blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Bachnoe Orchida

Orchida Bachnoe

Portret van de Surinaams-Nederlandse schrijfster Orchida Bachnoe, gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 32 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. De foto op groot formaat is ook te bestellen bij de fotograaf; voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.

Azijn in mijn aderen

door Mahesvari Autar

“Het was kwart voor vijf uur in de ochtend toen ik naar huis strompelde. Mijn hart gebroken, mijn kleren onder de kots en mijn armen onder de krassen. Het kon me allemaal niets schelen. Ik zag dat het licht in de woonkamer brandde. Shit. Hoe zou ik in godsnaam ongezien binnenkomen. Ik kon niet door de voordeur naar binnen en ook de achterdeur zat vergrendeld. Ik voelde het langzaam zwart om me heen worden.”

read on…

‘Mijn gedichten zijn nooit af’


Walter Palm met z’n muze Orchida Bachnoe
Vraaggesprek met Walter Palm

door Jeroen Heuvel

‘Mijn grootvader speelde zijn composities nooit op dezelfde manier,’zegt Walter Palm over Jacobo Palm. ‘Omdat hij dat al eens zo had gespeeld, omdat hij zichzelf nooit volledig wilde herhalen; muziek, als alle kunst, is iets levends.’ Walter Palm komt uit een zeer bekende Curaçaose muziekfamilie. ‘Als kind zei ik al dat ik wilde bewijzen dat onze familie ook literatuur kan schrijven. Ik wilde en wil nog steeds het artistiek domein van de Palms verbreden, uitbreiden.’
Walter Palm heeft al veel geschreven. Recent is zijn nieuwste dichtbundel verschenen, Sierlijke golven krullen van plezier”. De titel is geplukt uit het gedicht Zee (p. 49)

Ik luister naar het monotone wiegelied
van de zee.

Toen ik geboren werd
krulden de golven van plezier.

Als ik sterf,
krommen de golven van verdriet.

‘Dan Brown,’ antwoordt Palm als ik hem vraag wat er waar is van het gerucht dat er 500 duizend exemplaren van zijn dichtbundel zijn gedrukt, met op de kaft een mediumshot van een ongeklede vrouw met twee dikke vlechten, een Friezin of een Viking, die de fotograaf trots heeft aangekeken. De bundel zou volgens het op de weblog Caraibisch Uitzicht geplaatste bericht over de hele wereld worden uitgedeeld. ‘Het boek verscheen in dezelfde tijd als het laatste boek van Dan Brown, auteur van bestsellers als The Da Vinci code, wat gepaard gaat met een enorm publiciteitscircus, iedereen weet vóór het boek uitkomt, dat het uitkomt, met manshoge reclameborden waar Dan Brown de voetganger al toelacht om zijn nieuwste vooral niet te missen. Michiel van Kempen, de initiatiefnemer van de weblog, had dat bericht geplaatst als reactie op de reuze aandacht die het Amerikaanse spannende verhaal kreeg.’ En de summiere voorpubliciteit rond een dichtbundel van een relatief onbekende auteur bij een niet zo grote uitgeverij in een niet al te bekend land op de wereldliteratuurkaart, denk ik er bij.
Walter Palm: ‘De afgelopen tien jaar zijn een periode van literaire bloei voor mij geweest. Mijn gedicht Over kale vlakte van mijn hart (uit mijn nieuwe bundel) was op 17 november jl. bij Het Parool het gedicht van de dag, mijn vorige bundel (Met lege handen ging ik slapen, met een gedicht werd ik wakker, 2002) is uitverkocht, mijn toneelstuk De blauwe engel dat ik op verzoek van John Leerdam had geschreven voor Hollandse Nieuwe, het theaterschrijversfestival van stichting Cosmic Illusion, opgericht door Norman de Palm en Felix de Rooij in Amsterdam, was genomineerd voor de publieksprijs, ik heb gelegenheidsgedichten geschreven zoals een op verzoek van een lokaal radiostation (Radio Paradise) ter gelegenheid van de inauguratie van president Barack Obama, jongeren gebruiken mijn gedicht Nummer Een als liefdesverklaring, ik heb meegeschreven aan twee liedjes voor een voorstelling en ik krijg steeds meer erkenning. Ik ben mede voor mijn literaire werk benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, dat was in 2001 en in 2005 ben ik als enig op Curaçao geboren dichter opgenomen in de prestigieuze Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst, de literaire eregalerij van alle belangrijke moderne Nederlandstalige dichters.’

Hij heeft naast dichtbundels in het Papiamentu ook essays, waaronder één over de Gouden Eeuw op Curaçao, en verhalen op zijn naam staan. Op zijn website www.walterpalm.com, staat een heleboel werk. ‘Dat is allemaal gratis te downloaden, want ik wil dat in deze moderne tijd, met deze hedendaagse communicatiemiddelen, iedereen, dus ook jongeren die hun geld niet aan boeken zullen spenderen, over mijn werk kunnen beschikken.’
Over het schrijfproces, dat gaat zoals de titel van zijn vorige bundel aangeeft: met lege handen gaat hij slapen, met gedichten staat hij op. Walter heeft iets met de geestelijke wereld. Kijk maar naar een fragment uit het volgende gedicht: Tussen de dood en de dood (p.40). Eerste strofe:

Tussen de dood en de dood
voltrekt zich het leven,
bloeit en bloedt het leven.

En de laatste strofe gaat als volgt:

Tussen de dood en de dood
zweeft de vraag hoe het volgend leven zal zijn.

Of lees in het gedicht Zilver (p.34) hoe een lepel ergens in een slapend huis valt en dat de ik figuur dan gebeld wordt met de boodschap van de dood van zijn moeder.

Walter Palm: ‘De ziel gaat nooit dood.’ Na een aards leven heb je een onaards of hemels leven totdat je ziel weer een aards leven krijgt, et cetera. Wat herinneren anderen van jou, na je dood; wat herinner je zelf?’ Hij wijst ook op inspiratie. Niet alleen van een levend iemand, de liefde in zijn leven aan wie hij in deze bundel een gedicht heeft opgedragen, ‘maar die de bron is van mijn complete volgende bundel’, de schrijfster Orchida Bachnoe, maar ook van niet meer levende mensen. Federico García Lorca (de zin “Por los ojos de la monja galopan dos caballistas” uit het gedicht La monja gitana heeft hem geïnspireerd tot het gedicht Over kale vlakte van mijn hart (p. 38)), Charles Baudelaire (Les fleurs du mal), Paul Verlaine (Romances sans paroles), Juan Rulfo (Pedro Páramo). En niet te vergeten bij de levende artiesten: Brian Patten uit Liverpool die een crossover tussen poëzie en muziek maakt en dichtbij Elis Juliana (met het gedicht Historia di shap) voor de humor in het eerste gedicht van de bundel.

Een gedicht is nooit af. Soms is dat ook te zien. Het eerste gedicht in de bundel heette in een eerdere versie: Shon Arey en de zonnecollector, nu Koning Zon en de zonnecollector. Palm draagt zijn gedichten graag voor. ‘Voordracht geeft een extra dimensie.’

Vraag: Je gebruik van lidwoorden is opvallend. Hier en daar laat je er een weg.
‘Dat is dichterlijke vrijheid, komt het ritme van het gedicht ten goede. Ik kom uit een muzikale familie. Ik was zo trots toen mijn grootvader mijn eerste gedichten gelezen had, van het papier opkeek en na een denkstilte, die heel spannend was voor mij, zei, en het ging niet over de inhoud van de gedichten, maar hij zei: ‘In elk gedicht hoor ik melodie.’ Toen wist Walter Palm dat hij in zijn doel, dat hij als kind had gesteld, zou slagen.

Hindostaanse schrijvers doorbreken taboes

In Mondiaal Literair, de spraakmakende talkshow met schrijvers, voelt Peter de Rijk op 10 februari de Hindostaanse schrijvers Orchida Bachnoe, Mala Kishoendajal, Usha Marhé en Raj Mohan aan de tand over de taboes in de Surinaamse literatuur. In een slotgesprek geeft socioloog en schrijver Dr. Chan E.S. Choenni commentaar op de besproken thema’s als eenzaamheid, incest en zelfmoord. Halverwege het programma vertoning van een korte documentaire over de nestor van de Hindostaans-Surinaamse poëzie Shrinivasi.

Orchida Bachnoe is de achterkleindochter van Munschi Rahman Khan die als enige emigrant zijn migratie vanuit India naar Suriname heeft opgetekend. Ze studeerde in Nederland Arabische taal- en letterkunde en debuteerde in 2007 in de verhalenbundel Waarover we niet moeten praten. Ze werkt nu aan een boek met als voorlopige titel Azijn in mijn aderen dat in Nederland en in Mumbai speelt met als thema’s zelfmoord en transformatie.
Mala Kishoendajal debuteerde in 2001 opvallend met Dame Blanche over hoe Hindostaanse gebruiken en rituelen proberen stand te houden in een Nederlandse entourage, in 2002 gevolgd door Het Boegbeeld over een Hindostaanse BNer die van haar voetstuk valt en over een Hindostaanse huishoudster die in alle anonimiteit werkt voor de toekomst van haar kinderen. Onlangs verscheen haar eerste dichtbundel Pijn in parlando. Michiel van Kempen: «Het Hindostaanse luik waarin de lijn India -Suriname – Nederland wordt doorgetrokken, maakt indruk.»
Usha Marhé baarde opzien met Tapu sjén /Bedek je schande, een boek over Surinamers en incest, waarvan later dit jaar een herziene editie uitkomt. In 2007 verscheen van haar Dulari-De weg van mijn naam, zes verhalen over zes vrouwen die allen hun specifieke stem laten horen in een cultuur waar zwijgen tot voor kort gewoonte was. Samen vormen de verhalen een ode aan de veerkracht van vrouwen in het algemeen. Biblion: «Een fraai debuut, waarvan de volgroeide vertelstijl respect afdwingt.»
Raj Mohan maakte naam als componist en muzikant van traditionele Indiase muziekstijlen met zijn bands Vistar en Shai’rana, maar verwerkt deze invloeden ook met eigentijdse, westerse muziekvormen in zijn Raj Mohan’s Popband. Hij is de eerste singer-songwriter die een album uitbracht in het Sarnami, de moedertaal van de Surinaamse Hindostanen: Kantráki ofwel Contractarbeider. Deze cd stond ook aan de basis van zijn eerste dichtbundel Bapauti / Erfenis uit 2008, in de pers verwelkomd als «een aanwinst voor de Surinaams-Hindostaanse literatuur».
Van de hand van de in Haarlem woonachtige Chan Choenni verscheen in 2009 de boekuitgave Madad sahàra sahàyta- analyse en aanpak sociale problematiek onder Hindostanen in Suriname.

Korte film over Shrinivasi
Tevens vertoont Mondiaal Literair een documentaire film over Shrinivasi. Hij, inmiddels 83 jaar oud, is een van de belangrijkste Surinaamse dichters en ontegenzeggelijk een inspiratiebron voor de schrijvers van deze avond.

Talkshow met schrijvers
Mondiaal Literair is een samenwerking tussen MCH en Uitgeverij In de Knipscheer. De maandelijkse schrijversavonden van Mondiaal Literair worden thematisch samengesteld, zoveel mogelijk naar aanleiding van recent bij Nederlandse uitgeverijen verschenen of te verschijnen boeken, die inhoudelijk de vaderlandse grens overschrijden. Centraal staat het interview met de auteurs, soms in een gezamenlijk gesprek, soms na elkaar. Uiteraard lezen een of meer schrijvers kort uit eigen werk. Uitgever Franc Knipscheer is de host van de avond. De interviews worden gehouden door Peter de Rijk.

Woensdag 10 februari 20.00 uur
Zaal open: 19.30 uur
Locatie: MCH, Lange Herenvest 122, 2011 BX Haarlem
De toegang bedraagt 5 euro, koffie en thee inbegrepen
Op vertoon van bibliotheekpasje kunt u gratis één introducé meenemen
Reserveren vooraf is wenselijk: 023 – 542 3540
http://www.mondiaalcentrumhaarlem.nl/

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter