blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Alberga Willy

Chinese verhalen op Tori Oso-avond 30 oktober

Op 30 oktober is er in Tori Oso aandacht voor Chinees/Surinaamse verhalen. Heel toepasselijk in het licht van 160 jaar Chinese immigratie. Voor de pauze presenteert Irene Welles haar boek over de geschiedenis van een maatschappelijk werkster die jarenlang twee verwaarloosde Chinese jongetjes opving. Na de pauze vertellen Walther Donner, Willy Alberga en Ismene Krishnadath Chinees/Surinaamse verhalen. Verder is er op het programma ruimte ingeruimd voor Alphons Levens die zijn boek Ik zal leren totdat ik moe ben aan S’77 zal aanbieden. Ook de nieuwe flyer van Publishing Services Suriname voor de scholenactie 2013/2014 wordt gelauncht. De scholenactie wordt jaarlijks gehouden. Dit jaar staan er 61 titels van lokaal geproduceerde boeken op de lijst. De boeken zullen ook op de avond te koop zijn en kopers kunnen dan profiteren van een speciale korting van 10%. In de pauze signeren Alphons Levens, Irene Welles en andere aanwezige schrijvers hun boeken. Ceremoniemeester van de avond is Sombra.

Plaats: Tori Oso, Frederik Derbystraat 76.
Inloop: 19:30u. Tijd: 20.00 – 22.00u. Info 8784120.

[Mededeling Schrijversgroep ’77]

Boekpresentaties Mama Etty en Voor mij ben je hier

De laatste woensdagavond in mei, de 25ste, is het in Paramaribo weer Schrijversgroepavond en dit keer een gevarieerd programma in verband met de presentatie van de boeken Mama Etty en Voor mij ben je hier.

Na twee gedichtenbundels vond Irene Welles het tijd om haar verhalen te delen met het publiek. Mama Etty, met de nieuwsgierig makende ondertitel Gi soso ososma, is het resultaat. Het boek heeft maar liefst 26 verhalen, waarin gewone dingen uit het leven door Irene’s beschrijving iets bijzonders krijgen. Kadi Kartokromo interviewt Irene. Verder zijn er voordrachten van Sombra en Arlette Codfried en een djembe presentatie van Boike Tojo.

Na de pauze komt het boek Voor mij ben je hier in de spotlight. Dit boek werd samengesteld door Michiel van Kempen ter gelegenheid van 35 jaar onafhankelijkheid. Zestien auteurs leverden een bijdrage aan dit boek dat al eerder gepresenteerd is in Nederland. Op 25 mei vertellen Ismene Krishnadath en Tessa Leuwsha (foto links) iets meer over hun bijdrage aan het boek. Tessa Leuwsha schreef ‘High five, zand erover’ over de vriendschap tussen twee jongens. Ismene Krishnadaths verhaal heet ‘Adempauze’ en geeft, in de ontmoeting van de twee hoofdfiguren, een visie op de geschiedenis en toekomst van Haïti. Ismene Krishnadath vertelt meer over haar kijk op Haiti en de spirituele rol die Haïti kan spelen in de wereldgeschiedenis. De conferencier van de avond is Willy Alberga.

[bericht van Schrijversgroep ’77]

S’77 Srefidensi Potpourri

Op de 34ste owru yari van Suriname hadden leden van S’77 presentaties op de stoep van Tori Oso. De avond is opgenomen door Willy Alberga en uitgezonden in haar programma ‘Niet zomaar een gesprek’ van vrijdag 3 december en de herhaling op 5 december op radio Apintie. Cd’s van het programma zijn te koop bij Apintie. Info. tel 400455, tussen 7.00 – 14.00 u. U hoort verhalen en gedichten van Sombra, Alphons Levens, Celestine Raalte, Ismene Krishnadath, Jeffrey Quartier, Walther Donner, Arlette Codfried, Kadi Kartokromo, Charles Chang, Willy Alberga. Ook Osje Braumüller, eigenaar van Tori Oso, komt aan het woord. Het programma zal ook worden uitgezonden via Skrifimantaki.

[Bericht van Schrijversgroep ’77]

Onafhankelijkheid

door Willy Alberga

 

Het is 1973 als we uit Nederland naar Suriname verhuizen. Onze kinderen zijn dan drie en een jaar. Op de markt koop je drie bosjes kousenband voor een kwartje, een moot vis voor een kwartje en drie hoopjes boulanger voor een kwartje. Voor Suriname wordt het een ontstuimige tijd met veel onrust. Vrienden en familie verwachten dat we partij kiezen: voor of tegen de regering. Op muren lees je de gekalkte woorden: Weg met bobo Julke. Stakende vrienden en familieleden komen op bezoek en houden ons op de hoogte van de ontwikkelingen.

Na enige tijd lukt het de stakers de regering op de knieën te krijgen en er komen verkiezingen. De nieuwe regering belooft onafhankelijkheid en grote groepen mensen beginnen alles wat ze in jaren hebben opgebouwd “tegen elk aannemelijk bod” van de hand te doen. De vele kranten advertenties en borden met daarop “wegens vertrek te koop” maken dat elk gezinshoofd zich afvraagt of het niet verstandig is om ook maar te vertrekken. Er breken branden en rellen uit.

De STVS laat ons dagelijk zwart-wit beelden zien van Culturele shows van Hindostanen, Javanen en Bosnegers met als doel de bevolking die onafhankelijk wordt, tot een geheel te smeden. Ik probeer me met deze, zo van elkaar verschillende muziek, te identificeren maar voor mijn gevoel staan ze te ver van mij af. Ik begin te twijfelen of ik wel een echte Surinaamse ben. Waarom kijk ik liever naar “Stanford and son.”

Maar als ik op de vele feesten die na de onafhankelijkheidsdag volgen Lieve Hugo zijn kasekomuziek hoor, “Mai bole Sitaram, Ram Ram, Sita Ram”, weet ik dat dit wel iets van mij is.

Nu vijfendertig jaren later, koop ik in een Chinese supermarkt een Surinaamse vlag die door onze vierjarige kleindochter met enthousiasme uit mijn handen wordt gegrist. Ze begint er meteen mee te wapperen, schut met haar kleine kont en zingt “Mie na pikien fu Sranan, di`s na mi moi fraga.”

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter