blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: bibliotheek

Lezen is een reis langs het onbekende

Kunsthistoricus Adi Martis

door Quito Nicolaas

Dr. Adi Martis (San Nicolas, Aruba, 1944) vertrok op vijftienjarige leeftijd naar Nederland, studeerde  aan de Kweekschool in Zeist. Na drie jaar in het onderwijs op Aruba werkzaam te zijn geweest, keerde hij in 1972 terug naar Nederland, studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam in 1990 op het proefschrift Voor de Kunst en voor de Nijverheid. Het ontstaan van het kunstnijverheidsonderwijs in Nederland. Martis was eind 2001 curator van o.a. de expositie ARTE “Di nos e ta”in TENT. Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam. Hij publiceerde onder meer over het kunstonderwijs, het postmodernisme, primitivisme, fotografie en het Caribisch gebied en heeft tal van publicaties op zijn naam staan, waaronder Die Verantwortung der Bilder (1987). Vandaag een nadere kennismaking met de boeken die hij leest.

Hoeveel boeken telt uw collectie?
Lastige vraag! Sinds een jaar of twee ben ik mijn bibliotheek aan het uitdunnen. Op dit moment heb ik in Nederland iets meer dan 5000 boeken en ongeveer 200 op Aruba, schat ik.
In hoeveel tijd is deze verzameling opgebouwd?

Mijn collectie boeken is in ruim 50 jaar tot stand gekomen. In de loop der jaren is de samenstelling regelmatig gewijzigd. Maar de hoofdcategorieën zijn ongeveer dezelfde gebleven met uitzondering van een onderdeel. Toen ik 20 jaar geleden een belangrijk deel van mijn verzameling Nederlandse literatuur kwijtraakte, heb ik dat niet meer aangevuld. De laatste tien jaar zijn de deelcollecties antilliana, arubiana en caribiana met gerichte antiquarische aankopen sterk uitgebreid.

Wat is uw favoriete boek?

Ik heb geen absolute voorkeur. Sinds 1988 behoort De morgen loeit weer aan van Tip Marugg tot een van mijn favorieten: een juweeltje in de Nederlandstalige literatuur. Van zijn Weekendpelgimage bezit ik een tweede druk uit 1966 die ik vaak herlezen heb. Ik ben ook een liefhebber van Joseph Sickman Corsen. Zijn ‘Atardi’ is heerlijk om bij weg te zwijmelen, maar blijft een prachtig gedicht. De Arubaan Martein Lopap, die in zijn korte verhaal ‘Palabra kla’ figureert, beschouw ik als een postmodernist-avant-la-lettre. Traversée de la Mangrove (Tocht door de Mangrove) van Maryse Condé behoort ook al ruim twintig jaar tot mijn favorieten.

Adi Martis aan het werk

Welke zijn de overwegingen die u neemt bij het kopen van een boek?

Ik verzamel boeken niet als objecten. De avond dat het mij lukte om een kopie van Girolamo Benzoni’s Historia del Nouvo Mundo uit 1565 als PDF-bestand te downloaden, voelde ik mij gelukkiger dan op de dag waarop ik een paar honderd euro moest overmaken voor A.J.C. Krafft, Historie en oude families van de Nederlandse Antillen, dat al jaren op mijn verlanglijst stond. Meestal bestel ik boeken om mijn bibliotheek aan te vullen. Zo bezit ik inmiddels – op de eerste na – alle catalogi van de Biënnales van Havana en zoek ik al jaren naar Millefiori di Aruba van pater R.H. Nooyen, van wie ik verder bijna alle publicaties bezit.

Welke indeling hanteert u om uw boeken te categoriseren?
Ik heb een paar hoofdcategorieën: architectuur, beeldende kunst, design/kunstnijverheid, fotografie, geschiedenis, historiografie, ICT, kookboeken, kunstonderwijs, kunsttheorie, literatuur, nieuwe media, et cetera. Maar ik ben verre van consequent. Mijn collecties antilliana, arubiana en caribiana staan apart. En daarbinnen bestaan diverse ‘bulten’, bijvoorbeeld: bronnen, judaica, papiamento, slavernij, transcripties en andere subcategorieën.
Zijn er ook andere plekken in huis, waar boeken worden verzameld?
In Nederland leef ik tussen de boeken. Bijna alle muren van mijn appartement zijn opgevuld met boeken. Alleen in mijn slaapkamer heb ik aan mijn rechterhand een kale muur  en links van mijn bed staat een klerenkast. Op bed ligt meestal een paar boeken en naast mijn bed op de grond liggen verschillende stapels.

Leest u naast fictie ook non-fictie of andersom? Geef enkele voorbeelden van boektitels.

Ik lees meestal non-fictie. De laatste jaren betreft het steeds meer literatuur over de Cariben. Dat kan variëren van geschiedenis van de oorspronkelijke bevolking tot die van de flora en fauna. Mooie voorbeelden van de eerste zijn publicaties van Esteban Mira Caballos, bijvoorbeeld El Indio Antillano: repartimiento, encomienda y esclavitud (1492-1542), Sevilla 1997. Genoten heb ik van Judith A. Carney, Richard Nicolas Rosomoff, In the shadow of slavery: Africa’s botanical legacy in the Atlantic world, Berkeley / Los Angeles 2009.

 

Antilliaanse auteurs

Leest u meestal  op een bepaald tijdstip, waar en welke genre leest u dan ?

Lezen doe ik zo’n zes à acht uur per dag, vaak in bed en meestal non-fictie: kunsthistorische literatuur of boeken over de geschiedenis van Aruba en de Cariben. Als ik aan fictie begin, dan ben ik geneigd achter elkaar meerdere boeken van een auteur te lezen. Zo was het lezen van Tikkop aanleiding om een vijftal boeken van Adriaan van Dis te (her)lezen. De wandelaar blijf ik een van zijn mooiste boeken vinden. De thematische ordening gaf zijn essays in Leeftocht nieuwe dimensies.

Leest u door de week andere boeken dan in het weekend?
Ik lees van alles door elkaar: ik lees mijn vermoeidheid weg. Als ik het ene boek zat ben, dan kan ik met frisse moed aan een ander genre beginnen.
Ik ben het koken een beetje zat en eet veel buitenhuis. Ik neem dan altijd een boek mee van een van de stapels ‘Nog te lezen’.

Zijn er bepaalde tijdschriften die tot de door u gelezen lectuur behoren?
Ik heb een jaar of vijf geleden al mijn abonnementen opgezegd, uitgezonderd de VPRO-gids. Overigens gooi ik die ongeopend weg. Want als ik TV kijk, dan is het meestal op mijn Macbook via Uitzending Gemist of www.wwitv.com. En als ik niet kan slapen en niet wil lezen, dan luister ik in bed naar Radio 1. ’s Nachts zijn er mooie herhalingen en kun je de meest maffe mensen aanhoren in Nederlandse varianten van ‘Pueblo na Palabra’.

.
Welk boek zou u voor een tweede keer willen lezen?
Ik bezit veel bundels van Pierre Lauffer. Begin dit jaar heb ik bij Mensings op Curaçao de biografie van Bernadette Heiligers gekocht. Sindsdien voel ik een aandrang om zijn bundels te herlezen. Ik heb Lauffer altijd bewonderd; om zijn beheersing van het Papiamento, om zijn ritme en zijn beeldend taalgebruik. Ik denk dat hij overeind zal blijven, al ben ik het laatste decennium een beetje allergisch geworden voor folklore; de ziekte die onze cultuur bedreigt.

Welk boek beschouwt u als een miskoop en waarom?
Op een van mijn stapels ‘Nog te lezen’ liggen al jaren twee boeken: Dimitri Verhulst, Godverdomsedagen op een godverdomse bol, Amsterdam /Antwerpen 2008 en Frank Martinus Arion, De Deserteurs, Amsterdam 2006; met boekleggers op respectievelijk pagina 27 en 37.
Van Verhulst heb ik verder niets gelezen en dat zal ik waarschijnlijk niet meer doen. De eerste druk van Frank Martinus Arion, Dubbelspel, Amsterdam 1973 heeft een ereplaats in mijn bibliotheek in Utrecht. Zijn dissertatie The Kiss of a Slave. Papiamentu’s West-African Connections, Amsterdam 1996 siert mijn nog bijna lege boekenrek in San Nicolas.

Wie is uw favoriete schrijver?
De Arubaan Martein Lopap, verder Joseph Sickman Corsen, Tip Marugg en Maryse Condé.

Wat is zo bijzonder aan de Caribische literatuur?

Ni Européens, ni Africains, ni Asiatiques, nous nous proclamons Créoles. Cela sera pour nous une attitude intérieure, mieux: une vigilance, ou mieux encore, une sorte d’enveloppe mentale au mitan de laquelle se bâtira notre monde en pleine conscience du monde, Jean Bernabé, Patrick Chamoiseau, Raphaël Confiant, Élogue de la Créolité, Parijs 1989.

De Cariben worden van oudsher gekenmerkt door migratiestromen: het continentale en interinsulaire verkeer in de prekoloniale tijd; de komst van veroveraars, kapers, piraten, kolonisten en passanten uit Europa; de gedwongen immigratie uit Afrika; de stroom van arbeidsmigranten uit onder andere Azië; de emigratie naar Europa, de VS en Canada en de remigratie naar het (ei)land van herkomst. Identiteits- en ‘roots’-vragen zijn daarom belangrijke thematische constanten in de literatuur en door de oude orale traditie zijn Caribische auteurs boeiende vertellers.

Hoe kijkt u naar de wereld der wetenschap?
Op mijn leeftijd ga je steeds meer terugkijken. De wetenschappelijke en literaire wereld (de laatste samen met de beeldende kunst) vertegenwoordigen twee kanten van mijn persoonlijkheid. Als wetenschapper ben ik soms, ver van mijn ‘roots’ maar met veel voldoening, bezig geweest met vrij theoretische zaken. In moeilijke tijden kon ik mij laven aan de Caribische literatuur en beeldende kunst.
Christopher Cozier, een kunstenaar uit Trinidad die ik sinds 1993 persoonlijk ken en ook als theoreticus erg waardeer, is 11 december a.s. een van de laureaten van het Prins Claus Fonds. Met  de ‘Castaway’– op zijn gelijknamige, schitterend blad uit de Tropical Night Series (2006-heden) – hoop ik terug te vliegen naar de Cariben om op mijn oude dag onder mijn mangobomen te werken aan een geschiedenis van mijn eiland.

Groot deel collectie Tropeninstituut naar Egypte

Bibliotheca Alexandrina in Alexandrië lijkt redding te bieden voor een groot deel van de met vernietiging bedreigde collectie van het Tropeninstituut.

Het Tropeninstituut ziet zich vanwege bezuinigingen genoodzaakt zijn vermaarde bibliotheek, bestaande uit ruim 900.000 items, te ontmantelen. Dit zou uiterlijk per 1 januari 2014 zijn beslag moeten hebben gekregen. Een deel van de collectie (de boeken van voor 1950, waarvoor een ‘publieke zorgplicht’ door de overheid geldt) kon worden ondergebracht bij onder meer de universiteit van Leiden, het Vredespaleis in Den Haag en het Kennis- en Documentatiecentrum voor Medische Geschiedenis in Urk. read on…

Deel bibliotheek Tropeninstituut blijft behouden

De bibliotheekcollectie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam zal gedeeltelijk behouden blijven. De Universiteit Leiden zal een deel van de titels onder de vleugels nemen. Een ander deel van de collectie gaat naar Urk en het Vredespaleis in Den Haag. Dat meldde minister Jet Bussemaker (Cultuur) donderdag in antwoord op Kamervragen. Het deel van de boeken dat naar Leiden gaat, is volgens haar van bijzondere cultuurhistorische waarde. Volgens de minister heeft ze een publieke zorgplicht voor dit deel van de collectie en handelt ze daar ook naar.

read on…

Boeken Tropeninstituut deels van vernietiging gered

De wegens bezuinigingen afgedankte collectie gaat gedeeltelijk naar Den Haag, Leiden en Urk.

Een klein deel van de bibliotheekcollectie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam heeft een bestemming gevonden, zo bericht onder andere RTVNH. De boeken gaan voor een deel naar de universiteit van Leiden en voor een deel naar het Vredespaleis in Den Haag en het Kennis- en Documentatiecentrum voor Medische Geschiedenis in Urk. Minister Bussemaker van Cultuur heeft dat naar aanleiding van Kamervragen aan de Tweede Kamer laten weten. read on…

Collectie Luis Daal

Rosemarie Daal-Blesh (paars-rdoe jurk) en Ena Dankmeijer-Maduro (met boek in de hand).

Het litteraire werk, audio- en videoproducties waar hij aan meewerkte, ongepubliceerde manuscripten en publicaties in tijdschriften van de Curaçaose schrijver en dichter Luis H. Daal [1919-1997] zijn afgelopen zaterdag overgedragen aan Biblioteka Mongui Maduro. Rosemarie Daal-Blesh was speciaal voor de overdracht uit Nederland overgekomen.

[Ontleend aan Antilliaans Dagblad, 7 oktober 2013]

Slavernij in Afrika: overwinnaars en slachtoffers

Zondag 22 september werd de grote tentoonstelling Slavernij verbeeld in de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam afgesloten met een debat over wat er voorafging aan de Middle Passage, de overtocht van Afrikaanse mensen naar de Nieuwe Wereld: de slavernij in het continent Afrika. Hoe schrijven we die geschiedenis en welke rol speelt daar de orale geschiedschrijving in? Hoe kwamen de slavenhandelaren aan hun slaven? Hoe lang bestond er al Afrikaanse slavernij? Zijn de Afrikaanse volkeren mede schuldig aan de slavernij, of moeten we dit zien als een historisch gegeven: de Ashanti voerden oorlog en de overwonnenen werden tot slaaf gemaakt?

Marcel van Engelen, auteur van Het kasteel van Elmina, de Ghanees-Nederlandse journaliste Alberta Opoku, en historicus Leo Balai, auteur van Het slavenschip Leusden; moord aan de monding van de Marowijnerivier, debatteerden onder leiding van Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren.

Natuurlijk waren er uiteenlopende meningen, al dan niet vanuit het standpunt van de roots-zoekers/ de nakomelingen van de slachtoffers van die tijd, of vanuit een meer neutraal geschiedenis-beschrijvend standpunt, of zelfs vanuit de “overwinnaars” van toen. Emoties spelen in zo’n debat altijd een rol. Maar gedachte-uitwisselingen als deze kunnen er niet genoeg zijn.

Eybers onderdak

De boekerij van Elisabeth Eybers in het Zuid-Afrikahuis ontsloten

De Commissie Zuid-Afrika van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde en het Suid-Afrika Instituut organiseren in het Zuid-Afrikahuis, Amsterdam, t.g.v. de presentatie van de catalogus van Eybers’ bibliotheek een klein symposium over die bibliotheek en over haar poëzie, op 13 oktober a.s.

read on…

Bibliotheek Nieuw-Amsterdam op instorten

door Seshma Bissesar

Paramaribo – De enige bibliotheek van Nieuw-Amsterdam in Commewijne verkeert in een heel slechte staat en staat op instorten. Zo meldt de jeugdparlementariër Radjiv Ramsahai in een gesprek. Hij heeft aan de minister van Regionale Ontwikkeling Stanley Betterson in een brief gevraagd toestemming te verlenen om de bibliotheek te renoveren of een nieuwe te bouwen.

read on…

Bibliotheken bedreigd

Bibliotheken lenen boeken uit aan lezers, organiseren ontmoetingen tussen schrijver en publiek en werken in het algemeen aan leesbevordering. Kortom: bibliotheken zijn belangrijk voor schrijvers, en lezers.
De bezuinigingen, in gang gezet door het vorige kabinet, maakt het werk van bibliotheken moeilijker. Vestigingen sluiten omdat gemeenten andere keuzes maken, deskundig personeel verdwijnt en de armslag voor culturele activiteiten wordt in het algemeen veel minder omdat cultuur door de politiek veelvuldig wordt bestempeld als overbodig en duur.
Nu is er een bedreiging die nog veel verder gaat. De gemeente Waterland (onder andere) heeft haar bibliotheekwerk uitbesteed aan het bedrijf Karmac, dat in een aantal provincies bibliobussen uitbaat. Het contract levert de gemeente Waterland een besparing op van 170.000 euro, op een totaal van 350.000 euro. Dat klinkt mooi, maar is dat niet.
Karmac zal het aanbod van boeken beperken en zal geen geld hebben voor iets anders, dan het uitlenen van een beperktboekenbezit.
Dit baart onze vereniging grote zorgen, niet alleen om Waterland. In heel Nederland staan gemeentebesturen voor vergelijkbare problemen als Waterland. De keuze voor deze noodoplossing zal voor hen verleidelijk zijn, met alle gevolgen van dien.
De belangrijkste vragen die schrijvers en vertalers hebben zijn:
– zal de commercieel uitgebate bibliotheek nog aandacht hebben voor de brede Nederlandse literatuur, of overgaan tot de aankoop van alleen bestsellers?
– is er in de nieuwe constructie geld voor leesbevordering, voor ontmoetingen met schrijvers?
– wat gebeurt er met diensten als boekbezorging bij ernstig zieken en gehandicapten?
Hopelijk zal het antwoord op deze vragen onze voornaamste zorgen wegnemen.
Tot slot te uwer informatie: een brief met soortgelijke strekking wordt gestuurd naar de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
Met vriendelijke groet,
Het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen
De VvL is een van de drie afdelingen van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers Namens deze: Jeroen Thijssen, auteur
Van Deysselhuis
De Lairessestraat 125
1075 HH Amsterdam
T: 020 – 624 0803
E: rijkers@vsenv.nl(Janne Rijkers, coördinator VvL; contactpersoon)
Aanvullende informatie:
          Website van Karmac:
          Formele reactie van Bibliotheek Waterland op overname door Karmac:
          Lunch Standpunt (vanaf 16de minuut): Interview met directeur  Karmac over overname van bibliotheken in Waterland en reactie van auteur Tomas Ross:
          Brief van VOB (Vereniging Openbare Bibliotheken)  aan VNG:
          Artikel uit Bibliotheekblad. Zie laatste alinea:

Nederlandse boeken voor Suriname: wel of niet? Afdankertjes of leesmateriaal?

I. ‘Wie eegie sanie’ fu píkin

door Els Moor

De Surinaamse literatuur vanuit de eigenheid van cultuur en talen kwam pas goed op gang in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen ‘Wie Eegie Sanie’werd opgericht in Nederland, met Bruma als centrale figuur en later in Suriname ook met de nog jonge Dobru. Dit was een belangrijke stap op weg naar de zelfstandige republiek Suriname, in verband met ‘eegie sanie’. Dat er tot op de huidige dag nog veel van het kolonialisme is blijven hangen ervaren we maar al  te vaak, vooral ook op het gebied van taal en literatuur.

Een ander duidelijk voorbeeld is dat er nog steeds per boot veel, veel, vaak afgeschreven, Nederlandse kinder- en jeugdboeken  naar Suriname gestuurd worden, die dan in schoolbibliotheken terechtkomen, zelfs in het binnenland  of  voor weinig geld verkocht worden bij boekverkopingen.  Je schaamt je toch, als je zo’n boek opent en meteen een stempel ziet met in vette letters: ‘Afgeschreven’! Dat is neokolonialisme ten top: je afgeschreven boeken naar ‘die negertjes’ in je ex-kolonie sturen. En dat, terwijl er gelukkig in Suriname momenteel veel gebeurt aan de ontwikkeling van een eigen kinder- en jeugdliteratuur!    

De taalsituatie in Suriname is enerzijds van een grote rijkdom die de culturele ‘eenheid in verscheidenheid ’uitstraalt, maar  is anderzijds  problematisch voor veel kinderen en jongeren van wie de officiële taal, het Nederlands, niet de moedertaal  is. In ons land worden binnen bevolkingsgroepen zo’n twintig ‘eegie tongo’ gesproken. Daarboven staat het Nederlands voor het contact in de hele samenleving en vergeet niet het Sranan Tongo als ‘lingua franca’ (algemene contacttaal). Er zijn inheemse en marrontalen die hier ontstaan zijn en talen die ‘meegebracht’ zijn uit de landen waaruit de immigranten kwamen, zoals het Chinees, Sarnami en Javaans en niet te vergeten de ‘eegie’ versie van het Nederlands, het Surinaams Nederlands met eigen klanken, woorden  en zinsconstructies.   Deze veeltaligheid brengt echter ook grote problemen met zich mee. In volksbuurten in de stad, in het district, maar vooral ook in de dorpen in het binnenland spreken kinderen met hun familie meestal hun eigen taal. Veel kinderen moeten leren lezen, schrijven en rekenen in een voor hen vreemde taal. Als je dan leesboeken in de bieb hebt in die ‘vreemde taal’ en bovendien nog over allerlei dingens die jij niet kent, die ver van je bed of je hangmat zijn, dan moet je een geweldige doorzetter zijn en veel hulp krijgen van je leerkrachten om het toch te redden.    

Gelukkig dat vele deskundigen, ook in de stad, dit probleem tegenwoordig erkennen en ervoor ijveren om die kinderen meer kansen te geven, het onderwijs kind- en taalvriendelijker te maken! Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is: Leer die ‘vreemde taal’ vanuit je eigen leefwereld!’ Surinaamse kinder- en jeugdboeken vormen daarbij een geweldig goed hulpmiddel. Als kinderen die moeite hebben met de schooltaal  eenvoudige boeken in handen krijgen met herkenbare verhalen vanuit de eigen wereld, met veel duidelijke, ondersteunende illustraties die bovendien spannend en leuk zijn, dan gaan ze lezen leuk vinden en ze leren ‘spelenderwijs’ die moeilijke schooltaal, bovendien op een manier zoals die in het eigen land gesproken en geschreven wordt, Surinaams Nederlands dus. En wat belangrijk is: die boeken zijn niet gebonden aan leeftijd, maar aan de ontwikkeling van de taal bij het kind. Die boeken moeten echter wel aanwezig zijn in de school, niet alleen maar ‘afgeschreven’ Hollandse boeken.    

Overigens is het echt niet zo dat goede Nederlandse en andere, vertaalde,  boeken uit de wereld-jeugdliteratuur hier niet moeten komen. Integendeel. Er zijn prachtige Nederlandse boeken voor de jeugd, evenals vertaalde ‘klassiekers’. Denk aan Alleen op de wereld van Hector Malot. De kinderen die die boeken lezen en herlezen hebben vaak het Nederlands als hun moedertaal  of  beheersen de taal goed doordat ze een universele opvoeding krijgen. Zulke kinderen zijn er veel in Suriname, met name in de stad en omgeving.. De andere kinderen kunnen daarnaartoe groeien doordat er op school en elders veel gedaan wordt aan de ontwikkeling van hun taal- en leesniveau. Daar wordt hard aan gewerkt tegenwoordig, een prachtige ontwikkeling. Veel leerkrachten uit de stad, het district en het binnenland hebben trainingen gekregen om de vaardigheden en mentaliteit te ontwikkelen om kindvriendelijk, kindgericht en dus speels en creatief te werken aan de taalontwikkeling van hun leerlingen. Ook medewerkers van bibliotheken en andere plaatsen (na-schoolse opvang bijvoorbeeld).  

Zo iemand is Sandra Purperhart die een bieb heeft op Abra Broki, een volkswijk in de stad. Daar komen ’s middags veel kinderen die het Nederlands moeilijk vinden, maar houden van de leuke, eenvoudige Surinaamse kinderboeken met duidelijke illustraties. Sandra maakt zelfs mét de kinderen musicals over verhalen. Die worden opgevoerd tijdens Kinderboekenfestivals,  niet alleen in de stad. Dit jaar werkte ze al met de kinderen van Atjoni en van Commewijne en de resultaten waren leuke, muzikale en herkenbare musicals.    

Het Kinderboekenfestival in Paramaribo wordt al dertien  jaar gehouden, jaarlijks  in stad, district en binnenland.  Er zijn daar veel activiteiten voor kinderen, van kleuters tot en met tieners, die op een vaak creatieve manier te maken hebben met lezen. Gelukkig meestal van Surinaamse boeken! In veel stands is ook communicatie een belangrijk doel. Voor de kinderen is het echt een fijn uitstapje om erheen te gaan en zij en hun leerkrachten maken altijd weer kennis met nieuwe Surinaamse kinderboeken. Dat er tegenwoordig zoveel uitkomen, is ook voor een groot deel te danken aan de Stichting Projekten, PCOS. Zelf geven ze er jaarlijks een aantal uit en ze stimuleren schrijvers die dat willen. PCOS heeft ook trainingen georganiseerd, vooral in het binnenland, ‘Change for children’, die tot doel hadden de kindvriendelijke aanpak vanuit de eigen leefwereld te stimuleren. Ze hebben ook boeken  erover uitgegeven, met veel praktische informatie, zoals Lees je wijs!, over leesbevordering van Surinaamse kinderboeken, met veel creatieve, beeldende werkvormen en drie boekjes over de resultaten van de aanpak binnen het project ‘Change for children’, helemaal in Kwamalasamutu, waar de kinderen Trio spreken. Jammer dat het te ver is om te gaan kijken in die school. Dan zou je veel tekeningen zien hangen die de verhalen uit Surinaamse kinderboeken uitbeelden.   Heel eenvoudige boeken zijn meestal favoriet. De Amaisa-serie, uitgegeven door PCOS, over de dagelijkse beslommeringen van een meisje uit het binnenland , met weinig en eenvoudige taal en levendige illustraties is nog altijd een favoriet in de stand ‘Lees je wijs’op KBF. Zelfs bij zesdeklassers. Nogmaals: het gaat dus niet om de leeftijd, maar om het leesniveau. Wat Wagina, de groep van schrijfsters uit Wageningen, doet is ook bewonderenswaardig. Heel veel eenvoudige boekjes, allemaal hetzelfde formaat, hebben ze uitgegeven. Het zijn series van belevenissen uit het dagelijks leven, over dieren, over de jongen Moi-Boi en met een verdere blik een serie over andere districten en over ‘special kids’, kinderen met een probleem of een beperking. Steeds een stapje verder dus! Op het laatste KBF was Laat me niet alleen van Indra Hu, een boek met veel en vaak ook best moeilijke tekst over hiv en aids een van de populairste boeken bij vijfde en zesde klassers. ‘Waarom kiezen jullie dat? was de vraag. ‘Omdat er ook een film van is die we gezien hebben’, was het antwoord. Je ziet maar weer: je moet de inhoud ook kunnen zien!    

Een heel populair boek, niet alleen in het binnenland is ook Okorié en Agambé van Sherida Sabajo. Het gaat over twee jongens in het binnenland uit twee verschillende dorpen aan een rivier, een ingi-dorp en een marrondorp. Ze raken allebei verdwaald in het bos en komen elkaar daar tegen. Een ‘telefoonboom’ is hun redding: je slaat op de wortels en het klinkt wijd en zijd. Dan worden ze gevonden. Een spannend verhaal in eenvoudige taal, met grote letters, herkenbaar voor kinderen in het binnenland, maar leerzaam en spannend op het gebied van leven in het binnenland voor kinderen uit stad en district. Overal houden ze van het boek, ook vanwege de mooie, duidelijke tekeningen van Ginoh Soerodimedjo.  

Eenvoud is het kenmerk van het ware. Dat is altijd zo bij ‘eegie sanie’. Belangrijk is het dus dat Surinaamse kinderboeken op  onze scholen komen, in veelvoud, vooral op lagere scholen, maar ook moeilijker boeken op de muloscholen. De puber groeit dan van zijn eigen wereld naar een vreemde (buitenlandse boeken) en zo moet het ook gaan in het leven: je verruimt je blik naarmate je ouder en wijzer wordt.   Er komt veel hulp van Surinaamse maatschappijen en organisaties, maar het is nooit genoeg. Laten die Nederlandse organisaties en particulieren geen ‘afgeschreven’ kinderboeken meer sturen, maar geld om meer Surinaamse kinderboeken te drukken en vooral ook te herdrukken!  Dat is ontwikkelingshulp! ‘Eegie sanie’ondersteunen!  

[uit de Ware Tijd Literair, 25 mei 2013]

II. Reactie op ‘“Wie Eegie Sanie” fu pikin’ in ‘dWTL’ van 25/5/2013

door Suzanne Dekkers    

Stichting ‘Unu Pikin’ is een sociale werkplaats in Paramaribo waar schoolmeubilair wordt gemaakt door mensen met een beperking. Dankzij donaties kunnen we regelmatig de inrichting van een schoolbibliotheek produceren en aan een school weggeven. Naast het meubilair verstrekken we ook een groot aantal ‘Hollandse’ boeken, zoals lees-, prenten- en ontwikkelingsboeken, soms nieuw, meestal gebruikt. Maar ook scholen die eerder een bieb van ons hebben gehad, of anders een bibliotheek hebben gerealiseerd, zijn welkom om hun collectie aan te vullen. In de afgelopen 12 maanden zijn 180 scholen en andere instellingen langsgekomen om materialen te halen. Dat geeft aan dat er een grote behoefte bestaat aan deze boeken.    

De ideale situatie zou zijn dat elke school een bibliotheek heeft en de school of een overkoepelend orgaan in staat is boeken aan te schaffen. De mediatheekmedewerker kan dan bepalen welke boeken het beste zullen aansluiten bij de schoolpopulatie. Alle leerkrachten stimuleren het leesgedrag van de kinderen door regelmatig voor te lezen. De mediatheekmedewerker zorgt voor interessante lessen, alles om leesplezier en taalvaardigheid van de kinderen te vergroten. Helaas is de werkelijkheid anders. De scholen hebben dat budget niet, dus zijn ze afhankelijk van anderen. Om weer even terug te gaan naar onze specifieke situatie: deze boeken krijgen wij van bibliotheken uit Nederland, die wegens bezuinigingen sluiten. De boeken zijn van recente datum en zien er heel goed uit. Helaas staat in die boeken vaak met grote letters: afgeschreven, maar daar kan de juf iets aan doen: een sticker er overheen of die pagina verwijderen. De kinderen hoeven niet te weten hoe de school aan die boeken komt, zij hoeven alleen de voordelen te ervaren!   Niet alle boeken zijn geschikt. Bij onze ondersteunende organisatie in Nederland vindt de eerste selectie plaats. De boeken met té Hollandse of Europese onderwerpen worden niet verscheept. Eenmaal in Suriname vindt de tweede selectie plaats, omdat er wegens het grote aantal wel eens een verkeerd boek tussendoor glipt (dat we bij gebrek aan adequate oudpapier-verwerking dan voor een symbolisch bedrag verkopen). Daarna vindt de derde selectie plaats. De mediatheek-juf bepaalt zélf welke boeken zij geschikt vindt voor de kinderen van haar school.   Voor onze specifieke situatie geldt dat we de boeken kunnen opsturen met een minimum aan budget, dankzij samenwerkingsverbanden met andere organisaties. Dit budget is veel te klein om een voldoende aantal boeken van Surinaamse kinderboekenschrijvers te kopen. We zouden dan misschien 4 scholen kunnen helpen, tegen de eerdergenoemde 180.    

Het is belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd het plezier van lezen ervaren. Scholen moeten hosselen om aan die basisvoorwaarde te voldoen. Het lijkt me goed dat we gezamenlijk proberen een oplossing te zoeken voor deze situatie, ieder vanuit zijn eigen expertise en achtergrond. Laat de Nederlandse organisaties die boeken opsturen! Zij hebben nou eenmaal de kortste lijntjes naar de bibliotheken in Nederland en kunnen zo de hand leggen op prachtige boeken. Zorg wel voor een goede selectie en betrek de Surinaamse scholen daarbij. Laat anderen, bijvoorbeeld een nieuwe werkgroep, de afdeling mediatheekwezen of de kinderboekenschrijvers zelf, zich inzetten om zoveel mogelijk Surinaamse kinderboeken op de scholen te krijgen. Zij kunnen dit doen door steun van de overheid te verwerven, samen te werken met Nederlandse organisaties of zelf aan fondsenwerving te doen, in Suriname, Nederland of elders. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat de schoolbibliotheken een gebalanceerde collectie aan boeken hebben, die de kinderen verder op weg zullen helpen in hun ontwikkeling. Laten we niet met de vinger naar elkaar wijzen, maar samen een vuist maken!  

[Susanne Dekkers, namens bestuur van ‘Unu Pikin’]  

III. De Ware Tijd Literair reageert
Wij vinden het geweldig als gereageerd wordt op onze artikelen. ‘Unu Pikin’ heeft duidelijk haar standpunt uiteengezet en de lezers van ‘Literair’ kunnen hun oordeel vormen over de kwestie: wat doen we met de ‘Hollandse’ kinderboeken die in groten getale naar Suriname komen. Wij hebben ons standpunt uiteengezet dat er op neerkomt dat er niets tegen buitenlandse kinderboeken is, die geschreven zijn in een ander Nederlands dan de boeken hier en vaak over zaken gaan die buiten de leefwereld van onze jeugd liggen. Maar het gaat erom dat kinderen boeken te lezen krijgen die ze aankunnen, wat taal zowel als inhoud betreft. Een ideale ontwikkeling is dat kinderen langzaamaan hun blik verbreden: van de eigen leefwereld naar de grote wereld, en boeken kunnen, evenals films, daar een belangrijke rol bij spelen. Dan krijg je als kind plezier in lezen en houd je dat ook: van eenvoudig en herkenbaar naar vreemd en boeiend! Alles wat je leest, moet je kunnen begrijpen. En we behoren altijd te beseffen dat de meerderheid der Surinaamse kinderen uit een totaal andere thuissituatie komt met minder ontwikkelde, anderstalige ouders, weinig of helemaal geen Nederlands gesproken programma’s op/in de media, weinig tot geen toegang tot clubs, en dergelijke. De dit schooljaar begonnen ‘Naschoolse Opvang’ kan die leemte wel gedeeltelijk opvullen, maar mist daarvoor eigen tools. Fijn is dat er veel Surinaamse kinderboeken zijn, voor verschillende leesniveaus, met zonodig duidelijke illustraties. En er komen steeds nieuwe bij!  

[Red. de Ware Tijd Literair]

Bibliotheek Tropeninstituut ontmanteld wegens bezuinigingen

De bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) moet per 1 augustus sluiten als gevolg van bezuinigingen door de rijksoverheid. Voor de collectie wordt nog gezocht naar een goed onderkomen, maar een deel verdwijnt mogelijk in de papiercontainer. read on…

Wikipedia primeur voor Koninklijke Bibliotheek en Nationaal Archief

De Koninklijke Bibliotheek (KB) en Nationaal Archief (NA) zijn de eerste Nederlandse erfgoedinstellingen die een ‘Wikipedian in Residence’ gaan werven. Hiermee treden ze in de voetsporen van vermaarde buitenlandse instituten zoals het British Museum, het Paleis van Versailles en The Museum of Modern Art (MoMA).

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter