondiaal Literair. Voor zijn bundel Een standbeeld voor Niemand ontving hij de Colombiaanse staatsprijs voor poëzie. Roca wordt vergezeld door zijn vertaler Stefaan van den Bremt, dichter en essayist, en vertaler van o.a. Octavia Paz en Pablo Neruda. Aan Van den Bremt werd de Belgische staatsprijs voor vertalingen toegekend.

De tweede gast van de avond is Fred de Haas. Hij is de vertaler en samensteller van de dan te presenteren bundel Hé Patu/Waggeleend, waarmee hij een bescheiden standbeeld opricht van de zwarte Curaçaose Papiamentstalige dichter Elis Juliana. Het gesprek zal o.m. gaan over persoon en werk van Elis Juliana en hoe hij gezien kan worden in relatie tot andere (Afro)-Caribische auteurs. De in augustus 84 jaar geworden Elis Juliana zal op video te zien en op cd te horen zijn.

De derde gast is Aliefka Bijlsma (Curaçao, 1972). Zij debuteerde, hoewel Engelstalig opgevoed, in 2007 met de Nederlandse roman Gezandstraald, die zich op Curaçao afspeelt. Als diplomatendochter groeide zij op o.a. in Senegal, de Filippijnen, Engeland en Ghana; zij werkte onder meer in New York, Brazilië en als advocate op Curaçao. Tegenwoordig woont en werkt zij in Amsterdam. Vorig jaar verscheen haar tweede roman, Mede namens mijn vrouw, gesitueerd in Rio de Janeiro. Daarnaast is zij direct betrokken bij de filmindustrie als juridisch adviseur, scenarioschrijver, producent en regisseur. Met haar Curaçaose roots en haar ‘Braziliaanse’ roman is zij in Mondiaal Literair de ideale schakel tussen het Curaçao van Elis Juliana en het Zuid-Amerika van Juan Manuel Roca.

Mondiaal Literair – Talkshow met schrijvers is een samenwerking tussen MCH, De Bibliotheek Haarlem en Uitgeverij In de Knipscheer. De maandelijkse schrijversavonden van Mondiaal Literair worden thematisch samengesteld, zoveel mogelijk naar aanleiding van recent bij Nederlandse uitgeverijen te verschijnen boeken, die inhoudelijk grenzeloos zijn. Uitgever Franc Knipscheer is de host van de avond. De interviews worden gehouden door Peter de Rijk. “Een standbeeld voor Niemand” is de vijftiende reguliere editie van Mondiaal Literair.

Woensdag 28 september 2011 20.00 uur

Zaal open: 19.30 uur
Locatie: MCH, Lange Herenvest 122, 2011 BX Haarlem
De toegang bedraagt 5 euro, 1 kop koffie of thee inbegrepen
Op vertoon van bibliotheekpasje kunt u gratis één introducé meenemen
Reserveren vooraf is wenselijk: 023 – 542 3540
www.mondiaalcentrumhaarlem.nl

College literatuur en poëzie

door Stuart Rahan

Amsterdam – Tegelijkertijd met de uitvaartdienst van schrijver/columnist Clark Accord in Suriname, hield de Werkgroep Caraïbische Letteren in Amsterdam vrijdag een college over literatuur en poëzie. Er werd een minuut stilte gehouden ter nagedachtenis van de op vijftigjarige leeftijd overleden Accord, die ook veel betekend heeft voor de werkgroep.

read on…

Aliefka Bijlsma – a note on the orgasm

Have you ever wondered why some women get orgasms easily and other don’t? Of course you have. We all have. Especially if you find yourself on the wrong side of the question.
I have finally figured it out. I had an epiphany last night. One of those highly intellectual insights that I simply must share with you. And here it is: there’s a greater chance that women who are control freaks manage to get an orgasm during intercourse than women who are good at letting go.
Here’s the deal. It’s actually comparable to the muscle control that allows you to wink, or look cross-eyed, or wobble your ears. You need to focus and look for that one little, specific muscle. Concentrate. Try to single it out. That’s exactly what you have to do when climbing up the ladder of climax. Do not, and I repeat, do not make the mistake of letting go.

Aliefka Bijlsma is a.s. vrijdag 20 mei te gast bij de Verenging Ons Suriname, Zeeburgerdijk, Amsterdam

Dichters, schrijvers en uitgevers te gast bij Ons Suriname

Vrijdagavond 20 mei a.s. staat geheel in het teken van de literatuur bij de Vereniging Ons Suriname. Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, wijdt zijn laatste college van het jaar aan een reconstructie van alle perikelen rond de roman Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje. Vervolgens zal Robert Vuijsje zelf reageren en in gesprek gaan met Van Kempen. Zoals dat ook met een ‘echt’ college gaat, mag de zaal actief deelnemen aan het college.

Voor de studenten die het vak ‘Caraïbische dromen’ hebben gevolgd aan de UvA bestaat er ook nog de mogelijkheid vragen te stellen aan een andere auteur van wie zij een boek hebben gelezen: de Antilliaans-Nederlandse auteur Aliefka Bijlsma.

Na de pauze is er een tafelgesprek over het uitgeven van poëzie. Drie dichters schuiven daarvoor aan: Raj Mohan, Lieke Marsman en Carlo Rijkaard, en uitgever Franc Knipscheer. Alle dichters dragen voor uit hun jongste werk.

Sanne Landvreugd. Foto © Michiel van Kempen

De omlijstende jazzmuziek wordt verzorgd door Sanne Landvreugd (saxofoon) en Pablo Nahar (contrabas).

Datum: vrijdag 20 mei 2011

Tijd: 20.00 uur

Plaats: Vereniging Ons Suriname
Hugo Olijfveldhuis
Zeeburgerdijk 19a
1093 SK Amsterdam
Tel. 020-6935057

Toegang vrij

Medewerkende auteurs:

Aliefka Bijlsma is de auteur van verschillende scenario’s en van de romans Gezandstraald (2008) en Mede namens mijn vrouw (2010), beide verschenen bij uitgeverij Augustus. Het eerste boek speelt zich af op Curaçao (waar Aliefka Bijlsma als diplomatendochter geboren is), het tweede in Brazilië. Voor haar eigen blogspot zie de links rechtsonder op deze pagina’s onder “Auteurs”.

Michiel van Kempen is bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van romans en verhalenbundels. Zijn laatste boeken zijn Cityscapes + birdmen (2010, uitg. Voetnoot), Voor mij ben je hier (2010, Meulenhoff) en een geannoteerde heruitgave van Albert Helmans De sfinx van Spanje (2011, uitg. Schokland).

Franc Knipscheer is de uitgever van het huis In de Knipscheer, de belangrijkste uitgeverij van Caraïbische literatuur in Nederland (Edgar Cairo, Bea Vianen, Giselle Ecury, Astrid Roemer, Boeli van Leeuwen, Raj Mohan, Shrinivási, Michaël Slory, Bernardo Ashetu, Mala Kishoendajal enz. enz). Hij werd voor zijn verdiensten in 2001 door de Surinaamse regering geridderd in de Ere-orde van de Gele Ster.

Lieke Marsman debuteerde in 2010 bij uitgeverij Van Oorschot met de bundel Wat ik mijzelf graag voorhoud. Zij ontvangt voor die bundel eind mei in Leiden de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (waarvan de Werkgroep Caraïbische Letteren deel uitmaakt).

Raj Mohan, zanger en dichter, net terug uit India, publiceerde bij In de Knipscheer twee bundels in het Nederlands en Sarnami: Bapauti/Erfenis (2008) en Tihá/Troost (2010). Hij treedt vaak op met de gitarist Lourens van Haaften en stelde een programma rond Indiase dans samen dat eind mei in Utrecht wordt gepresenteerd (klik op het label Mohan onder aan dit bericht voor meer info).

Carlo Rijkaard schrijft poëzie in het Nederlands en het Sranantongo onder de naam Blaka Mira. In 2009 verscheen in eigen beheer zijn debuutbundel Ini wan man na man/ Ieder mens is uniek, met een omslagillustratie van Iléne Themen. Het voorwoord ervan werd geschreven door Simon Vinkenoog.

Robert Vuijsje schreef het meest spraakmakende boek van de laatste drie jaar Alleen maar nette mensen (2008), bekroond met De Gouden Uil en de Inktaap en publiceerde dit jaar de verhalenbundel In het wild.

De vorige week overleden schrijver Clark Accord zal op deze avond kort worden herdacht.

De avond wordt georganiseerd in samenwerking met de Werkgroep Caraïbische Letteren

Aliefka Bijlsma – Florida, wow. Holiday?

“Those aren’t mice,” he says, “those are rats.”

