blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Bakboord Nellie

Ze riepen me na

door Nellie Bakboord

Ik zie op mijn netvlies als ik aan S. terugdenk een vrolijk gezicht. Een vrolijk gezicht waarvan de eigenaar een karakter bezit waar menigeen een voorbeeld aan kan nemen. Behulpzaam. Klaarstaan voor een ander. En een opgewekt humeur. Maar als ik terugdenk aan ons gesprek over lepra dan zie ik een enigszins gebroken man.

read on…

Echt HEMA!

door Nellie Bakboord

Wie kent die tune van de HEMA niet? Die bekende jingle. Volgens mij zelf tot in Suriname. En natuurlijk daarbuiten. In Nederland zweren echt niet alleen witte Nederlanders bij de producten van dit bekende warenhuis. Hemaworst is populair. Moet ik een worst voor je meenemen? Of twee? Eén voor die bruine bonen en één voor snert. Iedereen in Suriname loopt nu te watertanden. Terwijl ik hen gevaarlijk rustig een Hemaworst voor hun neus laat bengelen. Via skype. Tussen ons gezegd, ik heb vaak genoeg mijn kondremans horen roepen dat ze niet buiten de HEMA kunnen. Vooral die verwende types die zelf tijdens hun vakantie in switi Sranan een HEMA missen. Naast Blokker zou een HEMA het centrum van Paramaribo compleet maken. Bijna op de automatische piloot chat ik dromerig verder via skype. read on…

Pssst: Een gebakken visje met een béétje nassi

door Nellie Bakboord

“Een gebakken visje met een béétje nassi.” Zo luidde Ramon Beuk zijn bestelling op het vroege uur op de Centrale Markt in Paramaribo. “Doet u ook maar een stukje kip erbij en een beetje kousenband. Niet te veel. Gewoon van alles een beetje.” Als men in Suriname ‘een beetje’ zegt dan bedoelt men niet ‘weinig’.

Ramon Beuk moest die ochtend toen driekwart van Paramaribo nog in diepe rust was de goedlachse Javaanse kokkin echt remmen. Ik hield het bij een drooggebakken wetiweti met een beetje kousenband maar wel met een beetje gestoofde bokking. Géén peper! Nergens op de menukaart kwamen onze gerechten voor, maar mijn samengesteld menu kreeg die ochtend van Ramon een keurmerk. Voor de verkoopster geen punt van discussie.

Je moet echt mazzel hebben als je Ramon Beuk in hoogst eigen persoon in switi Sranan tegenkomt. Die mazzel had ik! In Nederland een bekende Nederlander, in Suriname roept iedereen hem zeer vriendelijk na. Hij krijgt nog net geen dikke brasa’s. Heel Suriname kent de kookprogramma’s van Beuk. Op straat op de markt waar hij ook komt, ‘bruine bonen met garnalen’ een gerecht wat kennelijk diepe indruk heeft achtergelaten wordt hem nageroepen. Een ongetwijfeld heerlijk gerecht, maar niet alledaags. Typisch Beuk.

Brainstormen
Meer dan genoeg tijd ruimde Ramon in om te brainstormen over de Surinaamse keuken. Een ‘live voetbaluitzending’ zorgde die zondagmorgen ervoor dat aan het smakelijk gepraat een eind kwam. Wij hadden anders de rest van de zondag nog veel meer weetjes uitgewisseld over over allerlei gerechten en waar je in Suriname het lekkerste van het lekkerste kan halen.

Met Ramon raak ik niet uitgepraat. Hij vertelt me terwijl wij likkebaardend nagenieten van een echt Surinaams ontbijt, dat hij de jongste is uit een gezin van zeven kinderen. Net als ik heeft hij drie broers en drie zusters. Zijn passie voor het bereiden van gerechten heeft hij sinds zijn vijfde jaar. Hij mocht zijn moeder altijd bijstaan in de keuken. Zij liet hem heel jong zelfstandig allerlei klusjes doen. Noodzakelijk voor het goed voorbereiden van gerechten.

Toch heeft hij eerst nog gestudeerd aan de pedagogische academie. Het lijkt alsof ik Ramon al honderd jaar ken. Zonder dat ik echt hoef te dieken naar zijn verleden, privéleven, hobby’s en zijn ambities legt hij een stuk van zijn leven bloot. Ik voel me meer dan bevoorrecht. Wanneer hij een foto laat zien van zijn dochter zie ik een glimlach zoals alleen trotse vaders dat laten zien. Hij praat met liefde over de rijkdom aan diverse gerechten van onze verschillende bevolkingsgroepen, onze diverse groenten- en fruitsoorten en vindt bij mij meer dan een luisterend oor.

Torarica 50
Misschien mocht ik het nog niet verklappen, maar in juli wanneer Torarica 50 jaar bestaat is onze Surinaamse topkok van de partij. Suriname wordt dan opnieuw verwend met diverse verrassende cullinaire hoogstandjes. Ik denk terug aan het 30-jarig feestje van Torarica. De meest waanzinnige lekkere hapjes streelden onze tongen.

Precies dat overkwam ons die vroege ochtend in het piepklein Javaans visrestaurantje. Toen ik Ramon vertelde over de vele kleine restaurantjes op de Centrale Markt kreeg ik hem binnen no time enthousiast om die markt, ver voor de zon haar tanden piert, te bezoeken. Je kan er je maag vroeg verwennen met vers bereide gerechten. Of Beuk het spinaziegerecht van Lilian gaat uitproberen is de vraag maar haar liefdevolle uiteenzetting trok die ochtend wel zijn aandacht.

Pssst: Apiapati! (en de reacties)

door Nellie Bakboord

Doen. Vier dagen Boven Suriname. Niet lang nadenken. Back to basic. Back to nature. Niet denken aan Mofo yari. 14 december is ruim voor de jaarwisseling. Mofo yari telt nog niet. Met mofo yari willen Surinamers niet teveel risico’s nemen. Geen halsbrekende toeren. Gewoon een beetje voorzichtiger.

read on…

Inbox

door Nellie Bakboord

In mijn inbox heb ik als een gek zitten zoeken naar een emailbericht welke ik dacht te hebben opgeslagen. Zoeken kost tijd als je berichten niet delete. Terwijl ik mijn inbox ondersteboven keer denk ik aan mijn dierbare landgenoten die van alles hebben getrotseerd om hun dozen op tijd in Suriname te krijgen.
Dozen met allerlei lekkers en hebbedingetjes worden vooraf opgestuurd omdat we zonder brok’ede willen genieten van een welverdiende kerstvakantie. ‘Je kan het zo gek niet bedenken’ of het gaat in de doos. Alsof er niets behoorlijks te koop is in Suriname. Nadia heeft al drie van de allergrootste dozen gepost. Of waren het vier? Bewust laat ik haar familienaam achterwege want tijdens het verschepen kan er van alles misgaan. Henna is al in Su en kan bijna direct na aankomst door naar Nieuwe Haven om haar dozen zelf in te klaren. Ik zie nog haar vette knipoog toen ze uitgebreid op het grote marktplein in Amsterdam Zuidoost uit de doeken deed hoe zij dit aanpakt. Henna zal van niemand een emailberichtje krijgen met een lijstje van hebbedingetjes.
Hebbedingetjes! Dat was het onderwerp. Snel open ik de mail afkomstig van mijn moeder.
Al lezende maak ik aantekeningen die wanneer ik ermee klaar ben een doodgewoon boodschappenlijstje is geworden.
Aan ma@gmail.com
Van: jedochter@gmail.com
“Hoi ma, je laatste emailbericht onderwerp ‘hebbedingetjes’ had ik zorgvuldig opgeslagen waardoor ik het bijna niet meer terug kon vinden. Je had het in een vroeg stadium gemaild zodat ik rustig kon shoppen voor de drukke feestdagen. Ma, je weet hoe dat gaat. Een paar dingen heb ik toch voor het laatst gelaten en nu moet ik rennen.
Gaat alles wel goed in Suriname want aan het lijstje te zien is er niets lekkers meer te koop en lijken de schappen leeg. Nu weet ik dat bijna iedereen in Suriname vindt dat alles wat uit Holland komt lekkerder is. En goedkoper. Goedkoper klopt, want een blik bruine bonen kan je al voor 39 eurocent kopen. t Merk maakt niets uit want met een lekker stukje zoutvlees van de Combémarkt of bij Gopie wordt jouw bruine bonen een bruine bonen waar iedereen U tegen zegt. Die supermarkten maken enorme woekerwinsten. Het moet toch iedereen opvallen dat die winkel van omu sneysi allang geen gewone winkel meer is maar een enorm grote supermarkt. Met aangepaste openingstijden. Gelukkig heb je winkels als ‘never sleeps’. Rommelig. Lekker klein, lekker smoezelig en zoals ik al zei, één-maal-vierentwintig-uur.
Suriname verandert en het is maar goed ook. Soms had omu toch niet alles wat je zocht.
Je vroeg me, om terug te komen op je boodschappenlijstje, om die lekkere tandpasta te kopen van het merk herbal van Golgate. Wel ma ik kan je zeggen dat ik me kapot heb lopen zoeken. Tot in Almere. Ik moet je helaas teleurstellen dus misschien moet je overstappen op wit’tifi. Of verkopen ze geen wit’tifi meer in Suriname want het is toch alweer een poos geleden dat ik in switi Sranan was. Ik denk niet dat ik wit’tifi hier ga vinden, ook niet bij Ghazi of één van die andere Surinaamse winkels op de Dappermarkt of de Albert Cuyp.
In ieder geval heb ik al die andere dingen gevonden maar of Kwame alles mee kan nemen is de vraag. Ma, nog wat. Je eet nooit drop dus voor wie is dat zakje drop die ik speciaal bij Jamin moest kopen? Trouwens die rookworst is van de Aldi want voor het eerst had de Hema helemaal geen worst. Er was iets met het productieproces of zo. Heel Holland stresste. Een leven zonder Hema-rookworst moet niet te lang duren. Aay boi ma, ik moest wel lachen om je lijstje hoor, want je vraagt om de gekste dingen en volgens jouw wegen die dingen niks.
In ieder geval hoef je dit jaar geen kerstbrood voor ons te sturen maar als het kan stuur een pom met Kwame. Van te voren in gevroren komt het goed aan. Snelle brasa’s voor iedereen want mijn mailtje is veel langer geworden.

 

Javaanse jongens

door Nellie Bakboord

Javaanse jongens hèbben mooie bruine lippen. Misschien dat heel Suriname direct een ‘gil’ geeft of ‘ieuw’ roept zodra ze lezen wat ik schrijf maar ik waag het erop. Voor hetzelfde geld is heel Suriname het wel met me eens maar durft het niet toe te geven. Ik durf ‘t. Hardop.

Laatst reed ik met Amat rond een uur of vier vanuit Noord via de Ring naar het Cupidoproject. Gabriëllastraat. Hij kende de buurt goed. Amat was niet zijn echte naam maar de naam van een Javaanse jongen op wie ik vroeger erg gesteld was. Amat was toen 10 jaar en ik acht. Kalverliefde. Hoe verder wij de Ring opreden hoe meer ik aan Amat dacht, vandaar dat ik de uiterst vriendelijke taxichauffeur met de mooie bruine lippen voor vandaag de naam Amat gaf.
Vanwege het contrast met zijn gelige huidskleur leken zijn lippen bruin ingekleurd. Ik bleef kijken. Gefascineerd! Toen ik in de Anamoestraat de auto instapte raakten mijn ogen behoorlijk in de war.
Amat had echter niets in de gaten. Hebben Javaanse jongens weleens iets in de gaten? Aaybaya. Tot het begin van de Ring hield ik me kalm. Vanuit mijn ooghoeken, ik moest een beetje schuins zitten, kon ik onopvallend zijn ook mooi gevormde lippen gadeslaan. Aay mi Gado, echte zoenlippen! Die conclusie kon ik gerust trekken. Amat reed heerlijk rustig waardoor ik met alle gemak verder kon observeren. Voorzover mijn ervaring reikt, rijden Javaanse taxichauffeurs altijd rustig. Noch de radio noch de cd-speler stond aan zodat ik totaal geconcentreerd mijn gang kon blijven gaan. Halverwege de Ring hield ik het niet meer uit en startte een nietszeggende conversatie. Amat kwam, alsof hij erop zat te wachten helemaal in de stemming, beantwoordde al mijn vragen glimlachend en hield zich tegelijkertijd op de Ring keurig aan de toegestane snelheid. Hierdoor kon hij met gemak en uit beleefdheid met de regelmaat van een klok zijn gezicht naar mij toekeren. U raadt het al. Ik kon nu met datzelfde gemak, terwijl ik genoot van zijn rustige rijstijl openlijk genieten van zijn mooie bruine lippen. Gelijk een smakelijk voorgerecht in afwachting van een bijzonder hoofdgerecht. Voor mij was ‘de hot stone massage van Marijke’ op het Cupidoproject, het hoofdgerecht. Zonder dat Amat het wist deden zijn bruine lippen dienst als voorgerecht. Of was het zijn rustige rijstijl die mij reeds in de sfeer bracht waarin men moet verkeren in afwachting van een hotstone. Een mens kan zich soms ook van alles in het hoofd halen.
Voor de deur van Marijke verzamelde ik alle moed. Eerst rekende ik keurig het afgesproken bedrag af en stapte kalm uit. Terwijl ik de deur van de wagen zachtjes dicht liet gaan, kon ik het niet laten. Dat ik hem vriendelijk dankte voor de prettige rit hoorde Amat helemaal niet maar toen ik hem complimenteerde vanwege zijn mooie bruine lippen, toverde Amat zijn meest ‘verlegen’ glimlach. Javaanse jongens! Ze hebben het echt wel in de gaten.

Pssst: Ieder zijn eetcultuur!

door Nellie Bakboord

“Let maar op, na 25 woorden beginnen Surinamers te praten over eten”, zegt Georgine en op haar lief gezicht verschijnt een innemende glimlach. Ik moet hier zo hartelijk om lachen, spreek haar niet tegen en denk zelf dat Surinamers het vijfentwintigste woord niet eens halen. We praten niet alleen graag over eten, we maken er met heel veel plezier ook een sport van.

‘Uitbundig eten’ neemt een heel belangrijke plaats in binnen onze cultuur. Een Surinaamse ‘verjaring’ zonder eten is geen verjaring, en ook bij een lezing, boekpresentatie of welke gelegenheid dan ook, Surinamers rekenen op een goedverzorgde lekkere hap. Bij Hollanders, vooral degene die nog niet ingeburgerd zijn, is het even anders. Zij houden niet van dat ‘gedoe’ dus organiseren zij een borrel. Compleet met osseworst, plakjes leverworst, stukjes kaas met augurk en hier en daar een nootje. Zij verwijten ons ook een beetje dat we altijd over eten praten en als je hoort hoe zij met eten omgaan lijkt het alsof zij “eten om te leven” en wij “leven om te eten”.

De opmerking van Georgine zit nog steeds in mijn achterhoofd wanneer ik bezig ben met het opscheppen van soep voor mijn kroost. We aten cassavesoep zoals mijn moeder die maakt. Wanneer de soep helemaal klaar is voegt zij een blikje cocosmelk om het áf te maken. “Extra smakelijk en lekker deftig”, zijn steevast haar woorden. Terwijl we samen intens van de soep zitten te genieten kan ik het niet nalaten even te grinniken omdat ik het gezicht van Georgine weer helemaal voor me zag. Toen Georgine zei dat Surinamers het altijd over eten hebben herkende ik het natuurlijk wel maar of het echt al na het vijfentwintigste woord is? Wij zijn wel altijd bezig met eten en misschien nog wel het meest in Suriname. Al moet je er een flink stuk voor omrijden of helemaal uit Holland laten halen, we hebben het ervoor over.

Vraag een willekeurige Surinamer hoe zijn of haar verblijf in Suriname was en je krijgt de prachtigste bloemlezing. “Meisje ik heb verschrikkelijk lekker gegeten. Ik ben vier keer naar Chi Min gegaan. Die Chinezen daar geven je verschrikkelijk veel vlees, je krijgt het gewoon niet op. Ik had na het eten echt moeite met opstaan. Elk weekend aten we laat in de nacht op Blauwgrond. Ik proef die bami van Pawiro nog steeds in mijn mond. Ken je Fa Tai? vooral die geroosterde kalkoen gevuld met nóg meer vlees, is om te smullen en voordat we zondags naar Boiti gingen stopten we bij Lelydorp om eerst wat te eten. Je weet toch dat je ‘s morgensvroeg al uitgebreid kan smullen van de Javaanse keuken? We kochten er extra porties voor later want op Boiti kan je niets kopen dus laat niemand je wat wijs maken. Hooguit wat suikerriet, uitgedroogde markoesa’s of lekkere bacoves, cassavebrood en dokun.”

Je kan je voorstellen dat na het aanhoren van zo een smakelijk klinkend reisverhaal je geneigd bent onmiddelijk een Surinaamse pot te starten. Op de valreep probeer je nog te vragen of ze ook foto’s hebben gemaakt maar het water loopt je ondertussen zo in de mond waardoor je die vraag ogenblikkelijk doorslikt. Aaybaya, ook ik heb situaties meegemaakt waar nog tijdens het nuttigen van de maaltijd discussies werden gevoerd over de volgende maaltijd. Ook de verscheidenheid aan gerechten die de Surinaamse keuken rijk is passeren de revue. Als ik hieraan terugdenk blijf ik lachen en ben ervan overtuigd dat Surinamers “leven om te eten” en Hollanders “eten om te leven”.

Toch worden Surinamers nog steeds niet moe van dezelfde gerechten op hun feestjes. Traditiegetrouw is er pom, pastei, kip, bami, nasi en natuurlijk voor de liefhebbers B.B. met R, bruine bonen met rijst. Wat je niet opkrijgt vul je een beetje aan en neem je mee in het alombekende chinese bakje, of je verlaat het feest met minstens een stuk gele of bruine cake verpakt in een stukje folie. De ingeburgerde Surinamer organiseert een koud buffet dus geen haar op je hoofd die eraan denkt een bakje mee te nemen. Het staat onfatsoenlijk dus zorg je ervoor dat de maag ter plekke wordt gevuld. Je eet tot je niet meer kan!

Over Nellie Bakboord:
Officieel heet ik Petronella Maria Bakboord en ik ben geboren op 6 januari 1954 in Paramaribo. Na de 5e klas, (st.Elisabethschool) vertrekken wij in 1965 met het hele gezin naar Nederland/ Amsterdam. Vervolgens studeer ik af aan de Sociale Academie in Amsterdam. Zonder de studie politicologie af te ronden, vertrek ik in januari 1986 met mijn man en 2 kinderen naar Paramaribo. Hier blijf ik wonen en werken tot december1996. Ik woon en werk nu weer in Nederland en heb inmiddels drie kinderen. Naast mijn werk als coördinator in Amsterdam-Zuidoost van een onderwijsondersteunend project schrijf ik in mijn vrije tijd tweewekelijks een column voor de Ware Tijd (Nederlandse versie). Ik hou van lezen, schrijven, theater, koken, van lol maken en lachen.

[overgenomen van RNW]

Prasi-oso

door Nellie Bakboord

Vraag wat een prasi-oso is, en je krijgt verschillende antwoorden en vragende blikken. De laatste reactie krijg je voornamenlijk van jonge Surinamers. Een reden te meer over prasi-oso te schrijven. Een prasi-oso is een woning gebouwd op het erf van een ander. Een erfwoning.

Niets bijzonders, maar hier wil ik het hebben over de prasi-oso waar bewoners niet beschikken over eigen bad, noch toilet of stromend water. Voor op het erf staat een kraan voor gezamenlijk gebruik. Deze erfwoningen zijn woningen, die we liever vergeten of ontkennen dat ze bestaan. De prasi-oso verscholen achter de prachtige herenhuizen in de binnenstad van Paramaribo. Het wordt tijd dat in Suriname een begin wordt gemaakt met het grondig renoveren van dit stukje cultureel erfgoed.

Officieel heet ik Petronella Maria Bakboord en ik ben geboren op 6 januari 1954 in Paramaribo. Na de 5e klas, (st. Elisabethschool) vertrekken wij in 1965 met het hele gezin naar Nederland/Amsterdam.
Vervolgens studeer ik af aan de Sociale Academie in Amsterdam. Zonder de studie politicologie af te ronden, vertrek ik in januari 1986 met mijn man en 2 kinderen naar Paramaribo. Hier blijf ik wonen en werken tot december1996.
Ik woon en werk nu weer in Nederland en heb inmiddels drie kinderen. Naast mijn werk als coördinator in Amsterdam-Zuidoost van een onderwijsondersteunend project schrijf ik in mijn vrije tijd tweewekelijks een column voor
de Ware Tijd (Nederlandse versie).
Ik hou van lezen, schrijven, theater, koken, van lol maken en lachen.

Als ik terugdenk aan een prasi-oso, dan ga ik behoorlijk terug in de tijd. Mijn grootvader woonde in de Stoelmanstraat. Hartje stad. Op een steenworp afstand van het voormalige theater Star. Een tijdlang stond er een benzinepompstation, nu is het een grote open plek. Het huis was geen grote woning, maar het feit dat er op het erf een aantal erfwoningen stonden, maakte dat mijn opa best een beetje een voorname positie in de samenleving innam.

Op het erf kwam ik nooit. Waarom niet? Dat heb ik nooit geweten. Als ik bij opa binnenhuppelde, was op dat moment voor mij niets belangrijker dan op zijn schoot zitten en gezellig bij het raam genieten van een slokje van zijn ijsthee. Een groot glas, goed gevuld met klontjes ijs. Opa had, zittend op zijn hobbelstoel, zijn vaste plekje bij het raam. Tussen de houten jaloeziëen kon je ongemerkt gluren naar passanten, terwijl het verkeer voorbij raasde.

De Stoelmanstraat was toen al een vrij drukke straat. Ik kan me levendig voorstellen dat opa flink zat te genieten. Dat er gezinnen in de erfwoningen woonden, was alles wat ik me kan herinneren. Toen ik onlangs ernaar informeerde, bleek dat de erfwoningen niet bouwvallig waren en dat het een vrij breed erf was.

Schoon
Een andere ervaring met erfwoningen was die op het achtererf bij mijn oom en tante, die met hun kinderen in een bovenwoning recht tegenover hotel Torarica woonden. Op het erf stonden vier erfwoningen. De woningen zagen er heel goed uit en het erf werd goed schoon gehouden door haar bewoners. Ook op dit erf kwam ik niet. Als wij op bezoek gingen bij tante dan gingen wij op bezoek bij tante.

Ik weet nog heel goed dat ik door de houten jaloeziëen van het keukenraam met een tikkeltje jaloezie keek naar de dyonpofutu spelende kinderen. Er woonden grote gezinnen en het zag er altijd gezellig uit met hier en daar moeders die al vegend of harkend tori stonden te praten.

Toen maakte ik rond mijn veertiende kennis met De Plee en andere verhalen van de schrijver Dobru. Robin Raveles. Dobru verhaalde over de ellende waarin talloze medemensen op smerig stinkende erven in Paramaribo leefden. Ik herkende dat beeld niet.

Aanklacht
Dan achterhaal ik dat sinds 1964 men wekelijks de ene aanklacht na de andere over de mensonterende wantoestanden van de hand van Dobru kan lezen in het dagblad De Vrije Stem. Wat hebben deze aanklachten opgeleverd? ‘A prasi fu Bigi Dorsi’ is één van de meest bekende erfwoningen waarover Dobru schrijft.

Door Dobru leer ik dat het leven op de prasi-oso mensonterend en erbarmelijk is en allesbehalve een vrijwillige keuze om er te wonen. Natuurlijk is niemand in Suriname trots op deze erfwoningen, maar je treft ze nog wel, in onveranderde staat in de binnenstad van Paramaribo. Gelukkig geen nieuws voor wie er ooit de scepter zwaait of zwaaide. Politici zijn op de hoogte. Bij volkstellingen weten ze de erfwoningen te betreden en bij verkiezingen worden erfbewoners for the time being op handen gedragen.

Wie met eigen ogen een stukje leven op een prasi-oso wil zien hoeft slechts lichtjes de nengredoro, de deur aan de zijkant van een herenhuis, open te duwen. De aanklachten van Dobru staan nog steeds recht overeind. En zitten hopen dat er een eind wordt gemaakt aan de vele krotwoningen die Paramaribo rijk is, is geen optie.

Konmakandra Surinaamse Genealogen

Surinaams familie-onderzoek

 

Surinaamse meisjes, 1905 (coll. Buku Bibliotheca Surinamica)

 

 

Op 17 april a.s. zal de Stichting Surinaamse genealogie (SSG) wederom haar jaarlijkse Konmakandra houden. Het thema zal dit keer zijn: ‘Gemengd en apart. Enkele historische voorbeelden in Nederland en Suriname’.

Dagvoorzitter is Chandra Doest. Op het programma staan o.m.
Stevo Akkerman, journalist bij het Parool en auteur van Inboorlingen. Hij zal iets vertellen over de bizarre Koloniale Wereldtentoonstelling in 1883 waarbij 28 Surinamers op het Museumplein in Amsterdam tentoon werden gesteld.

 

Wieke Vink promoveerde op Creole Jews; negotiating community in colonial Suriname. Zij zal spreken over kleur en kleurgrenzen in de Surinaams-Joodse gemeenschap.

Pieter Bol, voorzitter van de SSG, zal vertellen over de recente onderzoeksgids Sranan Famiri die hij samen met Jean Jacques Vrij schreef. Dit boek is een must voor iedereen die geinteresseerd is in familie-onderzoek in Suriname.

Nellie Bakboord, o.m. columnniste voor De Ware Tijd en de Wereldomroep, zal spreken over de geschiedenis van het onderwijs in Suriname door de eeuwen heen.

Daarnaast is er voldoende gelegenheid tot netwerken en zo gebruik te maken van de kennis van andere genealogen. Ook kunt u vragen stellen aan deskundigen als het gaat om uw familie-onderzoek. Tenslotte is er ook een tentoonstelling van oude schoolfoto’s uit Suriname.

Een uitgebreide selectie van nieuwe en antiquarische boeken zullen te koop worden aangeboden door Henk Dijs, Frank Consen en Carl Haarnack. Last but not least zal John Lo-A-Njoe en zijn team klaar staan om u heerlijke broodjes, lekkere hapjes en dranken te serveren.

Locatie: Christus Triomfatorkerk, Juliana van Stolberglaan 154, 2595 CL Den Haag
Aanvang: 10.00 uur (inloop)
voor meer informatie: http://www.surinaamsegenealogie.nl/

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter