blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Bacilio Gibi

De grootste schandvlek van heel ons volk

door Aart G. Broek


Het is niet vanzelfsprekend dat jaarlijks op 17 augustus de revolte van slaven onder leiding van Tula – op die dag in 1795 begonnen – wordt herdacht op Curaçao. Die herdenking krijgt praktisch meer aandacht dan de afschaffing van de slavernij – per 1 juli 1863 – zelf.

read on…

UNESCO-prijs voor Gibi Bacilio

Op 21 februari j.l. mocht Gilbert (Gibi) Bacilio de prestigieuze prijs UNESCO Curaçao pa Idioma Materno Papiamentu in ontvangst nemen uit handen van minister-president Eugene Rhuggenaath.

read on…

Levensreis van 55 tot en met 60 jaar

door Aimée de Lannoy

Tja, ik heb wel wat met die slavernijgeschiedenis. Mijn voorouders waren slavenhandelaren, slaveneigenaren en sommigen van hen zelf ook slaven. Tijdens het schrijven van het familieboek van mijn vader ben ik te weten gekomen hoe de vork in de steel zit. Het is zoals verschillende journalisten hebben geschreven: ‘Slaven deden zelf ook mee aan het systeem.’

read on…

UNESCO-Prijs voor Gibi Bacilio

Gilbert “Gibi” Bacilio ta bira e di nuebe ganadó di e prestigioso Premio di UNESCO Curaçao pa Idioma Materno Papiamentu

read on…

De grootste schandvlek van ons volk [1]

door Aart G. Broek

Het is niet vanzelfsprekend dat op Curaçao jaarlijks op 17 augustus de revolte van slaven wordt herdacht, die in 1795 plaatsvond op het eiland onder leiding van Tula. Het nam ruim honderd jaar om het slavernijverleden serieus onder ogen te zien en het verzet tegen slavernij als ronduit heldhaftig te waarderen. Deze historische ontwikkeling is te tekenen aan de hand van gedichten, toneelteksten, columns, romans en verhalen. read on…

Schrijftafelhelden

door Fred de Haas

Onlangs maakte de afdeling Algemene Zaken van het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam bekend dat er ‘27 definitieve straatnamen in een nieuwbouwwijk op Centrumeiland IJburg worden vernoemd naar mensen die zich hebben verzet tegen kolonialisme en slavernij in Indonesië, op de voormalige Nederlandse Antillen en in Suriname’. De keuze van de namen is tot stand gekomen na onderzoek door het Koninklijk Instituut van Taal-Land- en Volkenkunde (KITLV), met advies van het NiNsee (Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis) en van de Commissie Naamgeving Openbare Ruimte. Het is natuurlijk heel mooi dat schrijvers uit, bijvoorbeeld, de voormalige Nederlandse Antillen een straatnaam naar zich vernoemd krijgen, maar om al die uitverkoren schrijvers ook te kenschetsen als ‘mensen die zich hebben verzet tegen kolonialisme’ is absurd. read on…

Buste voor wrede gouverneur leidt tot woede op Curaçao

Op Curaçao zorgt een standbeeld van de eerste gouverneur voor ophef, vanwege diens rol bij een slavenopstand. Bij de onthulling van het beeld werd daarover niks bekendgemaakt.View Post

door Lodewijk Dros read on…

Literaire manifestatie Biblioteka Nashonal Korsoù

De Biblioteka Nashonal Korsoù organiseert een literaire manifestatie op vrijdag 24 en zaterdag 25 mei 2019. read on…

Bach was geen vrouw en westers. Nou en?

“Het is een misverstand te denken dat ‘ons’ verleden moet worden herschreven of vernietigd, omdat er onmiskenbaar schaduwkanten aan vastzitten. […] Tegelijkertijd is het cynisch en destructief te ontkennen dat de westerse muziekgeschiedenis onvoorstelbare rijkdommen heeft voortgebracht.”

door Kees Vlaardingerbroek read on…

Tula: Beeldschone verfilming van Curaçao

door Mario Kleinmoedig
Laat ik dan ook maar iets schrijven over Tula The Revolt: Vooropgesteld: ik vind de film een mooi verhaal na 2 keer zien. Critici als Sandew Hira vinden dat schrijver Leinders een zwakke Tula historische neerzet [zie Hira’s stuk hieronder].
De tragiek is dat mijn inziens die Tula vrij goed overeenkomt met de ‘officiële’ geschiedschrijving op Curaçao. Dus, als deze Tula historisch niet klopt, dan is het probleem niet Leinders. Leinders kon mogelijk niet anders dan de versie volgen, die iedere Curacaoënaar in de geschiedenisles krijgt, gebaseerd op het boek van Charles Do Rego, dat weer gebaseerd is op het boek van Prof Yandi Paula. Ikzelf zag ooit glimpsen van een ander mogelijk verhaal waar Sandew aan refereert door niet naar het betoog van Paula te kijken, maar naar de citaten en anekdotes en ze dialectisch te lezen in de stijl van Eduardo Galeano. Ja dan zie je een andere Tula. En misschien is de meest gegronde kritiek wel dat de martelingen tijdens het verhoor en de executie zelf niet zijn weergeven, want die zijn in alle versies hetzelfde.
Ik heb nooit het boek van Hira gelezen, lijkt me machtig interessant. Maar ook Hira meldt niet, neem ik aan, dat volgens Venezolaanse historici Bazjan en Mercier 4 maanden eerder nog meegedaan hadden met de slavenopstand van Chirino in Coro. En hij weet misschien ook niet van de theorieën van Bernard Marchena van de Brion Stichting over de betrokkenheid van republikeins en fransgezinde blanken (anti oranje) in Otrobanda, waaronder Pierre Brion, de vader van Luis, die de slaven met wapens geholpen zouden hebben. En ook niet van het smaldeel dat klaarlag in Guadeloupe om naar Curaçao te zeilen, en het eiland te bezetten voor de Bataafse Republiek, als Tula de stad had bereikt.

Als ik ooit zo’n boek zou schrijven, moet ik dan Hira’s boek een mislukking noemen? Ik denk niet, ik dank Hartog, ik dank Paula, ik dank Do Rego, ik dank Domacassé, ik dank Hira en Caine, ik dank Leinders en van Stapele en alle anderen van goede wil. Als ik ooit een boek zou schrijven noem ik het: Tula Rewritten, maar of dat het echte verhaal zou zijn weet ook ik niet.. In ieder geval zou ik voor de verfilming wel Dolph van Stapele erbij halen. In tegenstelling tot een recensie van Caribisch Uitzicht [bedoeld is het stuk van Dick Gilsing, dat is overgenomen uit moviescene.nl – zie hier, red. CU] vind ik het een beeldschone en herkenbare verfilming van Curaçao zonder de stereotiepe landmarks…

Commentaar van Ini Statia:
Ik stelde gisteren bij het NAAM een vraag hierover aan het panel; ik wees op het verhaal van Pierre Lauffer dat mijns inziens uit de orale traditie komt. Lauffer voert een personage op (een oude man) in Westpunt die het verhaal over Tula aan kinderen doorvertelt. De oude man is dan zogenaamd aan het woord over Tula. Zelfs de ‘verbeelde'(?) afkomst van Tula wordt door Lauffer genoemd: hij zou de zoon van een prins uit Mali zijn en behoren tot een bepaalde etnische groep (de naam ben ik nu even kwijt). Ik vroeg of dit een fantasie van Lauffer was of dat dit echt zo in de orale geschiedenis werd verteld. Maar dit bleef toch nog onduidelijk voor me. Gisteren werden ook onder andere bronnen in Venezuela en Spanje genoemd.