He closes his bag, the one that looks like a tool kit. You’d think he is a handy man, but he is the mice pest controller.
“Oh no!”
“Not to worry. All taken care of.”
I sigh, “have some coffee. Please, have a seat.”
“Only a minute then. I have loads of work to get done before my trip to Florida.”
“Florida, wow. Holiday?”
“My daughter lives there.”
“She works there?”
“No, she’s 17.”
I nod. This is what people do. Even when we don’t fully understand a given situation, we nod. Usually we leave it at that. Sometimes we ask another question, such as: “did you live there too then?”
This time he nods.
“Yes, for two years. With her and my ex-wife.”
He takes a sip of his coffee. Then holds the cup with both hands as if bracing himself to explain:
“My ex wife and I separated 7 years ago. Then my ex moved to Florida with my daughter.”
“And you wanted to be closer to your daughter?”
“No. My ex got leukemia, see. So they some support. I lived in their basement.”
I feel my chest getting heavier.
“She died. My ex died. And then I moved back.”
“When was this?”
“Two years ago. We decided it was better for my daughter to stay with her stepfather.”
“That’s hard.”
He has been looking at me all this time without batting an eyelid. His eyes are deep-set and heavy.
“You get used to it. My brother died last year. Heart attack. It runs in the family. My dad died at age 44.”
I wonder about his age.
“I’m 47,” he offers, without me asking this time. Then he gets up.
“Thanks for the coffee.”
I stand up too. He picks up his tool box and leaves my house without looking back.[van Aliefka Bijlsma’s blog]

Diplomaat in verval

Over Mede namens mijn vrouw van Aliefka Bijlsma

door Renée de Rijke

Ze zijn een bekend fenomeen: mannen die heel hun leven hard gewerkt hebben om een bepaalde status te vergaren en dan plotseling oog in oog staan met hun pensioen en een nieuwe generatie om hen te vervangen. Ze worden geconfronteerd met ouderdom, statusverlies en keuzes die zij in het leven gemaakt hebben. Ben je na je pensioen plotseling niets meer waard? In Mede namens mijn vrouw, vertellen drie personages over de pogingen van Melchior, een diplomaat aan de afgrond van zijn viriliteit, om zichzelf weer op de kaart te zetten.

read on…

Zoektocht naar zelf is gemiste kans

Over Gezandstraald van Aliefka Bijlsma


door Sabine Marijnissen

Aliefka Bijlsma studeerde rechten in Amsterdam en werkte als advocate op Curaçao. Ze schreef eerder scenario’s, een theaterstuk en regisseerde korte films. Gezandstraald is haar debuutroman. Ook Janera de Vries, de hoofdpersoon uit haar roman, studeerde rechten en vertrok na haar studie naar haar geboorteland Curaçao, deze gelijkenis is niet toevallig. Bijlsma geeft aan dat ze heeft geput uit eigen ervaringen bij het schrijven van dit boek, maar verzekert ons dat de personages allemaal fictief zijn.

Opgroeiend heeft Janera de halve wereld gezien. Haar vader werkte voor Shell en nam zijn twee kinderen mee naar onder andere Curaçao, Venezuela, Nigeria en Amerika. Eenmaal volwassen besluit Janera op zoek te gaan naar haar roots. Ze vertrekt naar Curaçao waar ze gaat werken voor een klein advocatenkantoor.

Verschillende uitgesproken personages komen voorbij in het boek. De afstandelijke baas van Janera en zijn aan anorexia lijdende vrouw Maaike die vriendschap zoekt met haar. Collega Gilles die vader wordt en een stiekeme liefde lijkt te koesteren voor Janera en vriend Randal die zijn dagen slijt met het zoeken naar zijn vader tussen de onbekende gezichten op het eiland. Op de achtergrond speelt ook de wrijving tussen Janera en haar idealistische broer die zichzelf uithongert.

Uiteindelijk krijgt Janera een eigen rechtszaak toebedeeld. Een gevecht om de kosten voor de behandeling van een ziek jongetje vergoed te krijgen door de verzekeringsmaatschappij. Haar tegenstander in de rechtszaal blijkt op meer fronten haar vijand: de advocaat Christiaan de Haseth is – net als zijzelf – een blanke Antilliaan. Haseth staat symbool voor alles wat Janera probeert te ontvluchten: de oppervlakkige en decadente expatcultuur, de verraderlijke politieke spelletjes en de eeuwige strijd die ze met zichzelf voert om een eigen identiteit te vinden.

Dat laatste is de kern van deze roman. Tussen alle bijpersonages en bijzaken door tracht Janera te ontdekken waar ze bij hoort. Ze wil wanhopig inburgeren op Curaçao maar ze bezit zoveel andere culturen dat ze zich in een soort niemandsland lijkt te bevinden. Ze weet niet wie ze is en maakt rare bokkensprongen om erbij te horen.

‘“Nu jij.” Janera wilde niet.
“Ik help je.”
Maaike trok Janera de wc in en duwde haar op de grond. De zoete geur van paprika vermengd met eau de toilette, aceton en chloor deed haar kokhalzen.
“Zie? Daar ga je al!”
Janera verzette zich. Haar hart ging tekeer, haar handen trilden even hard als de benen waar ze op bibberde. Ze greep Maaikes pezige dijen. Maaike trok Janera’s haren uit haar gezicht.’
Uiteindelijk kotst Janera vol overgave mee met Maaike. Het zijn deze gebeurtenissen die het boek ongeloofwaardig maken. Bijlsma probeert de lezer door een stoet aan spectaculaire, bevreemdende situaties mee te trekken in de strijd die Janera voert met zichzelf, maar faalt daarin, juist doordat de gebeurtenissen zo ver van de werkelijkheid staan.

Gezandstraald is een boek met interessante thema’s: de boeiende expatcultuur, het beklemmende ik-hoor-er-niet-bij-gevoel van de hoofdpersoon, de invloed van Shell op het eiland en de onderhuidse spanningen tussen Janera en haar broer. Toch komt geen van de onderwerpen echt uit de verf. Gezandstraald blijft steeds aan de oppervlakte zweven.

Op stijlgebied put Bijlsma uit een scala aan vormen. Zo zit de roman vol met snelle dialogen die de vaart in het verhaal houden. Ook maakt ze gebruik van veel gedetailleerde beschrijvingen, die zeker niet zouden misstaan in een filmscenario, maar hier de plank misslaan.

‘Ze ging op een stoel naast het bankje zitten. Trappelde met haar schoenen op het marmer, wisselde tenen af met hakken. Ze kon er niet meer onderuit: ze zou zich aan prietpraat moeten overgeven, dat was wat van haar in deze situatie mocht worden verwacht.’
Bijlsma heeft haar debuutroman volgepropt met belangrijke onderwerpen, spannende bijpersonen, universele dilemma’s en dat alles tegen de prachtige achtergrond van Curaçao. Toch blijft de lezer aan de zijlijn staan, worden thema’s onvoldoende uitgediept, lijkt de worsteling van de hoofdpersoon nietszeggend in het licht van het grotere geheel en ga je je bijna afvragen waar ze in hemelsnaam haar tijd mee verspilt. Gezandstraald belooft de lezer veel, maar lost die belofte nergens in.

[overgenomen van Recensieweb]

4,95 and a snow white hat

by Aliefka Bijlsma

I had a meeting – or was it a chat? There was Jasmine tea – with a man of substance and grace and we spoke of his plans, my plans, of his projects and mine after which I stepped into the minus 5 degrees which it was outside and crossed over through slush and snow over ice to the High Street thinking maybe I could skip a tram stop and find a toy store in order to have my son’s Christmas present all set and taken care of but was distracted by – or was it drawn to? – a window sized poster of a female ass which was round and firm and soft and lifted slightly so you could see between her legs and look straight at her peach – covered by red underwear – and I considered whether I knew anyone who had an ass as perfect as the one on the poster which said “Ibiza sex” and couldn’t help I wander into that shop where I studied vibrators which were light pink and baby blue and came in all kinds of twisted rubbery shapes and sizes that were stranger than I remember them being at age 18 and there was also the Tarzan which apparently “everyone” has except for me just like I don’t have the Uggs which “everyone” has and so I went back outside and followed those Uggs – most of them topped by asses that clearly weren’t as firm and peachy as the one on the poster even though they were really very young – through grey slush and ended up in H&M wondering what I needed and therefore buying a 4,95 euro synthetic hat which was white as snow – except snow actually never is that white – and stood in line for half an hour listening to Kate Bush that was on way too loud and got on my nerves while nobody else seemed to mind so I studied the faces of the girls who had Uggs and also wore shiny black puffy jackets with fake fur collars and most of them seemed to have zoned out which is what I then did – zone out – after which I somehow paid without realizing I did and ended up in that High Street again drifting on the smell of french fries and pancakes and baked bread past the Cool Cat where I had worked when I was young in similar way too loud music and meanwhile considered how I had worked my way up the retail ladder to Esprit which in fact was worse than Cool Cat while all these people out there, on the street, all these girls and boys, wove in and out of shops selling cheap bags, fake brands, sneakers and stuff to go with their overpriced Uggs were in no hurry at all so I started wondering whether all this was a conspiracy against me because I was dizzy and felt like I was somehow falling into the question where all of this was going to end and why. Why was there not a single toy store for my son? Not one.

De meerwaarde van Curaçao

door Aliefka Bijlsma

“Het moet maar eens afgelopen zijn met die betweterigheid van die domme ingnoranten van die witte documakers die denken dat zij alles beter weten over de zogenaamde zwarten. Ze zijn dommer dan dom!”, aldus mal mama/bon madrasta op de website van Radio Nederland Wereldomroep. Ze reageert op een artikel over de documentaire Curaçao gemaakt door Sarah Vos en Sander Snoep. Ik heb deze documentaire gezien tijdens het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA). Reden: Ik had twee jaar geleden de producent een lijst gegeven met boeken en interessante mensen die de makers konden raadplegen. Hun insteek – ,,De Antilliaan wordt steeds zo slecht neergezet, we willen nu eens laten zien hoe het er echt aan toe gaat” – beviel me ergens niet. Het is duidelijk dat mijn lijstje ze niet tot andere gedachten heeft kunnen brengen. Want wat de documentaire ons, het publiek, laat zien is een samenleving waarin zwart volledig wordt uitgebuit door wit. Godzijdank sparen de makers ons enigszins door beide groeperingen als behoorlijk dom neer te zetten. Daardoor kunnen wij ons distantiëren.

Distantie. Is een documentaire dan geslaagd te noemen? Mij lijkt van niet. In het donker van de zaal sloeg ik steeds mijn hand voor de mond. De documentaire voelde alsof ik tegen mijn zin in ramptoerist werd. Mij werd een type witte medemens door de strot geduwd waar ik uit mezelf al een hekel aan heb. Daar hoef ik niet zwart voor te zijn. Ik kon nauwelijks aanzien hoe weer een volgend aangeschoten en volgevreten Brabander even kwam vertellen dat zijn euro daar heel wat verder reikte dan in Nederland. Om vervolgens de Afro-Curaçaose serveerster geen blik waardig te gunnen.

De slavernij, zo luidt de stelling van de makers, is nog altijd springlevend. Ik werd er niet vrolijk van. Want inderdaad, dat soort mensen loopt op Curaçao rond, en in toenemende mate. Heel even dacht ook ik: ‘Ik ga nooit meer op een mooi opgespoten Curaçaos strand liggen lezen, terwijl de Afro-Curaçaoënaar het achter een muurtje moet doen met een vies stukje strand waar niet voor betaald hoeft te worden’. Maar wacht – dacht ik even later – loopt dat type lompe Hollander niet ook gewoon in Nederland rond? Of in Thailand? Of de Costa del Sol? En nog belangrijker: Waarom ook niet? Verdienen ze dat dan niet gewoon, na een jaartje hard werken en belasting betalen?

Kortom: De boodschap die de makers over willen brengen, beklijft niet. Als ze de intentie hebben verandering teweeg te brengen, dan lukt dat op deze manier niet. De gemiddelde Nederlander zal zich in ieder geval niet aangesproken voelen. Net als de Curaçaoënaar distantieer ook ik me van het type Nederlander die de documentaire volgt; de grove, consumerende, inhalige Hollander. Ik zeg hier bewust ‘Curaçaoënaar’ en maak dus geen onderscheid in deze tussen de Afro-Curaçaoënaar en Europese-Curaçaoënaar. Want laat ik meteen even een hardnekkige mythe uit de wereld helpen, een mythe die helaas door dit soort documentaires in stand wordt gehouden: Curaçao bestaat niet zuiver uit wit of zwart. Ja, wit en zwart zijn er, en of ze dat willen of niet, ze hebben met elkaar te maken. Maar er is zoveel meer. Op een klein eiland van slechts 150.000 inwoners treffen we minstens 40 verschillende soorten culturen aan. Dat is zo’n enorme rijkdom, een culturele diversiteit van onschatbare waarde. De raciale verhoudingen en daarmee gepaard gaande sociaal-culturele problemen zijn dan ook complex. Deze uitkleden tot een probleem tussen wit en zwart doet afbreuk aan de realiteit, is bovendien een gemiste kans. We kunnen namelijk ook kijken naar Curaçao als broedplaats van culturele diversiteit en daar veel van leren, genuanceerde lessen trekken waar we veel meer aan hebben dan aan polarisatie.

Even terug naar de reacties op de documentaire. Tijdens de borrel na afloop in Amsterdam had niemand het eigenlijk nog over de thematiek. Op het web heb ik weinig mensen iets zinnigs horen zeggen. Zoals dat kan gaan op het web staat iedereen even op een zeepkistje te schreeuwen. Niet zozeer tegen een ander maar vooral voor zichzelf. Hij of zij wil een eigen punt maken. Punt. Is dat dan winst? Dat allemaal mensen van alles roepen, en bovendien zuiver binnen de beperkte kring van mensen die zich voor Curaçao interesseren? Of is het winst dat de documentaire koren op de molen zal zijn van anti-makamba (anti-wit) politici als Anthony Godett en Helmin Wiels. Waarom zijn de makers bijvoorbeeld niet ingegaan op de vraag hoe het zit met het feit dat Curaçao nog altijd tot het Koninkrijk der Nederlanden behoort? Denken mensen nu werkelijk dat zoiets kan blijven bestaan tegen de wil in van de overwegend Afro-Curaçaose gekozen politici? Hoe kan in die zin in Godsnaam een parallel zijn getrokken tussen de huidige democratie en de slavernij?

Uiteraard zijn er spanningen tussen wit en zwart, en is het helaas nog altijd zo dat de economische machthebbers overwegend wit zijn. Maar dat is niet een uitsluitend typisch Curaçaos verschijnsel. Men hoeft alleen maar naar Brazilië te kijken om te beseffen dat die spanningen een universele realiteit vormen. Zou het echter wel typisch van Curaçao zijn, dan zou mijn antwoord zijn geweest: Geef het de tijd. Vergeet niet dat we het hier hebben over een jonge cultuur die pas vijfhonderd jaar de tijd heeft gehad een eigen identiteit te ontwikkelen. En waar het in de tussenliggende tijd gaat om racisme en uitbuiting: Dat houdt het Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens wel in toom, een verdrag dat net als in het Koninkrijk ook gewoon van toepassing is op Curaçao.

Dit alles gezegd hebbende zou ik de documentaire niet helemaal willen afwijzen. Het gaat wel degelijk ergens over, alleen gaat het wat mij betreft over iets heel anders dan de makers hebben beoogd. De documentaire Curaçao staat voor mij symbool voor een tijdsgeest. We leven in een maatschappij van ‘ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken’. Lekker mijn eigen eurootjes sparen en mozzarella eten in de tropen. Gaan en staan waar ik wil. Consumeren wat ik wil. En ook nog eens in de eigen taal. Zo denkt ook de Afro-Curaçaoënaar die geen werk wil vinden maar toch in Amsterdam maismeel om funchi te maken koopt. In essentie kunnen wit en zwart elkaar niet zo gek veel schelen, over en weer. Net zo min als de Chinese-Curaçaoënaar iets met de sefardische-Curaçaose-jood heeft. Het is dat ze allemaal tot elkaar veroordeeld zijn. Dat is geen verwijt maar een constatering, en juist dát is zo van deze tijd. Juist dat is universeel. Getuige ook de reacties: We schreeuwen allemaal maar wat, en doen dat vanuit onze eigen sociaal-culturele achtergrond. Er is weinig inlevingsvermogen, weinig empathie voor een ander standpunt.

De ‘kleur’ van de reacties is dan ook voorspelbaar. Zodra het racistisch of beledigend wordt, schuilen we ons achter een virtuele naam of zijn we opeens anoniem. Precies de reden waarom de discussies op Facebook over de documentaire (bijvoorbeeld op de wall van Norbert George) er een stuk milder aan toe gaan. Op Facebook is men niet anoniem. Gelukkig niet. Wat mij betreft moet iedereen de documentaire Curaçao zien. Niet omdat het ‘de’ waarheid over Curaçao zou vertellen. Maar om de confrontatie aan te gaan met wat wij allemaal zijn geworden. Kijk goed, want ik, de mens, ben lelijk.

De schrijfster Aliefka Bijlsma is op Curaçao geboren (1972). Een deel van haar jeugd bracht zij door in Senegal, de Filipijnen, Engeland en Ghana. Na haar studie rechten in Amsterdam ging zij aan de slag in New York om vervolgens advocaat te worden op Curaçao. De inmiddels weer in Amsterdam wonende Bijlsma maakte in 2007 haar succesvolle romandebuut met Gezandstraald dat zich op Curaçao afspeelt. Onlangs verscheen haar roman Mede namens mijn vrouw.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter