Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Tweede Kamer over Orchida Bachnoe
Het is, voor zover ons bekend, sinds 1989 (het debat over The Satanic Verses van Salman Rushdie) niet meer voorgekomen dat er in de Tweede Kamer in Den haag gedebatteerd werd naar aanleiding van een literair boek. Dit jaar gebeurde dat opnieuw naar aanleiding van Azijn in mijn aderen van Orchida Bachnoe. De schrijfster draagt a.s. zondagmiddag, 23 september, voor uit haar boek bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam (klik hier voor meer details). Hieronder reproduceren we de tekst uit de Handelingen van de Staten-Generaal.
ah-tk-20112012-2955
ISSN 0921 – 7398
’s-Gravenhage 2012
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2011–2012 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
2955
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht over zelfdoding onder Hindostaanse meisjes (ingezonden 29 mei 2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 juli 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2802.
Vraag 1, 2
Heeft u kennisgenomen van het boek «Azijn in mijn aderen» over de hoge zelfdoding onder Hindostaanse meisjes?1 Herinnert u zich mijn eerdere schriftelijke vragen over zelfmoorden onder Hindostaanse, Turkse en Marokkaanse meisjes2 en suïcidaal gedrag van jonge migrantenvrouwen in Nederland3?
Antwoord 1, 2
Ja.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat ondanks eerdere antwoorden op mijn schriftelijke vragen, namelijk dat er voldoende aandacht is voor deze problematiek, uit het boek blijkt dat dit niet waar is? Wat is uw mening over het ontbreken van voorlichting, deskundigheid en hulp inzake zelfdoding bij Hindostaanse meisjes?
Antwoord 3
Wat ik zorgelijk vind is dat deskundigen naar aanleiding van dit boek aangeven dat Hindoestaanse meisjes grote prestatiedruk en gebrek aan affectie en geborgenheid in de directie omgeving ervaren. Ik vind echter niet dat er te weinig voorlichting en deskundigheid is op het gebied van suïcide-preventie. Zoals ik al eerder in antwoorden op Kamervragen heb aangegeven is afgelopen jaren, sinds het verschijnen van de Beleidsagenda Suïcidepre-ventie (TK, 2010–2011, 22 894, nr. 296, pag. 6), meer geïnvesteerd in suïcidepreventie en verbetering van kwaliteit van zorg. Niet specifiek voor deze doelgroep maar voor alle doelgroepen. Uit de Trendrapportage GGZ 2008 blijkt dat allochtone vrouwen sterk emanciperen wat betreft zorggebruik bij psychische problemen. Via (anonieme) e-mental health, websites voor informatie en hulp (bijvoorbeeld www.suicidaalgedrag.nl die informatie geeft aan jonge migrantenvrouwen) en stichting 113-online kunnen deze meisjes op een laagdrempelige manier terechtkomen bij de hulpverlening. GGD Den Haag heeft in maart dit jaar samen met het Trimbosinstituut een toolbox suïcidaal en zelfbeschadigend gedrag ontwikkeld. De toolbox helpt hulpverle-ners om te gaan met jongvolwassenen en adolescenten die dit gedrag vertonen.
Vraag 4
Is het waar dat scholen geen of nauwelijks aandacht schenken aan de problematiek rondom de hoge zelfdoding onder jonge migrantenvrouwen in Nederland? Zo ja, wat is uw mening hierover? Zo nee, waaruit blijkt het tegendeel dan?4
Antwoord 4
Er is geen landelijk beeld of scholen aandacht besteden aan de problematiek rond zelfdoding onder jonge migrantenvrouwen. Hierdoor is het lastig om uitspraken voor scholen te doen ten aanzien van deze thematiek. Wel vind ik de situatie zodanig ernstig, dat ik de sector via de VO-raad zal wijzen op de beschikbare informatie en hulp, zoals beschreven in het antwoord op vraag 3. Niettemin ga ik ervan uit dat als de noodzaak hiertoe is voor scholen bijvoorbeeld als er sprake is geweest van zelfdoding van een (migranten)leer-ling(e), of als er spanningen en signalen hiertoe zijn, dat scholen met dit gegeven – vanuit hun zorgplicht- hier iets mee doen. Scholen kunnen de ruimte in het onderwijs benutten om naar eigen (professioneel) inzicht en vanuit hun eigen identiteit te bepalen hoe zij hieraan in het onderwijs vormgeven.
Vraag 5
Deelt u de mening dat een doelgroepspecifieke aanpak en voorlichting op middelbare scholen hard nodig is, naast adequate reguliere hulpverlening en toegankelijke geestelijke gezondheidszorg, om de hoge zelfdoding onder Hindostaanse meisjes en andere jonge migrantenvrouwen tegen te gaan? Zo ja, op welke wijze gaat u deze problematiek aanpakken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Beschikt u over recente landelijk cijfers betreffende het suïcidaal gedrag van jonge migrantenvrouwen in Nederland? Zo ja, om hoeveel meisjes gaat het? Onder welke bevolkingsgroepen doet dit verschijnsel zich voor? Zo nee, bent u bereid hiernaar onderzoek te laten verrichten?
Antwoord 6
Er zijn geen recente landelijke cijfers beschikbaar van het aantal suïcidepogin-gen onder bepaalde groepen migranten jonge vrouwen. Voor wat betreft het aantal suïcides en suïcidepogingen verwijs ik naar de jaarrapportage Vermindering suïcidaliteit 2011, die ik op 10 februari 2012 naar de Kamer heb gestuurd (TK 2011–2012, 22 894, nr. 309). Suïcidaliteit doet zich voor onder verschillende leeftijdsgroepen van de bevolking en dus ook onder jongeren bij jongeren. Uit de HBSC-studie naar schoolgaande jeugd (11–17jaar) uit 2002 bleek dat 11,2% er in het laatste half jaar wel eens over dacht een eind aan het leven te maken: 6,6% van de jongeren gaf aan dat zij zich in deze periode opzettelijk hadden verwond of een suïcidepoging hadden gedaan.
Vraag 7
Is het waar dat suïcide, na verkeersongelukken, de meest voorkomende doodsoorzaak onder jongeren is? Zo ja, welke oorzaak ligt daaraan ten grondslag? Zo nee, waaruit blijkt dat?
Antwoord 7
In 2010 hebben 1 600 inwoners van Nederland een eind aan hun leven gemaakt. Zelfdoding concentreert zich in toenemende mate in de middelbare leeftijdsgroep. Voor 15–30 jarigen is het de belangrijkste doodsoorzaak. Van de 136 058 sterfgevallen in 2010, overleden er 211 in de leeftijd van 15 tot 20 jaar. Daarvan overleden er 46 als gevolg van wegverkeersongevallen en 49 als gevolg van suïcide (Bron: CBS). Dat suïcide een belangrijkere oorzaak is dan vroeger komt vooral door de flinke daling van andere doodsoorzaken, zoals kanker en verkeersongevallen. Er is niet één bepaalde oorzaak voor suïcide onder jongeren aan te geven. Naast psychologische factoren kunnen ook ingrijpende levensgebeurtenissen (echtscheiding, ziekte, seksueel misbruik) ondermeer een rol spelen.
Vraag 8
Bent u bereid om te bewerkstelligen dat er bredere aandacht komt rondom zelfdoding binnen het onderwijs opdat jongeren geleerd kan worden om te gaan met deze problematiek en het onderwerp bespreekbaar wordt? Zo ja, op welke wijze gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Deelt u de mening dat veel professionals van hulpverleningsinstanties, zoals de jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg, nog steeds onvoldoende geëquipeerd zijn om passende en verantwoorde zorg te bieden aan jonge migrantenvrouwen en met name Hindostaanse meisjes die te maken hebben met deze problematiek? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om professionals beter te equiperen om de hoge zelfdoding onder deze vrouwen en onder jongeren in het algemeen te beteugelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het verbeteren van de hulpverlening aan allochtone groepen is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van zorgaanbieders zelf. Het ZonMw programma «Diversiteit in het jeugdbeleid» versterkt middels onder andere academische werkplaatsen, handreikingen en praktijkprojecten, de kennis en vakmanschap in de praktijk van de preventieve ontwikkelingsgerichte jeugdsector. De eerder genoemde toolbox is specifiek gericht op suïcidaal en zelfbeschadigend gedrag. Het kenniscentrum Mikado adviseert en helpt bij het toegankelijk maken van de zorg aan migranten. Zeer binnenkort verschijnt ook de, door het veld, ontwikkelde multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling suïcidaal gedrag. De richtlijn zal een tevens een bijdrage leveren in het verbeteren van de hulpverlening van mensen met suïcidaal gedrag.
1 Boek «Azijn in mijn aderen» van Orchida Bachnoe.
2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 918 (zie bijlage).
3 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 244 (zie bijlage).
4 De Volkskrant, «Bollywood verheerlijkt zelfdoding», 23 mei 2012 (zie bijlage).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel 1-3
Letterendag bij Ons Suriname
In het eerste gedeelte van de dag presenteren vijf promovendi die hun proefschrift schrijven bij prof. Michiel van Kempen aspecten van hun onderzoek aan het publiek. Het publiek krijgt alle gelegenheid om over de onderwerpen van gedachten te wisselen met de onderzoekers.
In het tweede gedeelte is er een boekenmarkt met interviews en voordrachten met schrijvers. Een hoogtepunt belooft een rechtstreekse verbinding met Paramaribo te zijn, waar Michael Slory zal ingaan op zijn zojuist bij In de Knipscheer verschenen nieuwe grote dichtbundel Torent een man hoog met zijn poëzie.
Programma
14.00-15.40
Publieke voordrachten van 5 promovendi:
Benoît Verstraete-Hansen – De Deense zendeling P.M. Legêne
Carl Haarnack – De Duitse beschrijvingen van Indianen in Suriname
Paul Hollanders – Paul François Roos en de Surinaamse plantersletterkunde
Jos de Roo – De bijdrage van de Wereldomroep aan de ontwikkeoing van Caraïbische auteurs
Tim de Wolf – Muziek en muziekdragers van het Nederlands Caraïbisch gebied
15.40-18.00 uur
Voordrachten, boekpresentaties, boekenmarkt
Korte herdenking van John Leefmans
Voordrachten & Interviews over nieuwe boeken:
T. Martinus over The bearable ordeal of the collapse of certainties
Orchida Bachnoe over Azijn in mijn aderen
Ca. 16.30 uur: Interview met Michael Slory in Paramaribo via een Skype-verbinding over zijn net verschenen dichtbundel Torent een man hoog met zijn poëzie
Michiel van Kempen over zijn poëziedebuut Wat geen teken is maar leeft
Live muziek Sanne Landvreugd
Locatie: Vereniging Ons Suriname Hugo Olijfveldhuis Zeeburgerdijk 19a 1093 SK Amsterdam
(nabij de molen en het KIT in Oost; vanaf CS stadsbus 22 stopt bij de Nicolaaskerk, richting Indische buurt, 8 min.)
To be or not to be, that’s the question
door Jerry Dewnarain
Zelfdoding wordt al heel vroeg in de wereldliteratuur besproken. Pyramus en Thisbe waren twee Babylonische geliefden, die door een misverstand allebei zichzelf doodden voor hun liefde. Ovidius schreef in 1 na Chr. over hen in de Metamorfosen. Shakespeare bewerkte een Italiaanse versie van het verhaal voor Romeo en Julia in 1591/1596. Ook bevat zijn Hamlet (1603) in act 3, scene 1 een beroemde monoloog over zelfdoding, die begint met de woorden ‘To be or not to be, that’s the question’. Schopenhauer, een Duitse filosoof, schreef in Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) een commentaar op deze monoloog, waarin hij betoogt dat de keuze tussen ‘zijn of niet zijn’ een gemakkelijke is. De ellende in de wereld maakt niet-zijn verkieslijk, maar dat zelfdoding niet de garantie biedt op het totaal niet-zijn. In De goddelijke komedie (eerste helft van de 14de eeuw) beschrijft Dante hoe hij verdwaalt in een duister woud, dat wel gezien wordt als allegorie voor plannen tot zelfdoding. Tijdens zijn reis door de hel komt hij door een bos waar zelfdoders gestraft worden. In zijn tijd zag de christelijke kerk zelfdoding als een zonde en een belediging van God. Zelfs in deze tijd wordt dat nog zo gezien binnen bepaalde gemeenschappen.
In Azijn in mijn aderen bespreekt de Haagse schrijver van hindostaanse komaf, Orchida Bachnoe, eveneens dit eeuwenoude thema uit de wereldliteratuur. Met haar boek wil zij de problematiek van zelfdoding bespreekbaar maken onder jongeren. Dit onderwerp is namelijk een groot taboe binnen de hindostaanse gemeenschap, zowel in Nederland als in Suriname en komt veel voor in deze bevolkingsgroep. Het is zelfs algemeen bekend dat hindostanen het verdelgingsmiddel grammoxone gebruiken bij zelfdoding. Hierdoor heeft dit gevaarlijke middel tegen onkruid de naam ‘koeliecola’ gekregen. Ook onverdunde azijn blijkt een favoriet middel te zijn om de ‘aderen te verdunnen’ en vervolgens de pijp uit te gaan.
Met Azijn in mijn aderen heeft Bachnoe vastwel de gevoelige snaren van velen binnen deze gemeenschap geraakt. Deze roman is gebaseerd op waar gebeurde verhalen en bestaat uit twee delen. In deel 1 is Anjani aan het woord en in deel twee Teela. De ruimte is Den Haag en Mumbai, de stad van de Bollywood-filmsterren. Deze twee hoofdfiguren zijn allebei gek op Bollywood-filmsterren die grote invloed hebben op deze hindostaanse meisjes. Een van de filmsterren, Tara Ishara, doodt zichzelf en dat schopt Anjani’s leven behoorlijk in de war. Tara Ishara’s geest blijft in Anjani’s hoofd voortleven. De meisjes zijn klasgenoten op een middelbare school in Den Haag. Anjani is enig kind van haar ouders. ‘Papa verdiende fortuinen bij een investeringsbedrijf en mama zat thuis te poetsen, te koken en te roddelen aan de telefoon of Bollywoodfilms te kijken’ (p. 13). Haar vriendin Teela woont met haar moeder in bij oom Katahar die haar seksueel misbruikt. ‘Vaak had ik me afgevraagd of mama wel beseft wat er aan de hand was. Had ze me dan nooit horen schreeuwen als oom Katahar aan me zat?’ (p. 83). Anjani en Teela delen elkaars problemen: ze worstelen met de dood en vinden hun toevlucht in drank, drugs en seks.
Veel hindostaanse problematiek komt aan bod. Zo ook incest, waarbij de moeder Teela weigert te geloven dat haar dochter door oom Katahar seksueel wordt misbruikt. ‘Ik wil niet dat je zo praat over je oom. Hij is een goede man. Hij heeft vrouw en kinderen. Wat denk je dat ze met ons gaan doen als ze horen hoe ondankbaar je bent?’ Bachnoe ziet de Bollywood-film als een van de boosdoeners in de problematiek van zelfdoding. Volgens haar wordt zelfdoding in bepaalde Bollywood-films verheerlijkt: zelfdoding wordt voorgesteld als de oplossing voor problemen. Ook Anil Ramdas had kritiek op de Bollywood-filmindustrie, doch ook hij doodde zichzelf. Geen wonder dat dit boek aan hem is opgedragen.
Bachnoe hangt met haar Azijn in mijn aderen de vuile was van een gesloten gemeenschap dapper genoeg buiten. Voor mijn part mag zij nog een paar keer een wasje draaien, want de was is vuil genoeg! Dat is dus de meerwaarde van dit boek. Ook bespreekt zij een serieus onderwerp dat jongeren bezighoudt: ze verbreekt taboes door jongeren zelf als hoofdfiguren te gebruiken om hun eigen kommer en kwel aan de lezer kenbaar te maken. Dat doet zij heel knap door in deel twee van het boek haar hoofdfiguren te beschrijven alsof ze de acteurs zijn in een Bollywood-film. Azijn in mijn aderen is daarom een aanrader voor de literatuurlijst van middelbare scholieren. ‘To be or not to be, that will still be a question.’
Orchida Bachnoe: Azijn in mijn aderen. Haarlem: In de Knipscheer, 2012. ISBN 978 90 6265 693 6
Zelfverminking in pittige Bollywoodsaus
[over Azijn in mijn aderen van Orchida Bachnoe]
door A. Rampadarath
Anjani en Teela zijn ondanks hun verschillende achtergrond elkaars hartsvriendin. Als hindoestaanse meisjes in Den Haag hebben ze elk hun eigen en gedeelde rituelen, waaronder zelfverminking. De dood van Anjani’s favoriete Bollywoodactrice, Tara Ishara, schopt hun tienerbestaan danig in de war. Romandebuut, opgedragen aan Anil Ramdas. Eerder verscheen van de schrijfster een verhaal in Waarover we niet moeten praten (2007), een bundel van Surinaamse en Antilliaanse vrouwen. Het boek bestaat uit twee delen: Anjani en Teela, die allebei als ik-figuur hun verhaal vertellen. Hun stemmen bevatten echo’s van The Catcher in the Rye en Heavenly Creatures, en dat doordrenkt met een pittige Bollywoodsaus en veel (Engelstalige) straattaal. De ogenschijnlijk humoristische novelle, volgens de uitgever een ‘satirische meidenroman’, heeft een serieuze ondertoon. Veel hindoestaanse problematiek komt aan bod. In een razend tempo wordt de lezer meegenomen in een ironische achtbaan van sprookje en nachtmerrie.
Dit debuut is verrassend, verfrissend en veelbelovend. Zowel geschikt voor volwassenen als voor tieners, scholen en andere instanties die met jongeren te maken hebben. Gebonden uitgave in pocketformaat; met leeslint. Normale druk. Vanaf ca. 16 jaar.
[van Biblion]
‘Ze hoorde verhalen van wanhopige meiden, die geleefd werden, hun dromen hadden opgegeven’
door Janny Groen
Bollywood verheerlijkt zelfdoding, scholen lopen weg voor de hoge suïcide onder Hindostaanse meisjes, constateert schrijfster Orchida Bachnoe.
‘Al heel lang’ werd schrijfster Orchida Bachnoe (47) in haar directe omgeving geconfronteerd met suïcidale Hindostaanse vrouwen. Ze hoorde verhalen van wanhopige meiden, die geleefd werden, hun dromen hadden opgegeven. Steeds weer werd ze geconfronteerd met kille statistieken over zelfmoordpogingen van de Haagse GGD, waarin Hindostaanse vrouwen sinds 1987 opvallen in negatieve zin. Haar behoefte het in haar cultuur ‘onbespreekbare bespreekbaar te maken’ werd urgent, toen op een dag bij haar de deurbel ging. ‘Op mijn stoep stond een 14-jarig meisje. Ze was in tranen, ze had pillen geslikt’, vertelt Bachnoe. Ze bracht het wanhopige meisje naar het ziekenhuis, naar de eerste hulp. ‘Ik was haar vertrouwenspersoon. Ik dacht, als zij mij niet zou hebben gehad, dan was het misschien wel heel slecht met haar afgelopen.’ Bachnoe schreef de roman Azijn in mijn aderen, die ze vandaag [23 mei j.l. – red CU] aanbiedt aan het PvdA-Kamerlid Kadija Arib, ‘omdat zij zich al jaren inspant om deze problematiek op de politieke agenda te zetten’. Azijn in mijn aderen is gebaseerd op ware verhalen en speelt zich af in Den Haag en in Mumbai, de stad van de Bollywood. De twee hoofdfiguren, Hindostaanse meiden, zijn beiden gek op Bollywood-filmsterren. Een van de sterren slaat (in een film) de hand aan zichzelf en blijft, als stem, rondspoken in het hoofd van de meisjes. Bachnoe: ‘Die films verheerlijken zelfmoord, meisjes in nood herkennen zich erin.’
Onmogelijke liefde
Dat ziet ook Indra Boedjarath (48), directeur van Mikado, landelijk kenniscentrum interculturele geestelijke gezondheidszorg. ‘In de Bollywoodcultuur wordt zelfmoord gesanctioneerd. Meisjes slaan die Bollywood-verhalen op en handelen ernaar.’ In haar lezingen gebruikt Boedjarath, die zelf een Hindostaanse achtergrond heeft, nogal eens het voorbeeld van de populaire Bollywood-film Mohabattein, waarin een jongen van een lagere kaste verliefd wordt op de dochter van een directeur. Vanwege het standsverschil is het een onmogelijke liefde. Het meisje, niet de jongen, maakt een eind aan haar leven. Boedjarath is als psychologe en psychotherapeut sinds 1989 actief in de interculturele hulpverlening. Ze weet dat Hindostaanse vrouwen onverminderd hoog scoren in de statistieken, maar merkt op dat ze in de laatste Haagse registratie (2008-2009) zijn gepasseerd door de Turkse meisjes. Die zijn net als Hindostaanse jonge vrouwen geneigd hun problemen te verinnerlijken, verklaart Boedjarath. ‘Meer dan Marokkaanse en autochtone meiden. De Marokkaanse meiden, die vaak ook klem zitten tussen twee culturen, slaan eerder van zich af.’ Alle migrantengroepen worstelen met problemen die met de migratie samenhangen. De meisjes worden beperkt bij het nemen van belangrijke levensbeslissingen, zoals het kiezen van de huwelijkspartner of de studierichting. Ze zijn minder vrij dan autochtone leeftijdsgenoten. ‘Maar specifiek voor Hindostaanse meiden is de grote prestatiedruk die ze ervaren en het gebrek aan affectie en geborgenheid in de directe omgeving’, zegt sociologe Diana van Bergen, die in 2009 promoveerde op suïcidaal gedrag van migrantenmeisjes.
Bij de diepte-interviews met Hindostaanse meiden viel haar op hoe liefdeloos ouders werden ervaren. ‘Er wordt van alles van die meiden geëist: doe dit, doe dat, haal het hoogste diploma, loop in de pas – maar nooit een arm om hen heen geslagen.’ Ze herinnert zich het verhaal van een meisje dat was misbruikt. ‘De moeder zei: nu moet jij zelfmoord plegen en je vader ook.’ Suïcidepogingen ondernemen om uit de problemen te komen is verweven met de Hindostaanse cultuur, zeggen Van Bergen en Boedjarath. De hoge scores onder Hindostaanse vrouwen zijn niet uniek voor Nederland. Boedjarath: ‘Suïcide staat op het netvlies van Hindostanen, wordt van generatie op generatie doorgegeven.’ Boedjarath pleit voor een doelgroepspecifieke aanpak en voorlichting op middelbare scholen. Ook het PvdA-Kamerlid Arib roept scholen op alert te zijn op signalen van hun leerlingen. ‘Bijvoorbeeld als meisjes erg stil zijn, of niet met hun familie op vakantie willen.’
Volgens Bachnoe lopen scholen met een grote boog om de gevoelige problematiek heen. Ze wilde haar boek aan Arib op een Haagse middelbare school aanbieden, waar de doelgroep rondloopt. Maar drie keer kreeg ze nul op het rekest. ‘Zoals de COC homoseksualiteit bespreekbaar maakt op scholen, zo zou het met zelfmoord ook moeten. Maar de scholen willen niet meewerken. Ze vrezen kennelijk imagoschade.’ Ze vindt dat ‘doodzonde’, want uit cijfers van de Kinderombudsman blijkt dat suïcide, na verkeersongelukken, de meest voorkomende doodsoorzaak is onder jongeren. Bachnoe: ‘1.500 zelfmoorddoden per jaar, dat zijn drie jongeren per dag. Hoog tijd dat jongeren wordt geleerd hiermee om te gaan.’
Zelfmoord bij hindostaanse meisjes
Volgens Bachnoe is zelfmoord in haar eigen hindoestaanse wereld een enorm taboe, waardoor het een verborgen probleem blijft en het lijkt of deze meisjes het gewoon goed doen in onze samenleving. Arib stelde al eerder dat de zorg de achtergrond van mensen die zelfmoord plegen of een poging doen, moet registreren. Alleen zo kan het probleem in beeld worden gebracht.
De presentatie was in het Tweede Kamergebouw, maar de schrijfster had het boek liever op een middelbare school ten doop gehouden. Drie middelbare scholen in Den Haag wilden er hun vingers echter niet aan branden. En dat terwijl scholen juist alert op signalen zouden moeten zijn, aldus Arib.
Nederlandse gemeenschap gaat zelfmoorddiscussie uit de weg
Azijn in mijn aderen gepresenteerd
door Stuart Rahan
Haarlem – “Wij willen niet dat onze school geassocieerd wordt met zelfmoord.” Een verbijsterende mededeling van schrijfster Orchida Bachnoe bij de presentatie van haar debuutroman Azijn in mijn aderen. Het fenomeen zelfmoord en pogingen daartoe onder jongeren is het thema van haar boek. Vandaar dat zij dit boek maar al te graag op een middelbare school wilde presenteren in het Nederlandse Den Haag.
read on…Nieuw genre in de Nederlandse literatuur: Bollywood-chicklit
Over Azijn in mijn aderen van Orchida Bachnoe
door Ezra de Haan
De roman bestaat uit twee delen. Het eerste speelt zich in Den Haag af, het tweede in Mumbai. Het eerste kun je nog het beste beschrijven als een mix tussen realisme en hedendaagse chicklit. Vooral omdat Bachnoe er de vaart in weet te houden. Zodra deel twee van boek begint, verandert ook de toon. Wie ooit een Bollywoodfilm zag, herkent de sfeer en de fantasie die kenmerkend is voor dit genre.
Met Azijn in mijn aderen heeft Orchida Bachnoe een nieuw genre aan de Nederlandse literatuur toegevoegd: Bollywood-chicklit. Al moet ik niet vergeten te vermelden dat deze zeer prettig leesbare roman vooral belangrijk is door de inhoud. Juist door de wereld van scholieren toegankelijk te beschrijven, ziet Bachnoe kans te wijzen op de schrijnende gevallen van zelfmoord in de Hindostaanse wereld. Azijn in mijn aderen zou verplicht gelezen moeten worden door middelbare scholieren. Wellicht dat daardoor ook eindelijk de stilte rond suïcide en de reden tot het plegen daarvan verbroken kan worden.
Lees hier de hele recensie op Literatuurplein.nl
‘Alert zijn op suïcide Hindoestaanse meisjes’
Den Haag – De zorg moet achtergrond, leeftijd en geslacht gaan registreren van mensen die een zelfmoord(poging) hebben begaan. Alleen zo kan worden vastgesteld hoe vaak en waarom dit gebeurt in kringen die er niet open over zijn. Dat zegt Tweede Kamerlid Khadija Arib (PvdA) in aanloop naar de verschijning van het boek Azijn in mijn aderen van Orchida Bachnoe. De schrijfster stelt daarin, met een fictief verhaal, het volgens haar zeer hoge aantal zelfmoorden en -pogingen onder speciaal Hindoestaanse meisjes aan de kaak.
Het boek wordt volgende week aangeboden aan Arib, die al eerder alarm sloeg naar aanleiding van berichten in de media. Arib roept ook scholen op alert te zijn op signalen van hun leerlingen. „Bijvoorbeeld als meisjes erg stil zijn of niet met hun familie op vakantie willen.”
Volgens Bachnoe is zelfmoord in haar eigen Hindoestaanse wereld een enorm taboe, waardoor het een verborgen probleem blijft. „Het is een grote schande. In de Hindoestaanse gemeenschap draait het veelal om uiterlijkheden. Je moet succesvol zijn, met een mooie opleiding, een mooi huis en een goede baan. Ook bij de partnerkeuze wordt er uit de omgeving druk uitgeoefend: een huwelijkskandidaat moet wèl status hebben. En je gelooft het misschien niet, maar de huidskleur speelt nog altijd een rol: een lichte huidskleur draagt bij aan de status.”
Kopiëren van Bollywoodsterren
Onder de diverse verdere oorzaken van zelfmoord is volgens Bachnoe ook kopieergedrag van Bollywoodsterren. Hindoestaanse meisjes doen vaker dan welke groep in Nederland ook één of meerdere pogingen tot zelfmoord, denkt Bachnoe. Ze haalt een onderzoek aan van sociologe Diana van Bergen. „Zij ontdekte op basis van cijfers van de Rotterdamse GGD dat bijna een op de vijf Hindoestaanse meisjes ooit een zelfmoordpoging deed. Van de Turkse meisjes had een kleine 15 procent het geprobeerd. Bij de Nederlandse meisjes lag het net onder de 10 procent. Marokkaanse meisjes doen juist minder vaak een zelfmoordpoging.”
Directe aanleiding voor het boek was een meisje van 14 of 15 uit de omgeving van Bachnoe. „Ze belde aan: Orchida, ik heb pillen geslikt. Het meisje kwam uit een gezin waar ze geen eigen keuzes kon maken.” Omdat ze het moeilijk vond de zware materie feitelijk te verwerken, koos Bachnoe voor een fictief verhaal. Het eerste deel speelt zich in Den Haag af, het tweede in Mumbai, de stad van Bollywood.
Orchida Bachnoe werd in 1965 in Paramaribo geboren. Ze studeerde Arabisch in Leiden en werkte op Aruba als journaliste voor de Amigoe.
[uit De Telegraaf, 17 mei 2012]
Bij de presentatie van Azijn in mijn aderen
Openingstoespraak van Walter Palm bij de presentatie van Azijn in mijn aderen van Orchida Bachnoe op 13 mei 2012
Uitgever Franc Knipscheer, Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansingh, directeur van het Surinaams Inspraakorgaan Roy Khemradj, voormalig lid van de Tweede Kamer John Leerdam, voormalig lid van de Raad van State Gilbert Wawoe, vertegenwoordiger van FORUM Paul Groenestein, familieleden, vrienden, dames en heren,
Permitteer mij om, alvorens ik enkele gedichten voordraag, kort in te gaan op de literaire carrière van Orchida Bachnoe en haar debuutroman Azijn in mijn aderen.
Azijn in mijn aderen is niet de eerste publicatie van Orchida Bachnoe. Zij debuteerde vijf jaar geleden met het korte verhaal “Zelfs een iglo was warmer” in de verhalenbundel Waarover we niet moeten praten. Twee jaar later verscheen van haar hand het boek Lintjesregen dat een compilatie is van interviews van haar met vijftig personen die een lintje hebben gekregen. Op donderdag jl. werd een nieuwe editie van het literaire tijdschrift Extaze gepresenteerd met daarin als bijdrage van Orchida, een nieuw kort verhaal, getiteld “Tegengif”. In de Volkskrant kreeg deze uitgave van Extaze vier van de vijf sterren. “Tegengif” trok de aandacht van de Volkskrant-recensent die het een geestig verhaal vond. En vandaag een nieuwe roman. Orchida komt dus als schrijver van ver.
Ook haar schrijftalent komt van ver. Het zit in haar genen. Munshi Rahman Khan was haar betovergrootvader. Deze contractarbeider die van India naar Suriname vertrok hield een dagboek bij. Dit dagboek is bewaard gebleven, het is vertaald in het Engels en gepubliceerd in India. Vreemd is dat. Je gaat weg als contractarbeider en je komt terug als boek! Het dagboek van Munshi Rahman Khan is niet onopgemerkt gebleven. In A writer’s people van Naipaul gaat deze Nobelprijswinnaar uitgebreid in op het dagboek van Munshi Rahman Khan. De doorgaans uiterst kritische Naipaul is vol lof over het dagboek van Munshi Rahman Khan en hij prijst de verbeeldingskracht van Orchida’s betovergrootvader.
Verbeeldingskracht is ook een sleutelbegrip in Azijn in mijn aderen. Het boek gaat over twee Hindostaanse meisjes, Anjani en Teela, die opgroeien in Den Haag. Tot hun eigen verbazing belanden ze plotseling in Mumbai, in het hartje van Bollywood. Just imagine. Over verbeeldingskracht gesproken. Anjani en Teela hebben zoals elke puber liefdesproblemen. Wat Anjani en Teela onderscheidt van andere pubers, en wat Azijn in de aderen zo bijzonder maakt, is dat Anjani en Teela ook worstelen met de dood. Dat klinkt misschien vreemd, maar het is niet raar als men bedenkt dat één op de vijf Hindostaanse meisjes in Den Haag suïcide pleegt dan wel een poging daartoe onderneemt. Het siert Orchida dat ze in haar roman het taboe van suïcide onder Hindostanen niet omzeilt, en openhartig over dit delicate onderwerp schrijft. Liefde en de dood stormen dus door de harten van Anjani en Teela. Net als in mijn gedicht “Over kale vlakte van mijn hart” uit mijn bundel Sierlijke golven krullen van plezier:
Over kale vlakte van mijn hart
draven twee paarden.
Twee op hol geslagen paarden,
een witte en een zwarte, draven
over kale vlakte van mijn hart.
Wie zijn deze paarden?
Is het witte paard de ontembare Liefde
en is het zwarte paard de onbeheersbare Dood?
De titel Azijn in mijn aderen is voor meerdere uitleg vatbaar. De titel verwijst naar onverdunde azijn wat veel gebruikt wordt bij suïcide. Maar als het woord azijn symbool staat voor suïcide, dan kan de titel van de roman ook geïnterpreteerd worden als “Suïcide in de aderen”. De titel van deze roman staat in dat geval symbool voor al die personen die helaas de diepgewortelde overtuiging hebben dat suïcide de enige oplossing is als het tegenzit.
Dames en heren,
Ik ga afronden. Ik ga besluiten met het splinternieuwe gedicht dat ik speciaal voor deze presentatie heb geschreven. Het gedicht heet “Voor wie zelfmoord overweegt”en het luidt als volgt:
Als je overweegt
om een streep te trekken
door je leven.
Als je overweegt
om een punt te zetten
achter je leven.
Denk dan
aan door droogte verdoofde bloemen
die na de regentijd weer opbloeien.
Bedenk dan
dat ook jij weer kunt opbloeien
na deze moeilijkheden.
Bedenk vooral dat na elke nacht
hoe donker en somber dan ook
de zon weer opkomt, het licht weer doorbreekt.
Ik dank u voor uw aandacht.
De jonge reporter was bijna Simon Carmiggelt
door Arjan Peters
Een gevierde dame, Erika Mann (1905-1969), leidster van de kritische cabaretgroep Die Pfeffermühle, die in de jaren dertig ook optrad in Den Haag. Toen ze in juni 1934 in Diligentia stond, stuurde de Haagse krant Vooruit een jonge redacteur op pad om Mann te interviewen in Konditorei Wien ‘op’ Scheveningen. Het verslag stond op 11 juni in de krant, en was nogal wijdlopig en pendant: ‘De intelligente lezer begint nu reeds te begrijpen waarom wij zooeven betoogden dat eenige hardhandigheid den reporter siert.’ Slechts een paar vragen kan hij stellen. Het Nederlandse publiek, zo hoort hij, ‘reageert veel beter dan we hadden verwacht.’ Volgens het achterplat van Extaze was die jonge reporter de leerling-verslaggever Simon Carmiggelt (18). Maar uit het essay van Marco Entrop blijkt dat het bewuste artikel niet ondertekend was, en dat Carmiggelt pas vanaf 1936 over toneel schreef in Vooruit. Het praatje met Erika Mann is ‘waarschijnlijk’ door Hessel Jongsma geschreven. Misschien maar goed ook.
Behalve deze dooie mus bevat Extaze een geestig verhaal van Orchida Bachnoe, en een stuk over de jonge Aya Zikken (1919). Die mocht in 1940 voor de Kampioen van de ANWB een fietstocht door Brabant maken. Dat werd een boekje, Rijwieltochten door Brabant. Onschuld in oorlogstijd. Extaze: nummer 3
Vier van de vijf sterren
In de Knipscheer; 96 pagina’s; 15 euro.
ISSN 2211-6168
[uit de Volkskrant, Boekenbijlage, 5 mei 2012]
Orchida Bachnoe debuteert met Azijn in mijn aderen
Op zondagmiddag 13 mei leest Orchida Bachnoe in het Haarlemse MCH fragmenten uit haar te verschijnen roman Azijn in mijn aderen. De roman is in streetwise tempo en met humor geschreven en leest als een satirische meidenroman, maar heeft niettemin een serieuze aanleiding, namelijk zelfmoord onder (Surinaamse) Hindoestanen, zowel in Suriname als in Nederland.
read on…