Commentaar van IetekeWitteveen:
Ini, terecht doe je recht aan ook de orale geschiedenis. Of Tula van koninklijk oorsprong is, weet ik niet. Er is meer bekend over de grote cimarron van Curacao, de man achter de mei revolt in 1795 in Coro en achter Leonardo Chirino, Jose de La Caridad Gonzalez. Hij hielp Leonardo Chirino en Ik schreef daar in de jaren 90 over na raadplegen van o.a. Antillas y Tierra Firma van Carlos Gonzalez Batista en enkele Venezolaanse achiefstukken. Hierbij een fragment uit mijn artikeltje van 2006, dat ook in het Papiamentu en Engels verscheen (….) José Caridad Gonzalez Van José Caridad Gonzalez is bekend dat hij ‘een neger uit een belangrijk voorgeslacht’ was, die behalve zijn moedertaal, het Luango, ook Papiamentu, Frans en Spaans sprak. Hij was zeer belezen en werd aangesproken als ‘Doctor’. Deze ‘Doctor’ hielp vele slaven uit Curaçao te vluchten. Jose Caridad Gonzalez vertoefde vaak in wijk La Guinea. Hij bemiddelde regelmatig, ten gunste van de zwarte bevolking, bij conflicten om landbezit. Caridad Gonzalez en Chirino onderhielden contacten met Haïti, waar in 1794 de onafhankelijke staat Haïti was afgekondigd met als principes Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, met Curaçao en Europa. De Venezolaanse vrijheidsstrijders waren, in tegenstelling tot hun lotgenoten in Curaçao onder leiding van Tula drie maanden later, bij de opstand slechts gewapend met stokken en machetes. De wapens die José Caridad had bemachtigd werden onderschept. De opstand werd binnen een dag neergeslagen; de gewonde en gevangengenomen vrijheidsstrijders werden ter plekke zonder vorm van proces onthoofd, onder wie als eerste José Caridad Gonzalez. De koloniale troepen vermoordden daarna ook bewoners van de buurt La Guinea. José Leonardo Chirino ontkwam, maar werd daarna gevangen genomen en op 10 december 1796 na een proces in Caracas ter dood veroordeeld en opgehangen. (eind fragment artikel serie Cultureel Erfgoed, I. Witteveen, 25 mei 2006). Bastiaan Carpata was vermoedelijk ook bij de Coro opstand afwezig en vluchtte met een tiental anderen naar Curaçao.

Bastian Carpata
Uit Nederlandse documenten over de slavenopstand van 1795 op Curaçao weten we dat een van de voornaamste leiders van de Curaçaose slavenopstand, Bastian Carpata, samen met negen andere slaven, gevangen heeft gezeten in Coro en gedeporteerd werd naar Curaçao. Waarschijnlijk gebeurde dit vlak voor de opstand van 17 augustus 1795 op Curaçao, want een slaaf met de naam Jean Forcade werd tot gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij het naliet de Nederlandse autoriteiten te informeren dat hij Bastian Carpata had gezien in Venezuela.
Bronnen:
– Dr. A.F. Paula: Slave Revolts: the cases of Curaçao and Saint Martin, paper UNESCO African Diaspora: The Making of the Atlantic World. 28 June – 1 July 2003, Curaçao
– L. de Palm, E lantamentu di 1795, Datos Oral, Curaçao, 1995 – Luis Arturo Domínguez, Rebelión en la Sierra. Caracas, Venezuela, 1995
– Idem: Vivencia de un Rito Loango en el Tambú, 1988
– Carlos Conzalez Batista, Antillas y Tierra Firme, Caracas, Venezuela, 1995
– Jose Millet y Manuel Ruiz Villa: Proyecto de investigación socio-cultural cubano-venezolano, april 2006

Commentaar Louis Philippe Römer:
Yes, het is goed om de Spaanstalige bronnen meer aandacht te geven.

Commentaar Gladys J. Do Rego-Kuster:
Wat Louis Philippe Römer hierboven schrijft klopt. Ook ik wacht al jaren op die documenten. Stukken die bijvoorbeeld om wat voor reden dan ook zijn overgeslagen, bijv. vanwege “niet relevant genoeg” voor de archivaris en speurder. Ook in andere archieven ligt nog wat braakliggend terrein, zoals bijv. die van andere koloniale mogendheden die direct of indirect een band hadden met ons eiland. Het ziet er dus naar uit dat voor de volgende generatie historici nog best wat werk te verzetten is. Hierbij wat aantekeningen: 1) Het is aan te raden om alle documenten cq bewijsmateriaal dat nog naar boven mag komen, zoals Mario Kleinmoedig hierboven stelt, vanuit het dialectisch perspectief te analyseren, dan wel te beoordelen. Beoordeel de scibent als een kind van zijn tijd (eind 18e-begin 19e eeuw). Blijf de vraag stellen uit wiens brein en pen het kwam. Wat was zijn/haar maatschappelijke positionering in die periode en voorál: wat was het doel van die reportage? In de nu toegankelijke documenten (notulen van verhoren en de rechtsgang) valt nogal eens te bespeuren hoe getuigen hun rol in het geheel trachtten af te schermen door plotselinge geheugenverlies, valse verklaringen, dan wel rechtstreekse meineed. Ook in die tijd waren, met name gezien de toegepaste verhoormethoden, menselijke verdedigingsmechanismen niet zeldzaam noch vreemd. 2) Orale overleveringen zijn zonder meer zeer belangrijk en ook vaak het laagje goud dat de wens van elke onderzoeker in vergulling doet gaan. Maar het eerste gebod van elke onderzoeker, dus zeker ook van de orale geschiedkundige, is het kritisch toetsen van de waarheid, dwz de vervuilingsgraad daarvan. Ook moet worden nagegaan uit welke bron de orale overleveraar zijn/haar informatie en of mening oorspronkelijk vandaan heeft. Het zou best kunnen dat de 90 jarige man die Inchi (Witteveen Ieteke) rond 1990 heeft gesproken, het theaterstuk van Pacheco Domacasse/Tone Brulin (1971) had gezien, of de voor die tijd indrukwekkende media campagne, tegenslag en heiza daaromheen had gevolgd. De leuze – Liberté, Egalité, Fraternité-, kwam in het theaterstuk zeer prominent voor en werd ook door jongeren die het stuk hadden gezien als politiek leidraad overgenomen. De respondent van Inchi zou in de periode dat dit stuk werd uitgevoerd ± 50 jaar zijn geweest. Dit stuk was zonder meer een ‘landmark’. Beelden van dit theaterstuk staan in het boek Tula (1973) van historicus dr. Johan Hartog afgedrukt. Het research en de productie van het boek van dr. Hartog gebeurde overigens in opdracht van het Eilandgebied Curaçao omdat, quote “… een nauwkeurige vastlegging van het geschiedkundig verloop noodzakelijk is, omdat wij anders verzanden in een discussie over een begrip waaraan de grondslag ontbreekt”…. Lees het boek en met name di Inleiding van Hartog er rustig op na, want TULA still LIVES on…

Commentaar Gilbert Bacilio:
Puntonan fuerte di Tula ‘The Revolt: “Un pida istoria importante, esensial i di reperkushon spiritual, mental, físiko i sosial INMENSO di Kòrsou ta skibí komo skrept pa pelíkula. E istoria akí awor ta filmá i a drenta mundu, partikularmente e mundo sinematográfiko. Globo por sera konosí awor ku Kòrsou, ku un parti importante di istoria di Kòrsou i ku e gran heroe nashonal di Kòrsou, TULA. Paisahenan presioso di Kòrsou ta filmá. Ora bo mira e pelíkula bo mester rekonosé ku Kòrsou ta un pèrla den Karibe! Diferente aktor lokal ta partisipá den un pelíkula di taye profeshonal i internashonal. E ta enfoká riba temanan di vital importansha manera: Vishon, Ideal, Diálogo, Lucha, Kurashi, Perseveransha, Liderasgo, Amor i Traishon.Puntonan débil: A pèrdè un oportunidat pa pone na mi pareser un Tula ainda mas fuerte mentalmente i spiritualmente, ainda mas vishonario, mas audas i mas inteligente riba pantaya, manera semper mi a lesa i siña di dje. A pèrdè un gran oportunidat pa laga mundu tende i sera konosí ku nos idioma Papiamentu. Mi a spera sikiera un esena kaminda Tula i Bazjan por ehèmpel ta reuní den sekreto i ta interkambiá idea òf ta planeá strategia na Papiamentu. Ta bon pa kòrda ku Tula tabata papia diferente idioma. Lo tabata tremendo pa laga mundu, via di e gran pelíkula akí, tende e presioso i heróiko idioma aki ku a vense ya pa siglo diferente opstákulo, manera opstákulo polítiko, legal/hurídiko,religioso i sosial kultural. Bazjan Carpata mester a profilá na mi opinion mas prominente den e pelíkula akí, mas ‘man drechi’ di Tula i na mas okashon den diálogo kuné. Nos Giovanni Abath tambe e ora ei lo por a profilá mihó komo aktor, representando Bazjan Carpata. Si a skohe mes pa duna Tula un muhé, ku pa ami no tabata nesesario, aunke e ta un eskoho konosí i tradishonal pa duna un istoria mas liña i mas karni i wesu, ami lo a preferá di mira un muhé mas fuerte, mas vishonario, realmente un sosten na su banda, den kama pero tambe pafó di kama. E punto fuerte di e eskoho aki si ta ku e pelíkula por kaba ku un fruta di nan dos. Esaki ta duna bèrdat, speransa pa un mihó futuro i ku mas Tula lo nase pa sigui ku e proseso largu i importante di emansipashon di hende en general i di e Yu di Kòrsou en partikular. En todo kaso un bon pelíkula, bon filmá, bunita paisahe, informativo i edukativo i ku sigur ta bale la pena pa mira. Pabien na tur ku a aportá di un òf otro manera na su realisashon. Ken ta sigui ku e siguiente pelíkula òf obra di teatro riba Tula?

Commentaar Artwell Cain:
Ik heb de film Tula de revolt vanavond gezien. Het is oké. De makers lijken zich aan het beschikbare historische materieel te houden. Het verhaal komt bekend voor. Hier en daar zijn scènes gedramatiseerd. Dat maakte het geheel spannender, maar de uitkomst was al bekend. De film heeft een zeker documentaire gehalte . Ieder die over Tula gelezen heeft, kan slechts zeggen dat het min of meer zo is gegaan, volgens het historische relaas. Uiteraard zal het verhaal anders te vertellen zijn op het moment dat meer informatie en gegevens worden ontdekt. De rol van Louis Mercier gaf veel dekoloniaal plezier. Dit in tegenstelling tot de rol van Koro, de verrader die slechts aan zijn eigen vrijheid dacht en zodanig handelde. Het spreekt voor zich dat er meer Koro’s dan Tula’s in de samenleving te vinden zijn toen en nu.

[overgenomen van Facebook]

Abvo naar OM wegens korten loon bij Kas di Kultura

Willemstad — Ambtenarenvakbond Abvo beschuldigt het bestuur van Kas di Kultura (KdK) van diefstal. Enkele werknemers zouden onterecht op hun loon zijn gekort. Dat zegt Abvo-bestuurslid Gregory Wilson. De vakbond stapt vandaag naar het Openbaar Ministerie (OM) met een aangifte van diefstal. Ongeveer de helft van de werknemers van KdK heeft vanochtend uit protest het werk neergelegd. Volgens Wilson worden de rechten van de werknemers met voeten getreden.

Op 12 juli voerden de arbeiders ook actie. Het personeel kwam die dag op de bres voor een collega die voor zeven dagen was geschorst. Deze actie heeft twee dagen geduurd. De actievoerders kregen volgens het principe ‘no work no pay’ over die twee dagen geen loon uitgekeerd.

Ook werknemers die op die dag met vakantie waren, ziek thuis zaten of een vrije dag hadden werden slachtoffer van dat besluit. Ook zij zijn gekort op hun salaris. Dat is volgens Wilson onterecht. Sommige gedupeerden hadden zich die dag ook bij het Abvo-gebouw verzameld, omdat zij zich solidair hadden verklaard met hun collega. “Op hun vrije dag hebben ze hun medeleven getoond. Dat betekent niet dat KdK hen op hun salaris mag korten”, aldus Wilson.
Op 6 augustus heeft de vakbond een brief naar KdK verstuurd met het verzoek om de fout recht te trekken. De cultuurstichting kreeg tot 10 augustus de tijd om het ingehouden loon alsnog uit te keren. “We hebben tot op de dag van vandaag geen reactie ontvangen”, zegt Wilson. Ook de vraag om met het bestuur van KdK om de tafel te zitten is niet gehonoreerd. Daarom stapt de Abvo vandaag naar het OM.

Het rommelt al maanden bij KdK. Het personeel is ontevreden met de koers die door het huidige bestuur en directeur wordt uitgestippeld. De regering wil de cultuurstichting opdoeken en een nieuwe organisatie oprichten die zich breder op cultuur gaat oriënteren. Volgens het personeel wordt zo het werk van oprichter René Rosalia ongedaan gemaakt. KdK is in 2002 opgericht. Enkele wapenfeiten van KdK zijn de Siman di Kultura, Kulturismo en Museo Tula.

>Het bestuur van KdK was vanochtend niet bereikbaar voor commentaar. Ook interim-directeur Gibi Bacilio was onbereikbaar. Bacilio is met vakantie.

[uit Amigoe, dinsdag 14 augustus 2012]

Gibi Bacilio

Portret van de Antilliaanse dichter Gibi Bacilio, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 119 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. Voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter