blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Amazone

Inheemsen en Marrons krijgen eigen goudader

Paramaribo – Inheemse en Marrongemeenschappen krijgen binnenkort eigen gebieden waar naar goud mag worden gemijnd. Volgens minister Ginmardo Kromosoeto van Ruimte Ordening Grond & Bosbeheer, gaat het om speciale afgebakende gebieden. Voorkomen moet worden onder andere dat de leefgebieden van deze gemeenschappen nog langer worden bedreigd.
Door de toename van het mijnen naar goud de afgelopen jaren, komt milieuvernietiging er steeds vaker voor. Een goed voorbeeld is het natuurpark Brownsberg, dat dicht bij een aantal Marrongemeenschappen staat. Het natuurpark is lelijk verminkt door goudwinning, illegale wel te verstaan. “We willen community gold mining concessies uitgeven”, zegt Kromosoeto tegenover de Ware Tijd. Als model gelden de generaties oude gemeenschappelijke houtkapvergunningen.
Volgens dit model mogen alle leden van de gemeenschap hout kappen in nabijgelegen bosgebieden. Het idee van gemeenschappelijke goudwinning wordt samen met het Wereld Natuurfonds, WWF, uitgewerkt. Ook de gemeenschappen zelf worden betrokken bij de uitvoering. De gemeenschappen rond Brownsberg zeggen geen moeite te hebben met de natuurbescherming. Wel moet de centrale overheid helpen zoeken naar alternatieven.
[van De Waterkant, maandag 25 maart 2013]

Suriname in Boedapest

door Michiel van Kempen

Als ik uitgenodigd word om colleges te komen geven in Hongarije, dan weet ik dat ik me erop moet voorbereiden dat alles wat ik over Suriname en de Antillen (jaja, de voormalige…) ga vertellen volstrekt nieuw is voor het toeluisterend publiek, voor de studenten evenzeer als voor de docenten. Wat creolen zijn en waar die vandaan komen, wat hindostanen zijn en dat die de meerderheid van de Surinaamse bevolking uitmaken, dat boeroes en protestant blanku niet hetzelfde zijn als witte Nederlanders, wat het verschil is tussen Papiamentu en Sranantongo enz. enz. enz. Het lijkt daar waarachtig Nederland wel!

read on…

Reuzenslang

Hij kroop zo’n 58 miljoen jaar geleden uit de moerassen van Zuid-Amerika, en zaaide 10 miljoen jaar dood en verderf. Tot voor kort wisten wetenschappers niet van zijn bestaan af. Met een gewicht van meer dan een ton en een lengte van zo’n 14 meter was deze prehistorische slang, Titanoboa genaamd, echter een waar monster.

read on…

Brommerstad Bolivia kiest visvrouw van het jaar

door Marcel Haenen

Dansend in voor de gelegenheid speciaal gemaakte klederdracht streden vijftien Indiaanse vrouwen afgelopen zondagavond in het Boliviaanse oerwoudoord Trinidad – de hoofdstad van de noordelijke provincie Beni – om de titel visvrouw 2007. Het was een spannend spektakel. Vijftien exotische vrouwen hielden een parade met tropische riviervissen. Ondertussen staken leden van de gemeenschap die de vrouwen vertegenwoordigden vuurwerk af en speelde het orkest Los Ases del Beni opzwepende muziek. Het publiek langs de kant genoot van heerlijk Boliviaans bier en veel gegrilde vis zoals pacú of tambaquí. En aan het eind van de avond slingerde iedereen zich op zijn brommer. Want in het ongeveer 90.000 inwoners tellende Trinidad verplaatst vrijwel iedereen zich op een knalpot. Het is heel gewoon om een voltallig helmenloos gezin op één motorfiets voorbij te zien flitsen.

Beni is indianengebied. De inheemse bewoners leven van hun kostgrondjes en van de vis die ze vangen in de grootste Amazone rivier van Bolivia de Rio Mamore. Daar zwemt ook de prachtige roze rivierdolfijn Inia geoffrensis humboldtiana die af en toe puffend aan de oppervlakte verschijnt. De indianen leven in kleine gemeenschappen zonder stromend water of elektriciteit. Hoewel, bij sommige bamboehutten hangt een zonnepaneel. De elektriciteit die zo wordt opgewekt, gebruiken de indianen onder meer om op een televisie naar DVD films te kunnen kijken.
Vooral door de aanwezigheid van vele verschillende indianenstammen is Bolivia een van de kleurrijkste landen van Zuid-Amerika. Het afgelopen weekeinde vierde Aymara indiaan Evo Morales dat hij anderhalf jaar aan de macht is. Hij is de eerste indiaan die het in Bolivia tot dit ambt heeft geschopt. Een feit waarop de meeste Bolivianen nog steeds reuze trots zijn.

Maar in Beni valt het wel mee met de bewondering voor Evo. De inwoners klagen over inflatie, gebrek aan werk en de falende hulpverlening nadat deze provincie begin dit jaar onder water liep. De indianen van Beni sluiten zich in meerderheid aan bij de relatief rijke buren in de provincie Santa Cruz die naar meer autonomie streven. In het centrum van Trinidad zijn de pilaren voor het gebouw van het openbaar ministerie vol gekalkt met teksten waarin Evo dood wordt gewenst. Evo is een hond, staat er. Evo is een communist. En Evo is een teringindiaan.
Het racisme is groot in Bolivia. Veel indianen leven nog steeds in grote armoede en worden uitgebuit als dienstmeisjes of boerenknechten. Morales zei dit weekeinde dat hij voor het einde van zijn ambtstermijn in 2011 een einde wil maken aan de slavernij waarin indianen op sommige plekken leven.
In het zuiden van het land – in de regio Chaco – wonen volgens onderzoek van de Organisatie van Amerikaanse Staten nog zo’n duizend Guaraní families onder middeleeuwse omstandigheden. Ze werken op boerderijen als landbouwers, hoeden het vee of zijn kindhoertjes. Tegen de grootgrondbezitters moeten de slaven papa of mama zeggen en meestal genieten ze alleen kost en inwoning en geen salaris. Ze hebben geen bewegingsvrijheid.
Veel indianen hebben de achternaam van hun ‘eigenaren’. Als ze hun werk niet naar behoren uitvoeren, krijgen ze zweepslagen. Sommige boerderijen worden in de Chaco verkocht met inbegrip van de slaven.
De strategie van de Boliviaanse regering bestaat eruit om land te onteigenen en ter beschikking te stellen aan de indianen. Zo krijgen ze niet alleen een eigen plek terug maar worden ook in staat gesteld hun eigen voedsel te verbouwen.
Maar indianenpresident of niet, volgens de Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten van de OAS zijn de autoriteiten nog veel te laks in het uitvoeren van maatregelen die een einde moeten maken aan de indianenslavernij.
,,Apoita aiko chepiaguive cheyambae”, heet de studie waarin het treurige lot wordt beschreven. Het is guaraní en betekent: ik wil vrij zijn, zonder eigenaar.
Zo en nu gaan we weer het donkere, internetloze bos in. Kijken of het echt zo makkelijk is
piranha’s te vangen.

[uit NRC, dinsdag 24 juli 2007]

 

Surinaams regenwoud: weer 46 nieuwe diersoorten ontdekt

Drie weken onderzoek in een oerwoud in het zuidwesten van Suriname heeft 46 nieuwe diersoorten opgeleverd. De meest opvallende nieuwe dieren zijn de ‘cowboykikker’, de ‘gepantserde meerval’ en de ‘gekleurde sabelsprinkhaan’.

read on…

Baanbrekende Surinaamse bosbouwkennis gebundeld

door Eliézer Pross

Paramaribo – De rijkdom aan wetenschappelijke kennis die in Suriname sedert de zestiger jaren van de vorige eeuw is opgedaan op het gebied van duurzame bosbouw, is nu eindelijk vastgelegd in het boek Sustainable Management of Tropical Rainforests: The Celos Management System (CMS). Het gaat om baanbrekend werk dat internationaal wordt erkend en zijn verdiensten reeds bewijst.

read on…

Rio +20

door Nina Jurna

Brazilië had de jaarwisseling nog niet eens achter de kiezen of het thema van 2012 werd via de media al stevig gelanceerd: Rio +20 daar draait het dit jaar om. Rio +20 wordt in juni gehouden en is een grote internationale aarde conferentie georganiseerd door de Verenigde Naties. Alle lidlanden doen mee en buigen zich een week lang over belangrijkste milieu thema’s zoals de klimaatsverandering, ontbossing, duurzame energie. Hopelijk wordt er niet meer alleen gepraat maar ook echt iets ondernomen want de klimaatsverandering is wat mij betreft duidelijker dan ooit. Ik overdrijf niet als ik zeg dat het vanaf mei 2011 tot nu nauwelijks twee weken achter elkaar volop zonning is geweest in Rio. Nu is juni, juli en augustus ook wintertijd en kan de temperatuur zakken tot dertien graden.

Maar het had nu toch vanaf oktober al lekker warm moeten zijn. En dan heb ik het niet over een dagje zon, nee wekenlang hadden de stranden bezaait moeten zijn. Ik was deze afgelopen week voor werk in Peru en ook daar klaagden de bewoners. ‘Het klimaat is helemaal in de war. Het is nu zomer, maar voel je niet hoe koud het s’ avonds is?’ Kerst in Suriname, hoorde ik ook veel mensen hun bezorgdheid uit te spreken de vele regens. ‘Je weet tegenwoordig echt niet meer wanneer het droge of regentijd is. De kleine of grote regentijd zoals die in de reisgidsen beschreven staat kunnen we wel schrappen’, zei een kennis. Terwijl Brazilië organisator is van deze zeer belangrijke aarde summit is het land beschermer maar ook vernietiger van het grootste bos ter wereld: de amazone. Het leek de goede kant op te gaan met de amazone maar het laatste jaar is de ontbossing weer toegenomen.

Dat komt vooral omdat Brazilie op hetpunt staat om de zogenoemde ‘forest code’ te versoepelen. Hierdoor kunnen kleinere boeren meer houtkappen dan nu is toegestaan. Dit, zodat ze de concurentie aan kunnen met de grootgrondbezitters. Funest voor de houtkap, maar voor de boeren een manier om economisch te overleven omdat ze nu de dupe zijn van de regels die het hen moeilijk, en juist de grootgrondbezitters makkelijker maakt te kappen.-. Vorig jaar was ik met een undercover actie mee van greenpeace in de amazone. Een trip aan de vooravond van een grootschalige campagne tegen adidas en nike, die van leer van vee dat gefokt wordt in de amazone en waar voor gigantische hectares bomen worden gekapt, hun sportschoenen maken. Greenpeace activisten die mee gingen en de tocht organiseerden deden zich zelf ook voor als journalisten want de organisatie is niet echt geliefd bij de grootgrondbezitters.

Eerder berichte ik al over het gevaar voor milieuactivisten in Brazilie, de moorden en de dreigementen die nog altijd toenemen. In een interview met een grootgrondbezitter werd me al snel duidelijk waarom zij niet van plan zijn te stoppen met ontbossen. ‘ Waarom zouden we? Jullie in Europa hebben eerst je eigen bossen vernietigd en daar fabrieken voor in de plaats gezet. Jullie zijn grote industrielanden geworden. En nu zitten wij in de lift. We hebben grote veehouderijen, produceren vlees en leer, en nu willen jullie dat wij onze bossen bewaren terwijl wij nu aan de beurt zijn om te groeien? ‘ Het is misschien een beetje kort door de bos, maar ik begrijp de redenering wel.

 

 

Alleen is het behoud van de amazone niet alleen belangrijk voor het westen maar voor de hele wereld omdat het nu eenmaal de longen van de wereld zijn, en daarom invloed heeft op de gezondheid van ons allemaal. Het bombastische en de show met sambadanseressen en al waar Rio +20 nu al mee gelanceerd wordt heeft wat mij betreft alleen maar zin als er ook echt kritisch gekeken wordt naar de realiteit in Brazilie zelf: meer ontbossing en een toename van moorden op milieuactivisten, terwijl de daders (vaak zijn de opdrachtgevers grote houtkapbedrijven) buiten schot blijven. Daar lijkt me weinig show aan.

Reageren? brasileirosdwt@hotmail. com

 

[uit de Ware Tijd, 10/01/2012]

Een verdwenen stad in het Surinaamse regenwoud

door Renzo S. Duin

Recent archeologisch onderzoek toont aan dat het Amazonewoud niet zo ongerept is als het lijkt, maar ook dat de ‘verloren steden in het Amazonegebied’ anders zijn dan Hiram Binghams Machu Picchu in Peru of kolonel Percy Fawcetts ‘Stad Z’ in Brazilië (Heckenberger 2009). Cheryl Ngwenyama, die tegenwoordig publiceert onder de naam Cheryl White, onthult in haar proefschrift, Material Beginnings of the Saramaka Maroons; An Archaeological Investigation, dat er ook in het oerwoud van Suriname overblijfselen gevonden zijn van een verloren stad. Een artikel dat haar proefschrift samenvat werd in 2010 gepubliceerd in Antiquity. Deze verloren stad is Kumako, de eerste nederzetting die de Saramaka Marrons, een gemeenschap van gevluchte slaven en hun nakomelingen, opbouwden in het binnenland van Suriname. Op zoek naar deze stad verrichtte een onderzoeksteam samengesteld uit Marrons, student-vrijwilligers en academici archeologische opgravingen in het kader van het Maroon Heritage Research Project, dat werd opgezet door Dr. Kofi Agorsah van de University of the West Indies en momenteel onder leiding staat van Dr. White. Wat overigens opvalt is dat de samenstelling van dit team duidelijk maakt dat de archeologie in Suriname niet langer het monopolie is van de bakra, de blanke man uit Nederland. Het archeologisch onderzoek naar de materiële oorsprong van de Saramaka is tegenwoordig een echt gemeenschappelijk archeologisch project.

Cheryl White is geboren in Kingston, Jamaica, en opgegroeid in New York waar ze een bachelor antropologie/archeologie deed. Haar master en Ph.D. werden verkregen bij de University of Florida in Gainesville, Florida, in de Verenigde Staten. De University of Florida is een van de laatste universiteiten met de zogenaamde ‘Four-Field’-benadering. Haar Ph.D.-begeleider, Dr. Peter Schmidt, is bekend om zijn historische archeologie en etno-archeologisch werk onder de Buhaya van Oost-Afrika. White past deze combinatie van historische archeologie en etno-archeologie toe op de Afrikaanse diasporagemeenschappen van Zuid-Amerika, en dan in het bijzonder op de Surinaamse Saramakaanse Marrons. In tegenstelling tot Jamaica en andere Marronenclaves in het Caribische gebied, zijn de Surinaamse Marrons behoudender in plaatsen en praktijken. Overigens zullen de welingelichte lezers ontdekken dat dit boek geen enkele verwijzing telt naar het werk van Silvia de Groot, die destijds aan de wieg stond van het Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek. De Groot was dan ook gefocust op de Ndjuka en Boni, twee andere Marrongroepen in Suriname, en haar werk werd meestal gepubliceerd in het Nederlands. Wel refereert deze dissertatie systematisch naar het werk van Richard en Sally Price. Terwijl Richard en Sally Price sinds het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw historisch-antropologisch onderzoek hebben uitgevoerd naar de Saramaka en andere Marronpopulaties in Suriname en Frans Guyana, is dit de eerste keer dat er op de locatie van Kumako archeologische opgravingen zijn gedaan.

Het doel van dit onderzoek was niet zozeer om de achttiende-eeuwse Marronnederzetting van Kumako nader te lokaliseren in de buurt van de bron van de Pikien Saramakarivier, maar om te reconstrueren hoe deze plek als een punt van samenkomst functioneerde in de eerste tijd dat de Saramaka in de binnenlanden van Suriname leefden. Uit het huidige historisch en etno-archeologisch onderzoek is duidelijk geworden wat het karakter was van zo’n vroege nederzetting bestaande uit gemeenschappen van weggelopen slaven en hun nakomelingen. Algemeen werd aangenomen dat historische Marrondorpen een kort bestaan kenden en gelegen waren in afgelegen gebieden. Dat maakte het moeilijk om definitieve conclusies te trekken. Maar deze keer zijn er verschillende objecten aangetroffen, waaronder voorwerpen van aardewerk en fragmenten van stenen bijlen. Ook waren er enkele radiokoolstofmonsters genomen om de vindplaats te dateren. Bovendien werden te Kumako elementen gevonden die duiden op traditioneel Inheems landgebruik, het gebruik van een vorm van technologie en een eigen materiële cultuur. Een 123 pagina’s tellende appendix bevat een overzicht van de wetten die in Suriname ten aanzien van de Marrons zijn uitgevaardigd, opgegraven vondsten, en radiokoolstofrapporten.

Archeologisch onderzoek toont bijna altijd aan dat de lokale historie afwijkt van de veronderstelde geschiedenis. Dat is ook in het geval bij de opgravingen te Kumako. Ten eerste bleek de vindplaats, anders dan vermeld in de orale tradities, te liggen op een ronde heuvel van ongeveer 270 bij 180 meter – een oppervlakte van in totaal ongeveer 3,8 hectare – met steile hellingen van ongeveer twee meter hoog. Hierbij moet worden opgemerkt dat de afbeeldingen en tekeningen in het boek niet van de hoogste kwaliteit zijn en soms zelfs vervormd zijn. In de omringende greppel werden vier uitsparingen voor wegen waargenomen. Een uitholling van ongeveer drie meter in doorsnee werd aangetroffen ten noorden van de heuvel. Fragmenten van aardewerk, gevonden in de buurt van een opgravingsput, werden door Saramakaanse teamleden geïdentificeerd als ahgbang-kommen. Ahgbang of bungu (afb. rechts( zijn grote aardewerken kommen, die oorspronkelijk verkregen werden van Inheemsen (p. 194), maar vervolgens door de Marrons gebruikt werden – en tot op vandaag gebruikt worden – voor rituele baden met gekookte geneeskrachtige planten en andere krachtige kruiden. Dit laat zien hoe lokale teamleden kunnen helpen bij de interpretatie van een archeologische vindplaats. In de tweede plaats roept archeologisch onderzoek meestal meer vragen op dan het beantwoordt. Dat is ook het geval met de koolstofmonsters uit de omliggende greppel. Zij resulteerden in een datering vóór 1620. Deze vroege datering kan een gevolg zijn van natuurlijke bosbranden of van eerdere bewoning door de Inheemse bevolking. Een derde koolstofmonster, verkregen ten noorden van de heuvel, resulteerde in een mogelijke datering uit de vijftiende tot de twintigste eeuw. Deze cirkelvormige heuvel met wegen naar de vier hoofdwindrichtingen, de radiokoolstofdateringen en de aardewerkfragmenten maken gezamenlijk duidelijk dat de geschiedenis van Kumako zeer complex is geweest. Het is mogelijk dat de bewoners zich op deze plaats van voorwerpen voorzagen die oorspronkelijk van Inheemsen afkomstig zijn. Overigens was dit laatste heel gangbaar in andere Marrongemeenschappen, zowel in Suriname zelf als elders in de Guyana’s en het Caribische gebied. Dit proefschrift beschrijft overigens niet enkel het materiële begin van de Saramaka Marrons, maar roept tevens vragen op over de onderlinge relaties tussen de Marrons en de Inheemse volkeren.

Hoewel Kumako in de mondelinge overlevering van de Saramaka een vaste plaats heeft gekregen, lijkt de cirkelvormige heuvel met een greppel, soms onderbroken voor wegen naar de vier windrichtingen, op de zogenaamde montagne couronnée van Yaou nabij Maripasoula (Frans Guyana). Die meet ongeveer 304 bij 154 meter – een oppervlakte van in totaal ongeveer 3,7 hectare – en heeft steile hellingen van ongeveer twee meter hoog (Mestre in voorbereiding; Petitjean-Roget 1991). In 1999 vertelden Wayana-Inheemsen van de Boven-Marowijne mij de lokale Wayana-naam voor dergelijke ronde heuvels met greppels: ïpï ëtonam toponpï (een heuvel om te verbergen van lang geleden). Volgens de huidige Wayana, waren dit versterkt heuveltoppen waar in het verleden mensen hun toevlucht konden zoeken. Mogelijk waren dit plaatsen waar Inheemsen zich schuilhielden tijdens de invallen die de Taira (Cariben van de kust) eventueel in samenwerking met Marrons deden om zogenaamde ‘rode slaven’ te verkrijgen. De datering van de montagne couronnée van Yaou komt overeen met die van de monsters 1 en 2 (cal. AD 80 – 390 en cal. AD 260 tot 560) van Kumako en duidt daarmee op een oudere voorgeschiedenis van deze ‘verloren stad’ in het oerwoud van Suriname.

Kortom, archeologisch onderzoek, en dan vooral de historische archeologie in de binnenlanden van Suriname, is nog grotendeels terra incognita. De mondelinge overlevering van de Marrons en de Inheemsen wijken af van de algemeen aanvaarde geschiedenis die spreekt van kleine gemeenschappen die proberen te overleven in het ongerepte oerwoud. Het lijkt erop dat de Marrons bezit genomen hebben van een (verlaten) nederzetting van de Inheemse bevolking, maar tegelijkertijd hun nieuwe stad versterkten met wat hen ter beschikking stond vanuit hun eigen erfenis aan middelen tot genezing en zuivering van een bepaald gebied. Een dergelijke dynamische onderlinge relatie tussen Marrons en Inheemsen is zeer in overeenstemming met wat bekend is van Afrikaanse diasporagemeenschappen elders in de regio, zoals in Cuba en Brazilië. Bovendien tonen hedendaags historisch onderzoek en archeologische opgravingen aan dat de tijdelijkheid van dergelijke betwiste gebieden veel complexer is dan tot nu toe wordt aangenomen. Het tegenwoordige multidisciplinaire onderzoek is een combinatie van archeologie, geschiedenis, orale traditie en etnografie, in samenwerking met lokale Marrons en Inheemsen, met als doel om meer inzicht te krijgen in de geschiedenis van de binnenlanden van Suriname en de andere landen in de regio. Material Beginnings of the Saramaka Maroons toont aan wat voor potentieel een gezamenlijk onderzoeksprogramma bezit om inzicht te krijgen in hoe een zelfbewuste gemeenschap als de Saramaka bereid is om het beste te maken van de natuurlijke en culturele omgeving.

Cheryl N. Ngwenyama, Material Beginnings of the Saramaka Maroons; An Archaeological Investigation. Gainesville: University of Florida, 2007. 432 p., ISBN 978 05 4945 683 4. [http://etd.fcla.edu/UF/UFE0020093]

Literatuur

Heckenberger, Michael J., 2009

‘Lost Cities of the Amazon; The Amazon tropical forest is not as wild as it looks.’ Scientific American 301(4): 44-51.

Mestre, Michaël, in voorbereiding

Montagnes couronnées en Guyane.

Petitjean-Roget, Hugues, 1991

‘50 sites de montagnes en Guyane française: contribution à l’inventaire des sites archéologiques d’Emile Abonnenc.’ Actes du 12ième congrès de l’A.I.A.C., 241-257.

White, Cheryl, 2010

‘Kumako; a place of convergence for Maroons and Amerindians in Suriname, SA’, Antiquity 84: 467-479.

White, Cheryl, 2010

‘Maroon Archaeology Is Public Archaeology.’ Archaeologies: Journal of the World Archaeological Congress 6(3): 485-501.

[uit Oso, 2011, nr. 2]

LA Chispa 358 over het bos in Suriname

In het oktobernummer van LA Chispa staat het thema ‘bos’ centraal. Dit extra dikke nummer met prachtige foto’s is begin oktober 2011 verschenen.

Het jaar 2011 is door de VN uitgeroepen tot ‘jaar van het bos’. Juist in Latijns Amerika bevindt zich het meeste bos. Het Amazonegebied is niet alleen voor het continent zelf, maar voor de hele planeet van levensbelang.

Tegelijk staat het bos bloot aan bedreigingen: wegen, dammen, houtkap, mijnbouw, sojaplantages en jacht. Maar ook levert het bos duurzame producten en leven er mensen in harmonie met de natuur. Over al deze aspecten leest u in LA Chispa.

 

Suriname uitgelicht

Bij deze LA Chispa vindt u een uitgebreid dossier Suriname. Het is tot stand gekomen door de samenwerking van onderzoekers in Suriname en Nederland. De biologen, antropologen, economen en ingenieurs hebben één ding gemeen: ze houden zich allemaal bezig met het analyseren van ontwikkelingen in het binnenland van Suriname. Het onderzoek is een initiatief van Pitou van Dijck, als econoom verbonden aan het Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika (Cedla) aan de Universiteit van Amsterdam.

Twee jaar geleden, in de Surinamespecial van LA Chispa (december 2009) berichtte het blad al over op handen zijnde veranderingen in de infrastructuur van het land. De Surinaamse overheid geeft steeds uitdrukkelijker aan te streven naar verbetering van infrastructuur om het land beter aan te sluiten op de buurlanden in Zuid-Amerika. Zo sprak president Bouterse over de aanleg van een weg en spoorlijn naar Brazilië. Ook de vergroting van hydro-energie door de bouw van dammen en omleiding van rivieren staat op het programma.

In het ‘Dossier Suriname’ laat LA Chispa met reportages, interviews, kaarten en foto’s zien wat het bos te wachten kan staan.

Medicinale planten goed voor 2,4 miljard US dollar

door Astrid van Oosterum

Paramaribo – Geneeskrachtige planten zouden Suriname op jaarlijkse basis een geschatte 2,4 miljard US dollar kunnen opbrengen. Er dient nog wel veel onderzoek gepleegd te worden voordat het land kan profiteren van deze inkomstenbron. Dat stelt Dennis Mans op de dertiende RedLAC General Assemblee, waar verschillende milieufondsen uit de regio vergaderen en informatie uitwisselen. Het Amazonegebied kent ongeveer 33.000 verschillende planten.

Slechts 10 procent daarvan is bekend en daarvan wordt slechts 1 procent geëxploiteerd. “Er is dus een aannemelijke kans dat er een groot aantal onontdekte planten is met medicinale krachten.” Hoogleraar Mans van de Faculteit der Medische Wetenschappen van de Anton de kom Universiteit verklaart dat geneeskrachtige planten al sinds eeuwen een economisch belangrijke bron van inkomen vormen. “Al sinds de oudheid worden planten door mensen gebruikt als eten, voor kleding, onderdak, jaagactiviteiten, voor cosmetica en als medicatie. De conclusie is: planten hebben een economische waarde.”

Er is een groeiende belangstelling voor de economische waarde van biodiversiteit, inclusief geneeskrachtige planten. De reden achter deze interesse is, volgens Mans, bezorgdheid over ernstige dreigingen waar de natuur onder te lijden heeft zoals opwarming van de aarde en ontbossing. De wereldwijde economische waarde van medicinale planten is sinds jaren alleen maar gegroeid. In 1997 hadden geneeskrachtige planten een waarde van 20 miljard US dollar in 2004 kwam de waarde al op 80 miljard US dollar. De verwachtingen voor 2050 zijn dat de wereldwijde economische waarde van medicinale planten op 5.000 miljard komt.

“Zijn deze verwachtingen wel realistisch?”, vraagt Mans zich af. “Mogen wij anticiperen op de identificatie en ontwikkeling van baanbrekende medicijnen die wij van planten onttrekken? En wat zijn de kansen dat moderne technologie snel met een goedkopere synthetische variant op de markt komt waardoor de duurdere medicinale plant overbodig wordt?” Hoewel deze vraagstukken nauw bestudeerd moeten worden, gelooft Mans in de kansen die landen uit de regio, en dus ook Suriname, voor zich hebben liggen. “De Amazone beschikt over een biodiversiteit van onschatbare waarde. De mogelijkheden om economisch te profiteren van onze rijke natuur zijn er en dienen nader onderzocht te worden”, besluit Mans zijn betoog.

[uit de Ware Tijd, 09/11/2011]

Houtkap bedreigt Braziliaanse Indianen

In Brazilië wordt elke week een Indiaanse inwoner van het Amazone-gebied vermoord. Intimidatie van houtkapbedrijven, die vinden dat de indianen de – vaak illegale – houtkap dwarsbomen. De laatste tijd is de druk op de Indianen verder toegenomen. En dat komt doordat Brazilië de wet tegen de houtkap binnenkort mogelijk versoepelt. De Bororo Indianen – die een beschermde status hebben – hebben het zwaar te verduren in hun reservaat.

Klik hier voor de NOS-reportage

Amazonegebied veel ouder dan gedacht

Sinds haar promotieonderzoek houdt Carina Hoorn, gastonderzoeker aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA, zich bezig met het Amazonegebied. Eind 2010 publiceerde zij, samen met collegahttp://www.blogger.com/img/blank.gif-onderzoekers, een multidisciplinair overzichtsartikel over hun gezamenlijke bevindingen. Het belangrijkste nieuws uit die publicatie is dat de soortenvorming in het Amazonegebied, vooral in het westen, veel ouder is dan altijd is aangenomen. ‘De soortenverbreiding en -dichtheid hebben alles te maken met de opstuwing van het Andesgebergte.’

Lees hier verder

 

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter